Dag 24 Cusco
Cusco, stadswandeling, Inca-museum
Vanmorgen al vrij vroeg wakker doordat we naast de eetzaal slapen en daar is het al vroeg dag in verband met het ontbijt. We staan om halfacht op en ik heb wel redelijk geslapen. Ik besluit maar weer gewoon te ontbijten, want of ik nou eet of niet eet, ik houd toch last. Door niet te eten (of alleen wat repen en zo,) word je helemaal slap. Ik neem dus ook weer een glas sinaasappelsap. Het ontbijt is hier trouwens niet geweldig, om niet te zeggen slecht. Het ei dat Riet bestelt (er is geen buffet, alles wordt gebracht) is nog half rauw. Dat blijkt bij meer mensen het geval. De meesten gaan geloof ik al snel elders in de stad ontbijten. Het ontbijt moet je hier namelijk apart bijbetalen. Bij Jack’s Café eet je voor hetzelfde geld vorstelijk, zo merken wij een dag later. Maar dat is even tien minuten lopen. Diedrik vraagt belangstellend hoe het gaat. Riet houdt zich groot; ach het gaat ook inderdaad wel beter dan in Puno, natuurlijk, maar echt lekker voelen we ons nog geen van beiden. Omdat we vanmorgen op stadswandeling met Diedrik gaan, nemen we een paar loperamides om mee te kunnen.
Passende stenen
Eerst gaan we naar de Kathedraal. Maar daar is ochtendmis en mogen we niet naar binnen als toerist, ja een paar van ons wel, de rest niet. Tja, willekeur heerst overal. Terwijl we staan te wachten op de anderen moet Riet naar een wc. Diedrik moet lang nadenken, maar wijst ons dan het straatje tegenover de kathedraal. Daar een paar honderd meter in, vinden we inderdaad een Baño. Diedrik wandelt met ons langs Inca-muren. Deze muren zijn wereldwijd beroemd omdat ze gebouwd zijn van grote stenen die zó precies op maat zijn gehakt, dat er geen vloeipapiertje tussen kan. En niet alleen rechthoekig konden de Inca-steenhouwers dat kunstje, maar zelfs met bochten lukte ze dat. Er is één steen, of liever gezegd één groepje stenen die met een soort trapvormige lijn tegen elkaar passen. Alsof ze met een laserstraal passend zijn gezaagd. Hoe de Inca’s dat klaar kregen met hun bescheiden hulpmiddelen, is een van de raadselen rondom dit volk.
Alles goud wat er blonk
Even verder staan we voor de heiligste plaats in Cuscu, misschien wel in het hele Inca-rijk: de Coricancha tempel. Of wat daarvan over is. Wikipedia meldt erover: Coricancha (in het Quechua Quri Kancha, wat ‘gouden binnenhof’ betekent) oorspronkelijk Inti Kancha (Tempel van de zon) geheten, was de belangrijkste tempel binnen het Incarijk, gewijd aan Inti, de god van de zon. De muren en vloeren waren ooit bedekt met goud en de binnenplaats was gevuld met gouden beelden. Het is de meest beschreven en bewonderde tempel van de stad Cuzco in Peru. Spaanse verslagen uit de 17e eeuw vermelden de ongelooflijke weelde. Al het goud werd ingevorderd door de Spanjaarden zodat de Inca's de borg konden betalen voor hun leider Atahualpa. De kerk van Santo Domingo werd gebouwd op de plek van de tempel en het materiaal van de tempel werd gebruikt om de kerk ermee op te bouwen. De kerk en overgebleven Inca-muren hebben vele aardbevingen moeten doorstaan, maar door de kolossale blokken heeft alles redelijk de tand des tijds doorstaan. Door de laatste aardbeving in 1950 werden de muren van het klooster en de kerk van Santo Domingo ernstig beschadigd waardoor geheel onverwacht de robuuste muren van één van de drie nog bewaard gebleven Incapaleizen weer te voorschijn kwamen!
Paleis van een hotel, hotel op een paleis
Ik sta te kijken over de groene grasmat en probeer het me voor te stellen wat Diedrik net, enthousiast als hij wordt als het over de Inca’s gaat, heeft verteld: hier in deze tuin was alles wat je zag van goud. Het is onvoorstelbaar, zoveel rijkdom. Dat was dus voordat de Spanjaarden hier kwamen. Pisarro heeft dat allemaal mee genomen naar Europa. En waarschijnlijk laten smelten. Bovenop de verwoeste tempel van Inti bouwden de conquistadores een Rooms-katholieke kerk en het klooster, die er nu nog staan. Deze week zullen Riet en ik het complex van binnen bekijken. Nu lopen we eerst verder met Diedrik die ons een van de duurste hotels van Cusco binnenloodst, want ook hier is op de fundamenten van Incabouwwerken gebouwd, namelijk het paleis van Pachacutec. Het is hier en daar nog te zien aan de prachtig passende steenblokken. Wij zitten trouwens in een heel acceptabel hotel, maar dit is toch wel klasse. Maar niet weggelegd voor mensen met ons budget. We wandelen heuvelopwaarts. Boven, bij het museum voor Pre-Columbiaanse kunst eindigt de rondleiding. We weten nu waar we wat kunnen vinden de komende dagen. Ik ga even dollars en sols pinnen en reken af met Diedrik. Hij moest onze bijdrage voor Machu Picchu nog ontvangen. Twee keer $ 53. En nog één keer $ 30 voor de wandeling door de Heilige Vallei morgen. Daar ga ik namelijk alleen naar toe, Riet ziet het niet zitten en houdt rust.
Weefkunst
We wandelen met zijn tweeën verder. We gaan een binnenplaats op waar veel winkeltjes met kunstnijverheid zijn. We kopen er twee petjes, een voor mij en een voor de buurman. Die van mij heeft een logo van Peru en dat voor de buurman heeft bovendien een afbeelding van de Nascalijnen. Ook kopen we twee paar sokken van alpacawol voor M & M. Dan gaan we het Inca-museum bekijken. We besteden er geruime tijd. Vooral op het gebied van weefkunst hebben ze er prachtige exemplaren. Verder staan het vol met gouden en zilveren kunstvoorwerpen evenals grote aardewerken drinkbekers. Jammer is dat je er weer geen foto’s mag maken. Dat mag wel op de galerij en op de binnenplaats. Op de galerij zitten ook winkeltjes met mooie spullen. Bij een ervan kopen we een zilveren hanger. Nog niet een die gelijk is aan het voorbeeld van de buurvrouw, maar we hebben de moed opgegeven om nog iets te vinden dat er sterk op lijkt. Dan maar iets anders toch? Later kopen we nog een hanger bij een zilverwinkel. Die is nog wat mooier, wat eigentijdser. Op de binnenplaats zijn weefsters met kleden bezig te weven. Ongeveer een maand en dan moet het kleed klaar zijn, vertelt een van hen die we even spreken in het Engels. Bij de in-/ uitgang staan de drie indianen enthousiast te spelen. Als we ze wat geven mogen we met ze op de foto, maar daar is Riet niet zo van.
Rust
Het wordt langzamerhand tijd om wat te eten. We zijn niet zo ver van het Plaza de Armas. Daar zijn langs de randen van het plein heel wat eetgelegenheden. We kiezen er een, waar we mooi op het balkon kunnen zitten. We hebben er een pracht uitzicht over het plein, d stad en de Andes op de achtergrond. We bestellen soep en een tostada. Als we enorme kom groentesoep ophebben, besluiten we dat we genoeg hebben. We hebben zo weinig gegeten de laatste tijd dat we snel genoeg hebben. De tostada nemen we wel mee. Voor vanavond. Bij mij valt de soep goed, R. heeft later nog wel weer last. Ze is nog slap en snel moe; ik voel me fitter. We hebben er nu al een aardige wandeling op zitten, dus we gaan langzamerhand terug naar ons hotel. Onderweg kopen we Electrolight bij een kleine Farmácia, bananen, water en energiebars met quinoa en dergelijke. In het hotel nemen we een tijdje rust. Ook vanavond blijven we op de kamer. We hebben geen van beide zin om nog op zoek naar eten te gaan, het is ook al redelijk laat als we bij het hotel zijn en geïnstalleerd zijn. Dus wij redden ons weer met volkorenkoeken en van die repen van quinoa en gepofte maïs en nog zo wat van die gezonde ingrediënten. Gelukkig hebben we daarvan een voorraadje. En dan te drinken erbij van die lekkere re-hydraterende Electrolight. Ha, wat een diner.
Cusco
kathedraal
Plaza de Armas
De Coricancha, de Zonnetempel van de Inca's, rechtsonder. Deze tempel is bijna geheel verdwenen onder de grote Rooms-katholieke kerk die de Conquestadores er bovenop gebouwd hebben. Nietsontziend kolonialisme in beeld!
rechts was de tuin met gouden beelden
Inca-muur
Zo precies loten de stenen op elkaar, wijst onze reisbegeleider. Zie de kleine foto.
kind in souvenirstalletje
Indianen verwelkomen bezoekers van het Incamuseum
weefsters
uitzicht over Cusco
idem vanuit het balkon van ons lunchrestaurant