REISVERSLAG ROADTRIP USA 2016; met een SUV door California, Arizona, Utah en Nevada
Al vele jaren wilde ik graag de natuurparken in het zuidwesten van de USA bezoeken. Ik had in de jaren zeventig Yellowstone gezien en andere parken in het noorden van de VS en in West-Canada, zoals Waterton Glacier, Banff en Jasper. Ik was daar erg enthousiast over maar wilde ook letterlijk de andere kant van de USA graag zien: het droge zuiden met onder andere de wereldberoemde rode (tafel)bergen en natuurlijke bogen en ‘bruggen’, en de woestijnen met de grote cactussen, kortom, het 'wilde westen'. Ik zag op Flickr en andere fotosites prachtige foto’s van Monument Valley, en ik wilde zelf ook zulke foto’s maken en de omgeving zien waar ze gemaakt waren. Mijn vrouw ging maar al te graag mee, liet ze weten. En zo zagen en 'beleefden' we o.a. het fabelachtig mooie Monument Valley, de Grand Canyon maar nog minstens zo mooi: Canyonlands en Arches. En het sprookjesachtige Bryce Canyon, maar ook de prachtige kust van California.
Hier een zeer uitgebreide fotoreportage met een reisverslag van dag tot dag en heel veel links voor meer info en (route-)kaarten.
Disclaimer en copyright: Zie de 'privacy policy' onderaan de welkom-pagina! Daar staat onder meer: Ik besteed veel zorg aan het actueel, toegankelijk, correct en compleet houden van de informatie op mijn site. Het is echter mogelijk dat informatie verouderd, incompleet of onjuist is. Ik ben slechts een amateur. Ik kan dus niet instaan voor de juistheid of volledigheid van de op deze site gepubliceerde informatie. Aan de inhoud van de website kunnen dan ook geen rechten worden ontleend. Ik kan niet op enigerlei wijze aansprakelijk worden gesteld voor de gevolgen van het gebruik, op welke wijze dan ook, van de aangeboden informatie en evenmin voor het gebruik van de gelinkte sites. Ik aanvaard geen enkele aansprakelijkheid voor eventuele schade, van welke aard dan ook, die op enigerlei wijze voortvloeit uit het gebruik van deze site of de tijdelijke onmogelijkheid om de site te kunnen raadplegen.
ESTA
eVisa Application Services
Gaat u binnenkort naar Amerika en heeft u een ESTA nodig? Dan kunt u deze online aanvragen bij eVisa Application Services. De Nederlands sprekende medewerkers van de klantenservice helpen reizigers bij het aanvragen van een ESTA voor Amerika. Ook zitten er allerlei voordelen aan namelijk; zij controleren elke aanvraag handmatig en hebben ingebouwde controles op hun aanvraagformulier zodat de meest gemaakte fouten voorkomen kunnen worden. Dit scheelt aanzienlijk, want een fout in de paspoortgegevens kan cruciaal zijn. Op deze manier wordt er voorkomen dat u geweigerd wordt tijdens het inchecken of dat uw ESTA aanvraag afgewezen wordt. Standaard sturen zij het document per e-mail naar de klant. Heeft u geen printer, en wilt u de ESTA liever per post ontvangen? Dan is dat geen probleem, zij sturen het document tegen een kleine meerprijs per post naar u toe. Ook hoeft u op deze website niet te betalen met een creditcard, maar kunt u gewoon betalen middels iDEAL. Heeft u vragen? Dan kunt u contact met ze opnemen middels chat, e-mail en uiteraard ook telefonisch.
© 2016, Lammert Metselaar/ www.reizenenschrijven.com
Het auteursrecht c.q. databankenrecht op de op deze site gepubliceerde tekst en foto's berust bij auteur/fotograaf, Lammert Metselaar. Alle rechten worden voorbehouden.
Zonder schriftelijke toestemming van de auteur/fotograaf is het niet toegestaan om op de site gepubliceerde werken of databestanden geheel of gedeeltelijk over te nemen, buiten de in de wet geregelde citeerpraktijk.
Als u wilt reageren op wat u hier leest of ziet, dan bent u welkom. Het e-mailadres vindt u op de welkoms-pagina. U krijgt antwoord.
De voorbereiding op onze reis door het diepe zuid-westen van de USA
In 2016 zijn wij 35 jaar getrouwd. Een mooie gelegenheid om iets bijzonders te doen, en omdat we alle vier van reizen houden… We hebben al eens twee weken met onze dochter en schoonzoon de hooglanden in Schotland doorkruist en zo werd het idee geboren om ter gelegenheid van dit jubileum met z’n vieren deze droomreis door de States te maken. Bijkomend voordeel leek mij dat ik dan niet alleen hoefde te rijden. Schoonzoon ziet zelfs niet op tegen rijden in steden als Los Angeles, dus…dat kwam mooi uit.
Hoe lang, waarlangs
Ons voorstel werd dankbaar aanvaard en zo gingen we aan het plannen. Al snel ontdekte ik op internet wat ik eigenlijk al wel vermoedde: Jan Doets Budget Tours in Heerhugowaard heeft het grootste aanbod en scherpe prijzen. Het is een Noord-Amerika-specialist, ze doen geen andere reizen en je kunt aan bestaande aanbiedingen zelf nog van alles wijzigen, zonder dat je er nog omkijken naar hebt. Ik bekeek een aantal reizen en zag dat we het eerst eens moesten worden over de duur van de trip: 14 dagen, 23 dagen of zelfs een maand. We kozen voor het modale: in 23 dagen moet je toch al heel wat kunnen zien. De reis die als ‘droomreis’ werd gelabeld, leek mij wel aantrekkelijk. De omschrijving van Jan Doets: “San Francisco, Bryce Canyon NP, Monument Valley, Los Angeles en de Grand Canyon. Ook onbekende parels als Sedona en Tucson komen voor in deze reis. De route is rustig en efficiënt waardoor je echt de tijd hebt om te genieten. Om de reis helemaal compleet te maken kun je uiteraard verschillende excursies toevoegen.” Dat alles leek ons wel wat.
We besloten om vóór het boeken een videopresentatie bij te wonen in Heerhugowaard. Dat was vlak voor de kerstvakantie in 2015. Je moet zo’n reis ruim van tevoren plannen en vastleggen, want hotels op gewilde plekken zijn snel volgeboekt. En voor excursies als vliegen boven Grand Canyon geldt dat ook. We zagen in de video’s veel moois. Omdat het nogal een reis is vanuit onze woonplaatsen naar Noord-Holland, besloten we om ter plaatse een reis te laten samenstellen. Dat bleek op zaterdag ter plaatse meteen te kunnen. Samen met een medewerker planden we na de presentatie de hele reis.
Geen camper
De VS leken ons bij uitstek het land om zelf te rijden. Een auto huren en dan overnachten in hotels langs de route. Een camper viel af, omdat je daarmee toch niet overal kunt komen; de Apache-trail zou dan vanzelf al afvallen en dat zou jammer zijn. Bovendien wensten we voor deze langere reis van ruim drie weken ook wel wat privacy ‘s avonds. We boekten dus steeds twee kamers in hotels en één auto. Dat werd wel een grotere dan de standaard voor deze reizen aangeboden auto, omdat we met vier personen waren met bagage en we veel kilometers en veel tijd in de auto zouden moeten zitten. Dan wil je wel iets comfortabels. Het werd dus een Amerikaanse SUV. Ter plekke in San Francisco kregen we van Hertz zelfs de lange versie met zeven zitplaatsen of extra bagageruimte.
Hou het relaxt
Daarnaast moesten we dus hotels uitkiezen en boeken, liefst op afstanden die goed haalbaar zijn. We veranderden e.e.a. aan de basisreis, hoewel we de etappeplaatsen in grote lijnen overnamen. Hier en daar planden we een dag korter (bijv. in Los Angeles en Las Vegas) en die dagen plakten we dan erbij in de buurt van een paar nationale parken. Zo werd de reis nog relaxter, dachten we. Want die tip had ik op internet een paar keer opgepikt: probeer de reis, die toch al vrij hectisch in elkaar zit met zo veel afwisseling en iedere dag rijden, een beetje rustig te houden. Dan geniet je meer. Op onze andere reizen hebben we ook vaak het gevoel: hier zouden we wel een paar dagen willen blijven. Wel, dan konden we nu zelf plannen. We zullen twee nachten blijven in San Francisco, Tucson, Sedona en Bryce. En zelfs drie nachten in Moab bij de onbekendere maar mooie parken Canyonlands en Arches. Dat ik de reis toch nog als vrij ‘vol’ ervoer, komt ook door onszelf: we hebben eruit gehaald wat erin zat. Een echte rustdag hebben we niet genomen.
We boekten meteen drie excursies bij: een helikoptervlucht boven de Grand Canyon, een jeeptour in Sedona en een wat langere jeeptour in Moab in en door het nationale park Canyonlands.
Mix van hotels
De hotels werden voorgesteld door de medewerkster, en soms konden we kiezen. Het werd een mix van luxe en minder luxe, van sfeervol tot zakelijk. Ook de plek van het hotel konden we soms kiezen: bv. dichtbij het park Yosemite of wat verder weg. Voor de auto sloten we meteen al de nodige verzekeringen. We kozen voor een vorm waarin alle risico’s goed zijn afgedekt, bv. ook het rijden op onverharde wegen en afkoop van het eigen risico. Zo hadden we aan het eind van de middag een complete reis van dag tot dag gepland en in principe vastgelegd.
Voorbereidend lezen
Toen braken een paar maanden aan van voorbereiding en voorpret. Ik las een paar reisgidsen, de Insight Guides van California en van De Nationale Parken; verhalen op internet, en ook een paar literaire boeken. Daarvan heeft het meest indruk op me gemaakt het beroemde boek van John Steinbeck: De druiven der gramschap (The grapes of wrath), dat ik nog niet gelezen had. Al eerder had ik gesmuld van Butcher’s Crossing van John Williams. Van de non-fictie had ik het meest aan Geert Mak’s Reizen zonder John. Dat boek geeft een goed beeld van zowel de geschiedenis als van het hedendaagse Amerika.
Fictie
John Steinbeck: De druiven der gramschap (Oorspr.: The grapes of wrath, 1939)
John Williams: Butcher’s Crossing
Non-fictie:
Geert Mak: Reizen zonder John
Maarten van Rossem: De Verenigde Staten in de twintigste eeuw
Paul Theroux: Het diepe Zuiden, Vier seizoenen op tweebaanswegen
en Max Westerman: In alle staten
Deze boeken zijn op mijn website besproken onder het menu Boeken. (Klik op de link.)
Kaarten
Ik kocht twee wegenkaarten: van California en van het zuidwesten. Daarop tekende ik de route alvast in. Ik zocht er bezienswaardigheden bij, keek alvast welke natuurparken en steden e.d. binnen bereik lagen. Toen een week of vier voor vertrek de tickets en vouchers en dergelijke kwamen, zaten er ook folders en kaartjes en zo bij. We namen ze door en schiftten alvast wat we wel en wat we niet wilden doen. Bijvoorbeeld: fietsen over de brug in San Francisco niet maar varen in de baai wel. De informatieboekjes van Jan Doets over elke staat apart waren heel overzichtelijk en informatief. Steeds duidelijker werd mij, dat ook voor een reis van 23 dagen je heel wat keuzes moet maken: je kunt lang niet alles doen wat interessant of leuk is.
Omdat we met de heenvlucht al om plm. tien uur ’s ochtends zouden vliegen, boekte ik voor de dag vóór de vlucht bij het ons bekende Van der Valk A4 Hotel Schiphol twee kamers voor ons vieren. Dan zouden we relaxt aan de (lange) vlucht kunnen beginnen.
Een beetje verontrustend vond ik een paar mailtjes van Delta Airlines waarmee we zouden terugvliegen van Las Vegas via Minneapolis. De overstaptijd was al krap met 55 minuten maar slonk in de mailtjes tot 45 minuten. Jan Doets meldde dat dit voldoende zou zijn, en daar moet je dan maar op vertrouwen. ‘Anders zou Delta deze terugreis niet aanbieden’, schreef de medewerkster. En daar zit wat in. Maar omdat wij wat vervelende ervaringen hebben met overstappen, waren we er toch niet helemaal gerust op.
Esta
Een paar weken voor vertrek meldden we ons voor het ESTA-programma. Esta duidt op een soort elektronisch visum voor de VS. Je regelt het via internet en tegen betaling van $14 p.p. krijg je dan een soort ‘toegangskaartje’. Wat overigens niet automatische toelating belooft: de douanebeambte beoordeelt alsnog of je echt binnen mag komen. Hoewel we de goedkeuringsformulieren geprint hadden en bij het paspoort bewaarden (Jan Doets waarschuwt ervoor dat je zonder geprint formulier in problemen kunt komen) heeft niemand ons ooit naar de documenten gevraagd. Zonder de vergunning mag je niet eens in het vliegtuig stappen. Maar in de computer kunnen ze natuurlijk zien dat je aangemeld bent. En betaald hebt…
Voor meer informatie over het aanvragen van visa c.q. ESTA voor de USA kunt u klikken op de link.
Een ESTA aanvragen op deze website (visumbuitenland.nl) duurt ongeveer 5 minuten en kunt u betalen via iDEAL of Bancontact / Mister Cash.
1 en 2 mei: De heenreis Van Pesse naar Schiphol en door naar San Francisco
Zondagmiddag 1 mei rijdt dorpsgenoot Dien K. ons naar het NS-station, waarvoor nogmaals hartelijk dank! In Zwolle stappen we over, een heel gedoe met zware koffers en rugzakken, ondanks de liften. Daar voegen M&M zich bij ons, onze dochter en schoonzoon. In de trein naar Schiphol is het ondanks zondagmiddag vrij druk en we moeten improviseren om de koffers kwijt te raken zonder al te veel overlast te bezorgen aan medepassagiers. Op Schiphol cash ik alvast wat dollars. Ik ben voor de komende drie weken de schatbewaarder en zal alle gezamenlijk te maken kosten betalen/ voorschieten. De AbnAmro-mevrouw vraagt of ik mijn pinpas heb vrijgegeven voor gebruik buiten Europa, wat het geval is. Overigens zal ik vooral gebruik maken van de Visa-card, en minder van de pinpas. We drinken nog even wat in een koffiecorner en pakken dan de shuttlebus naar het Schiphol A-4 Hotel. ’s Avonds eten we gezamenlijk een lekker diner.
’s Morgens staan we al vroeg op om goed op tijd te zijn. Het advies is drie uur voor vertrek, ook met het oog op te verwachten drukte (voorjaarsvakantie) en schaarste van security-personeel op Schiphol. Kennelijk genieten we toch iets te lang van het rijkelijke ontbijtbuffet want de eerste bus rijdt net weg als we de trap naar de straat afdalen. De volgende bus van 07.20 uur is zo vol dat die een kwartier te laat vertrekt. Er komt iemand van het hotel bij die de bus niet wil laten vertrekken omdat er volgens hem mensen in zitten die niet gereserveerd hebben. Ik vertel dat wij de eerste bus misten, en dat de baliereceptionist mij verzekerde dat opnieuw reserveren voor de volgende bus niet nodig was. De man wil zijn collega niet afvallen maar ik merk dat hij me maar half gelooft. We reizen heel vaak via dit hotel maar dit hebben we niet eerder meegemaakt. Uiteindelijk vertrekt de bus toch, afgeladen vol als hij is. Maar dat hebben we wel vaker meegemaakt. Vanaf Schiphol naar het hotel heb ik wel eens op de treeplank gestaan samen met in mijn nek een Chinees en voor me een Japanner. Maar goed, we komen heelhuids op Schiphol aan en zijn nog vroeg genoeg. Van het elektronisch inchecken kan ik nog steeds niet veel voordeel voor de klant ontdekken. Op de luchthaven moet je alsnog bij een zuil inchecken en M, die de boardingpass op zijn telefoon heeft staan, kan daar niets mee omdat het systeem het niet kan lezen. Aan R. wordt een andere vraag gesteld dan aan mij (bij mij resulteerde het proces idd in een boardingpass) en zij krijgt de boodschap: meld u bij de info-incheckbalie van KLM. Zo staan we even later met z’n vieren toch bij de KLM-balie. Daar kijken ze er niet van op. Heel snel hebben we nu wel alle vier de boardingpasses.
Rij in rij uit
Bagage inchecken moet natuurlijk ook nog altijd; we staan lang in de rij. Deze keer gaat het inleveren van de koffers aan een balie wegens de drukte handmatig en ook dat gaat voor de klant net zo snel zo niet sneller dan het gedoe met zo’n automatische korf die je koffer inslikt nadat je er zelf de nodige labels op hebt geplakt.
Vervolgens schuifelen we in weer een lange rij naar de security. Ook hier nieuwe apparatuur. Ik heb mijn riem al afgedaan maar R. mag hem gewoon omhouden. Schoenen mogen aan blijven. De bodyscan licht me compleet door. Daarna nog fouilleren en dan zorgen dat ik mijn spulletjes allemaal weer opberg en aandoe waar ze horen. R. wordt eruit gepikt. Ze moet haar tas leeg maken en de schoenen alsnog uit. Met een speciaal apparaat worden haar kleren, schoenen en handbagage gecheckt op ontplofbare stoffen.
M. is ook aan de beurt voor extra aandacht. Dan hebben we uiteindelijk alle barricades genomen en hebben we nog tijd voor wat slenteren langs de winkels, een kop koffie enz.
We vertrekken vrijwel op tijd. Het is een lange zit van bijna 11 uur non stop. Zulke reisdagen zijn niet echt leuk, maar tja, het is de enige mogelijkheid dus we nemen alle ongemak maar voor lief. De verzorging door de KLM is overigens prima. Ook de verstrekte maaltijd smaakt prima.
Een uurtje later en we zijn in San Francisco
Door het tijdverschil van negen uur komen we eigenlijk maar een uur later aan op San Francisco International Airport: 11.20 uur. We zijn om kwart over tien ’s ochtends uit Nederland vertrokken. Voor onze innerlijke klok is het dan al wel negen uur in de avond, maar hier hebben we nog een hele middag èn avond voor de boeg! Maar eerst van het vliegveld af zien te komen. Dat kost in totaal toch wel meer dan anderhalf uur. De instantie CPB, US Customs en Border Protection, is hier uiterst nauwkeurig en helaas werkt het computernetwerk niet erg mee. Het gaat tergend traag, iedere keer kunnen we weer een meter opschuiven. We waren tevoren gewaarschuwd voor het gedrag van sommige ambtenaren: ze zouden je het gevoel geven dat je niet echt welkom bent in de States. Wel, wij treffen Nguyen, een vriendelijke Vietnamese Amerikaan die zeer correct is en zelfs een praatje maakt. Wat we gaan doen (‘Wow, dat is een mooie roadtrip!’) en wat voor land Turkmenistan nou is vraagt hij met een oog op het indrukwekkende stempel van het visum voor dat land in mijn paspoort. ‘Weird’, zeg ik: het is een mix van Noord-Korea en Las Vegas, maar dan zonder zichtbare mensen en zonder reclame. Dat vindt hij wel een leuke typering. Maar hij laat zich niet afleiden, als de computer het weer doet, word ik grondig gecontroleerd, moet vingerafdrukken geven, een foto laten maken en nog wat vragen beantwoorden. M&M krijgen weer een aparte behandeling, nog grondiger. Wij staan al bij de kofferbanden, maar zij zijn nog steeds niet door de douane. We beginnen ons net af te vragen wat te doen, als ze na zo’n twintig minuten alsnog verschijnen. Intussen zijn de koffers er ook. We rollen ze naar buiten, waarbij het me opvalt dat SF International niet eens zo’n heel grote luchthaven lijkt.
Taxi downtown
Buiten knipperen we tegen de felle zon en ontwaren we een rij taxi’s. We moeten op eigen gelegenheid naar het hotel. We vragen wat het kost. Tja, ruim 40 dollar. Voor minder kun je met het openbaar vervoer maar daar hebben we echt geen zin in. We krijgen een extra grote auto voor alle bagage. Met tip wordt het toch zo’n vijftig dollar. Overigens: overal verwachten mensen hier een fooi. Daar moet je even aan wennen. Sommige restaurants berekenen zelf al de fooi (18%!!) en tellen die bij het bedrag op, andere geven hints, of weer andere ook dat niet. We zitten de komende dagen vaak te overleggen en te rekenen wat we de service waard vinden, en hoeveel dan 15% is… We zullen de komende dagen merken dat de dollars hier wegvliegen en dan hoef je niet eens gek te doen. De taxichauffeur is een Tunesische Amerikaan, die half hier, half in Tunesië woont. Hij geeft allerlei tips over de stad. We maken zo wel meteen kennis met het fenomeen dat Amerika een smeltkroes is, en zullen dat de komende dagen en weken nog vaak merken. Bv. restaurants die gerund worden door nauwelijks Engels maar goed Spaans sprekende mensen. In veel functies zie ik Amerikanen van buitenlandse afkomst. Wel is het zo dat de lagere functies als schoonmakers in de hotels en mensen in de horeca vaak zwarte vrouwen zijn.
Ondertussen rollen we over Highway 101 naar downtown SF. Rechts zo nu en dan een glimp van het blauw van de Baai van San Francisco. Het is de vierde stad in grootte van California met ruim 800.000 inwoners na Los Angeles, San Diego en San Jose. Kijk je wat breder dan is het hele gebied rond de baai eigenlijk één grote stadsagglomeratie en daar wonen 7 miljoen mensen.
Hotel in het centrum
Netjes voor het hotel worden we afgezet. Het hotel Beresford in Sutterstreet ligt vrij rustig, maar wel redelijk centraal, namelijk ongeveer tien minuten lopen van Union Square, dat als het centrum van de stad geldt. Als je het hotel binnenkomt, is het klein: niet groter dan een kleine huiskamer met links een balie waar je net met twee personen kunt staan, vooruit de trap en de lift. Wij zitten op ik meen de derde verdieping. De kamer is niet groot, maar voldoet. In zo’n wereldstad kun je in de oude binnenstad niet verwachten dat je een fraai uitzicht hebt, en dat klopt. Wij hebben nog iets ‘uitzicht’, maar M&M nauwelijks. Maar verder voldoet het, zeker voor drie nachten, want meer dan slapen zullen we toch niet op de kamer doen. We installeren ons, knappen ons even op in de badkamer en dan trekken we er toch maar op uit, jetlag of niet. We zijn hier maar twee dagen en komen er waarschijnlijk nooit weer, dus ‘moeten’ we eropuit. In de buurt nemen we eerst een kop koffie en wat erbij. Koffietentjes genoeg hier. Daar knappen we van op. Wennen is het even aan de vragen die je gesteld worden als je een simpele kop koffie bestelt: For here or to go? Small, medium of large? Small is al een flinke maat.
eerste indrukken
Union Square
Vervolgens lopen we naar Union Square. Dat is het bekendste plein van San Francisco. Om het plein dure winkels, hotels en dat spul. Er wordt gewerkt aan het plein, dus dat beïnvloedt mijn oordeel, maar ook zonder die rommel en afzettingen vind ik het plein… mwaah. Laat ik het zo zeggen: je mist weinig als je dit niet ziet. Amerikanen, we zullen dat vaker zien deze vakantie, hebben weinig gevoel voor het scheppen van sfeer op zo’n plein. Ik vind het er kaal, ongezellig, kil. Bij een pasticceria is een terrasje, en midden op het plein staan ook wat stoeltjes, verloren op de tegelwoestijn. Nee, dit hebben we snel gezien. Het plein bestaat sinds 1850 en dankt zijn naam aan de demonstraties in die tijd vóór de Union en tegen het dreigende uiteenvallen daarvan. Op een hoge zuil staat een koperen beeld van de ‘godin’ Victory.
Union Sqare, gezellig is anders
China town
Dan naar Chinatown, dat is van hier af niet ver. Langs de straat geparkeerd staat zo’n stoere brandweerwagen, vol met metertjes en handles aan de buitenkant. Ik steek mijn duim op naar de man achter het stuur en krijg een vriendelijke grijns terug.
pracht brandweerauto
Chinatown kom je binnen door onder zo’n would be Chinese poort door te lopen. Hier wonen zo’n tachtigduizend Chinezen en Amerikanen van Chinese afkomst. Het stikt er van de kleine winkeltjes vol voedingswaren, maar vooral ook volgestouwd met allerlei kitsch en vrijwel nutteloze waar. Chinezen blijven handelaren, waar ook: bij een soort fotowinkel roept de eigenaar me toe vanuit de deur: ‘Mooie camera! Mooie lens ook! Maar geen uv-filter!’ (Nee, klopt, even vergeten, maar hier ook niet erg nodig). Ik moet de man overtuigen dat ik geen nieuw filter nodig heb, omdat die van mij in het hotel ligt. Lachend neemt hij uiteindelijk afscheid.
We lopen verder door de Chinese wijk. Als je een zijstraatje inslaat, is de toeristische meuk meteen verdwenen en heeft ze plaats gemaakt voor kleine levensmiddelenwinkeltjes en restaurantjes e.d. We komen langs de grootste wolkenkrabber van de stad, de Transamerica Pyramid, met 48 verdiepingen en 260 m hoog, al voltooid in 1972. En in bezit van Aegon, trouwens.
poort naar China Town
(min of meer) oud naast nieuw
rechts de Transamerica Pyramid
Embarcadero
We belanden aan het waterfront, bij de pieren, de Embarcadero. Van Pier 3 lopen we langs het water richting Pier 39. We zien de veerhaven, de Port of San Francisco. Ik verwonder me over de oude trammetjes die hier rijden. Niet alleen de cable cars zijn er dus, maar ook antieke streetcars, elektrische trams/ bussen rijden hier nog gewoon een dienstregeling. Op een fraai groen exemplaar staat dat-ie oorspronkelijk in San Diego reed. Mooi dat ze die old-timers bewaren en blijven onderhouden èn gebruiken.
pier 3
aan de baai
antieke streetcar
hier staat onze cable car voor de tocht naar boven
daar zitten we dan, naast de bestuurder, de 'gripman'
links het uitzicht vanuit het trammetje, rechts de potige gripman
We zoeken een station van de beroemde Cable Car om niet de hele weg terug (heuvelop!) te hoeven lopen. Dat is met een jetlag niet zo lekker vinden wij. De lijn Market Street is dichtbij. We zoeken waar je een kaartje kunt kopen maar zien niets. Men beduidt ons gewoon te gaan zitten en we kiezen een plek op de zijbank. De kaartjesman komt ons een kaartje verkopen. Voor $ 7 p.p. mag je één ritje maken. Zelfs overstappen is er niet bij en cash betalen uiteraard. Niet goedkoop, maar het is alleen al de belevenis die het de moeite waard maakt, plus: je sukkelt lekker gemakkelijk de ‘best wel’ steile straten op. We zitten naast elkaar en kijken opzij. Achter ons staat de potige bestuurder, een grote zwarte man, aan de handels om de kabeltram aan de kabel of juist eraf te koppelen. Dat is zwaar werk. Erg leuk om mee te maken. Nob Hill is wel ongeveer het hoogste punt. Je kijkt uit over de baai. Hier stappen we uit –of af, misschien beter gezegd. Het is nog even een paar blocks heuvel af lopen naar Sutterstreet. Heel steil is het hier.
heuvelaf (van Nob Hill) naar Sutterstreet lopen is best steil
Niet aan toegeven
Bij een 7-Eleven winkel, dicht bij ons hotel, doen we inkopen. Yoghurt voor het ontbijt morgen en een paar bananen, en voor ons avondeten kopen we een paar warme pizzapunten, een bakje vers fruit en een ‘Naked’ fruitdrankje, een smoothie zoals dat hier en tegenwoordig ook bij ons heet. Die ‘Naked’ flesjes zullen we de komende weken nog vaak gebruiken. Het pure sap is heerlijk en gezond. Je kunt het in allerlei smaken/ combinaties kopen. De prijs varieert nogal, afhankelijk van waar je het koopt. R is gek op de groentevariant. Die is idd lekker pittig.
In het hotel rusten we even uit en eten dan onze pizzapunt. Nog even wat opruimen en dan naar bed. Het is mooi geweest: 28 uur achtereen in touw zonder slaap. Toch slaap ik die eerste nacht slecht: vaak wakker en verder wat dommelen. Die jetlag gaat je niet in de kouwe kleren zitten. Maar we passen ons snel aan aan de plaatselijke tijd en omstandigheden: de volgende morgen gewoon op de lokale tijd weer op. Niet aan toegeven en gewoon het plaatselijke ritme meteen oppakken!
En ehh, we hebben 's avonds geen idee meer dat we nog maar diezelfde middag geland zijn hier in Californië.
wat is recht?
KAART van down town SAN FRANCISCO:
Dinsdag 3 mei Wandelen door San Francisco: o.a. Grace Cathedral, Cable Car museum, Lombard Street, San Francisco Bay tour, Golden Gate Bridge, Alcatraz, Fisherman’s Wharf met Pier 39, tochtje met de cable car enz.
KAART van down town SAN FRANCISCO:
Vandaag gaat om half acht de wekker. Douchen en dan het ontbijt aan het tafeltje op de kamer met Griekse yoghurt en een banaan en een cracker. Straks in de stad maar ergens koffie drinken. We hebben afgesproken dat vandaag ieder stel apart dus met z’n tweeën op pad gaat. De jongelui lopen een stuk sneller dan wij, en wij willen rustig aan doen. Dat betekent niet op een bank in een parkje zitten, nee, we maken vandaag een lange wandeling door de stad, maar wel weer net als gisteren: heuvel af wandelen naar het water en terug ertegenop met de cable car. Tenminste dat is de opzet. Helemaal alleen maar dalen lukt echter niet. We willen ook westwaarts en dan moet je ook nog wel eens klimmen. Het is lekker weer voor dit doel: zonnig met wolken maar droog en een graad of twintig.
Grace cathedral op Nob Hill
de deuren; de echte staan in Florence (I)
We lopen Taylor street op, da’s nog wel even klimmen! Bij de Grace Cathedral op Nob Hill kunnen we uitblazen. We bekijken het interieur en laten ons niet afschrikken door een beetje opdringerig bord dat je geacht wordt tien dollar p.p. te doneren voor een bezoek. De kerk van binnen lijkt op veel andere katholieke kerken in Europa. Hij heeft prachtige gebrandschilderde ramen en een labyrint. Buiten vond ik de deuren opmerkelijk: een perfecte imitatie van Ghiberti’s Poorten van het paradijs in het Baptisterium in Florence. De kerk is gesticht tijdens de Californische goldrush, in 1849. Grote schade was er ontstaan na de branden bij de aardbeving van 1906. Daarna is hij weer opgebouwd en pas in 1964 was het echt allemaal klaar. Ds. Martin Luther King jr. wijdde de kerk in.
Painted Ladies
We komen door stille straten waar weinig verkeer is en de auto’s die er rijden zijn vaak elektrisch. We zien fraaie woonhuizen in Victoriaanse stijl, in pasteltinten geverfd. Het zijn niet de beroemde ‘painted ladies’ (bij Alamo Square Park: daar komen we vandaag niet meer aan toe) maar deze mogen er ook zijn. Ze werden gebouwd in de tweede helft van de 19e eeuw, vaak deels van hout. We lopen richting het museum van de kabeltrams. We menen even dat we er zijn, maar dat blijkt de remise. Er staan een stuk of wat van die karakteristieke houten cable cars. Als we binnen lopen, mogen we wel even een foto maken maar verder is het verboden toegang.
remise van de cable cars
Even verder op de hoek van Washington Street en Mason Street is het echte Cable Car Museum. We zijn een kwartiertje te vroeg, maar dat komt mooi uit want tegenover is een leuke koffietent. Dat je in Amerika geen goeie koffie kunt drinken, blijkt een fabel. In de grote steden maken ze vaak heel acceptabele espresso’s en cappuccino’s. Daarbuiten is het minder, maar de ‘gewone’ koffie is vaak prima te drinken en op het platteland is een of twee ‘refills’ gewoon.
Cable Car Museum
het cable car museum
Na onze koffiepauze is het museum open. Het is gratis toegankelijk en zeker de moeite waard. Het is niet alleen een museum waarin de geschiedenis en de werking van de kabeltrams uit de doeken wordt gedaan, maar het is tegelijk ook een werkplaats en onderkomen voor de centrale aandrijving van de kabels die nog in en onder de straten van drie lijnen liggen. Eens waren er 22 verschillende lijnen van in totaal 176 km (!) waarop zo’n zeshonderd karretjes dokkerden. Elke exploitant had zijn eigen spoorbreedte en type geleidingswielen. In 1956 standaardiseerde de San Francisco Municipal Railway (door iedereen de Muni genoemd) een en ander. Nu kun je nog 17 km in de rijtuigen afleggen. Het heeft wel twee campagnes gekost om wat er over was, te behouden en een geld verslindende revisie van het hele systeem. Nu is het voornamelijk een toeristische attractie, hoewel forenzen er ook wel gebruik van maken.
schema van het museum
de motoren die de kabels aandrijven
zo werkt het systeem in de tram
de motoren draaien onafgebroken
een antiek koetswerk
Technisch komt het erop neer dat onder de straat een kabel in een lange lus constant doorloopt, aangedreven door de elektromotoren met grote wielen die je in het museum in werking ziet. Als je een straat oversteekt met kabels eronder dan hoor je ze zoemen. In de tram zit een mechanisme dat met klauwen om de kabel kan sluiten. Met een grote handel klemt de ‘gripman’ de klauwen op de kabel: losjes betekent dat de kabel slipt en dus: zachtjes rijden en volledig vast leidt tot de topsnelheid van 9,55 m/h of ongeveer 15 km/u. Bijna ongelooflijk is dat dit mechanisme de tien ton van tram plus passagiers niet alleen in beweging brengt maar het dus ook de heuvels op trekt. De gripman moet een potige kerel zijn, want het is zwaar werk, dat op het gevoel moet gebeuren: er is geen schaalaanduiding van hoe strak de klauwen om de kabel klemmen. Op een heuvel voor een stoplicht staand, zal de gripman de kabel dus iets moeten laten ‘aanstaan’ om te voorkomen dat de wagen terug- of vooruit rolt. Remmen zijn er niet!
In het museum zie je dus enkele oude wagens, heel veel parafernalia en dus de grote hal met de zoemende motoren en kabels. De trap naar beneden leidt naar een ruimte waar je kunt zien hoe de kabels over draaischijven van richting worden veranderd. Je kunt je daar ook een voorstelling maken van de hedendaagse kostbaarheid van het systeem. Want hoewel het onverwoestbaar lijkt, is het tamelijk kwetsbaar. Alleen al de kabels moeten vanwege de slijtage om de zoveel tijd helemaal vernieuwd worden. Dan wordt de ritprijs van zeven dollar begrijpelijk.
kijkje onder de grond in de 'sheaveroom' , waar de kabels a.h.w. van verticale naar horizontale beweging gebogen worden
nog zo'n mooie brandweer, en rechts twee cable cars op het eindpunt met op de achtergrond de baai met Alcatraz
Crookedest Street
We vinden het allebei een heel aardig museum, R ook, terwijl zij toch helemaal niet technisch is. We keren terug naar Hyde Street en lopen die verder af richting de Bay. Dan kom je op Russian Hill langs ‘het kronkeligste straatje’ van San Francisco, the crookedest street. Van Hyde Str. naar Leavenworth Str. loopt de Lombard Str. Een steil straatje met talrijke bochten, opgefleurd met mooie borders vol bloemen en groen. In Europa, in Nederland in ieder geval, zou zo’n curieus straatje meteen autovrij gemaakt zijn, maar dit is Amerika. Met je eigen auto door de acht scherpe bochten van Lombard Str. toeren is dus een attractie. Hoewel, erg druk met auto’s is het er niet gelukkig. Voetgangers als wij kunnen langs beide zijden via trappen omhoog en omlaag.
Lombard Street, links een voetgangerstrap
huis aan Lombard Street
Onderaan Lombard Street op Leavenworth
De baai
we zien Alcatraz al liggen
en de beroemde Golden Gate bridge
Als we genoeg foto’s hebben, lopen we verder naar beneden, naar de baai. Hyde Str. loopt dood tegen het water. We gaan langs het Maritime National Historic Park naar de lange en kromme pier van het Aquatic Park. De pier is hier en daar afgeschermd; de staat van onderhoud is dermate abominabel dat ze het publiek niet overal toelaten. Roest heeft de stalen onderdelen grovelijk aangetast. Aan de kant zitten een paar jongens en meiden te vissen. Ze knopen een praatje aan. Nee gevangen hebben ze nog niets, maar dat komt wel. En anders niet. Verder zijn wij hier buiten het toeristische gedeelte ongeveer de enige bezoekers.
Vanaf deze pier kunnen we de beroemde Golden Gate Bridge zien, maar het is nogal mistig weer. Dat hoort trouwens bij San Francisco: nevel in de ochtend. Trouwens, langs de westkust naar het zuiden kunnen we daar ook mee te maken krijgen.
Fisherman’s Wharf
We lopen terug naar de pieren en het toeristische gedeelte. Vooral bij Pier 39 en Fisherman’s Wharf is het druk en toeristisch. We zien The Cannery, een voormalige fruitconservenfabriek en nu een soort mall met winkeltjes en restaurantjes e.d. We besluiten die rechts te laten liggen ondanks de aanbeveling van Jan Doets dat je dit wel gezien moet hebben. Tja, maar zo is er wel meer en we hebben één dag!
We komen langs een steiger waar een boot klaar ligt voor een rondvaart over de baai. Dat trekt ons wel, de prijs lijkt me heel redelijk, het is dan ook een kleine particuliere boot. De enige afvaart vandaag, roept de man die de tickets verkoopt ons toe. Ja, maar wij willen ook wel even wat eten eigenlijk. In de buurt zijn stalletjes genoeg met etenswaren ‘to go’. Wij kiezen voor simpele fish and chips. Daarmee lopen we terug naar de steiger. De boot ligt er nog, we kunnen mee. Meteen nadat we aan boord gestapt zijn, varen we weg. Ons voedsel eten we aan boord op. De boot is lang niet vol. Dat geeft ons gelegenheid wat rond te lopen. Voor op de plecht waait het flink. We zien de stad aan ons voorbij trekken, zo voelt het, en zo vanaf het water kun je mooi zien dat de stad op heuvels is gebouwd; het rechte stratenplan komt ook mooi uit.
Golden Gate Bridge
aan boord
noordkant van de brug
zuidkant
Eerst gaan we richting de GG Bridge. Deze hangbrug is natuurlijk hét icoon van de stad. In 1937 werd de voor die tijd revolutionaire brug na vier jaar werk (in het kader van werkloosheidsbestrijding) voltooid; hij is 2,7 km lang en 227 m hoog. De brug kostte destijds 35 miljoen dollar. Toen heel veel geld. Sindsdien heeft de brug aan onderhoud veel en veel meer geld gekost, want hij moet constant gezandstraald worden (roest!) en opnieuw in de verf gezet worden. International Orange, heet de oranje-bruine kleur. Er gaat per jaar 38.000 liter verf op en die wordt aangebracht door werkers zonder hoogtevrees, veelal indianen zegt men. Er waren bij de bouw nogal wat twijfels over de haalbaarheid van de onderneming. Er staan sterke stromingen en de wind kan hier flink tekeer gaan.
We hadden eerst het plan om morgen, onze eerste dag dat we de auto hebben, over deze brug naar Yosemite te rijden, maar bij nader inzien kost ons dat te veel kostbare tijd, dus vinden we het extra aardig om de brug nu van onderaf te kunnen bekijken. De kapitein vertelt onderweg een en ander over wat we zien. De boot vaart ruim onder de brug door en keert dan. Er staat vrij wat golfslag. Ook vandaag waait het stevig. Ik kan me nu wel indenken dat ingenieurs in 1933 bedenkingen hadden bij de plannen voor de brug. Ik maak foto’s van de brug uit alle hoeken. Hij is fotogeniek, met die kleur en vorm, zo tegen de licht bewolkte hemel.
rechte straten in de stad
Bay Bridge in de verte
Alcatraz
Alcatraz
Stampend op de golfslag nadert de boot dan het andere icoon van deze stad: Alcatraz. Een rotsachtig eilandje in de SF Bay, dat gediend heeft als militair garnizoen, en interneringsplaats voor deserteurs, krijgsgevangenen en opstandige Apache-indianen. Vanaf 1933 was het een federale strafgevangenis en de beroemdste gast was toen natuurlijk Al Capone. Er heerste een zeer streng regime, met twaalf appèls met officiële tellingen per dag. Er zijn een paar pogingen tot uitbraak geweest, maar nooit een succesvolle. Onlangs zag ik op een tv-zender een reconstructie van misschien wel de meest fantasievolle uitbraak: met een zelfgemaakt (opblaas)bootje van achtergehouden en gestolen regenjassen (!) probeerde een drietal mannen over de gevaarlijke stroom van de SF Bay de kust te bereiken. Dat mislukte zowel in werkelijkheid als in de reconstructie jammerlijk. In het laatste geval was er een volgbootje dat de waaghalzen oppikte. In het eerste geval was dat bootje er niet. Op zee werden later bezittingen van de drie gevonden, de uitbrekers zelf zijn nooit gevonden.
Alcatraz
Vanwege de extreem hoge exploitatiekosten (alles tot en met drinkwater moet aangevoerd worden) werd de gevangenis in 1963 door Robert Kennedy gesloten. Nu is het een museum dat jaarlijks maar liefst 800.000 bezoekers trekt. We zien ze vanaf onze boot, die vlak langs het eiland vaart, overal op het eiland. We kijken nog uit of we onze dochter en schoonzoon zien maar tussen die 2191 dagelijkse bezoekers onderscheiden we ze niet. Ze hebben al maanden tevoren deze excursie geboekt. Wij krijgen uitleg van onze kapitein en zien zo ook het eiland letterlijk van alle kanten.
Zo vertelt hij over de rode graffiti die te zien is: ‘Indians welcome Indian land’. De slogan werd aangebracht in 1969, toen Native Americans (=indianen) het eiland bezetten en zeiden het te willen kopen voor $ 24 waarde aan glazen kralen en rode doeken, “zoals driehonderd jaar geleden een soortgelijk eiland (bedoeld is Manhattan, LM) door de witte man gekocht werd van de indianen.” In de New York Times van 24 dec. 2012 staat e.e.a. hierover. Daar staat ook een foto van de watertoren met de spreuk “Peace and Freedom. Welcome. Home of the Free Indian Land.” De National Park Service, die het eiland nu beheert, zou deze spreuk met een grootscheepse renovatie van de watertoren opnieuw hebben aangebracht. Ik heb de watertoren van alle kanten gefotografeerd dacht ik, maar ik zie de spreuk niet… Wel staat er een soortgelijke spreuk op een betonnen wand.
‘Indians welcome Indian land’.
Vanaf het water is goed te zien dat roest en verval de bebouwing op het eiland bedreigen. Het ziet er allemaal roestig en niet goed uit. Past wel mooi bij het image van het eiland natuurlijk, maar op den duur vergaat ook deze ‘glorie’ vrees ik.
Bay Bridge
We zetten langzamerhand weer koers naar de wal. De kapitein maakt nog even een foto van R en mij met Alcatraz op de achtergrond. Links zien we nu de Bay Bridge, een tweede bijzondere brug die SF verbindt met Oakland en het achterland. Morgen zullen wij hier overheen rijden. De brug is nog een half jaar ouder dan de beroemde GG Bridge die we zostraks zagen. Een van de bijzonderheden is dat de brug voor beide rijrichtingen twee verdiepingen had. De aardbeving van 1989 deed een deel van de bovenste verdieping op de onderste vallen. De reparatie/ renovatie was zeer kostbaar en was pas in 2012 helemaal klaar. De verbinding bestaat nu uit twee bruggen, de westelijke dubbele hangbrug tussen San Francisco en Yerba Buena Island met een lengte van 3.141 meter en twee hoofdoverspanningen van 704 meter en een oostelijke zelf-verankerde hangbrug met een liggerbrug tussen Yerba Buena Island en Oakland met een lengte van 3.102 meter en een hoofdoverspanning van 385 meter. Over de brug lopen 2x5 rijstroken van de Interstate 80 in California.
We naderen de stad weer. Aan de kade, laverend tussen de vele boten die er aangemeerd liggen, worden we verwelkomd door zeeleeuwen die langs en onder de boot door zwemmen. Het was een leuke tocht, waarop we veel zagen, op een relaxte manier.
we naderen de stad weer
Dan is het tijd voor de koffie waar we zostraks geen tijd voor hadden. Aan een loket kopen we een lekkere cappuccino to go, die we op een bankje in de buurt met de zon op ons gezicht opdrinken. Ondertussen verbazen we ons over de soorten mensen die we langs zien komen. Zeer diverse vormen van uitdossing zie je hier. Ook de omvang van ‘de gemiddelde burger’ valt ons toch wel op… en dan vooral de tegenstelling. Je hebt slanke mensen, meest jonge en schijnbaar succesvolle meiden en dames, en Joe Sixpack, die heel wat kilo’s mee te zeulen heeft. Daar voel ik me bijna slank bij…heerlijk is dat. We komen langs de beroemde bakkerij van Boudin, waar je achter de ramen medewerkers bezig ziet met het in elkaar monteren van kunstige broden: in de vorm van schildpadden en krokodillen.
toeristisch hoogtepunt voor velen
Boudin bakery
Pier 39 met de zeeleeuwen
Bij Pier 39 moeten we natuurlijk de zeeleeuwen zien. Wat een leven hebben die beesten. Liggen in de zon, nu en dan wat dollen met de buurman of buurvrouw (vooral de jongere exemplaren lijkt me). Er liggen diverse platformen waarop ze kunnen liggen maar ze kiezen ervoor allemaal op een kluitje te gaan liggen. Veel volk hier. Er zijn soort tribunes gebouwd waarop je rustig kunt zitten kijken naar de wriemelende hoop glimmende vette lijven. Na een poosje kijken hebben we genoeg van de stank.
Om de kop van de pier heen komen we op een soort kermis terecht. Hier is het nog niet zo druk, ongetwijfeld doordat het toeristenseizoen nog niet echt begonnen is. Ook staan er wat marktkramen. We zien verleidelijke kersen: roodglimmend vragen ze ons om een pondje te kopen. Als we de prijs zien, schrikken we. Dat het hier duur zou zijn hadden we verwacht maar zeven dollar voor een pondje…
Cable car naar Sutterstreet
Ongemerkt is de middag al voorbij en onze spieren en voeten raden ons aan op zoek te gaan naar de kabeltram. We kijken op en kaart welke lijn het dichtst bij is. De draaischijf van de Powell en Mason lijn is een paar blocks lopen. Hier worden de rijtuigen gekeerd. Alleen op de Californialijn hoeft dat niet; op de andere lijnen is aan het eind een draaischijf. Het gaat soepeltjes. De tram rijdt op de turnaround, de schijf, die wordt ongeveer een halve slag gedraaid en de tram kan via een ander spoor vooruit er weer af. Daarna mogen de passagiers op stappen. We zagen net eentje voor onze neus wegrijden, dus het is even wachten op de volgende. Een hele groep toeristen komt zich ook opstellen om mee te kunnen. Maar wij stonden er al dus even enige assertiviteit tonen en we zitten. We genieten ervan schommelend en schokkend door het verkeer te rijden. Niet ver van ons hotel in Sutterstreet kunnen we afstappen.
kabeltram op de draaischijf
Bij een kleine supermarkt doen we wat inkopen voor het ontbijt van morgen en om exact zes uur zijn we op onze kamer. De jongelui zijn ook terug. Zij hebben ook ver gelopen en zijn met de bus over ‘de brug’ geweest. En natuurlijk hebben ze genoten van hun bezoek aan Alcatraz. We constateren dat we de dag allemaal goed hebben besteed. De ‘painted ladies’ die we ook op ons wensenlijstje hadden, lagen te ver uit de route; bovendien hebben we op onze route ook mooie Victoriaanse huizen gezien en mooie uitzichten over de stad en de baai gehad.
We spreken af samen in de buurt te gaan eten. Het wordt een gezellig drukke tamelijk chique Italiaan. We eten er heerlijk. Ik heb gegrilde zwaardvis, iets wat ik niet vaak op een menu heb zien staan. Samen zijn we $ 120 kwijt, inclusief drankjes en 15 % tip en tax. Denk erom: niet alleen de service is bij restaurants lang niet altijd inbegrepen, maar de tax (belasting) ook niet. Ook in winkels moet je aan de kassa meer betalen dan op het prijskaartje stond! Nogal verwarrend en onduidelijk. Het betalen met de credit card gaat altijd, maar de procedure wisselt nogal. Soms heb je de pincode nodig, vaker de handtekening, en hier geef ik de kaart mee (tegen mijn zin eigenlijk) en hoef ik niets te doen. $ 120 wordt keurig afgeschreven zonder pin of handtekening…
Het weer was vandaag prima voor onze wandeling. ’s Morgens wat bewolkt maar ’s middags zonnig met wat wind en zo’n twintig graden. Omdat ik niet de hele dag een petje op had (aan boord waaide het te hard) ben ik in mijn gezicht en onder mijn haar verband. Voortaan de zonnebrand niet vergeten. En het petje op.
Woensdag 4 mei 2016 Etappe: van San Francisco naar El Portal; Yosemite National park verkennen
We ontbijten op de kamer met weer Griekse yoghurt (zullen we nog vaker doen) en hebben nog ruim de tijd om in de stad bij een koffietentje een lekkere cappuccino te drinken. Die kost wel $ 3.50 per stuk (small) dus kleine teugjes en goed genieten!
Ford Explorer 3,5 l, 6 cyl. 4x4
Vanaf tien uur kunnen we de huurauto oppikken. Het Herz verhuurbedrijf is anderhalf blok van ons hotel en ook nog heuvel afwaarts, dus we gaan met onze koffers rollend over het trottoir op pad. Buiten het hotel spreken we nog een anders Nederlands stel dat ook met Jan Doets reist. Bij Hertz helpt een heel vriendelijke mevrouw ons met alle paperassen en als ze onze bagage ziet, concludeert ze dat we een verlengde SUV moeten hebben. Zo een met zeven zitplaatsen, waarbij de je de achterste rij in de bodem kunt laten verdwijnen en dan een zee van bagageruimte hebt. Voor ons vieren net genoeg trouwens… Het wordt een splinternieuwe Ford Explorer, zilverkleurig, hoog op de wielen en met redelijk wat luxe uitgerust. Standaard met de 3,5 liter zes cilinder motor. (Er bestaat ook versie met een kleinere motor, maar daarvoor betaal je paradoxaal genoeg een forse meerprijs, zag ik op internet.) Uiteraard heeft de auto een automatische versnellingsbak en cruise control en dergelijke. Een achteruitrijcamera met parkeerhulp blijkt in de praktijk erg nuttig. De 4x4 aandrijving was ook wel handig op de onverharde wegen, net als de in te stellen stand dat de auto afremt op de motor. Bij mijn auto moet je dan overgaan op handmatig schakelen; dan is dit wel een handig extraatje.
Voor navigatie aan boord hebben we uitdrukkelijk niet gekozen: dat verhoogt de huurprijs fors, en omdat M een goede TomTom had, hebben we al in Nederland daarvoor een kaart gekocht (download). In de praktijk is navigatie echt onmisbaar! Die van ons functioneerde perfect.
Als we de bagage hebben ingeladen in de parkeergarage van Hertz, begint een nieuwe fase van onze reis. M rijdt, zoals hij de komende weken veel zal doen, en voorzichtig mengen we ons in het vrij drukke verkeer, op weg naar de Interstate 80 die ons met de Bay Bridge over de SF Bay brengt. Daarna de 580 en de 140 via Modesto en Merced naar ons tweede hotel, vlak bij het natuurpark Yosemite in El Portal.
Onze route: KLIK hier
Onderweg lunchen we met een broodje in een grote mall. Achterin de grote auto zitten wij prima. Veel beenruimte, echte verstelbare stoelen (geen bank) en een eigen klimaatsysteem. We zien het landschap veranderen. Na Merced wordt het al verlatener, weinig dorpen of stadjes meer. Na Mariposa wordt het langzaam bergachtiger. In het dorp Mariposa doen we wat boodschappen. Er zijn hier weinig winkels, wel is er een welvoorziene liquorstore met ook wat levensmiddelen. Er zijn nog twee stuks yoghurt maar verder is er weinig te koop en wat er is, is schreeuwend duur. We kopen nog maar een pak volkoren biscuits, althans zoiets. Komt altijd uit, is onze ervaring.
Cedar Lodge Yosemite
bij de Cedar Lodge bij El Portal
Ons motel ligt pal langs de weg 140, de zuidelijke toegangsweg naar Yosemite N.P. De Cedar Lodge ligt op 12 minuten rijden van het park. Het is een ietwat somber ogend gebouw, in een onbestemde grijs-bruine kleur, zoals wel meer gebouwen hier. Het past in ieder geval goed in het landschap. Na het wat moeizame inchecken (vier personen in twee kamers lijkt moeilijk voor het dienstdoende personeel) laden we de auto uit en installeren ons ieder in zijn eigen kamer. WiFi kost hier $ 10 per dag en dan zijn er ook nog allerlei beperkingen in het gebruik. Geen WiFi voor ons dus.
We spreken af voor een half uur later, want we hebben maar weinig tijd hier in dit natuurpark. Morgen moeten we alweer naar het volgende hotel aan de kust. En het is al half vijf, de avonden zijn hier niet zo lang licht, dus we moeten het ervan nemen zolang het kan. Zodoende zijn we even later alweer op pad. Terwijl we al plm. 200 miles hebben gereden. (Een mile is 1,6 km dus 320 km).
Yosemite National Park
Annual Pass onmisbaar
Bij de ingang van het park koop ik in de eerste plaats een annual pass, een jaar pas waarmee je toegang hebt tot alle Nationale Parken en National Monuments. Hij kost $ 80 en je mag hem één keer legaal doorverkopen na gebruik, wat ik later thuis gedaan heb voor $ 40. Voor weinig geld hebben we dus overal praktisch toegang nu. De vriendelijke rangers laten ons de auto even aan de kant zetten om ons goed advies te kunnen geven wat we kunnen doen met de weinige tijd die we hebben. Let wel, de pas geldt alleen voor nationale parken en monumenten; voor parken van de staat of van indianenreservaten geldt hij niet, dus niet voor bijv. Monument Valley.
Weinig tijd
De eerste blik is ietwat meewarig: ‘Een avond en een ochtend voor Yosemite?! Dat meent u niet.’ Maar het is niet anders. Maar ze maken het hier natuurlijk vaker mee: mensen die weinig tijd hebben voor ‘hun’ park. Wat we in ieder geval moeten doen en dat kan vanavond nog: de ‘loop’ rijden, dat is een in een lus rond lopende weg die de mooiste plekken laat zien: de South Side en North Side Drive, langs beide zijden van de rivier Merced. En natuurlijk even de Wawona Road oprijden tot Tunnel View, dat is een van de mooiste uitzichten. En de giant sequoia’s? Daar is vanavond geen tijd meer voor natuurlijk, zegt ook de ranger. Die aan de Wawona Road zijn niet te bekijken want die site wordt gerenoveerd; heel 2016 is die plek afgesloten. Een goed alternatief is de Tuolumne Grove Trail, aan de Tioga Road, die overigens verderop nog is gesloten wegens winterse omstandigheden.
Tunnel View
We bedanken hartelijk en gaan eerst naar Tunnel View. Vanaf een grote parkeerplaats kun je hier uitkijken over een dal met watervallen en granietbergen. Tunnel View bestaat sinds 1933 en is sindsdien uitgegroeid tot een van de meest iconische uitkijkpunten van Yosemite. Voor ons ligt de vallei, omkaderd door de granieten rotsen van onder andere El Capitan. In de verte is ook Half Dome zichtbaar en op de rechterflanken van de vallei zien we de Bridalveil waterval. De Bruidssluier, die waterval heb je in Noorwegen ook, bedenk ik. Het is hier mooi, zeker in het zachte avondlicht. We zien ook nog een tweede waterval.
South Side Drive
We rijden terug en slaan dan rechtsaf, de South Side Drive op. Het is éénrichtingsverkeer op de ‘loop road’. Onderweg zijn parkeerplaatsen. Op een paar ervan stoppen we en maken een korte wandeling. De rivier de Merced kabbelt tussen de ongenaakbare granieten reuzen door in een vallei die zo vredig is in deze zachte avond, dat hij me doet denken aan hoe John Williams de vallei in Butcher’s Crossing beschrijft, waar de expeditie de enorme kudde buffels treft en vervolgens afknalt in een orgie van bloed en kruitdamp. “Tussen de bergen door slingerde een lange, smalle vallei, vlak als een tafelblad. De bodem van de vallei was begroeid met weelderig gras, dat zachtjes golfde in de wind, zover als het oog reikte. Er leek een rust van de vallei uit te gaan. Het was de rust, de stilte, de absolute kalmte van een land waar geen mens ooit een voet had gezet. Andrews merkte dat hij ondanks zijn uitputting zijn adem inhield. Hij ademde de lucht in zijn longen zo voorzichtig mogelijk uit, alsof hij de stilte niet wilde verstoren.”
Lower Yosemite Falls en de Stellar's jay
Wel, ik heb niet het gevoel van ‘unbeaten tracks’ te betreden, dat nog nooit iemand deze vallei bezocht zou hebben. Ik weet dat in 2015 meer dan vier miljoen mensen dit park bezochten. Het is een van de drukst bezochte parken van de VS, en een van de oudste. Al in 1864 begon men met natuurbescherming in dit stuk van de Sierra Nevada.
Toch is het vanavond niet druk. Er is hier en daar zelfs sprake van rust, bv. op de plekken waar we stoppen en een stukje wandelen en foto’s maken. Door de rustige avond ervaar ik een grote tegenstelling met de grote stad die we achter ons hebben, ook relaxt overigens, en deze vredige omgeving waar een Stellar's Jay met zijn kuif en felblauwe verenkleed voor de enige beroering zorgt.
Half Dome en Al Capitan
Aan de ene kant de Half Dome, de steilste rots van de VS, 670 m hoog, en aan de andere kant El Capitan, een brok graniet van 900 m hoog. Het avondlicht zet de schaduwen aan en overgiet de toppen met gouden licht. Een felblauwe vogel met een kuif als een hop scharrelt in de buurt. Hij laat zich moeilijk scherp fotograferen, er is al te weinig licht. Aan de overkant van de rivier stort een hoge waterval zich naar beneden. Lower Yosemite Falls denk ik.
snowplant
El Capitan
We rijden verder en al snel zijn we dan ook rond geweest. Het licht begint al minder te worden en we willen bij daglicht terug zijn in het hotel. Dat lukt, en in de kantine (Cedar House) bestellen we eten. Ik heb fish and chips en R neemt een kippenbout bij de friet. Ik noem het een kantine want restaurant is een woord dat hier niet past vind ik. Het is meer een campingkantine. Het eten is er redelijk voor een snackbar.
Onder het eten spreken we af dat we morgen in ieder geval de reuzen sequoia’s gaan bekijken. En dan maar zien of er nog tijd is voor iets anders, en zo niet, dan maar op weg naar de kust: Santa Cruz.
In het donker lopen we terug naar onze kamers aan de achterkant van het gebouw. Enerzijds wel jammer dat we hier zo snel wat dingen moeten doen, anderzijds: er komt nog zo veel en om eerlijk te zijn: het landschap is mooi, maar niet zo afwijkend van de bergen in Europa, bv. Noorwegen. Ik kan me er dus wel mee verzoenen. Morgen in ieder geval iets wat ze in Noorwegen niet hebben: de reuzen sequoia’s.
Donderdag 5 mei Giant sequoia’s in Yosemite en de etappe van El Portal naar Santa Cruz
We staan vroeg op en om acht uur zijn we uitgecheckt en op pad. We gaan via dezelfde parkingang naar binnen. De ranger van gisteravond staat alweer achter het loket. Hebt u nog informatie nodig? Nee dank! Gisteravond al gekregen. De ranger zwaait ons door nadat ik nog wel even het pasje heb getoond. Meestal moet je je ook identificeren, met een document waarop je handtekening staat. Mooi systeem. Het weer is grauw en nevelig. We maken een foto van het bord met de naam Yosemite naast de Merced rivier. Nu gaan we niet rechtdoor maar slaan linksaf, de Big Oak Flat Road op. De weg dateert uit de tijd van de goldrush. Duizenden zochten hier hun geluk, maar toen dat uitbleef, zochten ze het dagelijks brood in bosbouw en boerderijtjes. Tallozen bleven de weg langs komen en daardoor verschenen er ook diverse herbergen. In een ervan zullen wij straks lunchen.
ingang van Yosemite aan de rivier Merced
Vervolg Yosemite National Park
Dichte mist
Waar dat Flat op slaat, in ieder geval niet op de weg want die stijgt flink. En met het stijgen wordt de mist dikker. Op een gegeven moment is het niet leuk meer. Voorzichtig rijden we verder omhoog. Na een aantal kilometers komen we op de kruising met weg 120. Rechtsaf heet hij de Tioga road, de hoogste weg van de VS en ’s winters gesloten. Ook nu, begin mei is de weg nog dicht. Alleen het eerste stukje tot de Tuolumne Grove is open. En dat is ver genoeg voor ons, want hier begint een trail die je een aantal reuzen sequoia’s laat zien.
Twee duizend jaar oud
We parkeren, gaan nog even naar het toilet en beginnen aan de tocht. Flesje water mee, regenjack aan. Nog steeds is het mistig, maar langzaam wordt het iets beter. Wel is het behoorlijk fris. Ik denk dat het niet boven de 14 graden is. Het pad gaat omlaag en is eerst nog geasfalteerd. Verderop niet meer. Al snel komen we langs een stenen model van de doorsnee van een oude sequoia. Erop zijn plaatjes gemonteerd met jaartallen van de bouw van historische beroemde bouwwerken en dat spreekt toch wel tot de verbeelding. Je ziet dat de kern van de boom, dus bij de eerste jaarringen na het ontstaan, teruggaat tot de bouw van het Colosseum in Rome, plm. 70 n. Chr. Toen de tempels van Angkor Wat in Cambodja werden gebouwd was het al een flinke boom. Bij de schors ongeveer staat de bouw van de Golden Gate bridge in 1937. Bijna twee eeuwen oud dus. Mijn respect is nu al groot, terwijl ik nog geen boom heb gezien. Daarvoor moeten we nog wel even verder lopen. Het bord bij het begin van de trail zei dat we ongeveer twee tot drie uur moeten rekenen voor de tocht van 3,5 km. De bomen waar we langs wandelen mogen er ook zijn, maar dat zijn geen sequoia’s maar o.a. Douglas. We verbazen ons over de brandschade die sommige bomen hebben. Niet allemaal, en ook niet allemaal even erg. Langs het pad zien we het jonge groen net ontluiken: het is hier hoog en koud, en de lente begint nog maar net hier. (Tioga Road gaat pas eind mei/ begin juni open!) Een eekhoorn roetst langs een boomstam, een specht hakt er fanatiek een gat in.
Giant sequoia
Dan komen de eerste van de 25 sequoia’s. Eentje staat naast het pad. Een hek eromheen, je mag er niet dichtbij. Wat een omvang! Daarentegen is de kruin wel heel hoog maar niet breed. Eigenlijk wat ielig in verhouding tot de stam. Verderop staan bomen waar je wel bij kunt. De schors is zacht en vezelig. Je kunt hem met je duim induwen. De dikke schors beschermt de boom bij bosbranden en doordat de kruin zo hoog is kan de boom bosbranden overleven. Voor de voortplanting is brand zelfs noodzakelijk, heeft men ontdekt. Het schijnt goed dat de zaden deels verbrand worden. Bovendien liggen de zaden na een brand in een open gebied zodat ze beter ruimte hebben na het ontkiemen. Het snel blussen en voorkomen van bosbranden in het verspreidingsgebied schijnt ertoe geleid te hebben dat er vrijwel geen nieuwe sequoia's meer opkomen.
M op een dode sequoia
Dead Giant
De dikste sequoia’s van de VS staan hier overigens niet, maar niettemin zijn we onder de indruk. Vooral van de omvang van een paar omgevallen exemplaren. De foto’s spreken voor zich denk ik. In dit gebied staat ook de bekende (dode) boom waarin men vroeger een gaat zaagde om er met de koets doorheen te kunnen rijden: de Dead Giant. Er past inderdaad wel een middenklasser in denk ik. Maar de boom heeft het zaagwerk niet overleefd. Wel staat het restant nog steeds overeind.
dead giant
Eekhoorn
De terugweg is zwaar: een flinke klim. Ruim 130 meter moeten we stijgen. Gelukkig kan ik even uitblazen als ik een eekhoorn spot. Ik probeer hem in de lens te krijgen. Tot nu toe was dat moeilijk bij de eekhoorns die ik hier zag. Deze werkt erg mee: hij komt zelfs steeds dichter bij en op het laatst loopt hij vlak voor me langs en schiet dan weg. Bijna te dichtbij voor de telezoomlens. Het zijn leuke plaatjes.
de eekhoorn komt gewoon naar me toe lopen
De mist is opgetrokken en we komen steeds meer mensen tegen: het wordt druk. De parkeerplaats staat nu vol. Omdat onze tocht nogal wat tijd gevergd heeft, hebben we geen tijd meer voor andere activiteiten in Yosemite. Jammer, maar helaas. We moeten verder. ’t Is nog 200 miles (320 km) naar Santa Cruz, aan de kust. We volgen weg 120 en dan o.a. 580, 680 en 880.
Tanken
In de buurt van El Portal tanken we. Betalen met de creditkaart (Visa) gaat heel verschillend. Eerst moet je op het schermpje kiezen of het debet of credit moet zijn. (De pinpas is debet, de visakaart is credit.) Soms voer je de pincode in en kun je tanken zoveel je wilt, soms wil dat ook met de pinpas, maar vaker geeft het scherm na de tweede keer de pincode proberen de mededeling: wend u tot de caissier(e). Daar binnen kun je dan vooruit betalen, maar je moet dus inschatten voor hoeveel er ongeveer aan benzine in kan. Het te veel betaalde wordt niet verrekend. In Las Vegas moest ik, om het te veel betaalde terug te krijgen, eerst weer opnieuw naar de kassa, waar ik opnieuw de kaart moest geven en men mij zei dat het te veel betaalde op mijn rekening zou worden teruggestort. Ik heb dat uiteraard gecontroleerd thuis, met de afschriften erbij en het klopte. Maar omslachtig is het wel. Het schijnt dat Amerikanen wel gewoon met de creditkaart plus pincode kunnen betalen.
We komen langs de Tuolumne kloof; op een parkeerplaats hebben we een mooi uitzicht. De mist is nu wel weg; wel is het nog tamelijk koud. Er staat een gedenksteen voor een vrouwelijke firefighter die hier omkwam tijdens de grote brand die hier in 2004 woedde.
Klassieke ‘diner’
Even verder bij Groveland is een groot restaurant, Buck Meadows. De inrichting is sinds de jaren vijftig nauwelijks veranderd zo te zien. Maar de uitspanning bestaat al sinds 1874!
We schuiven aan tafel aan op grote banken in plaats van stoelen. Deze roadside diner heeft als specialiteit hamburgers. In verschillende uitvoeringen staan ze op de kaart. Ik wil er wel eens een proberen, hoewel ik het lastig eten vind. Ik neem de Chevy Burger Black Angus. De eigenaresse sprak geen woord te veel: hij is inderdaad heerlijk.
Daarna maken we meters, kilometers, miles. We stoppen nog bij een kraam langs de weg waar ze vers geplukte aardbeien verkopen. En kersen. Zelden zulke smakelijke en geurige aardbeien gegeten!
Rond San José is het erg druk. Tegen zessen komen we aan bij het hotel. Het ligt mooi: aan de boulevard, de boardwalk, en aan de overkant is het strand en de beroemde pier van Santa Cruz, de Santa Cruz Wharf. Het hotel Beach Inn and Suites is ook prima, al hebben we uitzicht op het zwembad in plaats van de oceaan. Na het inchecken en installeren gaan we nog even de stad in voor inkopen. De eerste super verkoopt nagenoeg alleen ongezond spul; de tweede bijna alleen gezonde waar. Eco en zo. In California is daar wel een markt voor. We kopen flink wat fruit, een soort groentesalade om straks op de kamer te eten (na de burger van vanmiddag is er nog geen grote honger!) en o.a. yoghurt voor het ontbijt.
Ik ben best moe na deze lange dag en dan heb ik nog niet eens gereden.
Vrijdag 6 mei Santa Cruz; pier en boardwalk, 17-mile drive Pacific Grove bij Monterey
ontbijt op de hotelkamer met rauwe groenten, crackers en Griekse yoghurt
Bij de receptie kun je gratis koffie halen. Heerlijke koffie trouwens. Verder ontbijten we dan op de kamer. Het weer is iets beter dan gisteren, wat helderder maar nog fris. We wandelen over het strand naar de meer dan 800 meter lange pier (de langste aan de westkust) die al dateert uit 1914. Er zijn talloze restaurantjes, winkeltjes en zo, maar alles zit nog dicht natuurlijk. De zeeleeuwen die onder de pier wonen, zijn wel wakker. Je kunt ze aan de wal, op een kilometer afstand al horen. Dichterbij ruik je ze vooral. De pier maakt een beetje verlopen indruk op ons. Niet echt gezellig…
pier
strand Santa Cruz
Ook de boardwalk, het amusementspark is nog gesloten. We wandelen over het strand erlangs. Verderop is een geul door het strand; erlangs bloeien grote plakken rose-paarse bloemen. Een man op een fiets heeft wat houtsnijwerk bij zich. Hij is kunstenaar zegt-ie. Hij heeft een heel verhaal als hij hoort dat wij Nederlanders zijn. Hij kent Duitsland want daar heeft hij in het leger gediend. Nu is dit al jaren zijn ‘achtertuin’. Hij is er trots op en heet ons hartelijk welkom. Ach, leuk toch.
17-mile Drive Monterey/ Pacific Grove
Terug bij het hotel drinken we een dure maar heerlijke cappuccino. We kopen er een sandwich die we straks op de kamer eten. We hebben afgesproken dat we vandaag de 17 mile-drive gaan doen bij Monterey. De weg ernaartoe is druk, we staan lang in een file. Bovendien begint het te regenen. Jammer, maar we gaan natuurlijk door. Op een stukje van de weg dat dicht langs de oceaan loopt, staan veel eucalyptusbomen langs de weg. Zelfs binnen in de auto ruik ik ze bij deze warme regen. We draaien de ramen even open: heerlijk, die geur.
de ruige kust bij Pacific Grove
panorama
herten zijn er bijna tam
vogel- en zeeleeuweneiland voor de kust
de beroemde 'lone cypress'
De 17 mile drive ligt op het schiereilandje Pacific Grove, net buiten Monterey. Hij is langer dan de 17 mijl in de naam suggereert. Je betaalt $ 10 toegang en krijgt een plattegrond met wegen en bezienswaardigheden. Follow the red line! Dat werkt idd goed. Het is een mooie rit langs de kust en de huizen en tuinen en golfbanen van de happy few die hier een huis heeft. Een mooie rit, ongetwijfeld maar ook hier speelt El Niño ons parten: het blijft miezeren en het is frisjes. Nu geeft zulk weer wel een aparte sfeer op de foto’s maar ik had het toch liever zonnig gezien. We stoppen op diverse parkeerplaatsen en wagen ons even uit de auto ondanks de miezerregen. De oceaan gaat ergens in de verte zonder scheidslijn over in de lucht. Dichterbij klotst ze tegen de rotsblokken van deze fraaie kust. We zien vogels op een eilandje voor de kust; we zien een paar herten die zich uitgebreid laten fotograferen. Soms woeste golven, ruige rotspartijen, duinen ook.
The Lone Cypress
Bomen die grillige vormen kregen door de altijd aanwezige wind. De beroemdste daarvan is The Lone Cypress. Een boom, boompje eigenlijk slechts, die op een vooruitstekende rots in zee staat. Toch zijn hiervoor grote parkeerplaatsen aangelegd en om me heen zie ik Chinezen, Japanners en andere toeristen. En wij dus. Ach, het is een mooi plaatje als je even het pad afloopt.
De terugweg gaat iets vlotter, maar de file is nog niet weg. Tja, ’t is weekend. ’s Avonds eten we bij een Thais restaurant (Sa Wasdee by the sea) even verderop aan de boulevard, met uitzicht over de oceaan. Ik heb eend. Wel lekker maar wat meer vlees had wel gemogen. Ik ben carnivoor…
Na het eten is het droog en klaart het wat op. R en ik lopen nog een eindje, richting de boardwalk. Het ‘casino’ is open. Veel belangstelling is er niet. Wij houden het bij kijken. Een hele hal vol speeltoestellen. Er zijn ook behendigheidsspellen.
uitzicht vanaf het hotel in Santa Cruz
bij de boardwalk en het casino
Zaterdag 7 mei Etappe van Santa Cruz naar Cambria via Big Sur en Coastal Highway # 1
We gaan weer verder. ’s Morgens koffie bij de receptie halen en ontbijt op de kamer. Vandaag volgen we highway nr. 1 naar het zuiden met als een van de hoogtepunten de Big Sur. Big Sur is een dunbevolkt gebied (minder dan 1500 inwoners) aan de Californische kust waar de Santa Lucia Range, een gebergte, abrupt vanuit de Grote Oceaan oprijst. De geologische ligging biedt schitterende vergezichten en is een toeristische trekpleister. De hoogste berg in Big Sur is Cone Peak (1571 m), gelegen op slechts 4,8 km afstand van de oceaan.
De route: KLIK HIER
Carmel by the sea
Onze eerste stop is Carmel by the sea. Een schattig plaatsje, dat volstrekt on-Amerikaans aandoet. Eerder zou het passen in Engeland, of Denemarken. Vakwerkhuisjes met rieten daken en nutteloze maar pittoreske aanbouwtjes. Uiteraard met boetieks, lekkernijenwinkeltjes en zo. R en ik wandelen het stadje door en kopen bij de bakker wat vers gebak, o.a. een kaneelstang (typisch Deens dacht ik). Het ligt ook aan zee, en daar kijken we ook even. Er is een breed strand dat vandaag vrijwel verlaten is.
strand bij Carmel by the sea
Carmel by the sea
on-amerikaans...
Dan verder langs de schilderachtige kust. We stoppen op diverse parkeerplaatsen. Doordat we de tocht van noord naar zuid maken, rijden we aan de zeekant en daar zijn ook de parkeerplaatsen, dus dit is erg gemakkelijk. Jan Doets plant je reis standaard zo. Op een parkeerplaats staat een groepje Fransen te kijken naar de zee. Ik vraag wat ze zien. Dolfijnen! We staan een tijdje mee te staren en zien idd in de verte wat bewegen, maar het blijft vaag. De Fransen wonen al een tijd in de USA en hebben familie op bezoek. Ahh, des Hollandais! Die spreken zo goed Frans! Nou, denk ik relativerend, ik ben blij dat ik me wat verstaanbaar kan maken. Op een andere parkeerplaats vermaken we ons een tijdje met de chipmunks. M voert ze een stukje banaan: lekker! Het zijn leuke beestjes maar je moet ze niet aanraken, want ze hebben vaak luizen die ziekten overbrengen.
BIG SUR impressies
panorama
Lunch bij Nepenthe Café
De lunch gebruiken we in het beroemde Nepenthe Café. Er is een boven- en benedengedeelte. Het laatste is wat vriendelijker geprijsd. We zitten op het terras, maar het is er eigenlijk te koud voor. Het eten is prima. Ik heb een schotel met brood, gebakken aardappeltjes, bacon en scrambled egg. In totaal voor vier reken ik $ 75 af… De internet-reviews spreken ook van forse prijzen. Het is echter een prachtige plek en als het niet zo koud was hadden we nog meer van het uitzicht en zo genoten. Maar goed, het is droog, dat dan wel. Men zegt dat Nepenthe gebouwd is in opdracht van Orson Welles als cadeautje voor Rita Hayworth. Leuk cadeautje wel. Omdat er weinig eetgelegenheden zijn zo langs de Central Coast is het erg druk hier.
BIG Sur
brutale maar grappige chipmunks
Magistrale kustweg en Hearst San Simeon Stat Park
De weg nr 1 doet me denken aan de kustweg door de Pyreneeën waar we verleden jaar waren, of aan de ‘magistrale’, de kustweg van Kroatië. Het is erg mooi, ondanks het wat grauwe weer. In de loop van de middag klaart het wat op. Een grote attractie is de zeeleeuwenkolonie in Hearst San Simeon State Park. Grote parkeerplaatsen met paden naar en langs de kust om de duizenden dieren te bewonderen. Ze komen hier om te verharen en liggen in dichte groepen vlak tegen en deels op elkaar. ’t Is altijd leuk om ze een tijdje te observeren.
zeeleeuwenkolonie in Hearst San Simeon State Park
zo ver het oog reikt: zeeleeuwen
Een andere trekpleister hier is Hearst Castle. Nu is het een Historical Monument van het San Simeon State Park (dus van de staat California) maar het immense en bizarre bouwwerk is opgericht door de schatrijke krantenmagnaat Randolph Hearst. Het moet een belevenis zijn om de marmeren zalen en de sprookjesachtige tuinen te bekijken. Wij konden van tevoren niet inschatten of we er tijd voor zouden hebben, op doorreis als we zijn, en je moet van tevoren reserveren. We rijden dus de oprijlaan op en over het parkeerterrein, tot we een plekje vinden waar we uit de verte een foto kunnen maken. Daar moet het bij blijven. Je kunt niet alles hebben, al dacht Hearst dat wel.
Hearst Castle vanuit de verte
Sfeervolle Cambria Pines Lodge in Cambria
Tegen zessen checken we in bij het enorme hotelcomplex van Cambria Pines Lodge in Cambria. Ondanks dat het deel uitmaakt van een heel groot complex is het allemaal zo ingedeeld en met veel groen aangekleed dat je het gevoel hebt dat je in een kleinere lodge woont. Wij zitten op de verdieping van gebouw ‘Woodfern’. Achter, vanuit de kamer, hebben we mooi uitzicht op heuvels en groen; voor, bij de galerij zie je de parkeerplaats nauwelijks door het vele groen. Ja, een mooi plekje.
hotelgalerij
Moonstone Beach
Na het inchecken gaan we op pad naar het Moonstone strand, om de zon in de Pacific te zien zakken. Het is namelijk steeds beter weer geworden in de loop van de middag en nu is de zon weldadig warm op onze gezichten. Het Moonstone Beach is bekend om de bijzondere steentjes die je er zou kunnen vinden. Idd vind ik glanzende groene en zwarte steentjes die er mooi uitzien. Er is hier een breed strand met rotsen die een merkwaardige structuur en tekening vertonen. We blijven net zo lang tot de zon ondergaat in de Pacific, wat een prachtig schouwspel biedt. Ik maak veel foto’s.
bij het moonstone strand
rustgevende avondstemming op Moonstone Beach
't wordt tijd om nog wat te gaan eten...
Dan moeten we toch ook nog wat eten. In het stadje Cambria aan de Mainstreet is een groot restaurant dat meer een soort grote snackbar is. Sommigen van ons hoeven na de lunch van vanmiddag geen warm eten maar ik geniet toch wel van mijn fish and chips. Twee grote filets, ik denk van kabeljauw. In het donker moeten we terug naar het hotel. Dat is even zoeken met al die toegangswegen naar en op het complex, maar het lukt.
Zondag 8 mei Etappe van Cambria naar Santa Monica (L.A.) met San Louis Obispo missiepost, Oso Flaco Lake, missiepost Santa Barbara
Een van de aantrekkelijkheden van dit hotel is dat het ontbijt ‘complementary’ is. Dat is hier de uitdrukking voor dat het –inbegrepen- is. Je moet dat hier maar afwachten: standaard zit het ontbijt niet bij de hotelkamerprijs, soms/ meestal kun je met of zonder korting in de buurt iets eten. Wij sloegen vaak voor de zekerheid wel wat te eten in. We willen niet elke dag $ 10 tot 15 p.p. betalen voor een ontbijt… Maar hier is het dus gratis. En het buffet biedt ruim voldoende van alles. Zelfs warm eten voor een Engels ontbijt in overvloed.
's morgens voor vertrek bij het hotel en de auto
de fraaie Cambria Pines Lodge, een prima hotel
Missiepost San Louis Obispo
We vertrekken om half negen. De route voert vanaf nu niet meer direct langs de kust zoals gisteren. In San Luis Obispo zijn we vrij snel. Hier is een oude missiepost. Toen de Spanjaarden het huidige Californië anderhalve eeuw geleden veroverden, stichtten ze 21 missieposten langs de kust van San Diego tot Carmel. Van hieruit dienden de indianen bekeerd te worden. Na de Mexicaanse onafhankelijkheidsoorlog in 1810 raakten de posten in onbruik en in verval. Pas in de 20e eeuw werden de posten weer gerenoveerd en gerestaureerd, en nu zijn het vaak belangrijke trekpleisters voor reizigers en ook voor mensen die er een pelgrimage langs afleggen. De missiepost in San Louis Obispo is aan de buitenkant fraai gerestaureerd. Alles blinkt en de fel witte muren stralen in de zon. (Vandaag mooi weer!) Volgens het gidsje is de post vrij toegankelijk maar ja, het is vandaag zondag dus er is een dienst. Ik mag wel even binnen kijken bij de dienst, maar rond lopen doen we natuurlijk niet. Wel een beetje jammer. In de stad is nog een bioscoop uit de vorige eeuw waar niets aan veranderd lijkt. Verderop is Pismo Beach, waar we even een frisse neus aan het brede strand halen.
missiepost San Louis Obispo
de antieke bioscoop van St. Louis Obispo
Pismo Beach
Koffie in een trein en Oso Flaco Lake
Koffie drinken we vandaag op een heel aparte locatie: een oude trein, nog met de originele inrichting. Het dak in het interieur is beplakt met visitekaartjes van bezoekers.
originele locatie
onze dochter bestelt de kleinste cola die er is
We komen min of meer langs een natuurgebied dat hier in de duinen is. Het is even rijden van de doorgaande weg af. Oso Flaco Lake. Er is een controlepost waar ik een paar dollar betaal voor het parkeren. De man is vriendelijk. Hij heeft mooie kaarten van de omgeving. Hij biedt ze me gratis aan. We wandelen vervolgens naar het strand. Het pad is grotendeels aangelegd over planken op palen; het voert door en over het meer. We zien verschillende vogels, eenden, een pelikaan, en nog andere. Ook prachtig bloeiende bloemen staan er langs ons pad. Aan het eind loopt het pad dood op een belvedère. Duinen en strand zien we om ons heen en een onwaarschijnlijk blauwe oceaan. Heel wat anders dan de grauwe zee die we langs de Big Sur zagen…
Oso Flaco Lake
wandelpad op palen Oso Flaco Lake
duinen, die kennen ze hier ook!
we zien allerlei vogels, zoals deze pelikaan
Missiepost Santa Barbara
Voor het interieur van de missiepost in Santa Barbara zijn we te laat, die is al dicht. (We hebben nogal wat tijd besteed, en verloren, aan het zoeken van de woonstee van Michael Jackson en Miles Davis. Van de woonstee van MJ is alleen een gesloten hek te zien, wat de gids ook al voorspelde). De buitenkant van de missiepost is ook mooi. Zeker met het fraaie park ervoor, met cactussen, agaves en grote aloë’s en andere vetplanten. Prachtig.
fraaie missiepost
Santa Barbara
We checken laat in bij het hotel in Santa Monica, een voorstad van Los Angeles. Best Western Plus Gateway Hotel heet het. Parkeren doe je gratis in de parkeergarage onder het gebouw. Het hotel ligt aan een vrij drukke doorgaande weg, waarlangs mooi bloeiende jacarandabomen: blauw-paarse wolken op stammen. Het hotel ligt naast een Ihop-restaurant. Daar gaan we eten; gelukkig kan het nog zo laat op de avond, want de lunch was er vanmiddag ook al bij ingeschoten. Ik bestel een T-bonesteak en die smaakt prima met een Corona erbij.
De straat voor ons hotel met bloeiende jacarandabomen
Maandag 9 mei Etappe van Santa Monica naar San Diego, met het Hollywood Sign, San Diego, de Embarcadero, Museumschip Midway en Maritime Museum en eten aan het water
We staan wat later op want de etappe van vandaag naar San Diego is niet zo lang. Het Ihop-restaurant verschaft ontbijt met korting aan hotelgasten. De afkorting Ihop betekent zo heb ik ergens gelezen International home of pancakes. Welnu, die pancakes zijn praktisch onvermijdbaar als je hier wilt ontbijten. Ik bestel bacon, eieren, en een soort rösti en ja, daar krijg je onvermijdelijk ook dikke zoete pancakes bij. Het is een zeer stevig ontbijt. We nemen e.e.a. mee in een doggybag, hier een ‘box’ genoemd, want we hebben hier voldoende aan om ook de lunch mee te doen. Om ons heen zien we forse mensen alles opeten en alles dan ook nog rijkelijk begoten met maplesyrup (esdoornstroop). En wij vinden het zó al zo zoet… Tussen haakjes: merkwaardig vind ik, dat Amerikanen hysterisch doen over vet in voedsel (0 % fat! schreeuwt het je overal tegemoet) maar over suiker maakt niemand zich dik. Of eigenlijk wel dus… Overal zit suiker in; nu is dat bij ons al zo, maar hier nog een graadje erger. Ik kocht een zakje van dat gedroogde rundvlees dat ze in Zuid-Afrika ‘biltong’ noemen. Daar is het lekker; hier is het zoet! Er zit zoveel suiker in dat je het boven de vleessmaak uit proeft. Vies dus.
Santa Monica/ Los Angeles
We gaan eerst wandelend op weg naar de kust, maar dat blijkt een heel eind te zijn langs de saaie doorgaande weg, de Sta. Monica Boulevard. Dus besluiten we dat M de auto ophaalt (gelukkig hebben we al uitgecheckt en de bagage ingeladen) en per auto gaan we dan verder. De pier blijkt vanuit de auto hetzelfde vermaak te bieden als die we in Santa Cruz al zagen, dus dat hoeven we niet meer. Zeker niet als je ook nog $ 12 entree (eigenlijk: parkeergeld) moet betalen. Gelukkig kunnen we het parkeerterrein meteen weer af zonder te betalen. Uitkijken, want de toegangs- en uitgangswegen van de parkeerplaats zijn voorzien van stalen tanden die uit het wegdek oprijzen. Je kunt ze maar van één kant overrijden zonder je banden te beschadigen. Gelukkig gaat het allemaal goed.
skyline Los Angeles
Hollywood sign
We zijn verder van de stad niet zo gecharmeerd. De jongelui willen nog de sportschool van Arnold Schwarzenegger opzoeken. Daarna gaan we toch nog wel ‘even’ naar het Hollywood-sign: de wereldbekende letters op de heuvel bij Hollywood. Dat ‘even’ blijkt nog ongeveer 25 miles of 40 km rijden, steeds door wijken van Los Angeles. Wel freeways voornamelijk, maar dan ben je toch nog wel een tijdje onderweg. Via onze gidsjes en met de TomTom vinden we de plek waar je vlak bij de letters bent. Het is een soort bungalowbuurt. Je kunt er parkeren en wandelen. We nemen de tijd voor wat obligate foto’s en dan gaan we echt op pad naar San Diego.
Handlery Hotel San Diego
We volgen de snelweg nr. 5 langs de kust. Onderweg stoppen we voor koffie op een prachtig aangelegde en uitstekend onderhouden parkeerplaats. R en ik eten er het restant van ons ontbijt op. Halverwege de middag zijn we bij het hotel dat ligt in de hotelbuurt, aan de ‘Hotel Circle North’. Hier staan veel hotels bij elkaar. Wij zitten in het Handlery Hotel San Diego. Mooi hotel wel. Het ligt aan de heel drukke Hwy. 3, overgaand in de Interstate 8, aan de ventweg. Binnen hebben we geen last gehad van verkeerslawaai.
Embarcadero met de Midway en het maritieme museum
Meteen na het inchecken gaan we weer op pad, want we zijn hier maar één nacht en morgen staat er een lange etappe op het programma. We rijden naar de Embarcadero, de haven. Hier ligt de USS Midway. Een vliegdekschip dat in 1945 te water werd gelaten en toen het grootste in zijn soort was. M&M willen het wel graag bekijken. Ik in eerste instantie ook wel, maar we zijn er om plm. vier uur en om vijf uur gaat het museumschip dicht. Het kost $ 20 entree. Voor een uurtje vind ik dat te veel. Mijn vrouw is al blij, want die heeft weinig belangstelling voor dit soort zaken. Dus de jongelui bekijken de Aircraft Carrier, waarop nog allerlei vliegtuigen staan, zo zie ik vanaf de wal. R en ik gaan wat verderop langs de kade oude en zelfs antieke (zeil)schepen bekijken in het ‘Maritime Museum’. Belangrijkste schip is het nog steeds varende oudste koopvaardijschip: de Star of India. De windjammer uit 1863 zeilde 21 keer rond de wereld. Je koopt een combikaart en dan mag je alle schepen van binnen en van buiten bekijken. Enkele zijn wegens onderhoud gesloten. Dat hadden ze bij de kassa niet verteld, maar ach, we hebben toch geen tijd voor alles. Wat we zien is interessant. De schepen zijn zo ingericht dat je je in de tijd teruggeplaatst voelt.
de Midway en 't parkeerterrein ernaast
San Diego
Maritiem Museum, de Star of India
Star of India
de stad door de boegspriet gezien
de stoomraderveerboot Berkeley
de kapiteinshut
Beelden aan de haven
De Berkeley is een stoomboot uit 1898, die dienst deed op de San Francisco Bay. In deze enorme boot zijn nu exposities en kantoren en dergelijke. We moeten er een beetje snel door, want we hebben afgesproken met M&M om na sluitingstijd van de Midway elkaar weer te ontmoeten. We wandelen om de Midway heen en komen in het Tuna Harbor Park. Er staat een grote beeldengroep gewijd aan de legendarische entertainer-zanger Bob Hope, die de soldaten in WO-II een hart onder de riem stak. Een een enorm beeld ‘sailor kissing nurse’, gemaakt door Seward Johnson naar een foto van Alfred Eisenstaedt. Die maakte de foto in 1945 op Times Square in NY city: een uit de wereldoorlog teruggekeerde soldaat plant zijn lippen vol op die van een nietsvermoedende ziekenverzorgster. Het beeld levert mooie foto’s op, met de Midway prominent op de achtergrond…
Midway
enorm beeld ‘sailor kissing nurse’, gemaakt door Seward Johnson naar een foto van Alfred Eisenstaedt
beelden ter ere van zanger-entertainer Bob Hope
's avonds
Eten in de Fishmarket
Op het schiereilandje van Tuna Park ligt ook een uitstekend restaurant: The Fishmarket. Het lijkt ons redelijk prijzig, maar de menukaart lokt wel. We willen wel eens weer ‘echt’ en lekker eten. Binnen kun je kiezen: beneden (gewoon) of boven, en dat is wat de naam al zegt: top of the market, ook qua prijs. Wij gaan beneden; het is er druk, vol en voor het restaurant is een wachttijd. (Is trouwens vaak zo in Amerika. Je komt binnen en wordt geacht te wachten tot een serveerster je een plaats geeft. Zelfs als het dan niet vol is/lijkt, is er dan toch soms wachttijd.) Maar het gekke hier is: in het bar-gedeelte kun je dezelfde gerechten bestellen en daar is meteen plek. Een tafeltje bij het raam zelfs. We eten er heerlijk. Ik forel en R zalm. Subliem klaargemaakt. Goede bediening. Kosten incl. tip en drankjes voor vier personen $ 140. Voor zo’n maaltijd en ambiance in Nederland zou je meer betalen denken wij.
Het wordt al donker als we teruglopen naar de auto. Nog een paar foto’s van de beelden, de Midway en de skyline van San Diego met de lichtjes aan en dan naar het hotel. Morgen vroeg op voor een lange woestijnetappe. De langste afstand van alle in deze drie weken.
San Diego bij avond
Dinsdag 10 mei Lange etappe van San Diego naar Tuscon, met Painted Rock petrogliefen, vliegtuigkerkhof The Boneyard Tuscon
Vandaag begint eigenlijk een nieuwe fase van onze reis. We laten de kust van Californië nu achter ons en trekken het binnenland in. Dat stuk van de reis heb ik me het meest op verheugd, vooral op de nationale parken die daar liggen met hun bijzondere natuur en trouwens de landschappen daarbuiten net zo goed.
Voor we aan de lange etappe naar de woestijnstad Tuscon in Arizona van plm. 600 km beginnen, kunnen we genieten van een heerlijk inclusief ontbijt. We kiezen voor de ‘healthy start’. Een enorme beker yoghurt met muesli en verse vruchten en op het bord ook nog vers fruit. Meloen, ananas, druiven, sinaasappel. Ahh, lekker en idd gezond. Zo’n ontbijt kun je lang niet overal (wij verder nergens meer…) bestellen. We nemen zelfs nog in een ‘box’ fruit mee voor de rest van de dag.
dagelijks ritueel: bagage in de auto pakken
net buiten San Diego
Sonora Desert
in de Sonora woestijn, een parkeerplaats
't is zeer heet en droog hier
tot onze verbazing zien we boerderijen in de woestijn. Hooi! Enorm veel hooi.
Rit door de Sonora woestijn langs de Mexicaanse grens
Omdat we eigenlijk al aan de Freeway nr. 8 zitten, zijn we de stad San Diego (1,3 miljoen inwoners) snel uit en zitten we bijna meteen in een droge zone, die al snel overgaat in echte woestijn. Ook het weer verandert mee: eerst in de stad nog wat bewolkt, maar dan staalblauwe lucht, heel droge lucht en een temperatuur die in de loop van de rit en de dag stijgt tot boven de dertig. De route is één lange rechte weg langs de Mexicaanse grens. Je rijdt hier uren zonder bebouwing te zien. Wel zien we in de woestijn megaboerderijen waar ze nota bene gras verbouwen (geïrrigeerd!) voor hooi en andere waar ze de koeien houden die het hooi omzetten in vlees voor burgers. Onafzienbare rijen met pakjes hooi. Ik had me wel iets voorgesteld van deze woestijn, maar daarbij niet gedacht aan hooi en koeien.
Bergachtige streken wisselen af met meer vlakke en zanderige. In the middle of nowhere ineens een groot casino met benzinepomp en winkels. We tanken er; je weet nooit wanneer het weer kan. En kopen flessen water. Dat heb je hier wel wat extra nodig. Op een andere parkeerplek fotografeer ik een paar van die interstate trucks. Alles eraan is indrukwekkend: de enorme motorkap, de twee chromen uitlaten naar boven, de slaapcabine, de massieve bumper. ‘International’ en ‘Peterbilt’. We zagen ze in Costa Rica ook al.
Border Patrol
In de buurt van de grens tussen California en Arizona moeten we stoppen voor een paspoortcontrole door Border Patrol. Heel correct. We zitten dicht aan de grens met Mexico. We zien afrasteringen en patrouilleauto’s. Maar je merkt toch meteen het verschil tussen Amerikaanse en Nederlandse politie/ grenswacht. Als M wil uitstappen om zijn paspoort te pakken dat achterin de auto ligt, klinkt het meteen scherp en dwingend herhaald: Stay in the car sir! Stay in the car!
Bij het stadje Yuma, bij de samenvloeiing van de Coloradorivier uit het noorden en de Gila-river uit het oosten, gaan we van de weg af en zoeken we naar een leuk lunchadresje dat Jan Doets noemt in z’n gids. Het blijkt niet meer te bestaan. We belanden dan maar bij Bubba’s Restaurant. Dat blijkt ook een goede keus. Er komen alleen lokale mensen. Aan de muur foto’s van veteranen uit de buurt. Het eten is lekker en de bediening vriendelijk informeel. Na deze leuke en lekkere lunch rijden we verder de Sonora woestijn in.
National Historic Trail van Juan Bautista de Anza
enorme cactussen, saguaro's heten ze
De route die we rijden volgt ongeveer de National Historic Trail van Juan Bautista de Anza. De Spaanse viceroy stuurde vanuit Tubac in Sonora country De Anza op pad op een 1200 mijl lange missie om uiteindelijk San Francisco te bekeren c.q. te koloniseren. Dat was in die tijd ongeveer hetzelfde. Hij kreeg 240 ‘settlers’, en cowboys, Indiaanse gidsen en een hoop muildiermenners mee. We hebben een kaart van deze historische route mee. In Yuma County buigen we van de weg af, om ten noorden ervan een omweg te maken over deze trail naar Painted Rock. Daar zijn petrogliefen te zien. Petrogliefen zijn inscripties in steen, rots in dit geval. Dan verschijnen de eerste grotere cactussen in beeld. Langs de weg stoppen we om onze eerste foto’s te maken van meters hoge cactussen, de saguaro’s. Op deze weg komen we geen ander verkeer tegen. Sommige bloeien met witte bloemen op de kop, die zich meters hoog boven ons verheft. Er staan ook kleinere ronde cactussen. Het zijn sterke planten die andere struiken zo opzij drukken als het zo uitkomt. Er zijn ook oudere exemplaren met enorme armen, de kandelaar-vorm.
op weg naar de petrogliefen; een zandwervelwind
Painted Rock rotstekeningen
We moeten nog een stukje van de -eenzame- weg af, en komen dan op de Petroglyph Site van Painted Rock. Er is een zelfbedienings-toegang: je vult wat gegevens in op een papiertje, o.a. het autonummer, doet er een paar dollar bij en het envelopje stop je in de bus. Bij de parkeerplaats is ook een overdekte picknickgelegenheid. Maar wij zijn de enige bezoekers. Het is hier werkelijk dood- en doodstil. De petrogliefen staan op een aantal slordig neergesmeten rotsen, zo lijkt het. Op borden wordt duidelijk gemaakt wat we zien en waar je op moet letten en wat de betekenis zou kunnen zijn. Er zijn duidelijke dierfiguren maar ook meer geometrische figuren in c.q. op de toplaag van de rotsen gekrast. De tekens zijn gemaakt door de O’odham people, ‘zij die voorbij kwamen’. Ze zouden afstammen van de Hohokam mensen. Namen die ons weinig of niets zeggen… Deze mensen hebben dit gebied eeuwenlang het hunne genoemd. Ik maak wat foto’s van de tekens. Soms staan er veel figuren en tekens op één steen, soms slechts een teken. Ondanks de hitte loop ik even helemaal om de ‘site’ heen. Maar verderop is weinig meer te zien. Wel is het hier gloeiend heet. Met een droge mond zoeken we de schaduw en airco van de auto weer op. Water!
zelfbediening voor de entree
Vliegtuigkerkhof The Boneyard Tuscon
We rijden verder en komen weer op de Interstate 8. Die gaat over in de Freeway 10. En dan is het al niet zo ver meer naar Tuscon. Niet zo ver meer van Tuscon zien we uit de verte een vliegtuigenkerkhof. Ik sla af en inderdaad komen we langs een onafzienbaar terrein met allemaal intacte of deels gestripte verkeersvliegtuigen. De kleuren van de KLM staan er ook bij; de logo’s zijn er wel af. Op andere toestellen staat de naam van de maatschappij waarvoor ze ooit vlogen nog in volle glorie op de romp. In de woestijnen in de zuidelijke VS zijn er verscheidene van deze aircraft boneyards: vliegtuigkerkhoven. De droge woestijnomstandigheden voorkomen corrosie. Deze, van Davis-Monthan herbergt de 309th Aerospace Maintenance and Regeneration Group. Op een oppervlak van 2,600-acre staan bijna 4400 vliegtuigen. De site wordt The Boneyard genoemd. 2600 acre is meer dan 1000 ha en dat is 10 miljoen vierkante meter!
Sfeervolle La Posada Lodge
In Tuscon blijven we twee nachten. We checken in in La Posada Lodge. Dit is een fraai boetiekhotel, met sfeer en redelijk luxe. Met inbegrepen ontbijtbuffet. In de eetzaal kun je zitten maar ook op de balustrade erlangs. Dan kijk je uit over de tuin en het zwembad of op de rode heuvels in de verte. De receptionist die ons ontvangt, spreekt zelfs wat Nederlands. Hij heeft vaak gasten uit Nederland, vertelt hij, vooral van Jan Doets. Hij is erg vriendelijk.
’s Avonds eten we in het restaurant van het hotel, Miguel’s Restaurant & Bar. Ik heb zalm en die smaakt goed, al is het niet zo goed als die in San Diego, gisteren. We zitten op de balustrade. Langzaam neemt de hitte van de dag wat af. Zo hadden we ons ons vakantieweer voorgesteld. Vandaag was het zo’n 32 graden. Morgen en overmorgen zal de thermometerschaal voor het eerst dit jaar hier de 100 graden Fahrenheit aantikken, dat is bijna 38 graden Celsius. Met een matige wind is de uiterst droge warmte best te verdragen. Als je maar voldoende drinkt, iets op je hoofd hebt en niet te lang in de volle zon zit/ loopt.
mooi en sfeervol hotel in Tuscon
Woensdag 11 mei Tuscon: Saguaro National Park East en Pima Air and Space museum
We genieten in alle rust van het ontbijt in de eetzaal. Het is er helemaal niet druk en we hoeven ook niet eens ons kamernummer op te geven of zoiets. Je schuift maar gewoon aan. Het buffet is redelijk goed voorzien. We nemen wat (weliswaar gezoete) yoghurt, toast, scrambled egg. Je kunt in de meeste hotels waar ontbijt inbegrepen is, ook zelf je eigen (zoete) wafels maken in een elektrisch wafelbakapparaat. Daar doen ze hier dan weer ook zoete stroop op. Dat soort genoegens is niet aan ons besteed. Dan nog liever wat uitgebakken bacon of een worstje. Daar moet ik thuis niet aan dénken bij het ontbijt, maar op reis doe ik dat wel eens en dan smaakt het ook. Do in Rome as the Romans do, -tot op zekere hoogte.
Saguaro East, het cactuspark
Er zijn bij Tuscon twee nationale parken helemaal gewijd aan de saguaro cactus, nl. Saguaro East en Saguaro West. Alle twee lijkt ons wat te veel, dus wij kiezen voor East; dat lijkt ons het interessantst. Het is nog wel een heel eindje rijden ernaartoe. We kijken eerst even rond in het interessante bezoekerscentrum bij de ingang. Diverse wetenswaardigheden over de cactussen en hun omgeving. Zo is er een schema van de ouderdom die de saguaro kan bereiken. Wat opvalt is hoe langzaam zo’n cactus vooral in het begin groeit. Hij is al tien jaar als hij nog maar zeven cm hoog is. Daarna gaat het wat sneller; als hij 35 jaar is, is hij zo groot als een man van 1,8 m en op die leeftijd draagt hij voor het eerst de prachtige witte bloemen in een krans op de top. De eerste zijarmen komen eraan als de cactus 60 tot 75 jaar oud is en met 150 jaar heeft hij zijn volle hoogte van 12 meter of meer (!) wel ongeveer bereikt, met verschillende zijarmen die op zich ook weer meters lang kunnen zijn. Hoe groot hij wordt, hangt af van de terreinomstandigheden en het weer. Als er nog wel wat vocht is, bv. in de buurt van een rivier, wordt hij groter dan in uiterst droge omstandigheden.
UITGEBREIDE FOTO-INDRUKKEN VAN HET CACTUSPARK SAGUARO EAST
De saguaro op de foto rechts is dus in ieder geval ruim meer dan 70 jaar oud...
grote verscheidenheid aan soorten
waarom deze de fishhook cactus heet, is wel duidelijk.
de witvleugelduif drinkt nectar
nestje
skeletten
de uil
close up
Cactus Forest Drive
De ‘loop road’ die door het park loopt, de Cactus Forest Drive, is 8 mijl lang, met eenrichtingsverkeer. Hier en daar zijn uitwijkplaatsen en parkeerplekken. Als wij er zijn om een uur of tien in de morgen is er nog weinig ander verkeer. Wel is het al aardig warm. De zon brandt er ongenadig op. We smeren ons in met zonnebrand- en antimuggenspul want er zijn irritante knutjes. We stoppen vaak, want steeds zien we weer nieuwe soorten en vormen. Behalve de saguaro staan er namelijk veel meer soorten. Sommige cactussen dragen vruchten, soms heel veel, en andere bloeien met gele, rode, oranje of witte bloemen.
Op een plaats waar we stoppen en foto’s maken, groeien onaanzienlijke ronde cactusjes maar o wee als je erop of ertegen trapt! De stekels hebben weerhaken en zijn uit het rubber van mijn wandelschoenen nauwelijks te verwijderen. Als je die uit je vel moet trekken… Prickly pears noemen ze die cactusjes hier geloof ik. Op de enorme saguaro’s bloeien de witte bloemen in kransen om de top. Op de bloemen zitten vaak vogels, ‘whitewinged dove, witvleugelige duiven’ geloof ik, die van de bloemen eten, of de nectar eruit peuren.
Homestead Nature Trail
Tegen het einde van de rondweg maken we nog een wandeling door het snikhete zand. De Freeman Homestead Nature Trail. Gelukkig is er niet veel hoogteverschil want het loopt tegen de middag, de zon staat hoog en het is héét… We zien naast vele soorten levende en soms bloeiende ook verschillende dode saguaro-cactussen; op den duur blijft dan alleen het karkas ervan over. Dat overigens schilderachtig gevormd is, met bijna grafische patronen. We lopen door een droge rivier, en zien in een boom tegen een houtwal een enorme uil zitten op een tak. Hij kijkt naar ons en blijft onbeweeglijk zitten. Na wat scherpstellen en proberen heb ik een mooie scherpe foto van hem.
Het laatste stuk van de trail klimt wat. Ik ben blij als ik de auto weer zie. Het was gewoon heel heet en dat is ook vermoeiend. Daarna is het nog een klein stukje rijden en we zijn rond en weer bij de ingang/ uitgang. We vonden het zeer de moeite waard.
Het loopt intussen tegen een uur en we lusten wel wat. In een buitenwijk van Tuscon belanden we bij The Village Inn. Als het even kan zoeken we iets wat niet bij een landelijke keten hoort. Deze tent is niet toeristisch en de bediening is vriendelijk en nog jovialer dan Amerikaanse serveersters vaak toch al zijn. Maar wel dat het leuk blijft. We eten lekker; we stellen onze eigen lunch samen uit een aantal onderdelen. Op dat soort dingen zijn Amerikanen gek: kiezen uit heel veel mogelijkheden. Ik kies voor ei, bacon, hashbrown (dat is een soort Amerikaanse rösti, vet maar smakelijk; ze eten het hier ook als ontbijt…) en vruchten. Als we willen betalen maakt de serveerster ons erop attent dat deze week de klanten een gratis toetje krijgen en we hebben te kiezen uit diverse soorten taart. We kreunen. We zijn verzadigd. Och, dan nemen jullie het toch mee! En ze komt met vier niet zuinige taartpunten elk in een box. ’s Avonds c.q. de volgende dag eten we ze lekker op.
Drie opties: Tombstone, Saguaro west en Pima Air Museum
We hebben hier in Tuscon verder nog een paar opties voor de middag.
We wilden wel naar Tombstone, een dorp verder naar het zuid-oosten. Dat is het dorp van de beroemde (historische) sheriff Wyatt Earp. Phineas Clanton, Billy Clanton, Tom McLaury en Frank McLaury verkochten vee in Tombstone. Wyatt Earp was ervan overtuigd dat de Clanton- en McLaury-broers het vee stalen en dan in Tombstone verkochten en dat ze een van zijn paarden hadden gestolen. Dit leidde tot het vuurgevecht bij de O.K. Corral, waar ook Doc Holliday, Virgil Earp en Morgan Earp bij betrokken waren.
Wyatt Earp is een icoon van het Wilde Westen geworden. Hij komt in veel verschillende films, televisieseries en boeken voor. Het vuurgevecht bij de O.K. Corral is verfilmd met Kirk Douglas (Doc Holliday) en Burt Lancaster (Wyatt Earp) in de hoofdrollen, onder de naam Gunfight at the O.K. Corral uit 1957.
Volgens de volkstelling van 2000 telt Tombstone 1504 inwoners waarvan zo'n 87% blanken. Met een bezoekersaantal van 450.000 per jaar is het toerisme een belangrijke bron van inkomsten. De O.K. Corral en Boothill Cemetery zijn bezienswaardigheden en een deel van de stad is aangemerkt als Nationaal historisch District. In 2006 is er een actie gestart om de stad het aanzien van haar glorietijd terug te geven. Zo werden enkele geasfalteerde wegen weer in hun oude staat hersteld zonder asfalt. Uiteindelijk valt deze optie voor ons af want het is gewoon te ver rijden om nog enige vrije tijd in het dorp te hebben. De tweede optie was het Park Saguaro West, maar cactussen hebben we eigenlijk al veel gezien. (en morgen zouden we er nog veel meer zien, zomaar langs de weg, maar dat wisten we toen nog niet.)
Pima Air and Space Museum
De derde optie lokt mijn vrouw in eerste instantie niet zo aan, maar als we er eenmaal zijn, vindt ze het toch wel leuk: het Pima Air and Space Museum. Een groot museum met binnen exposities en buiten grote velden waar ook allerlei bijzondere toestellen staan opgesteld. Het is een van ’s wereld grootste niet-gouvernementele luchtvaartmusea. Ongeveer 300 vliegtuigen staan en hangen hier. Het ligt naast het vliegtuigkerkhof waar we gisteren al even waren. We bekijken eerst de toestellen in de lekker koele hallen. Ik zie bv. de Grumman F14A Tomcat; het toestel dat een grote rol speelde bij de evacuatie uit Vietnam in 1975. Je kunt plaats nemen in een echte bestuurderscabine. Er staan en hangen de wonderlijkste vliegtuigen waarvan je je afvraagt of ze überhaupt konden vliegen. Er is een model van het eerste succesvolle “zwaarder dan lucht”-toestel van de gebroeders Wright uit 1903.
toestel van Wright
bommenwerper WO II
zo moeilijk kan het toch niet zijn?
air force one van pres. Kennedy en Johnson
de air force one
B 52
guppy
achter...
voor
Air Force One
Maar ook toestellen uit de 2e wereldoorlog zijn er. En buiten staan er nog heel veel. Een paar presidentiële vliegtuigen, zoals die van J.F. Kennedy en L.B. Johnson, de Air Force One. De buitenmodel “Guppy” met de enorme hoge neus. En enkele exemplaren van de B-52 bommenwerpers die hun giftige en verwoestende ladingen op Vietnam uitstrooiden. Jaren later zagen we zelf in Vietnam nog de verwoestende effecten op mensen van het agent orange.
Ik maak een praatje met enkele mannen die hier suppoost zijn. Het zijn uiteraard luchtvaartliefhebbers maar de meeste hebben ook zelf gevlogen. Ze vinden het geweldig dat wij uit Nederland hier zijn om ‘hun’ vliegtuigen te bekijken. Dat het zo rustig is hier, komt doordat het nog geen seizoen is, vertelt de ene man. De komende maanden komt de moesson en dan regent het ’s middags een poosje, maar is het niet zo heet en dan komen er meer mensen. Nu is het wel erg heet, vindt hij ook, en het is ook wel erg vroeg in het jaar dat het al zo heet is. Morgen wordt de eerste dag dat de thermometer de 100 graden Fahrenheit (is bijna 38 graden Celsius) zal bereiken, vertelt hij. Op tv zie ik dat ’s avonds bevestigd.
We blijven tot het museum om vijf uur dicht gaat. ’s Avonds doen R en ik onze maaltijd met crackers, fruit en het stuk gebak. We kunnen op de kamer zelf koffie zetten en die smaakt ook nog redelijk goed. Voor vandaag hebben wij wel weer genoeg gegeten. We genieten op ons balkon van de heerlijke avond, de duisternis die langzaam naderbij schuift vanaf de bergen in de verte en de tuin eerst in een aangenaam zacht gedimd licht zet. Dan wordt het donker. De temperatuur blijft hoog. Vannacht hoeven we geen deken over.
uitzicht
heerlijk uitzicht vanaf ons balkon van La Posada
lekker eten op de veranda van dit mooie hotel
Donderdag 12 mei Bijzondere etappe van Tuscon, via de Apache Trail naar Sedona, met o.a. Ghost City, Tortilla Flat, Roosevelt Dam en Lake en de rode bergen van Sedona
Vroeg op, want het is een forse etappe en deels door de bergen over onverharde wegen. De zogenaamde Apache Trail gaan we vandaag doen. We zijn ervoor verzekerd, we weten de weg dus er kan ons niets gebeuren. Maar voordat we bij het begin van de Apache Trail zijn, is het nog een heel eind rijden. En daarvoor doen we eerst nog boodschappen in een enorme super. We slaan veel water in en broodjes voor de lunch.
Het snelst zouden we in Sedona zijn door de Freeways 10 en 17 north te nemen. Maar veel mooier en avontuurlijker is de route door de bergen. Vooral de Scenic Byway van het National Forest, genaamd de Apache Trail, wegnummer 88. Al in de voorbereiding en ook bij Jan Doets bleek ons dat we deze weg in ieder geval wilden rijden. Onverhard, door ruig gebergte, met nauwe passages, langs afgronden en bergwanden. Scenic Byways zijn speciale toeristische routes die niet zo geschikt zijn voor vrachtverkeer en soms ook niet voor campers.
Apache trail
Onze reisorganisator Jan Doets geeft als beschrijving van de route: “De Apache Trail is een ruim 40 mijl lange toeristische route, dwars door het ruige landschap van de Superstition Mountains in Arizona. De Apache Trail begint aan de oostzijde van Phoenix via de Apache Junction/Highway 88, tussen Sedona en Phoenix (v.v.). De trail heeft haar naam te danken aan het feit dat, lang voordat de huidige weg werd aangelegd, de Apache indianen al gebruik maakten van deze route. Het is een prachtige route langs een ruig berg landschap en diverse meren. Halverwege de route komt u langs Tortilla Flat, een 'gehucht' dat is ontstaan halverwege de 19e eeuw als goudzoekerskamp. U treft hier een (lunch)café in western stijl, wat zeker de moeite waard is om een stop te maken. TIP: Doordat 22 mijl van deze route niet geasfalteerd is adviseren wij u om onze ZERO-risk autoverzekering af te sluiten.”
In Tuscon nemen we, na de buitenwijken met tuintjes met cactussen, meteen in plaats van de freeway, de highway 77 en daarna de 177. Het zijn tweebaanswegen waarop we nauwelijks iemand tegenkomen. Het gaat door woestijngebied met praktisch net zo veel cactussen als we gisteren in het nationale park zagen. Soms is het wat heuvelachtig. Onderweg pauzeren we op een parkeerplek met overdekte zitplaatsen.
Het uitzicht uit de auto onderweg langs weg nr. 77; we zien grote roofvogels
en mijn vrouw ziet een prairydog
en ze kan er zelfs een foto van maken voordat het snelle beestje in zijn hol schiet.
Ghost Town
De aansluiting vanaf de Highway op de Apache Trail is zelfs met de TomTom nog even moeilijk te vinden, of liever, we nemen de verkeerde van de vijf afslagen waar allemaal de Trail op de borden staat. Maar het komt goed. Het eerste stuk is nog goed verhard. Een eind verder komen we langs een westerndorp, Goldfield Ghost town’. Het is natuurlijk allemaal nep, maar wel leuk gedaan. Het doet wel authentiek aan. Beetje Orvelte (Drents museumdorp), maar dan Amerikaans. Alles is er: een paar winkels, een bordeel, een kerk bovenaan de heuvel, en een café waar we op het houten terras neerstrijken.
We maken foto’s en drinken een kop koffie of ‘lemonade’: frisse citroenlimonade. Deze keer ingeschonken door een bij uitzondering wat knorrige bartender. Maar dat past hier natuurlijk ook wel in zo’n cowboydorp.
ghost town
het kerkje
de tien geboden
het 'bordeel'
Tortilla Flat
landschappen onderweg langs de Apache Trail
We zijn blij met de airco want de thermometer klimt tot boven de 100 graden Fahrenheit
Salt River
Nog verder is weer een bekend western’dorp’, bekender in ieder geval bij Jan Doets. Het staat ook op de landkaart, waarschijnlijk omdat er anders weinig op de kaart te zetten valt: Tortilla Flat. Verder is in de omgeving en langs de hele Apache Trail geen huis meer te bekennen.
Er is een winkeltje, een restaurantje, en een campground die van mei tot september gesloten is. Ja, u leest het goed. Veel te warm hier dan. We vonden het andere western ‘spookdorp’ leuker.
Tortilla Flat
We rijden langs water, de Salt River. Dan komt het stuk dat de wegverharding ophoudt. Bovendien gaat de weg klimmen en wordt smaller. Een echte bergweg. We schakelen de bergrem die op deze auto zit, in. Zo rem je automatisch af op de motor, zonder handmatig te hoeven schakelen. Handig. Er is niet veel tegemoetkomend verkeer. Dus we hoeven geen echt halsbrekende toeren uit te halen zoals stukken achteruit of manoeuvreren om een tegenligger voorbij te komen. Dat heb ik in Frankrijk bv. wel anders meegemaakt. Ik vind het rijden hier leuk, mijn vrouw houdt er niet zo van. De hoogste top hier in de buurt is de Castle Dome van 1617 m.
Fish Creek Canyon
Bij een brug diep in een kloof, deel van de Fish Creek Canyon, stoppen we voor foto’s en een slok water. De auto is bedekt met een dikke laag rood stof. Het wolkt eraf als je de achterklep opent en dichtdoet. Met het wegoppervlak valt het meestal nog mee. Er zijn wel wasborden en kuilen, maar het is goed te doen, al hobbelt het en rommelt alles door elkaar. Ook de auto rammelt hier en daar heb ik de indruk. Met droog weer kun je hier ook met een ‘gewone’ auto zonder 4X4 wel uit de voeten. Onze auto is hier wel in zijn element. Maar het is goed te begrijpen dat deze route voor campers verboden is.
Apache Trail
zand op de mooie nieuwe auto
bij Fish Creek Canyon
Broodjes bij het Apache Lake
Apache Lake in de verte
Apache Lake
met dit uitzicht eten we het meegebrachte broodje
Apache Trail
idem
Onze meegebrachte broodjes eten we op bij een mooi aangelegde parkeerplaats met zicht op het Apache Lake. Even verder is het Theodore Roosevelt Lake. Hier is de weg weer geasfalteerd. Bij de Roosevelt Dam nemen we een kijkje. Verder dan het hek komen we niet, maar we maken een paar foto’s.
Het begin, voor ons het einde van de Apache Trail, althans van het onverharde deel. Een zeer mooie 'scenic byway'.
Bij het meer gaan we linksaf, de # 188 op. Die loopt een heel eind langs het meer. Vervolgens komen we op de # 87 en de # 260, steeds noord en westwaarts. Het zijn tweebaanswegen, zeer rustig. Het landschap is afwisselend. Heuvels, bergen, vlakkere delen, meer en minder vegetatie. Verderop ook naaldbomen ineens! En stroompjes en riviertjes. Dan nemen we een eindje de freeway 7 noord en slaan al heel snel weer af, de # 179 op naar ons eindpunt Sedona.
De rode rotsen van Sedona doemen op in het avondlicht
we naderen Sedona
Rijdend naar het noorden op deze weg zien we in het geler wordende avondlicht opeens de rode rotsen van Sedona opdoemen. Het is een prachtig gezicht, een beetje onwerkelijk. Diep rood steken de rotsen af tegen het groen. En het oranje strijklicht van de zon maakt het bijna sprookjesachtig. We gaan op zoek naar ons hotel, waarbij blijkt dat Sedona misschien niet groot in inwoneraantal, maar wel groot in oppervlakte is. We bezwijken voor de verleiding om nog even wat van die rotsen in en rond het dorp te bekijken en foto’s te maken. Het licht is nu zo mooi!
prachtig, zo in het avondlicht
Dan toch vinden we tegen zeven uur “Sedona Super 8 motel”. Het blijkt te liggen in een van de drie wijkjes van Sedona, langs weg 89A. We blijven hier twee nachten. Morgen hebben we onze eerste van tevoren geboekte excursie. Wij hebben het voorrecht dat wij (als enige kamer) een extra badkamer hebben met daarin een jacuzzi! Heerlijk, zeker na zo’n lange dag.
Eerst eten we met z’n vieren in een restaurant min of meer op het terrein van het motel, de Golden Goose Grill. De bediening is zeer goed en het eten ook. Mijn ribeye is goed gebakken en mals. De anderen eten ook lekker zeggen ze.
Vrijdag 13 mei Sedona, jeep tour in Oak Creek Canyon, bezoek aan Montezuma Castle and Well en Tuzigoot pueblo en Jerome
Kaarten van Noord-Arizona met als centrum Sedona met links op de achtergrond de Grand Canyon en rechtsboven Monument Valley. Links Las Vegas.
We kunnen een beetje uitslapen, vanochtend. Bij het hotel hoort een inbegrepen ontbijt, waarvoor we naar het zaaltje achter de receptie moeten lopen. Het buffet is tamelijk beperkt maar het gaat ermee door. De mevrouw die de zaak verzorgt, zou bij ons gepensioneerd zijn, en ze lijkt niet blij met haar baantje.
Excursie met Pink Jeep Tours
Tegen half tien parkeren we de auto in een zijstraat en lopen we naar Pink Jeep Tours, aan de Mainstreet. We zijn nog ruim op tijd. Het blijkt goed georganiseerd: M hoefde zich alleen maar te melden en we bleken keurig gereserveerd te staan. We zijn niet de enigen. Ik schat wel twintig, dertig mensen staan te wachten op ‘hun’ jeep. Iemand van kantoor die dit kennelijk al jaren doet met steeds dezelfde zinsneden en grapjes, vertelt ons wat de bedoeling is. We moeten blijven staan en worden ingedeeld in groepjes van plm. zes personen. Dat betekent dat wij gezelschap krijgen van een … Nederlands echtpaar dat ook via Jan Doets reist, maar niet helemaal dezelfde route. Even later rijdt onze chauffeur van vandaag voor in de roze jeep. Roze, ja, het brutaalste roze dat je ooit op een auto hebt gezien. Hun beeldmerk. We stappen in, maken de gordels vast. Wel een zeer nuttige zaak in het terrein straks, hoewel de chauffeur zegt dat het gevaarlijkste stukje van de reis van vanochtend het stukje door de stad is. Mensen zijn hier in Amerika nog niet zo gewend aan rotondes en die zijn hier wel een stuk of wat.
de 'weg'
panorama
op het keerpunt van de excursie
the Metselaar-party
Gepland géén onderhoud
Al snel verlaten we het asfalt en meteen begint het gehobbel ook. Het is geen zandweg maar een weg die gewoon over de rotsen loopt. Enorme geulen en dikke stenen versperren de weg, maar niet voor deze jeeps. De passagiers worden heen en weer geslingerd en ik heb naast de chauffeur nog wel de beste plek misschien. De man vertelt een en ander over zichzelf en over het gebied waarin we rijden. Dat de rotsen zo rood zijn door het ijzeroxide dat erin zit, dat wist ik al. Maar dat er zoveel organismen in de bovenste harde korst op de aarde zaten, had ik me niet zo gerealiseerd. Het duurt erg lang voor die korst zich weer heeft hersteld nadat erop getrapt is, dus staan in veel natuurgebieden bordjes met teksten als ‘Don’t bust the crust’. De weg was eigenlijk de hoofdweg naar Flagstaff vertelt de man, maar er is in geen 15 jaar meer onderhoud aan gepleegd. Ik denk bij mijzelf: dat zal de gemeente en/of de staat ongetwijfeld in nauw overleg doen met pink Jeep Tours en al die andere touroperators die moeten leven bij de gratie van het bestaan van dit soort wegen. Zodra hier een onderhouden asfaltweg of zelfs begaanbare onverharde weg ligt, gaat iedereen met zijn eigen auto… en weg is je winstgevende bedrijf. Er zijn maar liefst 80 gidsen/chauffeurs van afhankelijk. Die kip met gouden eieren ga je niet slachten door een weg beter te maken.
Wel erg simpele excursie
We rijden in drie kwartier omhoog, de bergen in. Aan het eind; beter gezegd, zomaar onderweg maar het eindpunt van de excursie, stoppen we tien minuten en kunnen we foto’s maken en een slok water drinken. Dan begint de terugweg. Dezelfde weg drie kwartier terug. De gids is enthousiast genoeg, de omgeving is mooi, maar we stoppen verder niet meer voor een foto. Eigenlijk is het een wel erg simpele excursie. Het uitzicht boven is mooi, maar omdat je lang niet bovenop een berg bent, eigenlijk vrij gewoontjes, vergeleken met wat we onderweg hiernaartoe al zagen. Nee, het valt me een beetje tegen. Misschien hadden we de duurdere versie van de tocht moeten nemen. Van de ‘panoramische vergezichten’ waarvan de omschrijving in onze reispapieren rept, is geen sprake.
Precies op tijd zijn we terug. Een geoliede excursiemachine. Jeff krijgt nog een tip, en dan is het voorbij. In het Pink Café dat vast zit aan het jeepbedrijf drinken we een grote cappuccino. De zon is lekker warm. We zitten heerlijk op het terras met uitzicht op…tja wat anders dan rode rotsen. En op de Oak Creek, een rivier die hier door het dal stroomt.
MIDDAGEXCURSIE
National Monument Montezuma Castle
We halen nog even wat spullen in het hotel en gaan dan op pad voor de middagexcursie. In de buurt ligt het National Monument Montezuma Castle. Dat is geen kasteel, maar een aantal woningen gebouwd in een soort grot in een rotswand. Dit historische ‘monument’, in de buurt van Camp Verde, Arizona bestaat dus uit klifwoningen. Ze zijn gebouwd door de Sinagua Indianen rond het jaar 1400. Toen Europese Amerikanen de klifwoningen in plm. 1850 ontdekten, beschreven ze abusievelijk dat de woningen waren gebouwd door de mythologische held Montezuma, niet te verwarren met de Azteekse heerser van Mexico. Al in 1694 wordt in Spaanse geschriften gesproken over de "Casas de Montezuma". In de kalkstenen rotswand is een gebouw van steen en mortel van maar liefst vijf verdiepingen hoog gebouwd. Er zijn 20 kamers waarin 50 mensen konden wonen. De overhangende rotswand beschermt het gebouw tegen de regen. In een ander deel van de rotswand zijn de resten van een nog grotere woning gevonden. Op het terrein staat een maquette van hoe het geweest is.
Montezuma Castle
maquette
Net een moderne flat
We kopen in een winkel bij een benzinepomp een lekker broodje (sandwich noemen ze dat hier). Je kunt zelf kiezen hoe je het broodje wilt. Buiten eten we het staande op. Het smaakt me prima. Dan verder op weg. Het is toch nog drie kwartier rijden, plm. 36 mijl. Er is een grote parkeerplaats en een ontvangstcentrum. Wij hebben gratis toegang op vertoon van onze Annual pass. Het is een heerlijke plek voor zo’n warme dag, want er staan heel wat bomen die de wandeling naar de rotswoningen aangenaam maken. Onder een overhangende rotswand is een imposant bouwwerk geplaatst. Het is van bruine en crème adobe gemaakt en doet met zijn strakke vorm denken aan een moderne flat. Tot 1951 kon je als bezoeker klimmen tot de woningen en erin ronddwalen. Wegens de kwetsbaarheid heeft men dat beëindigd en nu kun je alleen van beneden af ernaar kijken. Borden beschrijven wat het is en wat je ziet. Er zijn beneden nog resten van bouwwerken, misschien van een toegangsweg. Tegen de wand van de rots waarin de woningen zitten, zie ik grote nesten geplakt, waarschijnlijk van zwaluwen (?).
Montezuma Well
Je kunt nog even verder lopen naar de rivier. Op de maquette kun je mooi je een voorstelling maken van hoe het geweest is binnen en hoe mensen er leefden. Via een lus lopen we terug naar de auto.
Een eind naar het noorden is een tweede historisch ‘monument’, de Montezuma Well. Dat is een natuurlijke bron die eens in een grot verborgen was. Dit waterreservoir is ontstaan doordat de kalkstenen grot instortte. Nu stromen er het hele jaar door miljoenen liters water in de Well. Sinds de achtste eeuw wordt het water gebruikt voor irrigatie. Via onzichtbare kanalen wordt het water afgevoerd. Als je het hele betonnen pad in een lus afloopt, en even van het pad afdaalt dan kun je een deel van deze kanalen nog zien. Het is er lekker koel.
Het water dat nu opwelt, is al 10.000 jaar oud. De theorie is dat het van het Coloradoplateau komt en via allerlei steenlagen diep onder het aardoppervlak zich een weg heeft gezocht en hier dus omhoog gestuwd wordt. De fantastische diep groene kleur doet me denken aan poelen in Yellowstone. Het zijn vast algen die deze kleuren veroorzaken.
Montezuma Well
ook hier oude rotswoningen van indianen
Ranger met onzichtbare uil
Bij de Well staat een ranger die kennelijk blij is weer bezoekers te zien. Hij wijst op de overkant van de grote groene watermassa. Daar in de rotswand zou een grote uil moeten zitten. Hoe ik ook speur met mijn telelens, ik ontdek hem niet. Met mijn smartphone maakt de ranger een foto door zijn grote kijker. Maar ook daarop ontdek ik geen uil, ook later op het grote computerscherm niet. Maar ’t is een mooi verhaal en de man is heel vriendelijk. Hij wijst ons ook op de rotswoningen, die ook hier boven het water te zien zijn. In de hitte wandelen we het pad af. Ernaast staan mooie graspluimen te wiegen in de wind. En kleine maar prachtig bloeiende cactussen. Beneden bij de afvoerkanaaltjes stonden onder de hoge platanen felgele akeleien te bloeien. Een heel gevarieerd landschap en biotoop. Iedere keer weer worden we in dit land verrast door de afwisseling in landschappen en vegetatie, soms op relatief korte afstand.
rechts: afwateringskanaaltje van de Montezuma bron
Tuzigoot pueblo
Er is nog een historische plek die we nog kunnen bekijken, maar dat is nog weer ruim een half uur rijden. Het is richting Jerome, een dorpje dat we ook nog wilden bekijken. Het gaat om een ruïne. Het Tuzigoot pueblo (pueblo=dorp) is herbouwd, althans deels, en wel zo dat je de contouren van het dorp goed kunt zien. Ook hier een receptie (gratis toegang voor ons) en een wandelpad, maar het is intussen half vijf en de ranger waarschuwt dat om vijf uur de zaak sluit en het toegangshek dicht gaat. Wij zetten dus een spurtje in en krijgen een snelle indruk van dit dorp op een heuvel.
reconstructie van Tuzigoot pueblo
Jerome
Voort gaat het naar Jerome. Daarvan zagen we een folder; een dorp dat wel leuk moet zijn. Het Jerome State Historic Park is natuurlijk dicht na vijf uur. Dat is jammer maar we kunnen nu eenmaal niet alles doen. Het dorp maakt werk van het thema Ghost City maar valt ons nogal tegen. Er is ook een commercieel Ghost City, maar ook dat is net dicht. De excentriek ogende eigenaar scheurt net weg op zijn quad. Voor de ingang van het dorp/ de winkel hangt een aantal kunstbloemen met schaaltjes met suikerwater. Er omheen wemelt het van de kolibries. Een hele tijd zitten we gebiologeerd naar de snelle beestjes te kijken en proberen ze scherp op de foto te krijgen. Dat valt niet mee, omdat ze zo snel zijn maar vooral omdat het licht al aardig minder intens wordt. Het terrein waar we zijn, is een zeldzame zooi. Overal oude auto’s, wrakken, min of meer oldtimers die nog kunnen rijden wellicht. Een oude tankwagen en een brandweerauto. Op één oldtimer zie ik een sticker dat de eigenaar op Trump stemt. Verbaast me niet als ik dit alles zie.
onderweg van Jerome terug naar Sedona
Thaise Basil Fawlty
We zitten hier vrij hoog en moeten dus een heel eind afdalen om weer terug naar Sedona te komen. In Sedona eten we bij een Thais restaurant. Er zit nog wel redelijk wat publiek maar wij vinden het een rare tent. De bediening doet ons denken aan Basil van Fawlty Towers. De man neemt onze bestelling op maar vraagt niet of we wat willen drinken. Als ik hem wenk en te kennen geef dat ik een Corona (Mexicaans bier) wil bestellen, kijkt hij alsof hij verbaasd is over mijn vraag. Drinken? In een restaurant? Nee toch! De andere gasten aan onze tafel wordt weer niet gevraagd of ze ook iets willen, misschien. Die laten het er verbluft bij. Het eten dat ik besteld heb, grote garnalen in saus met groenten, smaakt prima moet ik zeggen. De anderen vinden wat ze voorgezet krijgen maar niks. Ook dat nog. De rekening is niettemin redelijk hoog, niet in de laatste plaats doordat de eigenaar alvast maar 18 % (!!) bij het bedrag opgeteld heeft voor de ‘service’. Tja, we kunnen er niet onderuit dat te betalen. Als we zelf hadden kunnen bepalen wat deze ‘service’ (niet dus) ons waard was, dan was er een heel laag bedrag voor de tip uitgekomen. In de jacuzzi in het hotel vergeten we alle leed en ontspannen heerlijk na een weer zeer volle dag.
Zaterdag 14 mei Etappe van Sedona naar Tusayan bij Grand Canyon; Oak Creek Canyon, Sunset Crater N. Monument, Grand Canyon in regen en wind
panorama Grd. Canyon
Half negen vertrekken we na een ontbijt bij de mevrouw met het oorwurmgezicht. Het hotel was overigens prima, zeker die kamer van ons met de jacuzzi…
We moeten vandaag naar de volgende halteplaats: de Grand Canyon. We kiezen onze route over de voor de hand liggende weg door de Oak Creek Canyon. Op een parkeerplaats stoppen we om de kloof in te kunnen kijken. Het landschap lijkt hier op wat je in Europa kunt zien in de Alpen of Noorwegen of de Pyreneeën etc. Een kloof met veel bomen erin en er omheen. Op de parking staan kraampjes van indianen die allerlei snuisterijen verkopen. De jongelui kopen er iets voor het thuisfront.
Oak Creek Canyon
Op de verdere route hebben we weer een paar opties. Er is de grote Meteor Crater, 54 km oost van Flagstaff, met een doorsnee van 1,5 km en een diepte van 170 m. Vroeger trainden ze hier astronauten voor de maanwandeling. Maar deze bezienswaardigheid ligt toch wel aardig uit onze route, en de toegang kost $ 18 p.p. We hebben er eigenlijk ook niet genoeg tijd voor. Dus kiezen we voor optie 2, een andere krater.
Sunset Crater
In Flagstaff kun je meteen wegnr. 64 nemen naar de Grand Canyon, maar omdat we nog wel wat tijd hebben, rijden we over de # 89 en dan naar de # 64, dus een beetje oostelijke omhaal. Daar is namelijk de Sunset Crater. We wandelen er en eten ons meegebrachte broodje op. Sunset Crater is een dode vulkaan die is ontstaan door een serie uitbarstingen tussen 1040 en 1100. Hierbij ontstond een kegelvormige krater, genaamd slakkenkegel, waarbij sinters, tufsteen en as vrijkwamen. De Sunset Crater vulkaan is het recentst uitgebarsten en het minst geërodeerd van de 600 vulkanen van het San Francisco Vulkaanveld. (bron: wikipedia). Het grootste deel ervan is nog steeds onbegroeid en dat geeft een merkwaardig, wat desolaat effect. Er staan dode bomen die de beklemmende sfeer nog verhogen. Op 26 mei 1930 werd Sunset Crater uitgeroepen National Monument door president Herbert Hoover. In 1990 werd de naam veranderd naar Sunset Crater Volcano National Monument. Het park wordt per jaar door meer dan 200.000 toeristen bezocht. Ze kunnen de krater bekijken vanaf een pad aan de voet van de krater. De krater zelf mag sinds 1974 niet meer beklommen worden, omdat wandelaars te veel erosie veroorzaakten.
We volgen de 34 mijl lange ‘scenic loop’, door soortgelijk landschap. We kunnen wegens tijdgebrek niet alles bekijken, want Grand Canyon wacht en daar zijn we maar één nacht. Weg # 64 loopt parallel aan de Little Colorado river. Ook die heeft een canyon uitgeslepen; vanaf de weg kun je die nu en dan zien. Boven de canyon zie ik donkere wolken zich samenpakken. Het is winderig weer.
Canyon van de Little Colorado
GRAND CANYON OF THE COLORADO
Desert View Point of the Grand Canyon
We rijden het National Park of the Grand Canyon binnen. Weg 64 gaat daar doorheen; je moet dan dus een pasje hebben of betalen. We stoppen op een grote parkeerplaats bij Desert View Point. Er zijn meer dan tien van zulke ‘viewpoint’ dus je moet kiezen als je maar een deel van de middag en een ochtend ter beschikking hebt. In de vlagerige wind maken we foto’s van de enorme canyon. In een vrij vlak landschap zakt de bodem ineens voor je voeten plm. 1500 meter naar beneden. Een merkwaardige sensatie. Dat water een 1600 meter diepe kloof kan uitslijpen. Niet voor niets een van de grootste natuurlijke wereldwonderen.
panorama
de Colorado diep beneden
Extreme erosie
‘De Grand Canyon is een zeer brede en diepe kloof in het noorden van de Amerikaanse staat Arizona. In de loop van miljoenen jaren heeft het water van de Colorado deze kloof in het landschap doen ontstaan. Deze extreme erosie werd mogelijk doordat het gebied waarin de kloof ligt steeds verder omhoog rees. De Colorado erodeert ongeveer 16 cm per 1000 jaar. De canyon is ongeveer 435 kilometer lang en heeft een breedte die varieert tussen 15 en 29 kilometer. Het gesteente dat nu bloot komt te liggen is volgens metingen circa 2 miljard jaar oud. De geologische structuur is onderdeel van de Grand Staircase, (net als een park als Bryce overigens). Ondanks de grote breedte is de overkant van de canyon vanaf vrijwel elk punt goed te zien. Dit komt door de extreem lage luchtvochtigheid in het woestijnachtige gebied waardoor de lichtabsorptie hier uitermate gering is. De wanden van de Grand Canyon zijn roodachtig gestreept door de verschillende samenstellingen van de lagen in de successie. ‘ (Wikipedia).
Hoge luchtvochtigheid bij Mather Point
De overkant kunnen wij nog wel zien, maar de luchtvochtigheid is vandaag helaas niet zo laag. Integendeel: als we even verder bij Mather Point op een immense parkeerplaats uit de auto stappen, (na een poosje rondrijden en zoeken naar een leeg plekje) is het koud en begint het zachtjes te regenen. We laten ons niet afschrikken. Regenjack aan (paraplu heeft geen zin in de harde wind) en gaan. We verbazen ons over wat we zien, je kunt het eigenlijk niet beschrijven. Via een fraai aangelegde infrastructuur met betonnen wandelpaden kom je aan de rand van de kloof. Van achter het hek kun je de kloof goed zien. Even verder kun je op een vooruitstekende punt nog dieper de kloof in kijken. Het is indrukwekkend. Ondanks de regen zijn er toch nog veel mensen. Die zijn net als wij natuurlijk maar kort hier en dan wil je wel. Maar het gaat harder regenen, soms hebben we de indruk dat er natte sneeuw in zit. De wind jaagt de kou door het regenjack heen en ik sta met de anderen te bibberen. Gisteren hadden we 25 graden. Nu denk ik niet meer dan een graad of acht of tien. Gevoelstemperatuur is voor mijn idee iets van vijf graden. We maken toch nog wat foto’s, met de grauwe wolken boven de kloof en de overkant die min of meer oplost in vocht. We besluiten dat dit niet leuk meer is en dat we ons hotel gaan opzoeken. Weg 64 komt eerst door Grand Canyon Village. Daar zijn veel ‘faciliteiten’ zoals ze dat noemen, voor toeristen. Er is hier een enorme infrastructuur gebouwd om de vijf miljoen bezoekers (waarvan 1,2 % uit Nederland en daarmee staan we in de top-vijf) jaarlijks te kunnen verwerken. Toch staat ons hotel niet hier.
eerst wat regen en dan breekt de bui pas goed los....
Tusayan, Red Feather Lodge
Een eind verder naar het zuiden is een tweede toeristendorp uit de grond gestampt: Tusayan. Daar gaan wij naartoe. The Red Feather Lodge heeft twee kamers voor ons gereserveerd. Onder begeleiding van donder en regen laden we de spullen uit en rollen ze naar de kamer. Het weer blijft de rest van de avond zo slecht. Dus van een South Rim bezoek bij zonsondergang is geen sprake helaas. In plaats daarvan zoeken mijn vrouw en ik iets te eten. Het restaurant dichtbij is zo vol en er staat zo’n rij van mensen die nog een plek willen, dat wij dat voor gezien houden. Er is ook nog een Wendy’s, dat is een keten van simpele snackbars. Ik bestel er (na staande bestudering van het menu op grote borden (ik heb daar zo’n hekel aan…)) een salade met kip en een grote beker sinas/mango, --mierzoet. We wandelen terug onder jagende wolken, maar het is droog en dat is al wat. We houden wel ons hart vast voor morgen want als het dan nog zo waait, gaat onze helikoptervlucht boven de canyon dan door?!
Zondag 15 mei Helikoptervlucht boven de Grand Canyon, Mather Point nu in de zon, Etappe van Tusayan naar Mexican Hat langs de Painted Desert, wondermooi Monument Valley en Mexican Hat
De eerste blik vanmorgen door het raam vertelt ons dat het weer ten goede is omgeslagen. Een blauwe lucht met witte wolken en matige wind. Nog niet warm, maar dat mag je in mei ook niet verwachten op deze hoogte. We zitten hier op de South Rim (zuidelijke rand) immers op meer dan 2200 meter hoogte. Het zal vandaag een prachtige dag worden met alleen maar hoogtepunten.
HELIKOPTERVLUCHT GRAND CANYON
De heli's vliegen af en aan. Wij krijgen de reddingvesten aangegespt.
wachten tot die van ons komt...
en dan is-ie er
Op de weegschaal
Ontbijten gaan we in het restaurant dat gisteren zo druk was. Nu een stuk minder. Na een misverstand mogen we van het buffet eten. Omdat we wat laat zijn, halen we de $ 22 die dit kost er niet uit met ons bordje yoghurt en wat fruit. Maar goed, things happen. Het is maar drie minuten rijden van ons hotel naar het vliegveld van Tusayan. We zijn er ruim op tijd, hadden geen idee hoe lang tevoren we verwacht werden. Dat stond niet op de voucher. Het inchecken gaat wonderlijk snel. Niks paspoortcontrole, rugzakcontrole en uitgebreide security zoals we die we voor onze vlucht boven de Nascalijnen in Peru moesten ondergaan. Hier: melden aan de balie. De man heeft alles klaar staan in de computer. Terwijl je voor de balie staat, word je al gewogen. Dat moet om je zo te kunnen indelen dat de helikopter evenwichtig beladen wordt. We krijgen dan een kaartje op de borst en een badge die onze plaats vaststelt.
‘U vertrekt vanaf Tusayan en vertrekt in noordelijke richting. Vanaf het moment dat u over de Rim bent gevlogen, wordt het pas echt duidelijk hoe groot/diep de Grand Canyon is. (Circa 435 km lang en de breedte varieert van 15 tot 29km!) U ziet de Colorado Rivier kronkelen door de Canyon. Aan de overkant" van de South Rim treft u de North Rim, welke een stuk hoger is gelegen. De kleuren van de zon op de Canyon maken het tot beeld compleet.’ (Jan Doets).
Lawaaiig insect
Dan is het wachten. Het duurt nog even. Het schema loopt uit. Dan zijn we toch aan de beurt. Een grote zwarte man maakt ons zwemvest vast (zwemvest?!), tja, je vliegt boven de Colorado… Weer wachten. Dan mogen we naar buiten. We zijn met ons vieren en dat vult een heli. Bij het platform weer wachten. De man die daar staat, vertelt ons dat hij verleden week hier nog een roedel herten op het terrein zag. Hij heeft de foto op zijn telefoon. Nu zien we wel keutels maar geen herten.
De heli’s van “Papillon Grand Canyon Helicopters” vliegen af en aan. Eindelijk landt er zo’n lawaaiig insect op het tegelplatform voor ons. Als de mensen uitgestapt zijn, worden wij binnen het hek geleid. De man maakt een foto van onze twee stellen, die kunnen we straks vast kopen. Dan onder de draaiende wieken door naar de deur. In de heli worden we geholpen met de gordels en de koptelefoons. We zitten goed: elk aan het raam. Er zijn twee piloten. Op de koptelefoons zegt de captain e.e.a. en dan komt er muziek.
eerst de saaie 'boerenkool' en dan ineens zakt de bodem onder ons weg
en dan zit het er alweer op.
Ineens zakt de bodem onder ons weg
Take off. We draaien een rondje boven het vliegveld en zijn dan al snel boven de bomen die er zo van boven inderdaad uitzien als de spreekwoordelijke boerenkool. Heel vlak land, saai zelfs. En dan ineens zakt de bodem weg, lijkt het wel. En vliegen we boven een totaal ander landschap. Het saaie groen maakt plaats voor een explosie van kleuren. Het vlakke land voor een kloof met diverse niveaus. Tussen de 16 en 29 km breed en tot plm. 1500 m diep. De heli vliegt naar de North Rim en er vlak langs, dan boven de Colorado, diep beneden als een klein stroompje te zien, maar in werkelijkheid een forse brede rivier. Wij vliegen in een minuut van South Rim naar North Rim; als je dat met de auto wilt, is de afstand meer dan 300 km! Zo blijven we een kwartiertje hangen boven de kloof. Ik maak foto’s door de plexiglas raampjes (met wat krassen en spiegelingen) en wat filmpjes. Eigenlijk te laat ontdekken we dat de raampjes open kunnen en dat niemand er iets van zegt. Toch kunnen de foto’s weinig overbrengen van wat we beleven. Filmpjes al iets beter.
Dan is het feest alweer afgelopen en zet de piloot koers naar de luchthaven. Na een half uurtje stappen we weer uit en dat was het dan. Nog even zwaaien naar de piloot; binnen in het stationsgebouw hangen de gemaakte foto’s. Ingelijst in een kartonnen ‘diploma’. Wel leuk. Als we de prijs ($ 20) zien denken we ‘hmmm, toch maar niet’. In de winkel koop ik een petje voor mijzelf en voor de buurman. En een T-shirt van Route 66. Tenslotte hebben we gisteren in Flagstaff een stukje van die legendarische road gereden. Niet veel van gemerkt trouwens behalve wat schildjes langs de weg met het bekende beeldmerk.
GRAND CANYON/ Mather Point revisited
We overleggen wat we nog kunnen doen vandaag. Vanmiddag staat Monument Valley ook nog op het programma, dus we kunnen hier niet al te lang meer verblijven. We besluiten ons gisteren in het water gevallen bezoek aan Mather View Point over te doen. Dat levert in de zon van nu wel heel andere foto’s op.
In het dorp drinken we nog even koffie en kopen een broodje bij een troosteloze vestiging van Subway en dan op weg naar Mexican Hat.
De route van vandaag ziet u hier
Painted Desert en Elephant’s Feet
We komen met weg # 160 langs de rand van de Painted Desert (de geschilderde woestijn). Het is een tweebaansweg door landschappen uit de verfdoos, inderdaad. Niet spectaculair maar steeds anders. Bergen, heuvels, plooien in het landschap, in de kleuren wit, crème, geel, rose, bruin, paars, groen, zwart en wat ertussen ligt. Ons broodje eten we op aan de voet van de Elephant’s Feet, een vreemde rotsformatie zomaar in het verder tamelijk vlakke land. Het is weer warm vandaag. Alsof we gisteren niet klappertandden van de kou. Maar hier zitten we weer in de woestijn en niet meer zo hoog. Het landschap wordt weer wat groener en dan verandert het weer en komen de eerste mesa’s of tafelbergen in zicht. De rode bergen, bekend uit de Marlboro reclames. Soms idd plat als een tafel, maar soms lijken het wel beelden die zo uit de werkplaats van een beeldhouwer komen. Op een parkeerplaats maken we nog eens foto’s van de auto.
de weg langs de rand van de Painted Desert
Langs de weg # 160 en 163
'n eindeloze weg maar geen moment saai; rechts de Olifantspoten waarbij we onze lunchstop hielden.
nog (lang) niet in het park, maar de 'monumenten' staan ook gewoon langs de weg
naast de Ford Explorer
driver # 1
MONUMENT VALLEY TRIBAL PARK
we verbazen ons over het landschap langs de weg, hoe bijzonder moet het eigenlijke Park Monument Valley dan wel zijn?!
panoramafoto's
Aan de state border: we verlaten hier Arizona en worden verwelkomd in Utah.
San Juan County; daarin ligt het State Park. San Juan is een rivier; daaraan ligt ons hotel voor vannacht.
Life elevated
We komen nu in San Juan County. “The worlds greatest outdoor museum” roept een groot bord. En even verder steken we de grens van Arizona met Utah over. Borden aan weerskanten van de State Border. Arizona, dat we verlaten, roept: “The Grand Canyon State welcomes you” en Utah dat we nu inrijden houdt het bij de spreuk die naast de boog van het park Aches op alle autonummerborden uit deze staat staat: “Life elevated”. Leven op een hoger plan, zoiets.
even voor het park
Ik maak foto’s want hoewel we niet in een park zijn, nog, is het landschap al bijzonder. Een panoramafoto lijkt op de skyline van een stad met flats en torens. Het zijn dus bergen. En dan in die rood-bruin-paarse kleur oprijzend uit een groene vlakte geeft het een lichtelijk hallucinerend beeld: is dit echt?! Als we de weg rechtsaf inslaan naar het park Monument Valley zien we de Nederlanders met wie we samen in de Pink Jeep zaten in Sedona. Dat is nu de derde keer dat we ze zien. Zelfs in de States is de wereld klein als je ongeveer dezelfde route rijdt.
en daar zijn we er dan: misschien wel het mooiste park dat ik deze reis zag: Monument Valley Navajo Tribal Park
Monument Valley Tribal park
Het Monument Valley Tribal park is eigendom van de Navajo indianenstam, vandaar dat ‘tribal’. De indianen staan erg op hun ‘onafhankelijkheid’ als volk; ze spreken dan ook van hun Navajo Nation. Het is dus geen nationaal park en daarom geldt ons jaarpasje hier niet: we moeten betalen. Het kost $ 20 voor auto plus inzittenden. Die prijs vonden wij het achteraf zeker waard. We passeren het hokje van de mevrouw en laten het gebouw met faciliteiten rechts liggen en gaan meteen de onverharde roestbruine wegen op. Het stuift en hobbelt soms maar verder zijn de wegen goed te doen. Soms hobbelt het wel wat erger, maar niet zo erg als op de Apache Trail.
het 'visitor centre'
de scenic drive door het park is onverhard
Meteen na de bocht ontvouwen zich al prachtige panorama’s. De ‘loop road’ door het park is 17 mijl lang (plm. 27 km). We genieten van elke mijl. Telkens is het panorama weer anders; we stoppen op veel plekken voor foto’s. De bergen en beeld-achtige pilaren hebben namen die ontsproten zijn aan de fantasie van wat men erin zag, bv.: De drie zusters, de Camel Butte, de Elephant Butte. Een van de bergen is genaamd de Rain God (regengod) Mesa.
Mesa’s, buttes en spires
Geologisch gezien is dit natuurlijk (ook) een heel apart gebied. ‘Miljoenen jaren geleden bevonden zich in dit gebied veel meer rotsen, die bestonden uit diverse soorten gesteente. De zachtere lagen zijn door erosie weggesleten, waardoor zich de zogenaamde mesa’s hebben gevormd. Dit zijn brede rotsen die aan de bovenkant plat zijn. Het voortdurende erosieproces zorgt ervoor dat ook een mesa zeer langzaam wegslijt. De hardere bovenlaag slijt minder snel dan de zachtere zijkanten, een mesa wordt daardoor dus steeds smaller. Als de breedte van rots uiteindelijk kleiner is dan de hoogte, is het niet langer een mesa, maar een butte. Ook de butte slijt langzaam weg, totdat er een spire overblijft, een rotsnaald. Die uiteindelijk langzaam geheel zal verdwijnen.’ (www-ontdek-amerika.nl) (Deze website is wel vaker geciteerd. )
je kunt hier paarden huren
Raingod Mesa
‘De vallei, gelegen op het Colorado Plateau op een hoogte van zo'n 1700 meter boven zeeniveau, bestaat uit zandsteen en siltsteen en heeft zijn karakteristieke rode kleur te danken aan het in de bodem aanwezige ijzeroxide. Door erosie van de bodem hebben zich zandsteenformaties gevormd die tussen de 100 en 300 meter hoog zijn en namen als East and West Mitten, Totem Pole en Three Sisters dragen. Het gebied rond Monument Valley was eens een laagland. Gedurende miljoenen jaren werd er, door erosie van de toen nog jonge Rocky Mountains, materiaal gedeponeerd waardoor langzaamaan een plateau ontstond dat bijna 5000 meter boven zeeniveau reikte.’
Decor van o.a. westernfilms
‘Monument Valley is wellicht een van de meest gefotografeerde gebieden van Amerika. Het decor van de rode rotsformaties en de omringende woestijn heeft als set dienstgedaan in menige western en documentaire over het Wilde Westen. Enkele films die hier zijn opgenomen zijn de door John Ford geregisseerde film Stagecoach uit 1939 met John Wayne in de hoofdrol, Sergio Leone's Once Upon A Time In The West en Clint Eastwoods The Eiger Sanction. Ford zou nog negen andere films in het gebied maken. Ook Back to the Future III is hier deels opgenomen. Ook heeft Monument Valley gefigureerd in televisiefilms en -series, advertentiecampagnes en reisbrochures als hét symbool van het Westen.’ (wikipedia)
Iconisch hoogtepunt
Terwijl we genieten van alles om ons heen pakken er wel weer donkere wolken samen. Wij krijgen er gelukkig geen regen van zolang we in het park zijn. Wel zorgen de wolken en de zon die er tussendoor schijnt voor dramatische lichteffecten. Dat zorgt voor prachtige foto’s al zeg ik het zelf. Ik vind dit bezoek het hoogtepunt tot nu toe van de reis. Dit gebied is terecht iconisch geworden voor ‘het wilde westen’.
San Juan Inn and tradingpost
Tegen sluitingstijd verlaten we het park. De donkere wolken zijn nu echt dreigend. Ik maak buiten het park nog een fraaie plaat zo uit de rijdende auto. Dan is het toch nog een eind rijden naar het hotel. En het is hier een uur later door de Mountain Time die ze hier hanteren t.o.v. de Pacific Time in California en Arizona. Eigenlijk in Arizona niet, maar omdat ze daar niet aan zomertijd en zo doen, loopt het ’s zomers gelijk met California. Maar goed, laat bij het hotel dus. De San Juan Inn is al een heel oude herberg en tradingpost. Tradingpost, echt zo’n naam uit het verleden, from the times Ol’ Jesse James. Het hotel ligt in een vrijwel verlaten gebied, zomaar langs de weg, bij een brug en aan de rivier. Een dorp of nederzetting is er niet.
Het is er gemoedelijk. De sleutel (een echte, niet zo’n kaartje) krijgen we zonder plichtplegingen. In het restaurant de Olde Bridge Grill kunnen we nog eten. Straks dan maar de bagage naar de kamer. Ik neem de forel. Superlekker. Lokaal biertje erbij. Het restaurant heeft hoegenaamd geen pretenties, maar het is er gezellig, de bediening is correct; de jongeman moet ’t nog leren zegt hij zelf eerlijk, maar ’t gaat goed. En het voedsel is goed.
het motel, we hebben een kamer beneden, hier links
Zo komen we pas om half tien in het donker bij de kamer. Even zoeken en we kunnen ons installeren. Wat een dag! Twee hoogtepunten in een dag. Goed weer. Wat wil een mens nog meer.
Het hotel en de tradingpost worden ook gerund door indianen; het ligt nog net binnen het ‘reservaat’. Het doet allemaal wat campingachtig aan, ’t is niet heel luxe maar ’t is goed. En gezellig. Ik vind het een van de leukste hotels van de vakantie. Zeker als we morgenvroeg nog even tijd hebben om de omgeving te verkennen, wat foto’s te maken en even in de zon op het terras aan de rivier te zitten. Heerlijk. Vannacht is het heel stil hier. Echt zo’n adresje waar we wel een dagje rust hadden willen nemen…
San Juan River
Maandag 16 mei Etappe van Mexican Hat naar Moab. Prachtige Scenic Byway, National Park Natural Bridges en western eten
We doen vanmorgen rustig aan. We ontbijten in het restaurant. Het is prachtig weer en ik loop over de brug over de San Juan en maak foto’s van het restaurant/ hotel en de omgeving. Het gebouw waarin het hotel en de winkel en zo zitten, gaat helemaal op in de omgeving, geplakt als het is tegen de rotswand en opgetrokken in dezelfde kleur steen. Op de oprit ligt een doodgereden slang. Met R kijk ik rond in de winkel met fraaie spullen, door indianen gemaakt. De meeste dingen zijn mooi maar heel duur. We kopen wat voor de buren die altijd op ons huis passen.
INDRUKKEN VAN SAN JUAN INN AND TRADINGPOST en omgeving
het hotel valt weg tegen de rotsen
hier aten we en ontbeten we
de San Juan river naast het motel
Rond half tien vertrekken we.
Dit is de route met een omweg over een prachtige ‘scenic byway’, de # 261.
Mexican Hat, een Mexicaanse sombrero
dit is dus de Mexicaanse hoed, bij Mexican Hat
SCENIC BYWAY ROAD # 261
Eerst nog even de rots op de foto zetten die de naam aan dit plaatsje heeft gegeven. Het is inderdaad net een Mexicaanse sombrero. Rechts van de weg is een parkeerplaats, waar je de rots goed kunt zien en fotograferen. Je kunt er ook nog verder naartoe tijden, maar daarvoor ontbreekt ons de tijd. We nemen vervolgens weg #261, weer zo’n ‘Scenic Byway’. Hij voert langs de Valley of the Gods en daar ongeveer verdwijnt (ook hier) het asfalt (hadden we niet meteen verwacht) en klimt de weg omhoog, vrij ruige bergen in. Het is hier net zo mooi als in een natuurpark. Onderweg stoppen we om te kijken, te fotograferen en om uit te kijken over de wijde vlakte beneden ons. De kleuren frapperen me telkens opnieuw. De azuurblauwe lucht met witte wolken, de tamelijk groene vlakte beneden, doorregen met roestbruine tot rode gesteentemassa’s. Dichterbij zie ik ook geel en oranje. Hier en daar een schaarse bloeiende bloem en gras met mooie aren die in de wind geen seconde stil hangen. Het duurt even voor ik ze scherp op de foto heb. We genieten van het fenomenale panorama en de intense stilte. Geen auto komt voorbij.
hwy 261
idem
ook nog hwy 261
uitzicht(en) op de Valley of the Gods
nog steeds hwy 261...
nog langs highway 261,
dus niet in een park. 'Zomaar' langs een zeer mooie scenic byway.
Nationale Monument: Natural Bridges
Aan het eind van de weg gaan we linksaf, om een bezoek te brengen aan het Nationale Monument Natural Bridges. De naam zegt het thema van dit park al: de natuur heeft hier met behulp van water en wind en vorst bruggen gemaakt. Rotsen die nu de vorm van een brug hebben. Er is een verschil tussen een brug en een boog en dat zit ‘m in de ontstaanswijze. Een brug is vnl. geërodeerd door water en een boog door wind en evt. water. Vandaar dat bruggen in ravijnen voorkomen en bogen staan meer vrij op bijv. rotsvlaktes. Binnen de parkgrenzen van Natural Bridges National Monument liggen twee ravijnen, Armstrong Canyon en White Canyon, waar drie grote natuurlijke bruggen in zijn gevormd. Die bruggen zijn gevormd door zijtakken van de Colorado River; het water heeft het zachte zandsteen aan de onderzijde uitgesleten. De bruggen zijn te zien vanaf uitkijkplaatsen die langs de parkweg liggen, het is ook mogelijk naar de bruggen toe te wandelen.
Sipapu bridge
Sipapu Bridge en Horsecollar Ruin Overlook
Ook wij rijden die park-lus van plm. 15 km en we stoppen als eerste bij Sipapu Bridge. De grootste en meest spectaculaire, maar hij valt wat weg tegen de achtergrond. De brug is 67 m hoog met een spanwijdte van 82 m; hij is plm. 16 m dik bovenaan. De naam betekent in de Hopi-taal ‘opening tussen twee werelden’ en deze indianen geloven dat hun voorouders hierdoor naar onze wereld zijn gekomen. Er is een goed aangelegd pad (2 km v.v.) naartoe, dat wel even stevig klimt. Bij de Horsecollar Ruin Overlook wandelen de jongelui een eindje naar een oude indianenwoning en wij genieten van het uitzicht. Er staan struiken prachtig te bloeien, waarvan de bloemen wel wat lijken op onze meidoorn.
bij Horsecollar Ruin Overlook
Kachina bridge en Owachomo Bridge
Kachina bridge is de jongste; in 1992 is er nog een stuk rots van vier ton van onder afgevallen. Hij is 62 m lang en 28 m dik. Lopen op deze bruggen is overigens streng verboden. De oudste en meest fragiele brug is de Owachomo Bridge met een spanwijdte van 55 m en deze is maar 3 meter dik. Wij bekijken de bruggen voornamelijk vanaf de viewpoints terwijl M&M bij Owachomo even verder wandelen om de brug ook van onderen te zien. Dat is natuurlijk mooier, maar het is R en mij te ver en een beetje te steil.
Owachomo
Owachomo Bridge
Boeddhistische stupa
We verlaten tegen half twee het park via dezelfde weg als we kwamen en volgen nu de vrijwel uitgestorven # 85 en bij Blanding de # 195 naar Moab. Zeer rustige landelijke wegen, zonder spectaculair landschap maar wel altijd wat te kijken. Soms hoge bergen met flink sneeuw erop ver weg, dan een paar steenklompen die zomaar uit het landschap oprijzen. Intussen pakken dreigende wolken samen. Achter ons is het spectaculair donker. Opeens zie ik voor ons een kleine camper, met een …bekend geel nummerbord! Nederlanders met hun eigen camper. Een eind verder stoppen we op een parkeerplaats waar zij ook even komen staan. Ze zijn al 3 maanden onderweg en hebben nog 6 maanden te gaan. Dan kan het al snel uit om de camper te verschepen, zo vertelt de man ons. Ze doen alles ineen zeer rustig tempo, en staan vaak bij mensen uit een community, die ze onderweg tegenkomen. Vrienden van vrienden. We bekijken de steenklomp niet ver van de parkeerplaats, die precies een heel oude boeddhistische stupa lijkt. De sneeuwbergen op de achtergrond: mooi foto.
sneeuwbergen op de achtergrond
net een boeddhistische stupa toch?
Dramatisch wolkenlandschap
De andere kant op kijkend zie ik een dramatisch wolkenlandschap zich aan het ontwikkelen. Er dreigen serieuze buien. Ik maak een panoramafoto met de wolkenlucht op 2/3 en de daarbij vergeleken nietige auto op de parkeerplaats op 1/3. ’t Is een van mijn betere foto’s vind ik zelf.
Als we Moab naderen, verschijnen er weer rode rotspartijen in het beeld. Met nog steeds heel donkere luchten en nu en dan regen rijden we Moab binnen en vinden we ons hotel. Met ons motel, ‘Motel 6’ van een keten, is niks mis, recentelijk gerenoveerd en netjes, maar sfeer is er niet. Er is een kleine receptie waar je koffie kunt tappen maar niet kunt zitten. ’t Is een budget hotel, en omdat we hier drie nachten blijven, hadden we achteraf een beetje meer sfeer wel leuk gevonden. Maar goed, we zijn er voornamelijk voor het slapen.
onderweg naar Moab
we naderen het stadje Moab
Eten bij Susie’s Branding Iron
Na een uurtje rusten gaan we eten. De jongelui hebben op de tablet een heel goed bekend staand restaurant gevonden, dat bijna buiten het stadje ligt. Susie’s Branding Iron, het brandijzer van Susie, daar verwacht je echt Amerikaans eten en dat klopt wel. Ik kies van de kaart een ribeye van 6 ounces, dat is ruim 450 gram. Friet, bonen, en fry bread erbij. Het is allemaal lekker, vooral de ribeye is super, die smelt in je mond. Maar het is ook allemaal wel veel, ook geheel Amerikaans. Erbij een Mexicaans biertje. In het zuiden vind je vrij veel Mexicaanse bieren, de Corona vind ik lekker fris op een warme avond. We hebben het erover wat we verwachten van de excursie morgenochtend. Die hebben we in Nederland al geboekt en behelst dat we met een jeep een hele ochtend de bergen in gaan met een gids/chauffeur. Half acht worden we verwacht dus we maken het niet te laat.
Dinsdag 17 mei: Moab, N.P. Canyonlands, Island in the Sky, Dead Horse View State Park; N.P. Arches met o.a. een vermoeiende maar prachtige wandeling naar de Delicate Arch
onze jeep voor de ochtendexcursie
Een blik naar buiten stemt niet vrolijk. De trucks maken een zuigend geluid als ze over de highway het motel passeren. Wilde wolken en alles is nog wel heel nat, maar op het moment is het droog. Die dag zal het in de loop van de dag steeds verder opknappen en zeker ’s middags hebben we prachtig weer.
Het is maar een kippeneindje rijden naar de plek waar we starten. In tegenstelling tot de Pink Jeep Tours van vorige keer is hier geen glanzend kantoor en twintig klaar staande jeeps. Waar we de auto parkeren is het zelfs een beetje … tja, een rommeltje. Oude auto’s, zooi. Het kantoortje is een houten bouwsel, maar we worden verwacht en alles is prima voor elkaar. We moeten nog wel even een ‘waver’ formulier ondertekenen. Dat is een soort ‘verklaring van afstand’, waarin je verklaart dat je geheel uit vrije wil de tour onderneemt en dat je bekend met de risico’s en die aanvaardt en voor je eigen rekening neemt. Dat belooft wat, denk ik bij mezelf. Het is nog maar twintig over zeven als onze chauffeur er al is, Addy, een enthousiaste jonge meid met een onafscheidelijk groen mutsje over kortgeknipt blond haar. Ze stelt voor om dan maar meteen te gaan. Prima. We wurmen ons in de Jeep Wrangler Rubicon. De Rubicon is de ultieme versie van de Jeep Wrangler met o.a. een ‘tussenbak’ (die de versnellingen verkleint zodat er meer kracht beschikbaar komt) en op beide assen een elektronisch sperdifferentieel. Dat zorgt er simpel gezegd voor dat een wiel minder snel spint en dus meer grip op de bodem heeft. Kortom, hiermee komen we vandaag niet vast te zitten.
Canyonlands National Park
in een grot met onze gids Addy
dirt roads...na de regen van gisteren echt dirty
prachtige plek met uitzicht over canyons van Canyonlands N.P. ...
...met o.a. talloze hoodoos
brug? grot?
'n zeer merkwaardig landschap
De dirtroads zijn vandaag echt dirt
Dat is wel nuttig, want door de vele buien van vannacht is alles nog heel nat en de rode zandsteen is dan heel glibberig. We zijn snel het stadje uit en na een eind rijden steken we een spoorbaan over en belanden we op de dirtroads. Die naam is dus vandaag zeer toepasselijk. Soms duiken we een plas in en spoelt het water zelfs over de voorruit heen. Gelukkig heeft deze versie een hardtop.
Als we de eerste keer uitstappen, zitten we meteen onder de rode modder want de zijkant van de jeep is niet meer geel maar oranje en zonder de modder te raken uit de nauwe auto klimmen is niet mogelijk. Ach, dat droogt wel en we hebben gelukkig nog schone kleren in de koffer. (In het motel is trouwens een doe het zelf wasserij). De eerste stop neemt Addy ons mee een grot in. Even verder wandelen we naar de rand van een canyon, waar we een mooi uitzicht hebben. Een onverharde weg zien we met veel haarspelden naar beneden kronkelen.
De wegen zijn slecht tot zeer slecht, maar ik heb hier de indruk dat we ergens ‘naartoe gaan’, ik bedoel, op de eerste jeep-excursie reden we een stuk de berg op en halverwege keerden we en reden we terug. Op de kaart kon ik onze route niet helemaal terugvinden, maar we kruisen heel wat af in dit ruige gebied met z’n kleurige rotsen, fel bloeiende bloemen, en fantastische uitzichten.
een heel sterk boompje, en al oud ook
we naderen de Mesa Arch
Nationale Park Canyonlands/ Mesa Arch
In de loop van de morgen komen we het Nationale Park Canyonlands binnen. Hier moet ik even onze annual pass laten zien bij de receptie en kunnen we even naar het toilet. We rijden verder en parkeren en wandelen dan naar de beroemde Mesa Arch. Een natuurlijke boog die oprijst in het landschap en die op de rand van een spectaculair ravijn ligt, vanwaar je een ronduit fantastisch uitzicht hebt over de hele vallei voor je. Schitterend! We kijken en fotograferen; Addy maakt foto’s van ons vieren op de mooiste plekken. Dezelfde krachten die de Mesa boog schiepen, zullen haar na eeuwen ook eens vernietigen. Op mijn vraag of hier geen aardbevingen zijn, glimlacht Addy. Nee, we zijn hier zó ver van de breuklijnen in California dat hier nooit aardbevingen zijn. Anders was er van de ‘arches’ weinig meer over, zei ze ten overvloede. Maar wind, water en vorst breken de bogen wel af. Eens wordt alles weer stof.
rechts een fotomontage die niet helemaal past bovenaan...maar wel een goeie indruk geeft
daar zitten we dan, bij de Mesa Arch in N.P. Canyonlands, een wel heel bijzondere plek
de boog van opzij
M&M
Dead Horse Point State Park
We genieten, ik vind deze ochtend zeker een van de hoogtepunten van onze reis. Vervolgens rijdt ze ons naar het Dead Horse Point State Park. Ook hier nog weer een onvergetelijk uitzicht over de canyons, die dit park zijn naam hebben gegeven. De Colorado heeft hier wel minstens zo’n mooi landschap geschapen als de veel beroemdere Grand Canyon. En het is hier veel rustiger, dat is ook een groot voordeel.
Dead Horse Point
Addy wijst ons oude rotstekeningen
Als we denken dat ze nu wel richting de basis zal rijden, het loopt immers al tegen de middag, stopt ze langs de weg om ons nog even wat rotstekeningen te laten zien die hier duizenden jaren geleden door inheemse volken zijn gekrast in de rode rotsen. En dan zit het er toch echt op, onze excursie door en langs de canyons van Canyonlands National Park. We zetten onze dank kracht bij met een flinke tip voor Addy. Als ik de vorige jeepexcursie een zesje gaf, is dit wel een 9 ½ .
We kopen wat belegde broodjes bij een super die we op de kamer opeten. Flesje Naked fruitsap erbij. Prima lunch.
‘t Nationale park Arches
Na de lunch gaan we meteen weer op pad, want het nationale park Arches ligt hier bij wijze van spreken om de hoek. Ook dit park is misschien niet zo bekend bij het grote publiek, maar dat is volstrekt onterecht. Al meteen na het passeren van het visitor centre gaat de weg omhoog en zien we Moab kleiner worden. Links is een parkeerplaats met korte wandeling die zicht biedt op wat ze hier noemen ‘Park Avenue’, vanwege de rotswanden en –formaties en zandsteenpilaren die met enige fantasie doen denken aan een avenue in een grote stad. Prachtig doorkijkje.
Park Avenue
“Nergens ter wereld komen zoveel natuurlijke rotsbogen voor, als binnen de grenzen van Arches National Park. Naast de vele bogen komen in het park ook allerlei andere grillig gevormde rotsformaties voor. Een groot deel van het park is eenvoudig bereikbaar via een 18 mijl lange weg en diverse wandelpaden, maar er zijn ook gebieden die je pas kan bezichtigen na het maken van een lange trektocht. In de zomermaanden lopen de temperaturen vaak zo hoog op dat zelfs een korte wandeling al behoorlijk inspannend is. Je kunt dit park dan ook het beste in de lente of in de herfst bezoeken.” (ontdek-amerika.nl) Het ontstaan van een geologische boog begint met een uitholling in een berg. ”Die uithollingen werden steeds verder uitgeslepen, waardoor op veel plaatsen openingen ontstonden. Op deze manier hebben zich in dit gebied meer dan 2000 bogen gevormd. Een opening wordt als boog gezien als de overspanning minstens 90 centimeter (3 feet) breed is; de hoogte is niet van belang. De grootste boog in het park, Landscape Arch, heeft een overspanning van 93 meter.”
petrified dunes
Balanced Rock
Petrified Dunes en Balanced Rock
We komen bij de Petrified Dunes. Een tamelijk vlak landschap, dat idd aan duinen doet denken. Een eind verder komen we langs de ongelooflijke balancerende rots, ‘Balanced Rock’. Op een voetstuk van zacht zandsteen balanceert een enorm rotsblok met een gewicht van 3 miljoen kilo dat uit een hardere zandsteensoort bestaat. De totale hoogte bedraagt 39 meter. Deze aparte rotsformatie is goed vanaf de weg te zien, maar je kunt er ook omheen lopen. De wandeling is ongeveer 500 meter lang. Het is vlak aan de weg, dus wij sparen onze krachten.
Delicate Arch
We rijden nu eerst door naar Delicate Arch. Het laatste stuk van de weg ernaartoe, vanwaar je de boog op afstand kunt zien, is afgesloten wegens werkzaamheden. Noodgedwongen moeten we dus de trail gaan lopen. Nou ja, er moet niks, maar de delicate boog willen we toch alle vier wel zien.
Maar eerst een parkeerplaats vinden! De grote parkeerplaats die er is, staat vol. We rijden een paar rondjes en warempel, het geluk is met ons, er gaat iemand weg. Wij schieten de plek in. Dan pakken we de rugzak, stoppen er een paar flesjes water in, en smeren ons in met zonnebrand. We zijn er klaar voor!
Bord bij het begin van de trail:
‘De wandeling naar deze boog is erg zwaar’
“Delicate Arch Trail
Afstand (totaal): 4,8 kilometer
Hoogteverschil: 146 meter
Duur: 2,5 uur
Delicate Arch, bijna 14 meter hoog en ruim 10 meter breed, is de bekendste boog in het park. De wandeling naar deze boog is erg zwaar omdat er onderweg geen schaduw is, en omdat je moet rekenen op flink wat hoogteverschil. Neem minstens 1 liter water per persoon mee! In het begin ga je via een houten hangbrug het riviertje Salt Wash over, de trail is hier goed aangegeven. Daarna kom je in meer rotsachtig gebied, en wordt de trail aangeduid met kleine stapeltjes stenen. Je moet flink omhoog, en loopt aan het einde over een bijna 200 meter lange smalle richel. Pas aan het einde daarvan krijg je Delicate Arch te zien, samen met een van de mooiste uitzichten van het hele park. Op de terugweg kun je vlak voor de hangbrug rechtsaf gaan, je komt dan via een zandpad bij een aantal rotstekeningen van Ute-Indianen. (Tijdens het hoogseizoen kan het moeilijk zijn om een parkeerplaats te vinden!)” (ontdek-amerika.nl)
bord met info en waarschuwingen aan het begin van de trail
…daarachter zal het wel zijn, toch?
We vertrekken met z’n vieren maar de jongelui zijn al snel een heel eind vooruit. Vlak aan het begin staat zo’n gebouwtje van ongeveer een eeuw oud, waar boeren in hebben gewoond en dat Amerikanen nu beschouwen als een heel oud en eerbiedwaardig relict. Eenmaal over de rivier begint de klim met een deels uitgehakt pad.
Mijn vrouw en ik doen rustig aan, en dat gaat vanzelf want het is een flinke klim, het is intussen bloedheet geworden en eigenlijk gaat het de héle heenweg omhoog. Nu eens meer dan anders, maar wel steeds door. Er zijn meer mensen om ons heen die er moeite mee hebben, zie ik wel. Als we staan uithijgen voor de kale rots die geleidelijk omhoog loopt, denken we: daarachter zal het wel zijn, toch? Ja, maar na nog wel een drie kwartier klimmend lopen. Het pad is niet overal even duidelijk aangegeven, maar je hoeft de mensen maar te volgen. Go with the flow, is het hier letterlijk.
Het laatste stuk gaat over een smalle richel, waar je elkaar net kunt passeren. Gelukkig is het nog niet héél druk. En dan ineens is-ie daar: een enorme zandstenen boog, van oranje gele steen. Prachtig alleenstaand in het landschap. Er onderdoor kijkend zie je de sneeuwbergen in de verte. Ik veeg het zweet van mijn gezicht en denk aan een handvol sneeuw om me te koelen. Of een gekoeld drankje. Gelukkig hebben we nog water. Warm geworden, weliswaar, maar heerlijk.
de moeizame helling (bij plm. 28 graden)
terugkijkend zijn we al een heel eind geklommen
er is veel te kijken onderweg, bv. zo'n yucca en een beginnende boog
en daar is hij dan, het symbool van de staat Utah, Delicate Arch
twee bogen...
zo begint elke boog: klein en weer de helling, nu naar beneden
Geen houvast
De boog ligt op een schijnbaar niet zo sterk hellende rotsvlakte, maar dat valt vies tegen. Ik doe heel voorzichtig, maar ik zie anderen flinke risico’s nemen. Een man zal wel even langs de boog lopen. Hij begint te glijden, valt en daar is dus echt helemaal niets om je aan vast te klampen. Zijn handen zie ik klauwen naar een struikje of zoiets, maar ze vinden niets. Anderen schieten toe om de man overeind te helpen en op een vlakker stuk te brengen. Mijn hart slaat nog even een paar keer over. Dat nergens bordjes staan betekent dus niet dat het hier een veilige speeltuin is. Even later loopt een meisje naar beneden en spant onder de stenen boog haar lichaam met de buik omhoog in een boog, precies evenwijdig met de stenen boog. Ik ben niet helemaal op tijd met mijn foto, ze ontspant alweer. Toch ‘n leuk gezicht. M&M waren hier al even en die gaan nog even een eindje verder langs de helling. Ik ga ook een klein eindje maar ’t wordt me toch te steil. Zittend genieten we van het ogenblik, van de boog, van het wijde uitzicht. Utah, Delicate Arch, daar zitten we dan toch maar! Wat een voorrecht. We zijn blij dat we hebben doorgezet, onderweg, en ondanks de zwaarte van de wandeling en de inspannende klim zijn doorgegaan. Het is de moeite zeker waard.
Bloeiende cactusjes
Onder ons, schuin voor ons, zitten een paar Zwitserse meiden. De ene tekent de boog na in een schetsboek. Ik vraag of ik er een foto van mag maken. Maar hij is nog niet af, zegt ze, maar ze vindt het toch goed en wel leuk dat ik het vroeg. Na een poosje genoten te hebben, moeten we weer terug. Nu gaat het voornamelijk naar beneden, dus dat is minder inspannend, maar wel slecht voor onze knieën. Eerst weer over de smalle richel. Nog steeds komen we mensen tegen.
Heel in de verte zien we de parkeerplaats liggen. Onderweg stoppen we om foto’s van bloeiende cactusjes te maken en van andere fraaie bloemen.
op weg over de scenic loop door het park naar Devil's Playground
idem
nog een natuurlijke boog, een van de vele 'Arches'
parkeerplaats bij Devil's playground
een aantal indrukken op de weg terug naar de ingang
bij The Windows section
diverse bogen ook hier weer
we naderen Court House Wash
deze rots zou lijken op een gerechtsgebouw
Devil’s Playground en Windows Section
Na een uur of drie zijn we weer bij de auto. Wat zitten die autostoelen heerlijk. We rijden de rest van de rondweg af, tot bij de Devil’s Playground. Daar zijn wat faciliteiten en kunnen we onder andere onze waterflesjes allemaal weer vol laten lopen.
Op de terugweg ziet het er toch allemaal anders uit. Ik maak nog foto’s uit de auto van bizarre vormen en bogen. Bij de Windows Section stoppen we nog weer. Ook hier is het lastig om een open parkeerplek te vinden. Hier zijn meer bogen (‘windows’, vensters) en je hebt er een magnifiek uitzicht over de vlakte waar we net door reden. Ik fotografeer de vlakte met op de voorgrond zo’n fraai bloeiende yucca.
Verderop rijden we door een coulisselandschap met de meest fantastische vormen. Ik zie er een modern kantoorgebouw in, of een enorm schouwburgtoneel met de gordijnen nog dicht. We naderen de uitgang van het park.
Een volle en best vermoeiende dag ligt achter ons. We zijn ongeveer twintig uur in touw. Zeer wel besteed vinden we. Het weer werkte ook erg mee. In de loop van de dag werd het steeds mooier. ’s Avonds eten we lekker in het stadje, met live countrymuziek.
Woensdag 18 mei Moab en omgeving, soort van rustdag aan de Colorado
Vandaag onze eerste en enige ‘rustdag’, met min of meer rust, deze vakantie. Mijn vrouw en ik ondernemen wel iets maar niet veel. De jongelui gaan paardrijden in de vallei van de Colorado. Wij gaan mee, en met de auto rijden we naar een heel grote parkeer- en recreatieplaats aan de rivier de Colorado.
de ranch ligt op een pracht plek in het dal van de Colorado
Relaxen aan de Colorado
Van die recreatieplekken zijn er hier meer langs de rivier. Vaak is er een kampeerterreintje, dat meestal vol is en blijft, hoewel je er niet heel lang achter elkaar mag staan. In dit geval is het een groot terrein met kampeerterrein, en een enorme (niet verharde) parkeerplaats, en daarnaast een overdekt stuk waar je kunt relaxen, barbecueën, zitten, enz. Wij nemen er ons gemak van, ik lees, R maakt sudoku’s, de Colorado kabbelt en vogels rommelen in de oeverbegroeiing. Langs de oever aan de andere kant een indrukwekkend landschap en dat kan kloppen want we zitten eigenlijk naast het park Arches, maar dan aan de andere kant van de Colorado. Het is hier zeer rustig, stil, zeker nu de kanovaarders vertrokken zijn van de steiger vlakbij.
zo heerlijk rustig aan de Colorado river
Als we denken dat de ruiters ongeveer terug kunnen komen, rijden we terug naar de ranch. Daar duurt het nog even. We kijken rond in de omgeving, bloeiende cactussen en andere planten bloeien ondanks de droogte en de hitte. In de verte nadert de groep ruiters. Ik maak nog wat foto’s. Voor we terug naar de stad kunnen, gaat er nog wel wat tijd overheen. We eten dus laat, in een restaurantje aan een plein in de Moab, Eddy Mc.Stiff’s. Daarna gaan wij naar het hotel, de jongelui gaan nog wat winkelen, kijken naar westernspullen voor de paardrijhobby thuis.
bloemen in de buurt van de ranch
de ruiterij komt terug
R en ik zitten een poosje moederziel alleen bij het hotelzwembad. Ja, dat is er dan nog wel bij dit verder nogal basic ingerichte motel. Je zit er een beetje in het geluid van de doorgaande weg erlangs, maar dat is niet storend. ’s Avonds eten we de gekochte sandwich op de kamer op. Na de late en uitgebreide lunch hebben we zo wel genoeg. Overigens: als je bij een restaurant een sandwich to go bestelt, heb je kans dat ze er ook friet bij doen en dat had dan voor ons weer niet gehoeven. Koude sandwich is lekker maar koude friet niet.
ons goede maar wat sfeerloze motel in Moab
Donderdag 19 mei Via eenzame Scenic Byways de etappe van Moab naar Bryce Canyon, via National Park Capitol Reef; langs Grand Staircase Escalante National Monument
Onze route van vandaag: klik HIER
Om acht uur hebben we de sleutel ingeleverd en rijden we de # 191 noord, langs het Canyonlands park, dan de freeway # 70 west en na korte tijd daar alweer af, de eenzame # 24 zuid door de San Rafael Desert. We komen nauwelijks verkeer tegen. Een enkele vrachtwagen en een paar van die 12 m lange campers met uitschuifbare erkers en een aanhanger erachter met een auto erop en op het dak naast de airco’s een paar surfplanken en een boot. Ach ja, je moet op alles voorbereid zijn als je in Amerika gaat kamperen. Wij kijken naar het landschap en hoewel het eenzaam en verlaten is, is het allesbehalve saai. Woestijnen zijn er in veel verschijningsvormen, dat weten we intussen van onze reizen, en hier is het weer anders dan we tot nu toe zagen. Soms groenig van lage harde struikjes en soms rode aarde, soms een oase, soms met bergen op de achtergrond, die eens grijs zijn maar dan weer oranje-rood, met allerlei vormen. Ook verder op de achtergrond bergen met nog sneeuw erop.
St. Rafael Desert
Een stop in de woestijn. Maar er staan dan (bij een bronnetje ?) wel deze fraaie zonnebloem-achtigen uitbundig te bloeien
koffie in Hanksville
Koffie in Hanksville
Het enige plaatsje van betekenis is Hanksville, op een kruispunt gelegen van de # 24 en de 95 zuid. Hanksville, zo moet een dorp in het diepe zuid-westen van de States heten vind ik. Wij volgen de afbuigende weg 24 west. In het dorp zien we een ‘steak house Slick Rock Grill’ waar de mevrouw ons van koffie voorziet in blauwe emaillen mokken. Refills zo vaak je wilt, en alles voor een paar dollar. Op de tafels staan boekjes met humoristische teksten. We vinden het een grappig adresje. Verderop stoppen we nog eens om de omgeving in ons op te nemen. Op de krukdroge grond (waar overigens wel sporen van water te zien zijn) groeien hele plakken van lage cactussen die volop prijken met hardrose bloemen. We zitten hier in het gebied van de ‘Waterpocket Fold’, een meer dan 150 kilometer lange plooi in de aardkorst - een vrijwel uniek geologisch fenomeen.
Capitol Reef Nat’l park
Dan is het al niet zo heel ver meer naar de grens van Capitol Reef Nat’l park. Een niet zo bekend park, dat toch wel de moeite waard is. Het park dankt zijn naam aan een van de bergen die op het Capitool in Washington zou lijken. In 1865 was dit een van de laatste gebieden in de V.S. die nog niet op kaart waren gebracht tot John Wesley Powell vanaf 1869 een aantal expedities naar de streek leidde.
we rijden het Capitol Reef Park binnen
Mormoonse historische boerderij
groen uitstralende bergen (op de foto grijs)
roosters voor de afgesloten uraniummijnen
historische boomgaarden bij Fruita
panorama's van een hooggelegen punt in Capitol Reef
Mormonen in Fruita
‘Capitol Reef ligt in het zuiden van de staat Utah. De belangrijkste toegangsweg is de UT-24, die het park over een afstand van ongeveer 17 mijl van oost naar west doorsnijdt. Aan die weg ligt het enige Visitor Center; daar begint een 10 mijl lange zijweg die naar het zuiden loopt.’ Dat is de Scenic Drive die wij gaan rijden. Al langs de # 24 en ook als je de ‘loop’ oprijdt, zie je overblijfselen van de Mormoonse cultuur. De Mormonen zijn hier in begin 20e eeuw naartoe getrokken en hebben o.a. boomgaarden aangelegd die er nu nog zijn. Langs de Fremont River bij de Fruita kampeerplaats staan nog prachtig onderhouden boomgaarden. Wat moet het hier in de lente mooi zijn als al die bomen bloeien! Niet dat het er nu niet mooi is, overigens.
Ook zie je het oude schoolgebouwtje Fruita Schoolhouse. Fruita is in 1880 gesticht door de Mormonen die trouwens hier in Utah een meerderheid vormen. Hier kun je nog de oude meubels en gebruiksvoorwerpen zien. Rond het jaar 1900 gaf de 14-jarige Nettie Behunin, de dochter van een van de eerste pioniers, les aan de kinderen van de acht families die hier woonden. Dat moet een krappe boel geweest zijn, het schooltje is kleiner dan onze garage.
Uraniummijnen
Langs de Scenic Drive (een verharde smalle asfaltweg) stoppen we geregeld voor foto’s. Een eindje een onverharde zijweg oprijden brengt ons bij vroegere uraniummijnen. Begin 1900 werd hier uranium gedolven. Men gebruikte het voor medische doeleinden, men dacht dat het reumatische aandoeningen kon verlichten of zelf genezen. Nu mag je niet langer dan één dag in het gebied verkeren en eventueel water mag je er absoluut niet drinken. De lage gangen zijn nu afgesloten met metalen roosters, waardoor vleermuizen nog wel naar binnen kunnen.
Sommige lagen gesteente langs de rotswanden zijn grijs maar gloeien groen op in de felle zon. Op de foto is daar weinig van terug te zien. R. neemt wat steentjes mee die prachtig groen zijn in de zon, maar later in de schaduw grijs. Ik zeg: wie weet hoe radioactief die steentjes zijn! En daarop gooit R ze maar weg. We rijden de Scenic Drive tot het eind en weer terug. Op een hoog gelegen viewpoint maak ik wat panoramafoto’s van het wilde rode land om ons heen.
Helaas hebben we geen tijd om dit park te tijd te gunnen die het verdient, want je zou hier best een aardige wandeling kunnen maken, er zijn ‘trails’ genoeg. Maar helaas is het maar een park voor zomaar onderweg voor ons. We moeten verder naar Bryce. Voor we het park verlaten, nog een zijweg, waar we op een parkeerplaats een magnifiek panorama hebben op de hele omgeving.
Grand Staircase Escalante, van zomer naar winter
We verlaten weg # 24 en nemen # 12 naar het zuiden. Ook dit is een heel eenzame weg. Merkwaardig is dat onderweg niet alleen het landschap maar ook het klimaat drastisch verandert. De rode rotsen maken plaats voor grijze bergen, deels bedekt met naaldbomen, en het weer verandert van woestijnwarmte naar de kilte van gebergte ruim boven de boomgrens. Hier moet het nog lente worden! Er ligt nog sneeuw langs de weg; tussen de bomen zien we nu en dan groot wild, herten. Als we even op een parkeerplaats stoppen, zien we een hele kudde. Helaas te ver weg voor een duidelijke foto. Het weer nodigt ook niet om er even uit te gaan. Het is koud en nu en dan striemt een regenvlaag langs de auto. De weg loopt op een gegeven moment (in de buurt van Escalante) over een bergkam waar aan beide zijden slechts weinig ruimte naast de weg is, zodat we het gevoel hebben ‘door de lucht’ te rijden. Je ziet als je naar buiten kijkt, alleen maar wolken, en dat aan beide zijden! Een heel merkwaardige sensatie. Normaal is er aan een kant afgrond en aan de andere kant rotswand, nu is er aan beide kanten afgropnd. Helaas is het te koud en te nat om hier een foto te maken. ’t Is echt winterweer. De thermometer komt niet boven de acht graden C. Ten zuiden van waar we hier zijn ligt het immense Grand Staircase Escalante Nat’l Monument. Ook daarvoor hebben we verder helaas geen tijd.
We klimmen sterk. Opeens uit de woestijn. Naaldbomen! Koud!
hier heerst de winter nog
sneeuw...
dikke buien, ijzige kou, rijden over de bergkam bij Escalante
verderop klaart het gelukkig weer op.
Bryce Canyon City met Bryce View Lodge
Tegen half vijf komen we aan bij Bryce Canyon City. Het is een volstrekt sfeerloos dorp, opgetrokken in revolutiebouw, om onderdak te bieden aan de tienduizenden toeristen die jaarlijks de wonderbaarlijke pracht van Bryce Canyon komen bekijken. Het hotel heet Bryce View Lodge en ligt volgens de touroperator op een toplocatie. Nu, dat klopt, want op loopafstand ligt het station van de gratis shuttlebus naar het park. Maar verder is er aan het grote motel met diverse vleugels en enkele verdiepingen kraak noch smaak. Maar we zijn hier om te slapen en voor de Canyon, dus eigenlijk kan het niet beter. Er zijn trouwens nog diverse andere enorme motels op dit terrein.
Aan de overkant van de weg naar het park is een complex met restaurant en souvenirwinkels en een supermarkt. Ruby’s Inn General Store heet het. Ze verkopen er alles: kleren, souvenirs, kampeerspullen (dichtbij is een kampeerterrein), en dus ook voedsel. Daar kopen we tegen woekerprijzen wat yoghurt voor het ontbijt morgenvroeg en nog wat fruit en dingetjes die van pas kunnen komen zoals crackers en de duurste flesjes Naked fruitsmoothie van deze dagen. Tja, hier is in de verste verte geen andere winkel, dus kun je vragen wat je wilt. Ik tel ruim $ 25 neer voor wat yoghurt, broodjes en beleg (vlees) voor twee personen.
Een rij bij Ruby’s Inn dus eten bij de Cowboy’s Ranch House
’s Avonds willen we natuurlijk wel eens eten want een echte lunch is er vandaag door het drukke programma bij in geschoten. We melden ons bij Ruby’s Inn. De rij begint al in de winkel. Tja, ongeveer het enige restaurant in het dorp, dan krijg je dat. Er is nog een snackbar maar daar hebben we geen zin in. We pakken de auto en warempel, even voorbij de kruising van 63 met 12 is de Cowboy’s Ranch House at Bryce Canyon Resort. Een hele mond vol. Het is wat het eerste deel van de naam aangeeft: een lokaal eethuis met een bar en voornamelijk lokale bezoekers, in ieder geval geen toeristen zoals wij. Men is heel vriendelijk, maar ook hier moeten we wel even wachten. Er zijn twee stellen voor ons, en hoewel er lege plaatsen zat zijn, duurt het toch even een minuut of tien voor we een plaats gewezen krijgen. Dan nog duurt het allemaal vrij lang, maar de ‘BBQ half rack’ (spareribs) is smakelijk en goed bereid. De dames zijn te spreken over hun eend. Dus toch eind goed, al goed wat deze dag betreft.
Het koude weer van boven op de bergkam maakte verderop plaats voor fris weer met jagende wolken maar nu en dan ook opklaringen. Och, als het morgen zulk weer is… dan doen we het ervoor.
Vrijdag 20 mei De ongelooflijke Bryce Canyon, een wandeling langs de Rim en meer
Enkele gegevens:
(bron: Ontdek-amerika.nl)
“Grootte: 145 vierkante kilometer
Hoogte: variërend van 2.500 tot 2.800 meter.
Nationaal Park sinds: 15 september 1928
Aantal bezoekers in 2012: 1.385.352
Bryce Canyon is niet echt een ravijn, maar een serie van vreemdsoortige, natuurlijk gevormde amfitheaters. De wanden daarvan bestaan uit maar liefst zestig verschillende lagen zand-, kalk- en leisteen. In de amfitheaters staan talloze zeer grillig gevormde rotsformaties in allerlei kleurschakeringen, variërend van wit, pastelroze, vurig oranje en rood tot knalrood. Deze rotspartijen (hoodoos genaamd) zijn door erosie van wind, water en vorst ontstaan.
Rim Trail
Lengte: 4,0 kilometer van Fairyland Point tot Sunrise Point
0,8 kilometer van Sunrise Point tot Sunset Point
1,1 kilometer van Sunset Point tot Inspiration Point
2,4 kilometer van Inspiration Point tot Bryce Point
Totaal (enkel) = 9 kilometer
Hoogteverschil: 168 meter (het gedeelte tussen Sunrise Point en Sunset Point is verhard en heeft maar weinig hoogteverschil)
Duur: 5 à 6 uur (heen en terug).
Beginpunt: diverse mogelijkheden (van Fairyland Point tot en met Bryce Point)
Eindpunt: diverse mogelijkheden (van Fairlyland Point tot en met Bryce Point)
De Rim Trail volgt de rand van het plateau van Fairyland Point helemaal tot aan Bryce Point. Je kan ook op een van de tussenliggende punten beginnen of stoppen, en dus alleen een gedeelte van deze trail lopen. Deze populaire trail is niet zwaar, en biedt mooie uitzichten op de hoodoos van bovenaf.”
Nog meer gegevens
Wikipedia: “Bryce Canyon is beroemd om zijn unieke geologische rotsformaties. Door de samenwerkende krachten van vriezen en dooien worden de kalk- en zandsteenformaties langzaam geërodeerd en vormen zo de zogenaamde hoodoos. De afgesleten toppen zorgen voor prachtige formaties die in het zonlicht erg mysterieus lijken. De zon zorgt voor schakeringen van de kleuren van de rotsen. De kleuren variëren van roze naar oranje. Het is een onderdeel van de Grand Staircase.
Het park dankt zijn naam aan de Mormoonse pionier Ebenezer Bryce, die van 1875 tot 1880 aan de voet van Bryce Canyon woonde. In 1924 werd het gebied uitgeroepen tot nationaal park. In vroeger tijden was de Bryce Canyon een nachtmerrie voor veedrijvers; het was ondoenlijk in dit gebied een overzicht over de kudde te behouden. Hoodoos in Bryce Canyon worden gevormd door twee processen. Het eerste proces, vorstverwering, oefent vooral in de winter zijn invloed uit. Water sijpelt in kleine scheuren in de rots. Wanneer het water bevriest, zet het uit, waardoor de scheur groter wordt. Het ijs smelt, er loopt meer water in de scheur en het water bevriest weer. Scheuren kunnen op deze manier zo groot worden, dat er stukken rots afbreken.
Dat is waar het tweede proces verder gaat: regen neemt de stukjes rots die zijn afgebroken door het vriezen en dooien van water in scheuren mee. De regen draagt ook bij aan de erosie van de rots doordat het wat zuur is. Kalksteen, waaruit hoodoos voornamelijk bestaan, lost daarin op.
Deze processen hebben gezorgd voor het ontstaan van deze rotsformaties, maar zullen ook zorgen voor de afbraak ervan. In Bryce Canyon is de erosiesnelheid ongeveer 0,6-1,3 meter per 100 jaar.”
BRYCE CANYON national park, een uitgebreide fotoreportage
Lopen over de Rimtrail
Ontbijt op de kamer en tegen negenen rijden we met z’n vieren naar het Visitor Centre van Bryce Canyon National Park. De jongelui gaan op hun eigen houtje en in eigen tempo en wij idem. We lopen naar de halte van de gratis shuttlebus van het park. Veel parken hebben zo’n service om de wegen in het park te ontlasten van autoverkeer, -en natuurlijk als service voor de bezoekers. Want het is gemakkelijk! Ongeveer om het kwartier rijdt er wel een bus voor. Hij gaat langs alle toeristische punten. Wij rijden vandaag naar Bryce Point, het punt dat het hoogste ligt. Van daaruit willen we lopen langs de ‘Rimtrail’, het pad langs de afgrond van de canyon, zeg maar. (Je kunt nog wel verder dan Bryce Point, maar dat is minder mooi schijnt het, en we hebben niet alle tijd).
Sprookjesland
Als we bij Bryce Point uitstappen, is het een koude ’n beetje gure wind. Ik ben blij met mijn windjack. Maar het is droog! Wel veel dreigende wolken naast zonnige momenten, maar dat is voor de foto’s niet verkeerd. Op het parkeerterrein annex bushalte waar we uitstappen, staan hekken en rood-wit lint is erlangs gespannen. We lopen naar de rand van de kloof en hebben ons eerste wowh!-moment. Het eerste van vele die nog zullen volgen vandaag. Wat we zien hebben we allebei nog nergens anders gezien. Het is sprookjesachtig, in de zin van dat je niet kunt geloven dat het echt is. Zo veel kleuren, zo veel vormen, zo veel regelmaat in tegelijk zo veel verscheidenheid. We zien van alles in de vormen. Soms slagroomsoezen, dan Chinese pagodes, dan chocoladetaartjes, hier een ommuurde stad, daar een barok kasteel…
Bryce Point
Op de rand staan naaldbomen, met naakte wortels, die zich aan de rand vast lijken te klampen, sommige neigen al aardig richting de afgrond. Ook in de dalen beneden in de canyon staan hier en daar naaldbomen. Hun groen steekt fel af tegen het oranje, roze, rood, wit, paars en nog meer kleuren van het gesteente. We wandelen langs de kloof die hier bij de parkeerplaats netjes is afgezet met een stevig hek. Een eind verder ontbreekt het hek en kun je naar beneden lopen en een vooruit stekende punt op, zodat je beter de kloof in kunt kijken. Er is flink wat wind, dus het moet voorzichtig want er is hier niet veel houvast. Maar het is de moeite waard. Voor me eerst roomkleurige rotsen, daarachter de kleurige lagen gesteente van de canyon. R vindt het te gevaarlijk om de punt op te gaan. Ik ga weer terug en we gaan kijken of we het pad langs de rand kunnen vinden, de gestaag dalende Rimtrail. Helaas: de hekken staan ook voor de trail-acces, er staat een bord dat het pad gesloten is wegens onderhoud. Jammer, maar niets aan te doen.
Inspiration Point
Even later komt er een bus en die nemen we tot het volgende viewpoint; dat is Inspiration Point. Op het bord zie ik dat we maar liefst op 8100 foot elevation zitten, dat is 2468 meter hoogte. Geen wonder dat het hier waait dus en de frisse lucht kunnen we nu ook wel plaatsen. Hier kun je wel een eindje teruglopen richting Bryce Point. Dat gaat dus omhoog. Hijgend bereiken we een uitgebouwd uitzichtpunt, keurig afgezoomd met hekwerk. We zien veel roze hier, tulpen en Indiase tempels menen we te zien in de uitbundige vormenrijkdom. Het is echt ongelooflijk dat regen en wind dit alles hebben gemaakt. De postbode Cheval die in Frankrijk zijn eigen ‘Ideale Paleis’ bouwde, kon er ook wat van qua fantastische vormen, maar dat is niets bij wat de natuur hier heeft geboetseerd. Al lijkt het wel wat op elkaar.
les v.d. ranger
Van Inspiration Point kunnen we wel verder naar beneden lopen langs de canyonrand. Dat ‘naar beneden’ is relatief, het dalen gaat heel langzaam en soms moet je ook nog wel weer wat stijgen. Maar het is zo een relaxte wandeling, en we zien zo heel veel. We zien nu wat de mensen missen die met de bus naar een viewpoint rijden, daar even achter het hek staan zich te verwonderen, en dan weer de bus in.
Sunset Point en de Navajo Loop Trail
Bij Sunset Point begint de Navajo Loop Trail. Die is 2,2 km lang met een hoogteverschil van 159 m.
Lengte: 2,2 kilometer
“Je loopt zigzaggend naar beneden, Wall Street in. Dat is een smalle canyon waarin een aantal grote Douglassparren staan. Deze mooie en zeer populaire trail komt o.a. langs de bekende rotsformatie Thor's Hammer. Het is een redelijk inspannende tocht.” Wij gaan niet helemaal naar beneden, om de tijd, maar ook omdat het steil is en behoorlijk inspannend. Het is wel fantastisch mooi.
Geologische les bij Sunrise Point en een wandeling door de Queens Graden
Onderweg eten we onze meegebrachte broodjes uit de rugzak en water en Naked fruitsap. Even verder bij Sunrise Point is bij het viewpoint een openbare ‘les’ van een vrouwelijke ranger, die van alles vertelt over het landschap dat aan onze voeten ligt. We zitten er even bij te luisteren.
Bij Sunrise Point begint de Queens Graden Trail. Die staat bekend als de minst inspannende. Miisschien lag het dan eraan dat wij al een halve dag wandelen erop hadden zitten, maar wij vonden het toch ook wel inspannend, hoor. En dan die wind. Die is aangewakkerd en dreigt ons soms bijna van het pad te blazen. Halverwege keren we terug naar boven. We hebben genoeg gezien. Het afdalen in de kloof verandert wel je perspectief en de hoodoo’s zien er nu toch anders uit dan van boven. Maar daar heb je dan weer meer overzicht over het geheel. We vinden dat we vandaag een heel goeie indruk gekregen hebben van dit wonderbaarlijke natuurverschijnsel. We hebben het niet alleen gezien maar ook ondergaan.
Familiebedrijf
Als we weer boven zijn, loopt het al tegen vier uur. We zijn redelijk moe, maar raken ook verzadigd van alle indrukken. Daarom besluiten we naar de bushalte te lopen en de bus te nemen naar het eindpunt bij Ruby’s Inn. Deze Inn is één van de oudste verblijfplaatsen in het gebied. Het gebouw bestaat al sinds 1924 en is vaak getroffen door branden, waarvan de nachtelijke brand in 1984 de ergste was. Het gebouw is elke keer hersteld. Het is nu nog steeds een verblijfplaats voor toeristen en sinds enkele jaren is er ook een camping bijgekomen. Vanouds is het een familiebedrijf, dat leefde van de opbrengst van het onderbrengen en verzorgen van toeristen. Het is nu een modern bedrijf dat natuurlijk op een unieke plek staat, en zijn prijzen daarnaar kan bepalen. We doen er wat boodschapjes o.a. voor het ontbijt van morgen.
Forel bij Ruby
’s Avonds eten we er. We gaan deze keer vroeg want we willen niet weer in een lange rij staan. We kunnen meteen gaan zitten en de bediening is vlot. We eten allebei de forel, die uitstekend is en wat ons verbaast: wat veel groente krijgen we erbij! Amerikaanse restaurants zijn doorgaans niet zo van de groente en wij wel, dus dit kunnen we waarderen. Als we klaar zijn, wurmen we ons langs een rij van een meter of twaalf lang van mensen die er ook willen eten. ’s Avonds zien we de jongelui terug. Die hebben verder gelopen dan wij, schat ik zo in, ook door het ravijn. We kijken allemaal terug op een zeer welbestede dag.
Zaterdag 21 mei Etappe van Bryce naar St. George, met een zeer druk Zion National Park, en eenzame Kolob Canyons
Om acht uur zijn we alweer on the road. Onderweg stoppen we bij een winkeltje waar we denken ook koffie te kunnen krijgen maar dat valt tegen. Wel hebben ze er vanalllesennogwat. Ik koop er een paar gladde driehoekige magneetjes. Er liggen er honderden, je kunt er torens van bouwen. Ze hebben ook wel leuke stenen en smeedwerk, maar wij kunnen het niet meenemen in het vliegtuig. We rijden tegen twaalven het beroemde nationale park Zion binnen. Het is zaterdag dus zeker extra druk. We rijden alle parkeerplaatsen minstens een keer over maar nergens is een onbezet plekje. Tja, dan maar niet. Je moet hier namelijk gebruik maken van de shuttle, op eigen houtje een eind het park in rijden kan niet. In arren moede rijden we maar door, naar het stadje Springdale. Ook daar is het druk, terwijl alle koffietenten nota bene dicht zijn. We krijgen een beetje de smoor in, ik althans wel.
ZION national park
ZION noordelijke ingang
Broodjes bij Silver Reef en Kolob’s Canyon
We kopen in een kleine super wat te eten en te drinken voor de lunch, en komen terecht in een gebied waar vroeger zilver werd gewonnen in mijnbouw. Silver Reef heet het. Er zijn nog overblijfselen van de oude mijnen te zien. Hier eten we ons broodje op.
M hoort van iemand dat het drukke park Zion nog een ingang heeft waar het niet zo’n gekkenhuis is. Die ligt een eind rijden naar het noorden: Kolobs Canyon. Over de snelweg zijn we er vrij snel. Groter tegenstelling is er nauwelijks. Hier een kleine receptie van de rangers, een parkeerplaatsje en een weg die je met eigen auto mag rijden. Die eindigt ook weer in een (grote) parkeerplaats. Van daar maken we een wandeling naar een overview van de ‘canyon’. Het is geen spectaculair landschap, het lijkt erg op Europees middelgebergte. Maar het is een lekkere wandeling in een stralende zon met stapelwolken. Aan het eind van de trail zitten we een tijdje te kijken en te genieten. Onder andere van een tamelijk tamme eekhoorn met een enorme staart, die hier wat eten heeft verstopt en dat nu komt opgraven. Natuurlijk bedelt hij ook wel een beetje om nieuw voedsel. ’t Is een leuk beest, we maken diverse foto’s.
Bij Kolob's Canyon
panorama's aan het eind van de trail...
... van Kolob's Canyon
langs de weg bij Kolob's Canyon
St. George en Abby Inn
We lopen terug naar de auto en rijden dan over de autoweg naar St. George, waar ons voorlaatste hotel staat. Een Best Western hotel, Abby Inn. Na wat zoeken vinden we onze kamer. ’s Avonds rijden we de stad in en zoeken een restaurant. Het wordt Georges Corner. Na een kwartiertje wachten krijgen we een plaats. Het is er druk. Weekend, en een goede zaak zeker. Ik bestel spare ribs, “BBQ Baby Ribs”. Nou dat is een flinke baby geweest, want ik schrik van de portie. En dat doe ik als vleesman niet gauw. Het smaakt heerlijk, maar zelfs ik heb er te veel aan. De vriendelijke ober brengt vier boxes, waar we allemaal onze overgebleven ribbetjes in bergen. Ik zal er de volgende dag nog twee keer lekker van eten…
Zondag 22 mei Etappe van St. George naar Las Vegas; Boulder en Hoover Dam; The Valley, ook wel de Strip van Las Vegas
uitzicht van het hotel bij St. George (met een Mormoonse witte kerk)
We beginnen de dag met een uitstekend en inbegrepen ontbijt. ’t Is vandaag niet zo heel ver rijden dus we kunnen wat later vertrekken. We rijden voor we naar Vegas gaan eerst nog een uurtje om naar de Hoover Dam, een bezienswaardigheid in deze streken.
“De Hoover Dam, ook wel bekend als de Boulder Dam naar de op 12 km afstand gelegen plaats Boulder (Boulder City), is een betonnen boogdam in de Colorado River ter hoogte van de Black Canyon (op de grens tussen de Amerikaanse staten Arizona en Nevada). De dam – die 48 kilometer ten zuidoosten van Las Vegas ligt – is vernoemd naar Herbert Hoover die een sleutelrol speelde bij de bouw van de dam, eerst als Secretary of Commerce (Minister van Handel) en later als president van de Verenigde Staten.
Lake Mead Overlook
stuwmeer
Hoover Dam
De dam werd aangelegd ten tijde van de Grote Depressie, een tijd waarin constructietunnels niet geventileerd werden. Ten gevolge hiervan kwamen ruim 100 bouwvakkers om bij de aanleg van de omleidingtunnels en de dam zelf. Bij de bouw werden speciale "ijskistploegen" ("ice box men") ingezet die in geval van oververhitting de tunnels in renden om aangeslagen bouwvakkers in natte doeken en ijs te wikkelen om ze af te koelen, maar vaak was dit onvoldoende of gewoon te laat. Niet alleen werklieden, maar ook veel van hun vrouwen en kinderen kwamen om in de verzengende hitte, die hand in hand ging met de slechte hygiënische omstandigheden waarmee ze te kampen hadden in de vieze tentenkampen zoals Ragtown, die al snel rond de dam ontstonden. Six Companies werd aangetrokken om voor de bouwvakkers een nieuw stadje te bouwen (Boulder City), maar Frank Crowe voelde er meer voor om zijn capaciteit voornamelijk te richten op de aanleg van de tunnels en de dam. Crowe was namelijk bang voor de stormvloeden tijdens de winter en de boetes die hij zou krijgen als hij achterraakte op het schema. De onvrede met Ragtown en de slechte werkomstandigheden leidden echter tot een staking, die uitbrak op 8 augustus 1931. Six Companies reageerde met stakingsbrekers met pistolen en knuppels en de staking werd spoedig gebroken. Maar de onvrede was toch aanleiding voor de autoriteiten om de aanleg van Boulder City te versnellen en tegen de lente van 1932 was Ragtown verlaten.” (Wikipedia).
wirwar
beelden op de dam
Gratis toegang, parkeren $ 10
Het is best druk bij en op de dam. Er is minstens een betaalde parkeerplaats ($10); het bezoek aan de dam is gratis. Wij rijden eerst omhoog naar een uitzichtpunt om Lake Mead, en dan naar de dam. We besteden een drie kwartier aan de dam. Zoals gezegd, het is druk. De looppaden aan beide kanten van de rijweg zijn hier en daar vol. Auto’s rijden in één stapvoets stroom voorbij. We hebben wel veel grotere stuwdammen gezien, maar het is toch erg aardig om deze te bekijken. Merkwaardig gezicht vormen de stalen hoogspanningskabeldragers. Bij ons staan ze rechtop; hier staan ze tegen de bergwand op dus soms bijna horizontaal en dan scheef. Het lijkt een grote wirwar, alsof met een aardbeving alles door de war is geraakt.
Mardi Gras Hotel and Casino in Fabulous Las Vegas
Het is warm op het beton van de dam. We lopen terug naar de auto en zetten nu koers naar ons laatste hotel in Las Vegas. We ‘verloren’ een uur door deze excursie maar we winnen een uur doordat de staat waar we nu binnenrijden, Nevada, weer werkt met de Pacific Time, net als California. Zo komen we al tegen half drie aan bij Mardi Gras Hotel and Casino. Inderdaad, er is een hele zaal met gokkasten, beneden achter de receptie. Er is praktisch geen mens. Maar eerst moeten we nog inchecken bij de receptie. Achter de balie twee dames, de ene is een forse mevrouw, met een zeer ontevreden trek op haar gelaat. Ze blaft me aan als een sergeant-majoor een stel onhandelbare rekruten. Ik blijf kalm, maar laat wel merken dat ik haar gedrag wat vreemd vind. Wat een lompe botte ontvangst in een hotel! Dat is me nog nergens overkomen en hier in Amerika, waar iedereen juist je zo enthousiast, ja overdreven vriendelijk/ joviaal ontvangt, verwachtte ik dat niet. Gelukkig zal het overige personeel wel vriendelijk blijken. Eentje helpt me later aan een nieuwe stadsplattegrond, omdat ze moet lachen om de plattegrond die ik van Jan Doets heb gekregen. ‘Dat is wel een heel oude’, zegt ze lachend. ‘Dat hotel daar bestaat niet eens meer.’ Goed, wij krijgen de sleutels en gaan ons installeren op de kamer. We hebben afgesproken dat wij en de jongelui ieder zijn eigen programma gaat afwerken. Zij hebben andere interesses dan wij, in deze stad. M moet natuurlijk westernwinkeltjes bekijken en ze willen ook naar een bekend pandjeshuis waarover een tv-serie gemaakt is.
Shuttle naar de Strip of The Valley
Wij vragen wanneer de shuttle vertrekt naar de ‘Strip’ en hoe dat werkt. Een keer per uur kun je gratis vervoerd worden, nou ja gratis, je betaalt een ‘fee’ die je recht geeft op dit vervoer. Of je er nu gebruik van maakt of niet. Nou, het lijkt ons wel handig, want thuis op de kaart leek het niet ver lopen (20 minuten stond er), maar hier ter plaatse lijkt het toch nog wel een heel eind, en dan moet je langs drukke en oninteressante wegen die duidelijk niet voor voetgangers gebouwd zijn. De shuttle is een luxe SUV, bestuurd door een oudere gedistingeerde heer (later vertelt hij dat hij al 70 is) die door het drukke verkeer ploegt dat het een aard heeft. Hij zet ons af bij de achterkant van Ballys, een groot complex van gebouwen, dat doorloopt tot aan de Strip. Overigens spreekt de lokale bevolking niet van The Strip, leren we, maar van The Valley. Op de straatnaambordjes staat “Las Vegas Boulevard”.
hier zet de shuttle ons af
Scenic Byway the Strip
“De Strip is een 6,8 km lang stuk van Las Vegas Boulevard in Las Vegas (Nevada) waarlangs veel bekende casino's en hotels liggen. The Strip loopt parallel aan Interstate 15 (Los Angeles - Salt Lake City). Het is een van de nationale Scenic Byways.
De Strip wordt almaar verder de woestijn in gebouwd, daarnaast worden verouderde casino's gesloopt en nieuwe grotere hotels en casino's op deze plekken gebouwd. Er wordt veel moeite gedaan om klanten de casino's binnen te krijgen; zo zijn er rolpaden vanuit de straat die de mensen de casino's binnen brengen. Dit alles resulteert er in dat vijftien van de vijfentwintig grootste hotels ter wereld op de strip staan. Alle hotels samen hebben ongeveer 62.000 hotelkamers.”(Wikipedia)
dit vind ik nog wel mooi, de fonteinen bij Caesars Palace
maar zelfs in Las Vegas zijn nog wel -relatief- rustige plekjes te vinden om even te zitten en bij te komen van alle emoties....
l
extravagante luxe naast plastic opgeblazenheid, dat is Vegas -als je het mij zou vragen
animeermeisjes voor de casino's
je weet niet waar je moet kijken, zo veel is er te zien...
succesvolle act: een oude man zit in deze twee dansende matrozen...
'Gaat het nog een beetje, meneer Metselaar?' Jawel. Maar even de voeten omhoog...
Wat een wereld
Wat een wereld is dit. We zijn er op de middag dus het is nog lang niet op z’n drukst, maar er loopt al heel wat volk. In allerlei uitdossingen; veel meiden met kleding die niet veel om het lijf heeft, en dan heb ik het niet over de dames die bezoekers naar binnen moeten lokken in de casino’s en winkelcentra, nee, gewone bezoekers. De animeermeisjes dragen van boven niets alleen een geverfde bh. Men komt hier kennelijk om de bloemetjes eens flink buiten te zetten. Ik loop eerst een beetje verdwaasd rond te kijken naar al die glimmer en bling-bling, al dat kunststof en al die regelrechte kitsch. Ik zie de Eiffeltoren, het Vrijheidsbeeld, zogenaamde Egyptische piramides, en wat al niet. Ik zie eigenlijk heel veel namaak, onechtheid, en de extravagantie van extreem dure merken die pronken met hun naam in goud op gevels van marmer. Overal is lawaai, overal stroomt muzak uit speakers die weggewerkt zijn achter struikjes en borders, in zuilen, ja overal. We slenteren naar New York New York en terug en o.a. bij Caesars Palace gaan we naar binnen en eten er een duur maar wel heel lekker ‘Italiaans’ ijsje. $ 14 voor twee flinke porties.
Om de straat over te steken moet je trappen op en af, want even oversteken op de begane grond is er niet bij. Het maakt wandelen hier erg omslachtig.
Fonteinencomplex voor Caesars Palace
Hier en daar trekken straatartiesten aandacht. Heel grappig is een man die op ingenieuze wijze zichzelf transformeert in twee met elkaar dansende matrozen. Hij heeft veel succes.
Ook mooi om te zien is het grote fonteinencomplex voor Caesars Palace. Een enorme vijver waar lange rijen fonteinen als het ware bewegingen suggereren op de maat van muziek. ’s Avonds als het wat begint te schemeren zien we het nog eens, nu met lichten eronder. Ook mooi. Maar wat eigenlijk een extravagantie om dit alles in de woestijn te bouwen en te onderhouden. Hoe kom je op het idee! En dan moet je als eenvoudige toerist in hotels en openbare gebouwen onderweg zuinig met water doen. Penny wise, pound foolish, dat geldt ook hier.
Tegen acht uur vind ik het mooi geweest, ik heb het wel gezien. We lopen terug naar de plek waar de shuttle ons zal oppikken. Na wat wachten komt hij, maar de terugweg gaat via het vliegveld want daar moet de chauffeur een hotelgast oppikken. Wij vinden het niet erg, zo zien we nog iets van avondlijk Las Vegas vanaf de comfortabele achterbank van de luxe SUV. Op de kamer eet ik nog een keer van de koude spareribs van gisteren. Ze smaken nog goed.
Morgen al onze laatste dag in de VS. Wat gaat dat snel…
Maandag 23 mei Las Vegas, laatste indrukken en terug naar huis via Minneapolis
Vanmorgen genieten we van een laat (inclusief) ontbijt en zitten verder wat te luieren in de binnentuin van het hotel. De jongelui vertellen dat ze gisteravond later nog naar de Strip geweest zijn, maar dat hun dat niet geweldig was bekomen. Druk, met veel heel en half beschonken figuren die tegen je op botsen en niet eens excuus maken. Een restaurant dat zegt dat je na een half uur een plaats kunt krijgen terwijl het nog niet half vol zit. Nee, ook zij zijn niet enthousiast over deze stad. Maar goed, je moet het gezien hebben als je hier bent en dat hebben wij en nu is het ook goed; we hoeven niet vanochtend nog eens, hoewel daar tijd voor zou zijn. We zitten liever in de zon na te genieten van alles wat we deze drie weken hebben gezien.
relaxen voor ons vertrek in de hoteltuin
Hoogtepunten van deze reis
Wat mijn hoogtepunt is, vraagt mijn dochter. Nou, niet de Grand Canyon, wat ik thuis wel verwacht had. De helikoptervlucht was natuurlijk heel speciaal, alleen al omdat ik nog nooit in een heli gevlogen had. En de beelden vanuit de heli boven die enorme kloof in de aarde zijn natuurlijk onvergetelijk. Maar toch, wat ik diezelfde dag zag en onderging in Monument Valley maakte nog meer indruk op me. Fotografisch gezien is dat ook een veel dankbaarder onderwerp. We troffen het (ook fotografisch) met het weer: blauwe lucht met stapelwolken en later dreigende wolken met prachtige lichteffecten op de toch al mysterieus aandoende rode bergen. En de parken Canyonlands en Arches bij Moab vond ik ook fantastisch, maar het merkwaardigst en ook heel indrukwekkend vond ik Bryce met zijn duizenden door vorst en regen en wind geboetseerde beelden en ‘bouwwerken’.
Maar San Francisco vond ik ook geweldig om beleefd te hebben. Echt een stad waar ik nog wel eens naar terug zou willen. En de kustroute langs de Big Sur, ondanks het tegenvallende weer dat we daar hadden. Maar ook de wegen door de woestijnen, de Apache Trail, het cactuspark bij Tuscon, diverse kleine parken en monumenten die we onderweg aandeden, de typische restaurantjes waar we aten, en sommige hotels waar we verbleven, zoals dat in Mexican Hat, kortom, er is veel wat ik niet had willen missen en wat deze roadtrip zeer geslaagd heeft gemaakt. En ik wou nog best een paar dagen logeren in de San Juan Inn bij Mexican Hat of in La Posada Lodge in Tuscon. Of in de Cambria Pines Lodge in Cambria.
Wat ik wat minder vond, zijn Los Angeles, Las Vegas, en het natuurpark Zion maar dat kwam natuurlijk vooral omdat we daar door de grote drukte geen parkeerplaats konden vinden. Dus wilt u Zion zien, ga niet in het weekend en in de zomer: heel vroeg opstaan.
Las Vegas Sign
We checken uit, en rijden met de huurauto nog eens over de Strip naar het bekende Las Vegas Sign: met de tekst “Welcome to fabulous Las Vegas Nevada” waar we natuurlijk de obligate foto’s maken.
foto's vanuit de auto. Trump, je kunt hem niet ontlopen. De man is net zo phony als deze stad denk ik. (phony = onecht ; nagemaakt)
Dan is de tijd gekomen dat we naar het vliegveld moeten. M zet ons af bij de terminal en brengt op z’n eentje de auto terug naar het verhuurbedrijf Hertz. Met een shuttle komt hij na een half uurtje terug. We checken in bij Delta, de partnermaatschappij van KLM die ons terug zal vliegen. De procedures op deze luchthaven gaan soepel. Alle verhalen over strengheid en zo blijken onwaar, in ons geval althans. Komt misschien ook omdat wij op het gebied van vliegen en vertragingen en idioot bureaucratische en veiligheidsprocedures een en ander hebben meegemaakt. Wij vonden het allemaal soepel gaan en efficiënt. Als je ook gereisd hebt door enkele ‘stan-landen’ (Turkmenistan, Oezbekistan en zo) en eens anderhalve dag vertraging met Iberia hebt gehad, sta je niet meer te kijken van een half uurtje extra wachten.
Minneapolis
De vlucht naar Minneapolis duurt een paar uur. De drie kwartier overstaptijd die we hier maar hadden, blijkt ruim genoeg. Hierover had ik me tevoren wel wat zorgen gemaakt. Onterecht. Hier gaat het helemaal soepel en snel. De bagage wordt doorgeladen, we hoeven als transferpassagiers niet opnieuw door allerlei veiligheidsprocedures zoals wel in Istanbul verleden jaar. We worden zelfs apart als gasten uit de Las Vegas connectie welkom geheten aan boord. En dan de lange vlucht terug naar Schiphol. Dat is een kwestie van de blik op oneindig en het maar uitzitten met je benen in een knoop. Acht uur zitten is een hele tijd. De verzorging van Delta is goed, maar toch net iets minder dan die bij KLM.
we kijken terug op een enerverende en zeer geslaagde reis (foto van mijn vrouw)
Thuisreis
Op Schiphol nemen we een kop koffie of iets anders en dan de trein naar Zwolle. Daar bellen we met een vriendin in het dorp die aangeboden had ons van het station te halen. Helaas missen we net de trein doordat we net iets te lang afscheid namen van onze dochter en schoonzoon, die hier afgehaald worden. Ik moet nog weer bellen om te zeggen dat we een half uur later komen. Maar dan gaat alles toch zoals gehoopt en tegen vijven zijn we weer thuis. Waar de blauwe regen nog bloeit, de rozenbogen gelukkig nog moeten bloeien en de lavendel al in de knop schiet.
Fotogallery
Op deze pagina kunt u alle foto's uit deze reportage nog eens bekijken, in volgorde. Klik op een thumbnail (kleine foto) voor vergroting. Tip: zoom uw beeldscherm wat in voor nog grotere foto's.
Sedonakaart1
Sedonakaart2
U001
U002
U003
U004
U005
U006
U007
U008
U009
U010
U011
U012
U013
U014
U015
U016
U017
U018
U019
U020
U021
U022
U023
U024
U025
U026
U027
U028
U029
U030
U031
U032
U033
U034
U035
U036
U037
U038
U039
U040
U041
U042
U043
U044
U045
U046
U047
U048
U049
U050
U051
U052
U053
U054
U055
U056
U057
U058
U059
U060
U061
U062
U063
U064
U065
U066
U067
U068
U069
U070
U071
U072
U073
U074
U075
U076
U077
U078
U079
U080
U081
U082
U083
U084
U085
U086
U087
U088
U089
U090
U091
U092
U093
U094
U095
U096
U097
U098
U099
U099A
U100
U100A
U101
U102
U103
U104
U104A
U105
U106
U107
U108
U109
U110
U111
U112
U113
U114
U115
U116
U117
U118
U119
U120
U121
U122
U123
U124
U125
U126
U127
U128
U129
U130
U131
U132
U133
U134
U135
U136
U137
U138
U139
U140
U141
U142
U143
U144
U145
U146
U147
U148
U149
U150
U151
U152
U153
U154
U155
U156
U157
U158
U159
U160
U161
U162
U162A
U163
U164
U165
U166
U167
U168
U169
U170
U171
U172
U173
U174
U174A
U175
U176
U177
U178
U179
U180
U181
U182
U183
U184
U185
U186
U187
U188
U189
U190
U191
U192
U193
U194
U195
U195A
U196
U197
U198
U199
U200
U201
U202
U203
U204
U205
U206
U207
U208
U208A
U209
U210
U211
U212
U213
U214
U215
U216
U217
U218
U219
U220
U221
U222
U223
U224
U225
U226
U227
U228
U229
U230
U231
U232
U233
U234
U235
U236
U237
U238
U239
U240
U241
U242
U243
U244
U245
U246
U247
U248
U249
U250
U250A
U251
U252
U253
U254
U255
U256
U257
U257A
U257AA
U258
U259
U260
U260A
U261
U262
U263
U263A
U264
U264A
U265
U266
U267
U267A
U268
U269
U270
U271
U272
U273
U274
U275
U276
U277
U278
U279
U280
U282
U283
U284
U285
U286
U287
U288
U289
U290
U291
U292
U293
U294
U295
U296
U297
U298
U299
U300
U301
U302
U303
U304
U305
U306
U307
U308
U309
U310
U311
U312
U313
U314
U315
U316
U317
U318
U319
U320
U321
U322
U323
U324
U325
U326
U327
U328
U329
U330
U331
U332
U333
U334
U335
U336
U337
U338
U339
U340
U340A
U340AA
U341
U342
U343
U344
U345
U346
U347
U348
U349
U350
U351
U352
U353
U354
U355
U356
U357
U358
U359
U360
U361
U362
U363
U364
U365
U366
U366A
U367
U368
U369
U370
U371
U372
U373
U374
U375
U376
U377
U378
U379
U380
U381
U382
U383
U384
U385
U386
U387
U388
U389
U390
U391
U392
U393
U394
U395
U396
U397
U398
U399
U400
U401
U402
U403
U404
U405
U406
U407
U408
U409
U410
U411
U412
U413
U414
U415
U416
U417
U418
U419
U420
U421
U422
U423
U424
U425
U426
U427
U428
U429
U430
U431
U432
U433
U434
U435
U436
U438
U439
U440
U441
U442
U443
U444
U445
U445A
U446
U447
U448
U449
U450
U451
U452
U453
U454
U455
U456
U457
U458
U459
U460
U461
U462
U463
U464
U465
U466
U467
U468
U469
U470
U471
U472
U473
U474
U475
U476
U477
U478
U479
U480
U481
U482
U483
U484
U485
U486
U487
U488
U489
U490
U491
U492
U493
U494
U495
U496
U497
U498
U499
U500
U501
U502
U503
U504
U505
U506
U507
U508
U509
U510
U511
U512
U513
U514
U515
U516
U517
U518
U519
U520
U521
U522
U523
U524
U525
U526
U527
U528
U529
U530
U531
U532
U533
U534
U535
U536
U537
U538
U539
U540
U541
U542
U543
U544
U545
U546
U547
U548
U549
U550
U551
U552
U553
U554
U555
U556
U557
U558
U559
U560
U561
U562
U563
U564
U565
U566
U567
U568
U569
U570
U571
U572
U573
U574
U575
U576
U577
U578
U579
U580
U581
U582
U583
U584
U585
U586
U587
U588
U589
U590
U591
U592
U593
U594
U595
U596
U597
U598
U599
U600
U601
U602
U603
U604
U605
U606
U607
U608
U609
U610
U611
U612
U613
U614
U615
U616
U617
U617A
U618
U619
U620
U621
U622
U623
U624
U625
U626
U627
U628
U629
U630
U631
U632
U633
U634
U635
U636
U636A
U637
U638
U639
U640
U641
U642
U643
U644
U645
U646
U647
U648
U649
U650
U651
U652
U653
U654
U655
U656
U657
U658
U659
U660
U661
U662
U663
U664
U665
U666
U667
U668
U669
U670
U671
U672
U673
U674
U675
U676
U677
U678
U679
U680
U681
U682
U683
U684
U685
U686
U687
U688
U689
U690
U691
U692
U693
U694
U695
U696
U697
U698
U699
U700
U701
U702
U703
U704
U705
U706
U707
U708
U709
U709A
U709AA
U710
U711
U712
U713
U714
U714A
U715
U716
U717
U718
U719
U719A
U720