dag 17: WATERBERG PLATEAU NATIONAL PARK di 31 okt ROUTE
Het programma: “Het Waterberg Plateau National Park is een van de mooiste panoramische landschappen van Namibië en ligt ongeveer 200 meter boven de omringende woestijn. Doordat het gebied moeilijk toegankelijk was, werden hier in het verleden vaak bedreigde diersoorten heen verplaatst om ze te beschermen tegen roofdieren en stropers. Dat bleek te werken, waardoor nu in Waterberg veel bedreigde diersoorten voorkomen. De zwarte neushoorn is het bekendste voorbeeld. We overnachten in dit prachtige gebied, waar we een wandeling maken. Indien de tijd het toelaat kunt u ook een optionele game drive maken door het gebied (kosten niet inbegrepen). (ca. 210 km)
Optionele excursie: Het mooie Waterberg Plateau – dag 17
Het Waterberg Plateau National Park is een van de mooiste panoramische landschappen van Namibië en ligt ongeveer 200 meter boven de omringende woestijn. Doordat het gebied moeilijk toegankelijk was, werden hier in het verleden vaak bedreigde diersoorten heen verplaatst om ze te beschermen tegen roofdieren en stropers. Dat bleek te werken, waardoor nu in Waterberg veel bedreigde diersoorten voorkomen. De zwarte neushoorn is het bekendste voorbeeld. Als de tijd het toelaat, kunt u op dag 17 een game drive maken door het ecologisch rijke en diverse gebied.
Hotel: Waterberg Camp
Deze accommodatie ligt in het Waterberg Plateau National Park, aan de voet van de rode kliffen van het Waterberg Plateau. In de nabije omgeving bevinden zich verschillende korte trails, die u op eigen gelegenheid kunt wandelen. Het beschikt over een buitenzwembad, een bar, een winkel en een deels openluchtrestaurant.”
kerk in Otjiwarongo
Otjiwarongo: een Herero dame in klederdracht
We naderen het einde van de reis. Maar eerst nog naar het Waterberg Plateau. Onderweg krijgen we ruim de tijd om in Otjiwarongo te lunchen. Bij het winkelcentrum waar de bus stopt, staat een ‘bakkie’, een pick-up dus, met in de achterbak een prachtig geklede vrouw. Een Herero-dame. Ze is al aardig op leeftijd, zo vertelt ze via haar zoon die wel Engels spreekt, maar ze is nog goed bij de pinken. Ze wil wel toestaan dat we foto’s van haar maken maar daar moet wel wat tegenover staan. Ze vraagt 20 NA$ maar ze krijgt meer. Ze ziet er dan ook prachtig uit en doet het goed op een fotoportret. Ze draagt een kleurige jurk en de zo kenmerkende hoed met punten die haaks op het hoofd staat. Ze is de enige Herero dame in klederdracht die we de hele reis zien.
Ik heb thuis wat informatie over de merkwaardige kledinggewoontes van de Herero opgezocht.
Missionarissen dicteerden de mode
De Herero zijn nauw verwant aan de Himba. De volken zijn van oudsher herders en de talen van beide volken, Otjiherero en Zemba, zijn vrijwel identiek. Beide groepen kleedden zich vroeger op dezelfde manier, de vrouwen liepen boven bloot en de weinige kleding die ze droegen bestond uit dierenhuiden. Zoals de Himba nu nog, dus. (Himba-vrouwen lopen in Swakopmund trouwens ook met hun blote borsten door de straten, een merkwaardig gezicht.) Toen de Duitse missionarissen het gebied kwamen kerstenen, vonden ze die dracht onbeschaafd. De missionarissen bevalen de Himba’s en de Herero’s zich te kleden conform de toenmalige Europese mode. Victoriaanse kleding was toen in, ook bij de vrouwen van de Duitse officieren. De Herero’s waren gevoelig voor de opdracht van de missionarissen en veranderden hun kleding, de Himba’s deden dat niet. De Hererovrouwen dragen dus sinds de eerste helft van de 20e eeuw Victoriaans aandoende jurken met daaronder vele onderrokken. Op hun hoofd dragen de Herero’s een haaks geplaatste grote hoed. Vooral veel uitbundige kleuren kenmerken die jurken. De tulbandhoed van de vrouw verwijst naar de horens van koeien. Kuddes zijn oudsher hun rijkdom, het belangrijkste bezit van de Herero. De vele lagen rokken zorgen voor brede heupen, die lijken op die van een goed gevoede koe. De jurk wordt gedragen vanaf het moment dat een meisje een vrouw wordt. De statigheid helpt haar kracht en zelfvertrouwen uit te stralen. De kleuren verwijzen naar de windstreek waar zij vandaan komt. Net als de manier waarop haar jurk is gemaakt; uit één stuk of samengesteld uit verschillende stoffen.
De Otruppe
Maar ook de mannen namen de kledinggewoontes over van de Duitse overheersers, die nota bene hun volk praktisch hadden uitgemoord; zie het verhaal van gisteren. De weinige overgebleven Herero hadden niets meer. Het was een stam die volledig ontdaan was van zijn grond en kuddes, van zijn politieke en economische structuren, van zijn cultuur en identiteit. Dat identiteitsvacuüm werd het momentum van de “Otruppe”, wat al snel uitgroeide tot hun nieuwe bron van identiteit en wat vandaag de dag nog steeds een wezenlijk onderdeel uitmaakt van hun cultuur. De Otruppe is als een leger, maar dan alleen voor ceremoniële doeleinden. De hiërarchische structuur is precies als die van de Duitsers (met kadetten, soldaten, cavalerie, enzovoort). Ook het marcheren hebben zij van de Duitsers afgekeken. De kleding hadden ze buitgemaakt tijdens de oorlog met diezelfde Duitsers. En door de jaren heen raakte de Otruppe meer en meer verweven met andere gebruiken van de Herero. Zo ging de man dus het uniform van zijn overheerser dragen, omdat hij erin geloofde dat door het dragen van de kleding ook de kracht van zijn voorganger in hem over zou gaan. Ze hebben het dramatische verleden dus onschadelijk weten te maken, door zich de kleding van de vijand toe te eigenen en op te nemen in hun eigen cultuur. Die kleding van de vijand, soms letterlijk buitgemaakt op het slagveld, werd symbool van trots zelfbewustzijn. De leden van Otruppe marcheren elk jaar op Hererodag op de klanken van Duitstalige commando's, in koloniale uniformen die zijn verrijkt met Afrikaanse attributen zoals veren en luipaardbont. Het is een eerbetoon aan hun dappere voorouders, een viering van tribale identiteit.
Meer info en mooie foto’s op: http://www.slate.com/blogs/behold/2013/03/01/jim_naughten_documenting_the_herero_tribe_of_namibia_and_its_20th_century.html
Op Youtube vind je filmpjes van paraderende Herero.
We wandelen wat rond, maken foto’s van de grote evangelische kerk en kopen vervolgens een en ander voor een picknicklunch die we opeten op een bankje in een park in het centrum. Om ons heen gezinnen met spelende kinderen. Dan moeten we weer verder.
Het Waterberg Plateau
Al rijdend zie ik dan in de verte het zich als een grote blauwe tafelberg verheffende plateau van Waterberg. Het is nu het “Waterberg Plateau National Park”. Het park ligt ongeveer 200 meter boven zeeniveau. Het plateau is tussen de 8 en 16 kilometer breed en is van zuid west naar noord oost ongeveer 49 kilometer lang. Het park werd in 1972 door het lokale Ministerie van Milieu en Toerisme geopend.
Door zijn centrale en hoge ligging heeft het nationale park een prominente plaats in Namibië. Het gebied is vrij ontoegankelijk. Hierdoor worden er sinds de opening bedreigde diersoorten in het reservaat geplaatst om stroperij tegen te gaan. Dit blijkt een succes te zijn en door de groeiende populatie van bedreigde diersoorten kunnen populaties in andere parken worden aangevuld met dieren uit het Waterberg Plateau National Park. De zwarte neushoorn werd in 1989 in Damaraland teruggebracht. Dit is een gebied in het noorden van Namibië. Het park heeft een grote hoeveelheid fauna. Het Waterberg Plateau National Park heeft een grote ecologische verscheidenheid en telt meer dan tweehonderd verschillende vogelsoorten en een aantal zeldzame soorten kleine antilopen. Het wild bestaat uit de zwarte en witte neushoorn, buffel, eland, gemsbok, giraf, kudu, roanantiloop, sabelantiloop, impala, klipspringer, steenbok, zwart gerugde jakhals, caracal, cheeta, bruine hyena en luipaard. De enige Kaapse gieren kolonie van het land leeft in het westen van dit plateau. Het park is het leefgebied van twintig vleermuis- en dertien kikkersoorten. Je treft hier flora aan die je op andere plekken in Namibië niet vindt.
Ik lees dit allemaal en denk: waar zaten al die dieren toen wij er drie uur rondcrossten?!
Er leven hier ongeveer 500 soorten planten. Het zachte, donkerrood gekleurde zandsteen heeft in de loop van de tijd veel water opgenomen. Dit water ontspringt op enkele plaatsen aan de onderkant van het plateau als een bron. Vandaar ook de naam. De aanwezigheid van dit water resulteert in een groen en vruchtbaar landschap. Nergens zagen we deze reis zoveel groen als hier. Geologisch is het ook een gebied van belang. Het oudste gesteente is meer dan 850 miljoen jaar oud. Er zijn dinosaurussporen van ongeveer 200 miljoen jaar geleden gevonden. De eerste menselijke bewoners waren de San/Bosjesmannen, die veel rotstekeningen van een paar duizend jaar oud hebben achtergelaten. Een kleine groep San heeft tot eind jaren zestig van de vorige eeuw op hun traditionele levenswijze op dit plateau geleefd. Meer info: https://www.jtravel.nl/plaatsen-zuid-afrika-namibie/plaatsen-namibie/waterberg-plateau.
Al om half twee rijden we de poort van het park binnen. Eerst moet de RL zich melden bij de rangers van Namibia Wildlife Resorts NWR in het receptiegebouw. Dan rijden we door, omhoog klimmend langs het gebouw waar we vanavond kunnen eten, en dan naar het resort van vele tientallen bungalows, steeds twee onder een kap. De rode kleur van de stenen valt weg tegen die van de hoog oprijzende donkerrode kliffen op de achtergrond.
Ook hier is veel groen. We worden gewaarschuwd tegen de bavianen die hier de boel letterlijk onveilig kunnen maken. We horen ze soms al schreeuwen in het groen tegen de helling. Ze kunnen agressief zijn als je ze stoort en je moet vooral zorgen dat ze nooit in je huis kunnen want dan is de ramp compleet. Deur steeds achter je dicht dus. Om het huis zitten prachtige vogels, sommige met sprekende kleuren. Ook zie ik een grote grijze tok, een neushoornvogel. De rode steile rotsen die boven ons uit torenen, doen me denken aan de rode rotsen van Moab in Utah, USA. Uit de struiken komt opeens een Damara dikdik. Er zit hier een hele familie. ’s Avonds in het donker komen ze grazen op het gras tussen de bungalows. Ze zijn niet echt schuw. Grappige beestjes zijn het.
de rode rotsen van het Waterberg Plateau staan achter onze bungalows en doen me denken aan de rode bergen van Utah.
er zitten ook mooie vogels
grijze tok
De dikdiks zijn hier niet zo schuw; hier bij de bungalows blijkt een heel gezin te zitten. Vooral 's nachts zijn ze actief. Maar overdag dus ook.
Safari op het Plateau
We zijn net goed en wel in ons huis geïnstalleerd als we alweer op safari kunnen: met een 4x4 truck samen met een aantal reizigers van andere groepen gaan we het plateau op. Eerst een eind rijden, dan een stuk flink klimmen en dan zitten we op de 200 m hoge ‘hoogvlakte’. Je hebt op de rand een fraai panorama over het omliggende land. Dan begint de safari pas echt. Over zandpaden waarin heel veel afdrukken van wild staan rijden we rond en kijken ingespannen of we iets kunnen spotten dat op wild lijkt. Maar het wild zelf laat zich niet zien. Dan, ja hoor, een groep van vier of vijf giraffen. Ze zijn opvallend licht gekleurd vind ik. Verderop stoppen we bij een wildschuilhut. Eerst een heel lange corridor door tussen boomstammetjes, en dan een schuilhut, een observatiehut. Het ziet er allemaal keurig uit, maar er is geen wild te bekennen. Ik loop terug en maak foto’s van een grote zwarte kever met witte randen langs zijn schild en van een hagedis die in verschillende poses kiekeboe met me speelt. In tegenstelling tot andere hagedissen die ik hier zag, heeft deze heel gladde schubben; als een aal, zou ik zeggen, zo glad. Zo mooi bruin is hij ook.
als het groot wild voornamelijk onzichtbaar blijft, maak ik foto's van klein wild
Bijna vruchteloze rit
We maken een lange rit door dicht struikgewas over een heel smalle weg, zodat de takken door de open zijkanten naar binnen slaan. Je moet er steeds op verdacht zijn dat je geen tik krijgt. Het is echter vruchteloos. De mensen maken dan maar foto’s van de rode rotsen. Tja, je moet toch wat met je fototoestel. Een schildpad! Eindelijk wild! Twee zelfs. Voor een schildpad maken ze zich opvallend snel uit de voeten. De chauffeur stapt uit en grijpt er een om hem zo neer te zetten dat de mensen een foto kunnen maken. Al snel zit-ie weer onder het blad. De lager staande zon kleurt de hemel al wat licht oranje. Opwinding is er als er een neushoorn gesignaleerd wordt. Ook weer twee zelfs, maar zo ver weg en zo tussen het groen dat een foto niet erg geslaagd is. Zijn kont en de oortjes staan er leuk op.
bij een schuilplaats zien we eindelijk wild: een hele groep giraffen. De mannetjes gaan schijngevechten voeren. Een adembenemend gezicht.
met hun nekken en koppen delen ze tikken aan elkaar uit. Het lijkt op ballet, zo beheerst en als in slow-motion zijn hun bewegingen. Echt hard gaat het er niet aan toe, het is meer oefenen wat ze doen.
Schijngevecht van giraffen
Nog een keer proberen we een uitkijkpost. Nu staan er giraffen. Jonge mannetjes die wat met elkaar dollen en een soort schijngevecht opvoeren. Dat is wel een adembenemend mooi gezicht. De dieren staan stil naast elkaar, twee aan twee. Ze hebben een gevoel voor symmetrie lijkt het. De nekken in dezelfde richting of juist gekruist voor de fotograaf; de poten keurig in het gelid. Dan bewegen ze hun kop en slaan met hun hoorntjes de ander tegen zijn lijf. Het gaat er niet echt hard aan toe. Ik maak ook een paar filmpjes met mijn fotocamera. Het voelt wel heel bijzonder om dit van zo dichtbij mee te maken. Het valt me op dat het gevecht geluidloos verloopt.
Dan moeten we terug. De oogst was niet wat de reisgidsen en de vele dierensporen in het zand beloofden, maar wild laat zich nu eenmaal niet sturen, daar is het wild voor. Het is nog wel een flink stukje rijden. Het wordt nu snel frisser op de wagen en ik trek mijn windjack aan. Het wordt nu ook langzaam donker en als we terug zijn bij de lodge is het echt donker. De gidsen hebben hun best gedaan; de oogst is mager.
Termieten en andere logees
Het diner is weer prima verzorgd in de eetzaal die is ondergebracht in het in 1908 verbouwde voormalige Duitse politiebureau. Buiten tegen de ramen komen honderden vliegende termieten op het licht af. We maken er een foto van. Als we uit de bus stappen (die had ons naar de eetzaal gebracht) zien we de familie dikdik grazen. Leuke beestjes zijn dat met hun grote ogen, de grappig kleine hoorntjes en de overbeet die ze lijken te hebben. Ze schrikken niet van ons, zelfs niet van het flitslicht van de camera’s.
Als we het huisje binnen komen, liggen daar ook tientallen termieten op de grond. Ze zijn bezig hun doorzichtige vleugels te verliezen. We trappen ze zoveel mogelijk dood en leggen een handdoek voor de deur want door de spleet eronder komen ze op het licht af naar binnen. Ook hebben we twee gasten: twee hagedisjes, een tegen het plafond geplakt en een tegen de muur. De volgende morgen zijn ze weg. We slapen er allebei goed om. Wel lastig is het dat terwijl ik aan het tandenpoetsen ben het water ineens ophoudt te stromen. De hele nacht en ook de volgende morgen is er geen stromend water. Het hele resort zit zonder.
In het donker scharrelen de dikdiks rond de geparkeerde auto's. Ze grazen van het gras.
een van onze gasten vannacht