Dag 7: Colca Canyon, El Cruz del Condor, en terug naar Arequipa
We staan om 5 uur op en genieten ondanks het vroege uur van een heerlijk ontbijt waar zelfs voldoende yoghurt is. Je kunt er niet alleen de bekende dingetjes op strooien als corn flakes en gepofte rijst en zo, maar ook inlandse granen als quinoa en kiwicha, die beide een belangrijke voedselbron waren voor de Inca’s. Officieel zijn het geen granen maar ze lijken er wel op en zijn ook zo te gebruiken. Quinoa is een super voedsel, doordat het bv. veel meer eiwitten bevat dan alle andere graansoorten en rijst en pasta. Het wordt o.a. gebruikt in astronautenvoedsel. Dat spul strooi ik dus vanmorgen zomaar op mijn yoghurt. Nu kan ik er tegen. Als we om zes uur in de bus zitten, zijn we niet compleet; verschillende ‘patiënten’ nemen nog een ochtend rust. Vanmiddag moeten we immers de lange busreis terug naar Arequipa weer maken. Qua kilometers is het niet eens zover naar Cruz del Condor maar toch is het een flinke reis. Dat komt doordat de weg slechter wordt naarmate je de vallei van de Colca verder in trekt. Er is ook nog een heel stuk waar maar één onverhard spoor is omdat men er aan de weg werkt. We passeren een paar dorpjes Yanque en Maca. In één ervan stoppen we voor een sanitaire stop. Daar was ik wel aan toe. Voor anderhalve sol zit je op een keurig schoon toilet zelfs met toiletpapier. Deze beide dingen zijn niet overal zo vanzelfsprekend in Peru en Bolivia. Er is een toeristische markt met mensen die een roofvogel aan een touwtje hebben. Als je er een foto van maakt, moet je dokken. Niet doen, die foto maken bedoel ik, want hier zijn roofvogels niet voor! Dit moet je niet aanmoedigen. Het kerkje is weer mooi gerestaureerd nadat het bij een aardbeving een paar jaar geleden nogal beschadigd werd. Binnen is het een en al Barok met veel bladgoud en glitterende beelden.
Indrukwekkend: de condor
De weg wordt een echte dirtroad, maar het allerlaatste stukje is weer asfalt. Dat dan weer wel. Daar op het eind is dan ook een hele infrastructuur aangelegd voor het spotten van de condor. De bus schudt op de slechte weg met ‘wasborden’ bijna uit elkaar en ik ook, heb ik het gevoel. Onderweg nog een paar fotostops bij Inca-terrassen. Deze terrassen worden niet mee gebruikt, omdat ze toch wel erg onhandig liggen zo tegen de bergwand. Maar ze liggen er wel mooi. Een eindje voor het einddoel Cruz del Condor stoppen we. Onze gids Erika wil hier een eindje gaan wandelen ‘omdat het nog te vroeg is voor de condors’. Meteen terwijl ze het zegt, zie ik door het raam van de bus al een condor. Tja. Wel, wij hebben geen puf voor wandelen (‘vlak, omhoog en omlaag’) en gelukkig maar want het is helemaal niet te vroeg voor de condors. Juist nu het nog niet zo warm is en er dus nog niet zo’n sterke thermiek is, vliegen de condors nog laag door de diepe kloof en … kijken wij dus op ze neer. Van boven zijn de vogels scherp zwart-wit gekleurd; als je ze van onderaf ziet, zijn ze bruinig en zie je ze altijd in tegenlicht tegen de blauwe lucht. Kortom: dit is de perfecte tijd voor foto’s van de condor. Ik maak er ongeveer 80 en er zijn een paar heel mooie haarscherpe bij, beeldvullend. De 18-250 mm zoomlens op mijn Pentax K5 is hier toch wel erg handig! Ik zie ook een jonge condor; jonge condors zijn bovenop nog bruinig in plaats van zwart-wit. Riet ben ik al gauw kwijt; het is hier druk, er zijn veel mensen op de vogels af gekomen. De condor is dan ook een indrukwekkende vogel; een van de grootste van Zuid-Amerika en van de wereld. De vale gieren die we dit voorjaar in de Spaanse Pyreneeën fotografeerden (zie daar op deze website) zit wat spanwijdte betreft in dezelfde categorie: ongeveer drie meter! Het is een fantastisch gezicht om de vogels geluidloos langs te zien zweven. Soms komen ze vlak over je hoofd en ben je met je telelens gewoon nergens, omdat het zo snel gaat en ze té dichtbij zijn. Ik geniet en kan er niet genoeg van krijgen. Ik maak tientallen foto’s, tegen allerlei achtergronden en in allerlei ‘standen’. Maar van bovenaf zijn de vogels inderdaad het mooist.
Infrastructuur voor de condor
Er is door de overheid een hele infrastructuur aangelegd voor de toeristen om de vogels hier te kunnen zien en fotograferen. Er zijn platforms en er is een wc. Op een gegeven moment zie ik mijn vrouw weer. Ze is haar tas kwijt, tenminste dat denkt ze. Wij terug naar de bus op de parkeerplaats… waar gelukkig de tas nog keurig op de bank ligt. We gaan nog wel even weer terug naar de kloof. De schoolreisjes en de meeste toeristen zijn nu weg en het is er weer heerlijk rustig. Maar de condors hebben hun show gegeven. Ze laten zich nauwelijks meer zien. Wel, het is ook mooi geweest. Een hoogtepunt, vind ik. Tegen tienen vertrekken we weer voor de hobbelende rit terug naar Chivay, waar we de ‘patiënten’ oppikken, met wie het weer wat beter gaat. Riet en ik voelen ons gelukkig aardig goed, maar zijn wel heel snel moe en achter adem. In Chivay krijgen we een half uur, drie kwartier om even rond te kijken. Er is een marktje. We kopen wat van die ‘Lady fingers’ zoals ze die op Sri Lanka noemen: kleine en heel smakelijke banaantjes. Terug bij de bus spreekt Erika Riet aan: ‘Ben jij een bril kwijt?’ Riet heeft haar zonnebril op. Met het opzetten heeft ze haar gewone bril gedachteloos even neergelegd op het kraampje van de bananenverkoopster. Erika zag het min of meer gebeuren, in ieder geval heeft ze ervoor gezorgd dat de bril terug is. Erika wordt hartelijk bedankt!
In dezelfde truckstop als op de heenweg eten we een sandwich en drinken we weer van die heerlijke mix-thee met frisse kruiden en coca. In de bus dommel ik zo nu en dan wel weg. De weg kennen we immers, ’t is warm achter het glas en al met al is het een moeizame zit. Tijdens een fotostop fotografeer ik een paar plakken mos. Het is geen gewoon mos, maar ’t lijkt er wat op. Het is een harde plant die vaak tegen of naast een rots groeit en maar een halve tot een centimeter per jaar groeit. Hij is beschermd. Alleen plaatselijke bewoners mogen hem gebruiken… als brandstof. Later in de woestijn zien we nog grotere exemplaren. Tegen vijven zijn we terug bij het Casa Andina Hotel in Arequipa. Met een paar mensen en Diedrik ga ik meteen op pad om de was op te halen van een kleine wasserij in de buurt. Ik wilde de was eerst in het hotel laten doen, maar Diedrik raadde me dat af: veel te duur! In dit particuliere wasserijtje ben ik 10 sol kwijt voor tweeëneenhalf kilo wasgoed, een zak vol. Dat is dus geen geld.
Jazzorkestje op het Plaza
Riet en ik gaan vandaag eens niet met de groep samen eten. Dat doen wel meer mensen niet, overigens. We kennen nu de weg in Arequipa en vinden zelf wel een goed eetadresje. We lopen naar het centrale Plaza de Armas; daar aan de rand van het plein zijn diverse restaurants op de eerste verdieping boven de arcaden. Beneden op straat staat zoals vaak een meisje dat de maaltijden aanprijst. Ach, het lijkt ons wel wat. We kunnen er zitten, buiten op het balkon, zodat we een mooi uitzicht op het Plaza hebben. Daar begint een jazzorkestje te spelen. Al spelend trekt het orkest door en langs de rand van het Plaza. Wat een sfeertje! Ondertussen genieten wij van een gratis pisco sour en daarna van de trucha a la plancha, geroosterde forel. Wat een prachtige plek om te zitten eten! ’s Avonds wandelen we voldaan terug naar ons hotel. Daar maak ik nog wat van aantekeningen voor dit verslag en morgen moeten we om zeven uur rijden dus half zes op.
terrassen uit de Inca-tijd
kerkje in de vallei
gerestaureerd na aardbeving
Colca vallei
de majestueuze condor
Dit is een nog jonge condor; te zien aan de bruine bovenkant.
uitzichtpunten
Het is een opwindend gezicht: de majestueuze vogels die soms vlak over je heen zeilen. Dan is de telezoomlens te onhandig en gaat het te snel om een mooie foto te kunnen maken. De mooiste beelden krijg je als ze door de kloof a.h.w. ‘onder je door’ vliegen. Bovendien is de lichtval dan goed; tegen het licht zie je al snel alleen een silhouet. Én van boven gezien hebben ze de mooiste tekening en kleur.
Chivay