Namibië, de ongeslepen diamant van Afrika - Voorbereidingen, kaart en reisgidsen

Hits: 48686

Artikelindex

 

  

Voorbereidingen

Onze voorbereidingen waren al vroeg begonnen. Al vroeg in het jaar 2017 hadden we de reis geboekt, op het kantoor van SRC-reizen in Groningen. Meteen een bezoek aan het Groninger Museum eraan vast geknoopt. En bij reisboekhandel De Zwerver kochten we een heel goede en stevige kaart van het land van International Travel Maps, schaal 1:1.000.000. Van die kaart hebben we veel plezier gehad, ook onderweg.

Reisgidsen

In de voorbereiding hebben we vooral de gids van de ANWB over Namibië gebruikt: ANWB Wereldreisgids Namibië  door Elke en Dieter Losskarn. Deze gids geeft veel en heldere informatie en bevat bruikbare kaarten. Eerst een schets van land, volk en cultuur, dan praktische reisinformatie en vervolgens de toeristische info, ingedeeld in: Windhoek, het zuiden, de Namib, de Geraamtekust en Damaraland, Waterberg Plateau en Etosha Pan, en nog enkele voor ons minder belangrijke delen. Tussendoor zijn er thema’s (‘de cultuur van de San’) en veel deelkaarten. Ten slotte dus de atlas, en een register. Een goed leesbare, duidelijke gids, met ook nog fraaie foto’s.

De Duitstalige gids Iwanowski’s Namibia (29e druk, 2016-17) bleek toch vooral geschikt voor mensen die op eigen houtje door het land trekken. Dat staat er ook op trouwens. En ik las natuurlijk een paar boeken over het land. Zo is het boek van Ine Andreoli: Juweel van Afrika, Namibië, een belevenis (2e druk, 2013) een lezenswaardig boek. de schrijfster reisde door het land in een 4x4 terreinwagen met een tent op het dak. De welbekende toeristische plekken worden bezocht en beschreven. Naast de persoonlijke indrukken geeft de schrijfster ook feiten, informatie en tips.

Romans

Jaren geleden las ik al eens het boeiende verhaal van Ton van der Lee: Solitaire. Een thuis in de Namibische woestijn. (Amsterdam 2001). Het is het verhaal van een succesvolle Nederlandse filmproducent die opeens zich realiseert hoe leeg zijn drukke leven eigenlijk is. Hij besluit alle schepen achter zich te verbranden. Zo rijdt hij een paar maanden later Namibië binnen in een oude terreinwagen. Hij raakt verzeild in Solitaire. Dat blijkt “de naam van een kruispunt en van de farm eromheen, twaalf kilometer lang en acht kilometer breed. Het is allemaal woestijn (…)”. Er is een winkel met alles wat een mens maar nodig kan hebben in deze woestenij.  “Het is de enige winkel in een omtrek van minstens tweehonderd kilometer.” Hij maakt kennis met Percy, voor iedereen Moose. Samen met zijn zwager Peter runt hij deze joint. Omdat er geen benzine te koop is voor enige tijd, blijft Ton er hangen. Steeds langer. Min of meer tegen wil en dank wordt hij één met Solitaire, doordat hij zich met de zaken bemoeit. Er komt op zijn initiatief een restaurant, een camping en meer. Ze worden zo beroemd dat ze binnen korte tijd in de Lonely Planet genoemd worden als punt dat je niet mag missen. Het onvermijdelijke onheil begint als Peters vrouw uit Windhoek terugkomt en haar lelijke stempel op de gang van zaken in Solitaire drukt. Zonder de plot verder te verraden: aan Van der Lee’s avontuur komt een toch nog abrupt einde en daarmee aan weer een aantal illusies. “Met een geweerloop in mijn rug vertrek ik uit Solitaire. Ik ben er nooit meer terug geweest.”, is de laatste zin van het boek. Niet alleen het zakelijke avontuur beschrijft het boek boeiend, ook de menselijke relaties. Vooral de vriendschap met ‘Moose’ wordt uitgediept. Daarnaast geniet de lezer van landschapsbeschrijvingen die zo indringend zijn dat je het gevoel hebt dat je het land -en Moose- een beetje kent. Voor iedereen die Namibië bezoekt is dit boek eigenlijk verplichte kost. Ik zelf heb het met plezier voor deze reis nog een keer gelezen.

De website van Ton van der Lee bevat o.a. foto’s van de belangrijkste hoofdpersonen en een typerend fragment uit zijn boek: http://www.tonvanderlee.nl/soli.html

Een samenvatting vind je op https://www.leestafel.info/ton-vd-lee

 

 

Recente geschiedenis van het land

Voor wie wat meer van de geschiedenis van Namibië wil lezen en dan vooral over de komst van de Duitsers, hun kolonisatie-inspanningen en hun verhouding met de lokale bevolking, die moet vooral het boek lezen van Conny Braam: Ik ben Hendrik Witbooi. Conny Braam was vroeger, voor ze naam maakte als schrijfster, een van de belangrijkste strijders in Nederland tegen de Zuid-Afrikaanse apartheid. Ze heeft zich in dit boek gebaseerd op de brieven van Hendrik Witbooi. Witbooi was de kapitein (leider) van de stam van de Witbooi-Nama, ten tijde van de Namibische genocide in 1904. Hij staat bekend als een groot militair strateeg en is uitgegroeid tot een symbool van de Namibische onafhankelijkheidsstrijd. Zijn portret staat niet voor niets op de belangrijkste bankbiljetten van het onafhankelijk geworden Namibië. De volgende informatie komt deels uit Wikipedia.

In 1888 volgt Hendrik zijn vader Moses op als kapitein van de Witboois. Hendrik is de derde Witbooi die zijn clan leidt. Oorspronkelijk komen ze uit het zuidelijker gelegen Namaqualand in Zuid-Afrika, maar kort na 1850 vestigen ze zich op verzoek van Jonker Afrikaner in Namibië. De Witbooi-Nama zijn veehouders en zoeken gras in het dorre Namibië om hun koeien te laten grazen. Vanwege de schaarse graslanden zijn de Witbooi-Nama vaak in oorlog met de Herero, eveneens veehouders.

Vanaf 1890 koloniseert Duitsland Namibië en probeert de inheemse volken te onderwerpen aan het gezag van de Duitse keizer. Dat gaat niet zonder moeilijkheden en tegenslagen. In tegenstelling tot andere leiders weigert Hendrik Witbooi zich aan het Duitse gezag te onderwerpen. In 1893 zoekt de Duitse garnizoenscommandant Curt von François Witbooi op in de plaats Hornkranz in het Naukluft gebergte. Nadat Hendrik opnieuw weigert een zogeheten beschermingsverdrag te tekenen valt Von Francois aan. Tot drie keer toe worden de Duitsers succesvol afgeslagen. Vanwege het uitblijven van succes wordt Von François hierna teruggeroepen naar Duitsland en vervangen door Theodor Leutwein. De Witbooi-Nama zitten klem in het gebergte en de Duitsers kunnen hen niet bereiken. Vanwege de patstelling onderhandelen Witbooi en Leutwein een overgave op voor de Nama gunstige voorwaarden. Ze mogen hun wapens behouden.

Als in 1904 de opstand van de Herero uitbreekt, houdt Hendrik Witbooi zich eerst afzijdig. Hij waarschuwde Hereroleider Samuel Maharero al eerder dat hij de Europese kolonisator als een grotere bedreiging beschouwde dan de onderlinge strijd tussen de inheemse volken. Nadat de Herero in augustus 1904 zijn verslagen, voert Witbooi verschillende Namastammen in de strijd tegen de Duitsers aan. Generaal Lothar von Trotha, die Leutwein heeft vervangen, looft beloningen uit voor degene die de Namakapiteins aanbrengt en waarschuwt de Nama dat zij hetzelfde lot zullen ondergaan als de Herero.

Genocide avant la lettre

Hendrik Witbooi gaat echter door met de strijd en wordt bij Vaalgras in het Karasgebergte op 29 oktober 1905 uit het zadel geschoten en overlijdt. Zonder hun strategische leider worden de Nama verslagen. Mannen, vrouwen en kinderen worden opgesloten in concentratiekampen waar velen sterven. In het boek van Braam wordt de dramatische situatie op Shark Island bij Lüderitz indringend beschreven.

Deze episode wordt beschouwd als een van de eerste volkerenmoorden. Onderhandelingen van Namibië met Duitsland over compensatie hebben tot nu toe niets opgeleverd. Duitsland en zijn voormalige kolonie Namibië onderhandelen over een gezamenlijke verklaring waarin onze oosterburen zich verontschuldigen voor de massamoorden op de Herero- en de Namabevolking tijdens de Namibische genocide. Berlijn weigert echter daaraan ook herstelbetalingen te verbinden, wat kwaad bloed zet bij beide bevolkingsgroepen, die van een “grote belediging” spreken. De genocide van 1904 tot 1908 in Duits-Zuidwest-Afrika, het huidige Namibië, wordt beschouwd als de eerste volkerenmoord van de twintigste eeuw. Ze kostte het leven aan 65.000 tot 85.000 Herero en ongeveer 10.000 Nama. Duitsland is van mening herstelbetalingen niet meer nodig zijn gezien de “vele humanitaire hulp” die het al gegeven heeft aan Namibië sinds zijn onafhankelijkheid van Zuid-Afrika in 1990. (bron: hln.be; okt. 2016).

Recensie

Hieronder het weblog/ de recensie van Braams boek door Wim Bossema , 23 oktober 2016.

" Na dit boek vergeet je Hendrik Witbooi niet meer” 

Conny Braam, Ik ben Hendrik Witbooi, Atlas Contact, isbn 9789025447182, 19,99 euro. ook als e-boek.

 

WEBBLOG

Een van de eerste volkerenmoorden werd gepleegd door Duitse koloniale militairen in het huidige Namibië, ruim een eeuw geleden. Die misdaad is in de vergetelheid geraakt, door de tragedies die volgden in Europa. Conny Braam brengt een eerbetoon aan een van de leiders van het verzet, Hendrik Witbooi. Hier op het Afrikablog een uitgebreide versie van de korte recensie uit de papieren Volkskrant.

Een brievenschrijver. Dat was de verzetsheld Hendrik Witbooi (1825 - 1905) het liefst. Hij speelde een sleutelrol in een van de grootste drama's in de recente geschiedenis, de volkerenmoord door de Duitse kolonisator in toenmalige Zuidwest Afrika, nu Namibië. Die slachtpartij geldt onder historici nu als de eerste moderne genocide, nog voordat het woord was uitgevonden. Maar buiten Namibië is die genocide grotendeels in de vergetelheid geraakt.

 

De prachtige, zorgvuldig geformuleerde brieven van Witbooi aan zijn vijanden vormen de rode draad in de biografische roman 'Ik ben Hendrik Witbooi' van Conny Braam (voorheen het gezicht van de anti-apartheidsbeweging, daarna schrijfster). Ook zijn handschrift met krullen was zorgvuldig - hij miste zijn rechterduim. Lezen en schrijven had hij pas op zijn 40ste geleerd van een zendeling die in zijn nederzetting was verschenen. Het werd zijn passie.

 

Braam las de brieven in Namibië en vertaalde en bewerkte er enkele voor haar boek. Het bijzondere daaraan is dat er uit die tijd weinig door Afrikanen geschreven bronnen zijn, en Braam zo uit eerste hand beschikt over een Afrikaans perspectief. Ze sprak ook met nazaten (zoals de 86-jarige achterkleindochter en de jonge rapper Simon Witbooi, bekend onder de artiestennaam HemelBesem, die onlangs in Nederland zijn woordkunst vertoonde). 

Braam schreef eigenlijk meer een inlevend geschiedenisboek dan een roman. Ze geeft een minutieuze reconstructie van de betrekkingen tussen Hendrik Witbooi en de beginnende Duitse kolonialen die als amateurs te werk gaan.

 

Een belangrijke rol speelt de kleurrijke loser Ludwig Conradt, een avonturier die een conservenblikindustrie wil opzetten in het niets met stinkende gevolgen, allerlei handeltjes opzet en uiteindelijk maar fotograaf wordt. Braam kon putten uit de memoires van deze alcoholist.

 

De Witboois zijn een stam van het volk de Xhoisan (vroeger de Hottentotten en Bosjesmannen genoemd), die uit de Zuid-Afrikaanse Kaapregio werden weggejaagd. De nomadische jagers en verzamelaars trokken onder Hendriks grootvader Kido naar het noorden en bleven steken in een dor gebied in het huidige Namibië, in de streek Namaqualand waar meer Xhoisan-stammen, samen het Nama-volk, leefden. Ze spraken Kaaps-Hollands, naast hun eigen talen, vandaar die malle bijnamen - 'de Veldschoendragers, de Bethaniërs, de Franzmann, de Bondelswarts. Hendrik Witbooi heette eigenlijk !Nanseb /Gâbemab, met klikklanken.

 

Hij wil zijn Witboois en hun vee verder naar het noorden leiden, voorbij het land van de Herero, naar het grensgebied met Angola. Een bijbelse onderneming voor Hendrik die dat boek grondig heeft bestudeerd en er houvast aan vindt naast het oude geloof in Tsui-//goab, de schepper van de Xhoisan. Het brengt hem in aanvaring met de koning van de Herero, de Maharero. Eerst lijken de diplomatieke brieven een vrije doortocht te garanderen; dan slaan de Herero-krijgers toe en doden daarbij twee van Hendriks zonen. Waarom? Hij weet het niet.

 

Volgens Braam hebben de Duitsers de Maharero misleid. Het misverstand is zo de reden waarom eerst de Herero tegen de Duitse kolonisator in opstand komen en de Witboois zich pas een jaar later bij de opstand aansluiten. Dat doen ze vanuit een bergachtig gebied aan de rand van de Kalahari-woestijn, waar ze sinds hun mislukte tocht naar het noorden rondtrekken en zich met succes hebben verzet tegen Duitse pogingen hen te onderwerpen.

Aan Duitse kant is er iets veranderd. De keizerlijke afgezant Göring is vertrokken (zoontje Hermann wordt kort daarop geboren), de nieuwe gouverneur Leutwein wordt voorbijgestreefd door een militaire commandant die met een groot leger door de agressieve keizer Wilhelm II naar de kolonie wordt gestuurd om een eind te maken aan de roofovervallen door de Herero op Duitse kolonisten en handelsposten.

 

Deze generaal, Lothar von Trotha, zal de geschiedenis ingaan als een wrede massamoordenaar, aanhanger van de toen nieuwe rassenleer. Hij is de eerste die een 'vernietigingsbevel' geeft aan zijn militairen, later gezien als voorloper van de Holocaust. De Herero-strijders, die tot dan toe de sullige Duitsers steeds te slim af waren, worden in 1904 met moderne mitrailleurs verrast en afgeslacht. Duitse soldaten maken jacht op de vluchtende Herero's en steken met bajonetten oude mannen, vrouwen en kinderen dood. De overlevenden worden opgesloten in concentratiekampen.

 

Hendrik Witbooi en zijn strijders lokken het Duitse leger later in een vallei en laten zich niet neermaaien. Braam beschrijft die heroïsche strijd indringend, de vindingrijkheid die de Duitsers in vertwijfeling brengt. Maar de strijd is tot mislukken gedoemd. De verliezen zijn groot, het water en het voedsel raken op, de enige vluchtweg is de woestijn in. Dan krijgt Hendrik, 80 inmiddels, een kogel in zijn been bij een verder onbeduidend schietpartijtje en sterft aan bloedverlies. De opstand valt uiteen. De Witboois die zich overgeven, verdwijnen ook in concentratiekampen.

 

Braam besluit haar boek met een beschrijving van die weerzinwekkende afloop. Op een eilandje, Shark Island, laten de Duitsers de Witbooi- en andere gevangenen stenen hakken en doodgaan. Het is het eerste 'vernietigingskamp'. Naar schatting 80 procent van de Herero's (65 duizend mensen) en de helft van de Nama's (tienduizend) zijn uitgemoord.

 

Er ontstaat in Duitsland, in de greep van de rassentheorieën, een handel in Namibische schedels voor 'wetenschappelijke' schedelmetingen. Weerzinwekkende ansichtkaarten met foto's van lijken, lynchpartijen, uitgemergelde Namibiërs en gevangen meisjes liefst met blote borsten worden in Duitsland een perverse rage.

 

Wie 'Ik ben Hendrik Witbooi' leest, vergeet deze tragedie niet meer.

 

Verdere voorbereidingen

Bij de voorbereiding hoort ook een bezoekje aan de GGD, ook al is het mij eigenlijk van tevoren al duidelijk dat wij geen injecties nodig hebben. Onze Hepatitis A, onze DTP en onze Buiktyfus en Cholera zijn alle nog geldig. Omdat we niet echt in het vochtige tropische noorden komen en in Etosha alleen overdag zijn, is bescherming tegen insecten (lange mouwen, deet, eventueel een klamboe) voldoende en hoeven we geen malariaprofylaxe.

Als de vertrekdatum dichterbij komt, zetten we alle te bezoeken plaatsen en de waarschijnlijk te nemen route uit op de kaart. Ik zet van internet gegevens bij elkaar in een boekje van het reisprogramma, de hotels (die pas in de laatste week bekend worden) en eventueel uit te voeren excursies. We pakken de koffers. Ik wil eerst, naast mijn trouwe reislens (een 18-250 mm zoomobjectief), ook nog de 18-70 mm lens meenemen maar daar zie ik op de laatste dag van af. Gelukkig heb ik op reis wel mijn tweede camera bij me: de Nikon B700, een bridgecamera met 60x optische zoom, dat is vertaald naar het kleinbeeldformaat van vroeger een telelens van meer dan 1400 mm! Die camera zal ik veel gebruiken, ook al omdat het zoomobjectief en dus de Pentax reflexcamera onbruikbaar wordt door… zand. Tja.

 

naar boven