Peru, Bolivia, Chili; Reisverslag en fotoreportage - Dag 13 Over de Salar de Uyuni, dag 3 van het jeepavontuur Immense zoutvlakte, Inca Huasi met reuzencactussen, Ojos de Salar, Colchani en Uyuni

Hits: 111886

Artikelindex

 

 

 

 

 

Dag 13 Over de Salar de Uyuni, dag 3 van het jeepavontuur

Immense zoutvlakte, Inca Huasi met reuzencactussen, Ojos de Salar, Colchani en Uyuni

Ik moest er vannacht dus een paar keer uit wegens mijn diarree, waar ik vooral ’s nachts last van schijn te krijgen. Overdag is het redelijk beheersbaar –gelukkig maar. Wel met de hulp van zo nu en dan een pil loperamide, trouwens. Het was wel een avontuur zo in het donker door een paar gangen met alleen een klein zaklantaarntje. Het is hier nog echt donker! Ze mogen dan het water afsluiten uit angst dat het bevriest, in onze kamer was het vannacht warm. Zo warm dat we twee van de drie dikke dekens eraf hebben gedaan. Het is hier voorjaar, vandaar. Ik heb wel redelijk geslapen maar was wel vaak wakker. R heeft vannacht geloof ik ook eens redelijk geslapen. Het ontbijt bestaat uit een soort chapati (Afrikaans/Keniaans: klein broodje/ pannenkoekje) met een hard ei en thee. Vandaag mag ik voorin zitten naast de chauffeur. We zien weer alpaca’s en vicuña’s in een volstrekte leegte. Dat ik nu voorin zit, is wel mooi om nog eens een foto te kunnen maken vanuit de auto. Op de zoutvlakte is dat leuk. Diverse fotostops, o.a. dus voor vicuña’s. Langzaam gaat het zand over in zout. Een heel merkwaardige sensatie. 

Het zoutmeer van Uyuni 

“Dit zoutmeer is met een oppervlakte van 12.000 km2 de op een na grootste zoutvlakte van de wereld (de grootste zijn die in Botswana). Het bevindt zich in het zuidwesten van Bolivia op een hoogte van 3650 meter op de pampa, op de Antiplano, de hoogvlakte, in de Andes nabij de stad Uyuni. Ongeveer 40.000 jaar geleden was deze vlakte een deel van een reusachtig prehistorisch meer. Toen het meer opdroogde, bleven twee meren over en twee grote zoutvlakten (Salar de Uyuni en Salar de Coipasa). Er wordt geschat dat het meer dan 10 miljard ton zout bevat, waarvan ongeveer 25.000 ton jaarlijks weggehaald wordt. Tijdens de maand november is Salar de Uyuni ook de broedplaats van drie rassen Zuid-Amerikaanse flamingo's, die wij hier echter niet gezien hebben. Salar de Uyuni is ook een belangrijke toeristische trekpleister: er zijn verschillende zogenaamde eilanden (rotspunten die boven de zoutvlakte uitsteken), waaronder het centraal gelegen Isla Inca Huasi met een oppervlakte van ongeveer 2 km² en het Isla del Pescado. Er groeien grote cactussen van de soort Trichocereus pasacana, waarvan de grootste wel 12 meter hoog is. Kolibries overbruggen veertig kilometer om hier honing te komen halen.” (bron: Wikipedia). 

De zoutkorst rust dus op pekelwater. Je kunt er dus ook vrij gemakkelijk een gat in hakken en door dat gat onder de zoutkorst zoeken naar mooie zoutkristallen. Dat hebben wij met de chauffeurs en Diedrik gedaan. Sommigen vonden mooie grote kristallen. Riet heeft ook een handjevol meegenomen. Ze liggen nu in een bakje te glinsteren in de huiskamer. Maar dat is pas ’s middags. 

Inca Huasi, eiland in het zout, met reuzencactussen

Voor de middag rijden we een heel eind over de immense vlakte.  Soms zie je aan de horizon bergen, maar soms ook niets. Dan smelt het felle wit van het zout samen met het aan de horizon vage blauw van de atmosfeer. Het geeft een gevoel van tijdloosheid en het idee dat afstanden niet bestaan. Je kunt een uur rijden zonder dat je merkt dat je opschiet. Hoe de chauffeurs hun richting bepalen? Ik denk dat ze door jarenlange ervaring weten hoe ze moeten rijden. Voor hen zijn er denk ik aan de horizon wel herkenningspunten. Om een uur of half elf komen we aan bij het Isla Inca Huasi, het Huis van de Inca, in de Quecha-taal.  Dit is een koraaleiland (koraalachtig, zeggen sommigen) is eigenlijk de top van een vulkaan. Deze is begroeid met talloze cactussen, kleine en heel hoge tot meer dan tien meter hoog. Omdat het voorjaar wordt, staan ze in bloei of in de knop. Het is een heel merkwaardig gezicht om in die immense witte vlakte zo een eiland te zien opdoemen met bloeiende cactussen daarop. We krijgen anderhalf uur om het eiland te bekijken. Het lijkt zo niet zo hoog, maar als je al op 3600 meter of zo zit, dan is het een hele klim. Althans dat was het voor ons. Wij waren wel ongeveer de langzaamsten van de club. Nu en dan staan we even stil om het uitzicht of de felrode of gele of witte cactusbloemen te bewonderen, en eerlijk gezegd ook om even uit te blazen en op adem te komen. Het is een heel bijzondere wereld waarin we wandelen. Zelfs met de zonnebril en een petje op is de aan alle kanten aanwezige witte vlakte nog oogverblindend. Er zijn heel aparte foto’s te maken. Als we hier een excursie zouden kunnen hebben met de fotowerkgroep waar ik afgelopen jaar bij zat! Dat zou een succes zijn! Boven op het eiland heb je uitzicht naar alle kanten. Ik maak er panoramafoto’s en een filmpje. Dan kunnen we weer naar beneden. Dat gaat een stuk gemakkelijker dan naar boven. We komen langs de oudste en hoogste cactus en die is volgens een bordje dat erbij staat 900 jaar oud. 

Trucfoto’s

Aan het einde van de wandeling staat de lunch klaar op de rand van het eiland. Pasta met saus. We stoppen nog een keer om trucfoto’s te maken. Omdat bijna elke referentie hier ontbreekt doordat er geen details zijn en het zout overloopt in het blauw van de hemel, kun je hier foto’s maken zodat het bij voorbeeld lijkt alsof iemand op het hoofd van de partner staat, of op zijn hand zit. Grappig, maar de dimensies kloppen natuurlijk niet en daarom vind ik het niet zo spannend. Ik maak een paar van zulke foto’s op het toestel van groepsgenoten. Van Riet en mij laat ik een paar foto’s maken terwijl we op het zout zitten. Ook dat zijn eigenlijk vreemde foto’s door het witte decor. Op internet staan trouwens foto’s die hier gemaakt zijn in de regentijd. Dan staat er een dun laagje water op het zout en dat zorgt dan voor spiegelingen waardoor de horizon helemaal niet meer te zien is. Dat zat er dus voor ons niet in. Aan de andere kant ook wel plezierig, want je moet er niet aan denken dat je steeds in pekelwater staat zodra je uitstapt. 

Zoutkristallen en -kegels

Een andere stop is om gaten in het zout te maken en in het gat in het water eronder te zoeken naar kristallen die onder tegen de zoutkorst groeien. De chauffeurs hebben hiervoor een koevoet bij zich. De zoutkorst blijkt helemaal niet zo dik te zijn; ongeveer 25, 30 cm schat ik. Soms nog minder. Toch zakken de jeeps er niet door. Tegen de rand van de zoutvlakte stoppen we bij de Ojos de Salar, de ogen van het zout. Dat zijn vulkanische bronnen. Borrelend water komt uit gaten in de bodem. Daaromheen weer algen en mineralen die zorgen voor verschillende kleuren, maar voornamelijk geel tot oranje. In de verte zien we dan een heleboel witte dingetjes. Ik denk eerst aan gebouwtjes, tenten of zo. Dichterbij komend zien we dat het kegelvormige hopen zout zijn van de zoutwinning die hier plaatsvindt. De kegelvormige hopen staan uit te lekken. Als het zout redelijk droog is, wordt het met de schep op een vrachtauto gegooid. Wat een enorm zwaar werk moet dit zijn. Lichamelijk zwaar, maar ook steeds in het bijtende zout moeten werken in dat felle licht. Ik zie een man bezig met een houweel en twee mensen die zout scheppen. Foto’s maken we alleen met de telelens uit de verte. De foto’s van de zoutkegels zijn heel apart. 

Treinenkerkhof en een warme douche

We verlaten het zout en rijden weer het zand op naar de laatste fotostop: een verplicht nummer voor alle toeristen die hier komen, namelijk het treinenkerkhof van Uyuni. Hier staan locomotieven en wagons en onderdelen die men niet meer verder kon slopen. Al het bruikbare of recyclebare is eraf gehaald. Wat rest is een bizarre verzameling van oud roest. Ik dwaal ertussen rond en maak wat opnamen. Op sommige locomotieven staan niet alleen de obligate graffiti maar ook zinnen als: ‘Asi es la vida’ (zo is het leven) of vrij naar Jac. Kerouac: ‘Le voyage c’est la vie’. Mooi vind ik ook de bekentenis van ene Linda: ‘Amo mi pais Bolivia’. (Ik hou van mijn land Bolivia). Met een paar hartjes erbij getekend. Ochoz. Ik zie een Nederlands meisje dat niet gauw op een oude locomotief spuiten, ook niet als je Bolivia vervangt door Nederland. In het dorp Colchani zien we hoe het zout heel kleinschalig verder wordt verwerkt: gedroogd, vermengd met een kleine hoeveelheid jodium en dan verpakt. Dan zijn we eindelijk bij het hotel. Een echt hotel, met warme douches! Haa! Het Toñito-hotel, heet het. De tourorganisatie waarmee we met de jeeps reisden heet ook zo. Ik neem met een handdruk afscheid van onze chauffeur. Hij heeft ons over heel slechte wegen en karresporen veilig tot hier gebracht. Op de kamer is een van de eerste dingen inderdaad: de warme douche. O, wat knap je daarvan op. Op het hele internet is dit hotel beroemd om zijn pizza’s, dus natuurlijk moeten we dat testen. Nu, ze zijn inderdaad prima. De Amerikaanse eigenaar is er een poosje niet, volgens Diedrik, en nu zegt men dat het wat minder gaat, maar wij zijn tevreden. Door wat aparte kruiden smaakt het net even anders en beter dan een standaard pizza. Ondanks mijn darmproblemen eet ik maar gewoon. Tot nu toe tenminste. De twee pizza’s en twee drankjes kosten 138 boliviano’s. Dat is bijna € 15. Bepaald goedkoop dus. 




 

 

 lama

 vicuña's op de rand van het zoutmeer

 luchtspiegelingen

 rand van Salar de Uyuni

 

  zout!

  zo ver het oog reikt

 plm. 30 cm dikke korst

 

 autospiegel

 

Incahuasi eiland / Het Cactuseiland

Inca Huasi betekent in het Quecha: huis van de Inca. Het cactuseiland wordt vaak onterecht aangeduid als Isla Pescado. Dat eiland met die naam ligt een eind verderop, maar dat is niet dit eiland met de vele cactussen.

 

 

   

 meters hoog

  

prullenbak van cactushout

 eiland in het zout

   

              9 meter hoog

hakken door de zoutkorst voor mooie zoutkristallen

 

  

 

Ojos de Salar

 'Ogen van het zout(meer)'. Zo heten deze vulkanische warmwaterbronnen, zomaar in het zout. We naderen wel het einde van het zoutmeer.

 

 terugblik 

 zoutwinning

 

 zoutwinning

treinenkerkhof van Uyuni

 

 Kerouac geciteerd: de reis is het leven

 

 De bus staat hier voor ons hotel Tonito in Uyuni.
Een hotel met heerlijke douches en pico bello pizza's

 

 

 

 

naar boven