Dag 17: 29 maart/ Umpqua Lighthouse State Park, OR - Cape Lookout State Park, OR
De ROUTE
Ziejewel, toch niet voor niks de regenkleding meegenomen: het regent. Al sinds gisteravond. En hard. Heel hard. Maar ja, we zijn er nou toch, dus we lopen weer naar de stuurhut van ons Huis en we gaan weer op weg, verder langs de kust.
Als eerste stop hebben we vandaag de Sea Lion Cave. Deze grot werd in 1880 per ongeluk ontdekt en onderzoek wijst uit dat er al heel lang zeeleeuwen wonen. De Stellar Sea Lion, om precies te zijn, dus net weer een andere soort dan we vorig jaar in California hebben gezien. Deze blaft niet, maar brult echt.
Het blijkt een prijzige liefhebberij te zijn, zeeleeuwen bekijken, maar het regent toch en in de grot zal het wel lekker droog zijn redeneren we. Dus we betalen de flinke toegangsprijs en gaan een trappetje af, richting de lift die ons naar de grot zal brengen. De grot ligt 91 meter lager dan de parkeerplaats, dus ongeveer 50 seconden met de lift. Maar om bij die lift te komen moeten we wel eerst naar buiten... En het regent nog steeds ongelooflijk hard, en de wind waait zo hard dat ik er letterlijk tegen kan leunen. Maar ik ben van top tot teen gehuld in plastic, dus mij kan niks gebeuren!
Als we de lift uitkomen horen we het lawaai van de zeeleeuwen al. Achter metalen draden (voor de gevaarlijke bezoekers waarschijnlijk) liggen zo'n vijftien meter onder ons de zeeleeuwen. Sommige luieren lekker op een rots, anders zwemmen tussen de wilde golven, en weer anderen maken ruzie om het beste plekje. Zeeleeuwen zijn op zich al fascinerende beesten, maar de plek waar ze hier zitten is extra opvallend. Elke paar seconden komt er een grote golf de grot binnen. Recht tegenover ons is een andere, kleinere doorgang naar zee, en er komt ook licht doorheen.
We blijven eventjes kijken en lopen dan nog een rondje langs de exhibits. Nooit geweten dat er zoveel verschillende soorten zeeleeuwen zijn, en allemaal nét even ietsje anders. We gaan weer met de lift omhoog, en helaas is het weer nog niet echt beter geworden. Het water stroomt over de heuvel naar beneden, en we doen ons best om ons Huis een beetje droog te houden met al die natte spullen. De badkamer is inmiddels omgedoopt tot droogkamer: we hangen al het natgeregende spul aan de doucherail zodat het daar wat kan uitlekken.
Op de Highway 101, de weg die helemaal van noord naar zuid (andersom in ons geval) langs de kust van de USA loopt, zien we regelmatig wegafzettingen. Dan blijkt er een stuk van de weg compleet verzakt te zijn, soms wel tientallen centimeters asfalt dat afgebroken en weggezonken is.
Verderop is de Devil's Punchbowl. Een uitgesleten ronding in de rots waar het water woest in tekeer gaat. Helaas is het nog net geen vloed en is het dus relatief rustig in de Punchbowl. Maar toch een bijzonder stukje kust.
In Lincoln City is een Outlet Mall, en omdat het weer toch niet echt wat is besluiten we hier maar even te gaan shoppen. Ik koop een mooi thermoshirt, want een mens kan per slot van rekening nooit genoeg thermoshirtjes hebben!
Nu we toch even stilstaan zoek ik onze nieuwe slaapplaats op. Als we er een uurtje later aankomen blijkt het prachtige campground te zijn, vlák aan de kust. Vanaf de camping loopt een pad regelrecht het strand op. We lopen er dwars door de regen even heen, maar het vloed en er is dus maar een dun strookje strand. Bovendien gaat het weer steeds harder regenen, dus het wandelen laten we maar even zitten. Maar mooi is het wel. Hopelijk is het morgen goed genoeg om een trail in de buurt te doen.
P.S. De Idaho Potatoes vallen in het niet bij de Opperdoezer Ronde.
P.P.S. De staat van ons Huis: minus 3 schroefjes; een keukenlaatje dat niet meer dichtgaat en dus elke scherpe bocht naar rechts vanzelf opengaat; een afleespaneel dat al tijden niet goed werkt; en een koelkast die moeite heeft om fatsoenlijk aan te slaan, maar die toch heel koud is. Ach ja, die paar daagjes zal ie nog wel volhouden...!