Woensdag 4 mei 2016 Etappe: van San Francisco naar El Portal; Yosemite National park verkennen
We ontbijten op de kamer met weer Griekse yoghurt (zullen we nog vaker doen) en hebben nog ruim de tijd om in de stad bij een koffietentje een lekkere cappuccino te drinken. Die kost wel $ 3.50 per stuk (small) dus kleine teugjes en goed genieten!
Ford Explorer 3,5 l, 6 cyl. 4x4
Vanaf tien uur kunnen we de huurauto oppikken. Het Herz verhuurbedrijf is anderhalf blok van ons hotel en ook nog heuvel afwaarts, dus we gaan met onze koffers rollend over het trottoir op pad. Buiten het hotel spreken we nog een anders Nederlands stel dat ook met Jan Doets reist. Bij Hertz helpt een heel vriendelijke mevrouw ons met alle paperassen en als ze onze bagage ziet, concludeert ze dat we een verlengde SUV moeten hebben. Zo een met zeven zitplaatsen, waarbij de je de achterste rij in de bodem kunt laten verdwijnen en dan een zee van bagageruimte hebt. Voor ons vieren net genoeg trouwens… Het wordt een splinternieuwe Ford Explorer, zilverkleurig, hoog op de wielen en met redelijk wat luxe uitgerust. Standaard met de 3,5 liter zes cilinder motor. (Er bestaat ook versie met een kleinere motor, maar daarvoor betaal je paradoxaal genoeg een forse meerprijs, zag ik op internet.) Uiteraard heeft de auto een automatische versnellingsbak en cruise control en dergelijke. Een achteruitrijcamera met parkeerhulp blijkt in de praktijk erg nuttig. De 4x4 aandrijving was ook wel handig op de onverharde wegen, net als de in te stellen stand dat de auto afremt op de motor. Bij mijn auto moet je dan overgaan op handmatig schakelen; dan is dit wel een handig extraatje.
Voor navigatie aan boord hebben we uitdrukkelijk niet gekozen: dat verhoogt de huurprijs fors, en omdat M een goede TomTom had, hebben we al in Nederland daarvoor een kaart gekocht (download). In de praktijk is navigatie echt onmisbaar! Die van ons functioneerde perfect.
Als we de bagage hebben ingeladen in de parkeergarage van Hertz, begint een nieuwe fase van onze reis. M rijdt, zoals hij de komende weken veel zal doen, en voorzichtig mengen we ons in het vrij drukke verkeer, op weg naar de Interstate 80 die ons met de Bay Bridge over de SF Bay brengt. Daarna de 580 en de 140 via Modesto en Merced naar ons tweede hotel, vlak bij het natuurpark Yosemite in El Portal.
Onze route: KLIK hier
Onderweg lunchen we met een broodje in een grote mall. Achterin de grote auto zitten wij prima. Veel beenruimte, echte verstelbare stoelen (geen bank) en een eigen klimaatsysteem. We zien het landschap veranderen. Na Merced wordt het al verlatener, weinig dorpen of stadjes meer. Na Mariposa wordt het langzaam bergachtiger. In het dorp Mariposa doen we wat boodschappen. Er zijn hier weinig winkels, wel is er een welvoorziene liquorstore met ook wat levensmiddelen. Er zijn nog twee stuks yoghurt maar verder is er weinig te koop en wat er is, is schreeuwend duur. We kopen nog maar een pak volkoren biscuits, althans zoiets. Komt altijd uit, is onze ervaring.
Cedar Lodge Yosemite
bij de Cedar Lodge bij El Portal
Ons motel ligt pal langs de weg 140, de zuidelijke toegangsweg naar Yosemite N.P. De Cedar Lodge ligt op 12 minuten rijden van het park. Het is een ietwat somber ogend gebouw, in een onbestemde grijs-bruine kleur, zoals wel meer gebouwen hier. Het past in ieder geval goed in het landschap. Na het wat moeizame inchecken (vier personen in twee kamers lijkt moeilijk voor het dienstdoende personeel) laden we de auto uit en installeren ons ieder in zijn eigen kamer. WiFi kost hier $ 10 per dag en dan zijn er ook nog allerlei beperkingen in het gebruik. Geen WiFi voor ons dus.
We spreken af voor een half uur later, want we hebben maar weinig tijd hier in dit natuurpark. Morgen moeten we alweer naar het volgende hotel aan de kust. En het is al half vijf, de avonden zijn hier niet zo lang licht, dus we moeten het ervan nemen zolang het kan. Zodoende zijn we even later alweer op pad. Terwijl we al plm. 200 miles hebben gereden. (Een mile is 1,6 km dus 320 km).
Yosemite National Park
Annual Pass onmisbaar
Bij de ingang van het park koop ik in de eerste plaats een annual pass, een jaar pas waarmee je toegang hebt tot alle Nationale Parken en National Monuments. Hij kost $ 80 en je mag hem één keer legaal doorverkopen na gebruik, wat ik later thuis gedaan heb voor $ 40. Voor weinig geld hebben we dus overal praktisch toegang nu. De vriendelijke rangers laten ons de auto even aan de kant zetten om ons goed advies te kunnen geven wat we kunnen doen met de weinige tijd die we hebben. Let wel, de pas geldt alleen voor nationale parken en monumenten; voor parken van de staat of van indianenreservaten geldt hij niet, dus niet voor bijv. Monument Valley.
Weinig tijd
De eerste blik is ietwat meewarig: ‘Een avond en een ochtend voor Yosemite?! Dat meent u niet.’ Maar het is niet anders. Maar ze maken het hier natuurlijk vaker mee: mensen die weinig tijd hebben voor ‘hun’ park. Wat we in ieder geval moeten doen en dat kan vanavond nog: de ‘loop’ rijden, dat is een in een lus rond lopende weg die de mooiste plekken laat zien: de South Side en North Side Drive, langs beide zijden van de rivier Merced. En natuurlijk even de Wawona Road oprijden tot Tunnel View, dat is een van de mooiste uitzichten. En de giant sequoia’s? Daar is vanavond geen tijd meer voor natuurlijk, zegt ook de ranger. Die aan de Wawona Road zijn niet te bekijken want die site wordt gerenoveerd; heel 2016 is die plek afgesloten. Een goed alternatief is de Tuolumne Grove Trail, aan de Tioga Road, die overigens verderop nog is gesloten wegens winterse omstandigheden.
Tunnel View
We bedanken hartelijk en gaan eerst naar Tunnel View. Vanaf een grote parkeerplaats kun je hier uitkijken over een dal met watervallen en granietbergen. Tunnel View bestaat sinds 1933 en is sindsdien uitgegroeid tot een van de meest iconische uitkijkpunten van Yosemite. Voor ons ligt de vallei, omkaderd door de granieten rotsen van onder andere El Capitan. In de verte is ook Half Dome zichtbaar en op de rechterflanken van de vallei zien we de Bridalveil waterval. De Bruidssluier, die waterval heb je in Noorwegen ook, bedenk ik. Het is hier mooi, zeker in het zachte avondlicht. We zien ook nog een tweede waterval.
South Side Drive
We rijden terug en slaan dan rechtsaf, de South Side Drive op. Het is éénrichtingsverkeer op de ‘loop road’. Onderweg zijn parkeerplaatsen. Op een paar ervan stoppen we en maken een korte wandeling. De rivier de Merced kabbelt tussen de ongenaakbare granieten reuzen door in een vallei die zo vredig is in deze zachte avond, dat hij me doet denken aan hoe John Williams de vallei in Butcher’s Crossing beschrijft, waar de expeditie de enorme kudde buffels treft en vervolgens afknalt in een orgie van bloed en kruitdamp. “Tussen de bergen door slingerde een lange, smalle vallei, vlak als een tafelblad. De bodem van de vallei was begroeid met weelderig gras, dat zachtjes golfde in de wind, zover als het oog reikte. Er leek een rust van de vallei uit te gaan. Het was de rust, de stilte, de absolute kalmte van een land waar geen mens ooit een voet had gezet. Andrews merkte dat hij ondanks zijn uitputting zijn adem inhield. Hij ademde de lucht in zijn longen zo voorzichtig mogelijk uit, alsof hij de stilte niet wilde verstoren.”
Lower Yosemite Falls en de Stellar's jay
Wel, ik heb niet het gevoel van ‘unbeaten tracks’ te betreden, dat nog nooit iemand deze vallei bezocht zou hebben. Ik weet dat in 2015 meer dan vier miljoen mensen dit park bezochten. Het is een van de drukst bezochte parken van de VS, en een van de oudste. Al in 1864 begon men met natuurbescherming in dit stuk van de Sierra Nevada.
Toch is het vanavond niet druk. Er is hier en daar zelfs sprake van rust, bv. op de plekken waar we stoppen en een stukje wandelen en foto’s maken. Door de rustige avond ervaar ik een grote tegenstelling met de grote stad die we achter ons hebben, ook relaxt overigens, en deze vredige omgeving waar een Stellar's Jay met zijn kuif en felblauwe verenkleed voor de enige beroering zorgt.
Half Dome en Al Capitan
Aan de ene kant de Half Dome, de steilste rots van de VS, 670 m hoog, en aan de andere kant El Capitan, een brok graniet van 900 m hoog. Het avondlicht zet de schaduwen aan en overgiet de toppen met gouden licht. Een felblauwe vogel met een kuif als een hop scharrelt in de buurt. Hij laat zich moeilijk scherp fotograferen, er is al te weinig licht. Aan de overkant van de rivier stort een hoge waterval zich naar beneden. Lower Yosemite Falls denk ik.
snowplant
El Capitan
We rijden verder en al snel zijn we dan ook rond geweest. Het licht begint al minder te worden en we willen bij daglicht terug zijn in het hotel. Dat lukt, en in de kantine (Cedar House) bestellen we eten. Ik heb fish and chips en R neemt een kippenbout bij de friet. Ik noem het een kantine want restaurant is een woord dat hier niet past vind ik. Het is meer een campingkantine. Het eten is er redelijk voor een snackbar.
Onder het eten spreken we af dat we morgen in ieder geval de reuzen sequoia’s gaan bekijken. En dan maar zien of er nog tijd is voor iets anders, en zo niet, dan maar op weg naar de kust: Santa Cruz.
In het donker lopen we terug naar onze kamers aan de achterkant van het gebouw. Enerzijds wel jammer dat we hier zo snel wat dingen moeten doen, anderzijds: er komt nog zo veel en om eerlijk te zijn: het landschap is mooi, maar niet zo afwijkend van de bergen in Europa, bv. Noorwegen. Ik kan me er dus wel mee verzoenen. Morgen in ieder geval iets wat ze in Noorwegen niet hebben: de reuzen sequoia’s.