Maandag 16 mei Etappe van Mexican Hat naar Moab. Prachtige Scenic Byway, National Park Natural Bridges en western eten
We doen vanmorgen rustig aan. We ontbijten in het restaurant. Het is prachtig weer en ik loop over de brug over de San Juan en maak foto’s van het restaurant/ hotel en de omgeving. Het gebouw waarin het hotel en de winkel en zo zitten, gaat helemaal op in de omgeving, geplakt als het is tegen de rotswand en opgetrokken in dezelfde kleur steen. Op de oprit ligt een doodgereden slang. Met R kijk ik rond in de winkel met fraaie spullen, door indianen gemaakt. De meeste dingen zijn mooi maar heel duur. We kopen wat voor de buren die altijd op ons huis passen.
INDRUKKEN VAN SAN JUAN INN AND TRADINGPOST en omgeving
het hotel valt weg tegen de rotsen
hier aten we en ontbeten we
de San Juan river naast het motel
Rond half tien vertrekken we.
Dit is de route met een omweg over een prachtige ‘scenic byway’, de # 261.
Mexican Hat, een Mexicaanse sombrero
dit is dus de Mexicaanse hoed, bij Mexican Hat
SCENIC BYWAY ROAD # 261
Eerst nog even de rots op de foto zetten die de naam aan dit plaatsje heeft gegeven. Het is inderdaad net een Mexicaanse sombrero. Rechts van de weg is een parkeerplaats, waar je de rots goed kunt zien en fotograferen. Je kunt er ook nog verder naartoe tijden, maar daarvoor ontbreekt ons de tijd. We nemen vervolgens weg #261, weer zo’n ‘Scenic Byway’. Hij voert langs de Valley of the Gods en daar ongeveer verdwijnt (ook hier) het asfalt (hadden we niet meteen verwacht) en klimt de weg omhoog, vrij ruige bergen in. Het is hier net zo mooi als in een natuurpark. Onderweg stoppen we om te kijken, te fotograferen en om uit te kijken over de wijde vlakte beneden ons. De kleuren frapperen me telkens opnieuw. De azuurblauwe lucht met witte wolken, de tamelijk groene vlakte beneden, doorregen met roestbruine tot rode gesteentemassa’s. Dichterbij zie ik ook geel en oranje. Hier en daar een schaarse bloeiende bloem en gras met mooie aren die in de wind geen seconde stil hangen. Het duurt even voor ik ze scherp op de foto heb. We genieten van het fenomenale panorama en de intense stilte. Geen auto komt voorbij.
hwy 261
idem
ook nog hwy 261
uitzicht(en) op de Valley of the Gods
nog steeds hwy 261...
nog langs highway 261,
dus niet in een park. 'Zomaar' langs een zeer mooie scenic byway.
Nationale Monument: Natural Bridges
Aan het eind van de weg gaan we linksaf, om een bezoek te brengen aan het Nationale Monument Natural Bridges. De naam zegt het thema van dit park al: de natuur heeft hier met behulp van water en wind en vorst bruggen gemaakt. Rotsen die nu de vorm van een brug hebben. Er is een verschil tussen een brug en een boog en dat zit ‘m in de ontstaanswijze. Een brug is vnl. geërodeerd door water en een boog door wind en evt. water. Vandaar dat bruggen in ravijnen voorkomen en bogen staan meer vrij op bijv. rotsvlaktes. Binnen de parkgrenzen van Natural Bridges National Monument liggen twee ravijnen, Armstrong Canyon en White Canyon, waar drie grote natuurlijke bruggen in zijn gevormd. Die bruggen zijn gevormd door zijtakken van de Colorado River; het water heeft het zachte zandsteen aan de onderzijde uitgesleten. De bruggen zijn te zien vanaf uitkijkplaatsen die langs de parkweg liggen, het is ook mogelijk naar de bruggen toe te wandelen.
Sipapu bridge
Sipapu Bridge en Horsecollar Ruin Overlook
Ook wij rijden die park-lus van plm. 15 km en we stoppen als eerste bij Sipapu Bridge. De grootste en meest spectaculaire, maar hij valt wat weg tegen de achtergrond. De brug is 67 m hoog met een spanwijdte van 82 m; hij is plm. 16 m dik bovenaan. De naam betekent in de Hopi-taal ‘opening tussen twee werelden’ en deze indianen geloven dat hun voorouders hierdoor naar onze wereld zijn gekomen. Er is een goed aangelegd pad (2 km v.v.) naartoe, dat wel even stevig klimt. Bij de Horsecollar Ruin Overlook wandelen de jongelui een eindje naar een oude indianenwoning en wij genieten van het uitzicht. Er staan struiken prachtig te bloeien, waarvan de bloemen wel wat lijken op onze meidoorn.
bij Horsecollar Ruin Overlook
Kachina bridge en Owachomo Bridge
Kachina bridge is de jongste; in 1992 is er nog een stuk rots van vier ton van onder afgevallen. Hij is 62 m lang en 28 m dik. Lopen op deze bruggen is overigens streng verboden. De oudste en meest fragiele brug is de Owachomo Bridge met een spanwijdte van 55 m en deze is maar 3 meter dik. Wij bekijken de bruggen voornamelijk vanaf de viewpoints terwijl M&M bij Owachomo even verder wandelen om de brug ook van onderen te zien. Dat is natuurlijk mooier, maar het is R en mij te ver en een beetje te steil.
Owachomo
Owachomo Bridge
Boeddhistische stupa
We verlaten tegen half twee het park via dezelfde weg als we kwamen en volgen nu de vrijwel uitgestorven # 85 en bij Blanding de # 195 naar Moab. Zeer rustige landelijke wegen, zonder spectaculair landschap maar wel altijd wat te kijken. Soms hoge bergen met flink sneeuw erop ver weg, dan een paar steenklompen die zomaar uit het landschap oprijzen. Intussen pakken dreigende wolken samen. Achter ons is het spectaculair donker. Opeens zie ik voor ons een kleine camper, met een …bekend geel nummerbord! Nederlanders met hun eigen camper. Een eind verder stoppen we op een parkeerplaats waar zij ook even komen staan. Ze zijn al 3 maanden onderweg en hebben nog 6 maanden te gaan. Dan kan het al snel uit om de camper te verschepen, zo vertelt de man ons. Ze doen alles ineen zeer rustig tempo, en staan vaak bij mensen uit een community, die ze onderweg tegenkomen. Vrienden van vrienden. We bekijken de steenklomp niet ver van de parkeerplaats, die precies een heel oude boeddhistische stupa lijkt. De sneeuwbergen op de achtergrond: mooi foto.
sneeuwbergen op de achtergrond
net een boeddhistische stupa toch?
Dramatisch wolkenlandschap
De andere kant op kijkend zie ik een dramatisch wolkenlandschap zich aan het ontwikkelen. Er dreigen serieuze buien. Ik maak een panoramafoto met de wolkenlucht op 2/3 en de daarbij vergeleken nietige auto op de parkeerplaats op 1/3. ’t Is een van mijn betere foto’s vind ik zelf.
Als we Moab naderen, verschijnen er weer rode rotspartijen in het beeld. Met nog steeds heel donkere luchten en nu en dan regen rijden we Moab binnen en vinden we ons hotel. Met ons motel, ‘Motel 6’ van een keten, is niks mis, recentelijk gerenoveerd en netjes, maar sfeer is er niet. Er is een kleine receptie waar je koffie kunt tappen maar niet kunt zitten. ’t Is een budget hotel, en omdat we hier drie nachten blijven, hadden we achteraf een beetje meer sfeer wel leuk gevonden. Maar goed, we zijn er voornamelijk voor het slapen.
onderweg naar Moab
we naderen het stadje Moab
Eten bij Susie’s Branding Iron
Na een uurtje rusten gaan we eten. De jongelui hebben op de tablet een heel goed bekend staand restaurant gevonden, dat bijna buiten het stadje ligt. Susie’s Branding Iron, het brandijzer van Susie, daar verwacht je echt Amerikaans eten en dat klopt wel. Ik kies van de kaart een ribeye van 6 ounces, dat is ruim 450 gram. Friet, bonen, en fry bread erbij. Het is allemaal lekker, vooral de ribeye is super, die smelt in je mond. Maar het is ook allemaal wel veel, ook geheel Amerikaans. Erbij een Mexicaans biertje. In het zuiden vind je vrij veel Mexicaanse bieren, de Corona vind ik lekker fris op een warme avond. We hebben het erover wat we verwachten van de excursie morgenochtend. Die hebben we in Nederland al geboekt en behelst dat we met een jeep een hele ochtend de bergen in gaan met een gids/chauffeur. Half acht worden we verwacht dus we maken het niet te laat.