Dag 18: 30 maart/ Cape Lookout State Park, OR - Corbett, OR
De ROUTE
De dag begint weer met regen. We doen dus maar rustig aan om te kijken of het wat beter wordt. En het lijkt inderdaad steeds iets beter te worden (lees: nog steeds regen, maar minder hard dan eerst). We besluiten het er maar op te wagen. Met vier lagen kleren plus een laagje plastic regenkleding gaan we op weg, richting Cape Lookout. Het pad loopt lekker omlaag, dus we maken lekker snelheid. Tot de eerste modder zich aandient. Het begint met een plasje hier en daar, waar je nog makkelijk omheen kan, maar algauw is er van lopen geen sprake meer, maar is het puur overeind blijven en proberen niet op je gezicht te gaan. Het is glad, glibberig en vooral nat. Heul nat. Maar we ploegen voort (goh dat komt me bekend voor, maar toen met een andere soort neerslag...) en we zien gelukkig genoeg mooie dingen onderweg. Er staat overal False Lilly of the Valley en ook gele bosviooltjes. Op oude, verrotte omgevallen bomen groeien mooie paddenstoeltjes, en lichen. En natuurlijk over al mos, waar je ook maar kijkt. En ook dat mos komt in verschillende soorten.
Na een flink uur ploeteren en de modderschade aan onze schoenen en kleren proberen te minimaliseren, zien we eindelijk mensen. Die waren we op het hele pad nog niet tegengekomen. Het blijkt een ploegje whale watchers te zijn, die als vrijwilliger uitleg geven en mensen helpen de beesten te spotten. Er zijn nu migrerende mannetjes te zien, op weg naar Alaska om te eten. Als ze daar genoeg hebben gegeten, trekken ze weer zuidwaarts om te paren. Nu komen ze dus van links naar rechts langs de Oregon Coast. Het plekje is prachtig: aan het eind van de wereld, met overal zee om je heen. We hebben al heel wat leegtes gezien deze vakantie, maar dit is weer een heel nieuw soort leegte. En ook deze is weer adembenemend mooi.
We blijven een tijdje staan turen naar de zee, maar waar moet je kijken? Opeens roept er iemand: 'Yep, right there, there he is!' En krijgen te horen dat als je eenmaal één spout hebt gezien, er meestal meerdere volgen, en bij de laatste keer ademhalen duiken ze extra diep om geen last te hebben van de stroming en dergelijke, en op zulke momenten heb je kans om een stuk rug of vin te zien. Maar het blijft bij die ene spout, en die hebben we allebei gemist. Weer turen. Duurt lang. Gebeurt niks. Heel lang niks. En dan weer: 'Yep, there he is again!' Euhm... waar dan? En bovendien lijkt deze walvis zich niet echt aan de dienstregeling te houden zoals die ons net is uitgelegd, want hij haalt slechts één keer adem en dan heel lang niet meer. Dus dan is het weer gokken waar hij de volgende keer opduikt. Het is duidelijk niet mijn hobby: het is koud, na een tijdje in de verte staren zie je het verschil tussen de zee en de lucht niet meer en zie je overal dansende lichtballetjes, en àls je dan wat ziet, duurt het maar een seconde en is het weer weg. We zijn het erover eens: je kunt beter gaan modelbouwen, of paardrijden. Whale watching is niks voor ons.
Maar ja, dan draai je je om om weg te lopen, en zul je altijd zien dat er dan nét een hele kudde bovenkomt. Maar het zal toch moeten, want we moeten vandaag nog verder en we moeten ook weer een uur terug door de modder. We horen geen gejuich achter onze rug, dus blijkbaar valt het met die kudde nog wat tegen (of mee, voor ons), maar dan missen we gelukkig ook niet echt wat.
We glibberen weer terug naar de RV, maar dit keer moeten we omhoog glibberen, en dat ga je best merken onder die vier lagen kleren én een laag plastic. We zweten ons kapot. We komen nu opeens best veel mensen tegen, soms mensen met flinke bergschoenen en outdoorkleding aan, soms een moeder met twee kleine kindjes met schattige roze (mwhoehahaha nóg wel...!) tennisschoentjes. Als mensen vragen hoe ver het nog is, dan waarschuwen we ze maar vast dat het verderop echt niet grappig is. Hun blik gaat dan naar beneden, naar onze bemodderde schoenen en broek, en je ziet ze een tweede keer nadenken. Funny...
Eenmaal bij de RV besluiten we onze schoenen in een plastic zak in het ruim te zetten. Dan kunnen ze daar wat opdrogen.
Na het ModderAvontuur zetten we koers richting Portland. We slapen vanavond net buiten Portland, maar als we er doorheen rijden, besluit ik ter plekke dat ik de stad zelf niet hoef te zien. Ik hou niet van steden. Zeker niet als we zoveel arme zielige daklozen zijn. Ze slapen in fladderige tentjes in middenbermen, of gewoon op straat net buiten het centrum. Bovendien moet je met een RV nog redelijk wat plannen als je downtown wilt gaan, en ik heb er opeens geen zin meer in. Misschien is het morgen anders, maar voor nu hoeft het van mij echt niet.
We doen nog even wat boodschapjes en zoeken de camping op. Geen mooi State Park dit keer, maar wel een praktische en het voldoet voor een nachtje sowieso al gauw. Morgen naar de watervallen in de buurt, en dan wordt het aftellen, want het einde is al in zicht...