Fotoboek/ reisverslag Egypte en de Sinaï (2000)
Caïro, de piramiden, de oases, de koningsgraven, feluccatocht op de Nijl, en Sinaï met o.a. het Catharinaklooster, Dahab en wandelen in de hete Coloured Canyon. Inclusief pech met de bus midden in de Libische woestijn....Gedigitaliseerde dia's met bijschriften.
GLOBALE ROUTE:
CAÏRO, PIRAMIDES MEMPHIS, SAKKARAH EN GIZEH
LIBISCHE WOESTIJN
OASES: BAHARYA, WITTE WOESTIJN VAN FARAFRA, DAKHLA, EL KHARGA
ASWAN
KONINGSGRAVEN
FELUCCATOCHT OVER DE NIJL NAAR KOM OMBO
LUXOR
HURGHADA
SHARM EL SHEIKH- CATHARINAKLOOSTER
DAHAB
COLOURED CANYON
De 268 foto's zijn gedigitaliseerde dia's. Ze zijn bewerkt met fotobewerkingsprogramma's voor kleurzweem e.d.
In 2000 maken mijn vrouw R en ik met onze dochter M een rondreis door Egypte, inclusief de Libische woestijn met de oases, de Nijldelta en de Sinaï. We reizen in een groep van twintig mensen met Baobab.
Ons eerste hotel staat in de wijk Dokki in Cairo: het Pharaohs Hotel. De eerste avond kijken we onze ogen uit naar het drukke chaotische verkeer dat voor minstens de helft 's nachts vrolijk zonder licht rijdt. We wandelen langs de Nijl en zien weinig of geen toeristen. Wel veel autochtonen die hier net als wij genieten van de iets koelere avond na een zeer hete dag. Na een poosje ben je al iets gewend aan het constante getoeter van de auto's. De Egyptenaren zijn wel vriendelijk maar er zit steeds wel een commercieel idee achter. You my friend! Ja, echt wel. We zijn wat afhoudend bij aanbiedingen om mee te gaan, theedrinken en zo. Uiteindelijk is het een verkoopactie.
Uiteraard bezoeken we in Cairo het chaotische, met kunstschatten vol gestouwde Egyptische Museum. Dat staat vlak bij het nu alom bekende Tahrirplein. Het is voor R en mij een weerzien met Toet Ankh Amon en zijn schatten, want die zagen we destijds al op een grote expositie in Keulen, ergens in begin tachtiger jaren denk ik. Het is toch een belevenis, al die eeuwenoude en soms verrassend goed geconserveerde schatten van zo dichtbij te mogen zien.
Fotograferen is streng verboden, camera's moeten worden ingeleverd.
Cairo, Citadel Moskee Mohammed Ali
We bezoeken een Koptische kerk waar op dat moment een dienst is en we dus niet naar binnen kunnen, helaas. Wel kunnen we de Sultan Hassan Moskee bezoeken. (boven). Veel pracht en praal, in immense ruimtes. Een medewerker doet voor ons voor hoe de akoustiek klinkt. Geweldig.
De Mohammed Ali Moskee met zijn albasten koepels.
Indrukwekkend, dat is hier geen cliché.
Alleen al die enorme kroonluchters met honderden lampen.
Dit koepeltje staat op een grote binnenplaats met aan alle zijden een zuilengang.
De ingang. Dochter heeft het even gehad met de hitte.
Vanaf de Citadel Moskee Mohammed Ali heb je een mooi uitzicht over de immense metropool die Caïro is. Op de voorgrond de Sultan Hassan Moskee.
stoet kamelen in de stad
Helaas kunnen we op onze vrije middag niet naar de soukh of de kamelenmarkt of nog andere dingen die we gepland hadden, want M en ik zijn beiden zo ziek als een hond. We kunnen nauwelijks daglicht verdragen een dag lang. Het zal nog dagen duren voor het helemaal over is, maar gelukkig gaat het na een dag voldoende beter om de piramides te zien.
Piramides: Cheops, Chefren en Mikerinos, Giza (Gizeh), Djoser, Sakkara, de dodenstad
Merkwaardige sensatie: rijdend in de bus door Cairo op weg naar de piramiden zie je ze ineens nog midden tussen de bebouwing opdoemen. De stad groeit naar de piramiden toe.
De piramide van Gizeh is zo groot dat ik hem nauwelijks in zijn geheel op de plaat krijg. Ik vind het een heel bijzondere ervaring om hier te staan, vergelijkbaar met de indrukken die ik kreeg toen ik in China in Xi'an oog in oog stond met de soldaten van het terracottaleger.
Voor de verhoudingen: moeder en dochter op de onderste rij stenen van de piramide. Het is toch heel anders dan ik me had voorgesteld. Bij voorbeeld de grootte van de blokken steen overtreft vele malen mijn verwachtingen.
En hier sta ik zelf op de tweede rij. Meteen zijn de mensen beneden al klein... En klein voel ik me ook, staand op dit wereldwonder. Ik heb het op National Geographic al vaak gezien natuurlijk, maar hier nu zelf te staan en de verhoudingen in me op te nemen, daar kan geen documentaire tegenop.
En dan sta je hier in verwondering en je maakt foto's en dan hoor je plotseling een hese stem in je oor: "Postcards sir?" Dat ik mijn eigen postcards maak, ziet de man kennelijk niet in. Ach, verder valt het met de toeristenmeuk nog wel mee hier. Maar, het is ook nog heel vroeg op de dag, dat zal ook schelen.
De drie piramides van Giza op een rijtje in de ochtendnevel.
Cheops. Aan de voet van de drie piramides ligt de Sphinx ondoorgrondelijk te zijn.
Dodenstad Sakkara
Trappiramide van Djoser. Deze is ouder dan de 'gladde' piramides van Giza.
"ooit weit 't de wereld aover, ooit wordt alles weer klein" (Daniël Lohues)
Van Cairo door de Lybische woestijn naar Oase Bahariya
Een van de redenen waarom we voor de drieweekse reis kozen, was dat deze ook door de woestijn gaat. Vandaag laten we de metropool Cairo met zijn luxueueze buitenwijken achter ons en rijden spoedig uren achtereen door een landschap van zand, grind en rotsen. Zonder een sprietje groen. Een ervaring op zich.
De Lybische woestijn. Grind, zand en rotsen. En een rechte streep asfalt erdoor.
Een 'benzinestation' onderweg. Hier moet je doen wat je moet doen. Koffie drinken, plassen (of erger), enzovoort. Geen van beide is aan te raden. De koffie is smerig en de wc nog veel smeriger. Dan liever een eindje de woestijn in gelopen; daar heb ik minder neiging tot kokhalzen... Ook al ontbreekt het boompje om tegen te plassen.
We moeten wel zorgen dat we genoeg drinken, overigens. En dat onderschat je snel. Liters water moet je hier per dag drinken. Doe je dat niet, dan loop je, zoals een van onze groepsleden, uitdroging en/of zonnesteek op. En dat is niet leuk. Kun je beter wat diarree hebben... Gelukkig kon ze na een nacht aan het infuus in het ziekenhuis weer verder mee.
Een van de stops langs de lineaalrechte verlaten weg. Een boompje om tegen te staan plassen of een struik om achter te zitten voor de dames, is er niet, uiteraard. De mensen lopen maar gewoon een eind het zand in.
Ik denk: je moet er niet aan denken dat je hier midden in de woestenij autopech krijgt. Gelukkig konden we niet in de toekomst kijken... De mens lijdt immers het meest van het lijden dat hij vreest? Ons busje en de vrolijke chauffeur Nabil doen het uitstekend. Zo doet de cassettespeler van Nabil het ook uitstekend: hard en eentonig. Hij heeft een paar bandjes maar speelt altijd dezelfde: arabische popmuziek. Een verzoek om het wat zachter te doen haalt weinig uit. Dat komt ook doordat sommigen in de groep het kennelijik niet zo irritant vinden als ik, na tien keer hetzelfde Arabische geneuzel. Gelukkig heb ik oorproppen bij me. Het begrip 'Nabilbandje' staat nog lang in ons gezin voor iets eentonigs en vervelends.
moeder maakt foto van dochter
Een luchtspiegeling. De meren in de verte zijn gezichtsbedrog.
Onze eerste oase: Bahariya. Voor we naar het hotel gaan, eten we iets in een vrij primitief restaurant: gruttensoep en platte droge broden. Nee, voor lekker eten kun je beter op reis gaan naar Vietnam, China of Zuid-Afrika. Maar dit is allemaal wel een unieke ervaring, ook het eten hier. De woestijn maakt indruk. Die hitte, die verlatenheid, die afstanden, die eentonigheid die toch vol afwisseling is, als je het wilt zien... Hierboven zijn we op het terras van ons hotel New Oases.
Het dorp Bahariya is zeer primitief. De huisjes zijn voor ons nauwelijks als zodanig herkenbaar. Het lijken eerder ruïnes van schuurtjes. R en ik maken een wandeling door het dorpje. M is te moe. Hierboven zie je een bron, waar water uit komt stromen. Na uren rijden door zand en rots en grind is het naderen van een oase ook een ervaring op zich. Zo ineens kleurt het landschap groen van de palmen en andere planten en struiken. En bijgestelde verwachting nummer zoveel: zo'n oase is veel groter dan ik dacht. Wij zijn in oases geweest waar diverse dorpen en een hele stad liggen. El Kharga -stad telt 70.000 inwoners! /// foto li: waterbron foto re: Duivenhokken zijn goed onderhouden; kennelijk zijn die belangrijk voor de bevolking.
Deze man is net van het land aangekomen met zijn vrouw en een beladen ezeltje. De vrouw vluchtte het huisje in (links) toen ze onze camera zag, maar de man wil wel even poseren. Deze huizen zien er nog vrij stevig uit.
Tegen de avond maken we een tocht met 4x4 jeeps. Onbarmhartig snel jagen de chauffeurs door het zand. We worden door elkaar geschud tot we met het hoofd het dak raken en je maag ergens halverwege je slokdarm komt te zitten. Maar het is een unieke ervaring. Ik zal het nog vaak zeggen deze reis.
Op een hoog punt wordt gestopt. Hier kun je de heel oase overzien.
Zomaar ergens komt dan een pijp uit de grond en daar komt dan water uit, warm water zelfs. Toch wel verfrissend.
Op een ander hoog punt, waar we naartoe wandelen, wachten we tot de zon ondergaat boven het desolate landschap.
Links de randen van de oase. Zo opeens is het dan afgelopen met de begroeiing.
Zwarte woestijn, Crystal Mountain
ontbijt op het dak
Voordat we weer op pad gaan, bezoeken we een schattig primitief 'museum'. R koopt er een gebakken terracotta kameeltje, dat nog steeds in onze kamer staat, bij een paar keiharde glasachtige steentjes uit de witte woestijn.
De woestijn waar we nu door rijden, is bijna voornamelijk zwart gekleurd door de zwarte grindstenen die de bodem bedekken.
Nietigheid, dat is een begrip dat ik hier in deze landschappen vaak ervaar. Een moeilijk land om te overleven, lijkt me, als je hier op jezelf aangewezen zou zijn. Dan verandert het beeld weer: er is weer geel zand, soms geslepen in gelijkmatige patronen.
Crystal Mountain
En dan is er opeens dit merkwaardige natuurverschijnsel: Crystal Mountain. Hier 'groeien' zomaar 'in het wild' de fraaiste kristallen uit de berg. Een hele berg bestaat eruit. Mooie bloemen van kristal zien we. En hele lagen van wel tientallen centimeters dik. Uiteraard is het verboden iets mee te nemen.
allemaal kristallen
dochter M op de Crystal Mountain
Het zand wint het bijna weer van het asfalt. Ik vraag me af of ze hier zo nu en dan moet 'zandschuiven', zoals wij 's winters sneeuw.
We naderen de volgende oase, Farafra. Dit ligt in de Witte Woestijn. Een zeer merkwaardig natuurverschijnsel. Over Farafra heb ik een prachtig boek gelezen van Arita Baayens: Oase Farafra. Zeer aanbevolen als u hier naartoe gaat! In de verte zien we de witte rotsen van de Witte Woestijn al.
We zitten even in hotel El Badawiya, maar de nacht zullen we onder de blote hemel doorbrengen midden in de Witte Woestijn. Een hoogtepunt van deze reis.
best een leuke hotelkamer trouwens, met een opkamertje waar je kon slapen
De Witte Woestijn van Farafra
We rijden met drie Landrovers naar de Witte Woestijn. Het landschap is al snel van een onvergelijkelijke schoonheid, tegelijk is het ook verveemdend. Het lijkt een sneeuwlandschap, maar het is witte kalk: hard en heet. Soms ligt de kalk in witte vlakten, dan weer is het tot bergjes en vreemd gevormde hoogtes opgeworpen en uitgesleten. Soms liggen er rolvormige zwarte steentjes, net caviabrokken. Ze zijn glashard, ze tinkelen ook als glas als je ze in je hand laat rammelen. Ze schijnen van vroegere vulkaanuitbarstingen afkomstig te zijn.
Ook zijn er kleine holen in de bodem, waarin beestjes leven. Als je er met een zaklantaarn (onmisbaar op deze reis!) in schijnt 's avonds, dan zie je ze.
De groep op een hoge kalkheuvel. Hier wachten we op het ondergaan van de zon.
Onze sympathieke Islamitische gids laat ons even alleen om zich terug te trekken voor zijn avondgebeden. De zon gaat onder.
De chauffeurs bouwen een soort kamp op, aan de zijkanten afgeschermd met kleden, maar zonder dak. Het is de bedoeling dat we vannacht onder de blote hemel slapen. Voor het zo ver is, maken de chauffeurs op een houtvuurtje een maaltijd klaar en zetten ze thee. Als de zon onder is, is het vrij snel donker en voel je de temperatuur zakken. We zitten om het kampvuur, zien de sterren steeds zichtbaarder worden als de zon verdwijnt. De stilte doet bijna pijn aan je oren.
We zoeken een plekje op een dun matrasje op de grond tussen de kleden die als afscheiding dienen. Ik slaap die nacht wel een paar uurtjes, maar R ligt de hele nacht te kijken naar de onwaarschijnlijk heldere sterrenhemel. Vallende sterren schieten van links naar rechts en omgekeerd. Het is echt spektakel.
foto onder: Dochter M op een 'kalkeilandje' in het zand
Voor de zon opkomt, is iedereen wakker. Er is een kop thee, en iedereen trekt zich terug achter een verre rots voor sanitaire behoeften. Dan komt de zon boven de horizon uit. De rotsen glimmen even van de dauw maar dat vocht is snel verdampt. In het zand bij het kampvuur ontdekken we verse sporen van een klein zoogdier, een woestijnvosje of zo.
Mensen zoeken een plekje om in alle rust te genieten van het spektakel van een snel rijzende zon boven dit stille, kale landschap. Voor mij is deze dag het absolute hoogtepunt van de reis.
De chauffeurs breken het kamp af en al snel zijn we met de Landrovers op pad om de Witte Woestijn in het gouden licht van de ochtendzon te zien glinsteren. De schaduwen zijn nog lang en geven het landschap een bijna onaardse uitstraling.
Het lijkt bijna een soort nederzetting van witte lemen huizen, maar het zijn allemaal kalkheuveltjes, zo ver het oog reikt. Soms hebben de elementen zo'n kalkrots omgevormd tot een sculptuur.
Veel te snel naar mijn zin is de tocht al weer achter de rug en rijden we over het asfalt terug naar het hotel, waar we kunnen douchen en ontbijten.
Van Oase Farafra naar Oase Dakhla en het middeleeuwse Al-Qasr; een necropolis en El Kargha
We komen nu door de Great Sandsea met wandelende zandduinen. Dit is woestijn zoals ik me die altijd voorstelde. Ik heb hier met eigen ogen gezien dat het begrip 'woestijn' veel gezichten kan hebben.
Op deze weg in dit landschap gebeurt het dus. De bus maakt plotseling krakende geluiden. Uit de versnellingsbak komt rook. Het stinkt naar olie. Chauffeur Nabil kan niets anders doen dan het busje naar de kant sturen. Onder de bus staat spoedig een plasje olie. Waarschijnlijk is het carter en/of de versnellingsbak stuk. Iedereen zoekt zich een plekje. In de bus is het heet maar daar is schaduw. Buiten de bus is het heet maar daar waait tenminste een hete droge wind, die je enigszins koelt. Gelukkig heeft iedereen nog wel wat water op voorraad. 'Baraka', staat er op de flessen. 'Door Allah geschonken genezingskracht' schijnt dat te betekenen. Dat moet wel goedkomen dus.
Verkeer is hier overigens nauwelijks. Bereik voor een telefoon nog minder. Na een poosje komt er een personenauto langs. Natuurlijk stopt die, maar die kan weinig doen. Weer een helepoos later komt er een vrachtwagentje ons achterop. Ze hebben grote buizen achterop liggen. En ze hebben ook een touw. Dat is nog een hele toer, voor dat vastzit en de chauffeur door heeft hoe hij moet optrekken zonder dat het touw knapt. Maar weer na een poosje gaat ook dat goed en hangen we dus op sleeptouw achter het vrachtwagentje. Meer dan honderd kilometer denk ik. Het wagentje levert ons keurig af bij ons hotel: Mebarez Hotel in het stadje Mût in de oase Dakhla.
Al-Qasr
Vanuit dit hotel gaan we dezelfde middag met extra ingehuurde kleinere busjes naar het middeleeuwse Al-Qasr. Een dorp waar het cliché waar lijkt dat de tijd er sinds de middeleeuwen of eerder is stil blijven staan. Hier de traditioneel gebouwde moskee.
We bekijken o.a. een oude olijfoliepers.
Boven sommige deurposten is een steunbalk te zien met daarin gekerfd verzen uit de Koran. ///// Stenen worden hier nog 'gebakken' (gedroogd in de gloeiende zonnehitte) zoals de tichels in de tijd van Mozes.
De huizen zijn hier allemaal gebouwd van de zongedroogde tichelstenen. In een gebouwtje zien we de achterruit van een auto verwerkt. Datsun staat er met grote letters nog op. Kijk, dat is nog eens recycling.
In de buurt van de oase El Kharga bezoeken we een necropolis, een dodenstad. M en ik zijn allebei nog niet over onze diarree heen en hier voelen we ons allebei erg beroerd. R heeft nergens last van. Ik moet me een paar keer achter een zandheuveltje terugtrekken. Zelden zo ziek geweest geloof ik. Helaas dringt de omgeving daardoor niet erg tot mij door.
tempel in de buurt
In konvooi naar Aswan; de Philae Tempel
We laten nu langzamerhand de woestijn weer achter ons en gaan richting de Nijl.
Een groot deel van de route van Oase El Kharga naar Aswan door de Nijldelta moeten we in konvooi afleggen. We krijgen een soldaat met een kalashnikov of zoiets in de bus en samen met een aantal andere toeristenbussen rijden we dan langs de Nijl. In tegenstelling tot dit 'n beetje unheimische gedoe vinden we Aswan heerlijk ontspannen. Het is een stad met vriendelijke mensen. Ik vind deze Nubiërs duidelijk vriendelijker dan de noordelijker Arabische Egyptenaren. We zitten in een luxe hotel, hebben aardig wat vrije tijd om het stadje te verkennen en heerlijk te dineren in een van de restaurantjes langs de Nijloever. De vriendelijke eigenaar van restaurant Panorama spreekt diverse talen waaronder ook een beetje Nederlands. Het is er heerlijk zitten op zijn terras aan het water. Hij heeft zelfs iets tegen darmstoornissen.
Uitzicht op de Nijl vanuit ons hotel Kalabsha. Duidelijk is te zien hoe smal de groene strook maar is. Vlak daarachter begint eigenlijk de woestijn al weer.
In dit hotel ontbijt ik voor het eerst eens weer smakelijk. Ze hebben zelfs yoghurt en echte verse broodjes in plaats van die droge stukken baksel die je elders kreeg. Ik klaag niet als het slecht is maar ik geniet wel als het goed is.
Merkwaardig is voor ons idee dat je op de wc het gebruikte wc-papier niet mag doorspoelen, maar dat in een speciale korf moet doen. De dunne riolering zou er anders door verstopt raken. Iets waar je wel even aan moet wennen. (Later in Midden- en Zuid-Amerika leren we dat het daar standaard zo is.)
Philae tempel Aswan
Philae tempel
De Philae tempel ligt op een eilandje. Hij is gewijd aan de godin Isis. We gaan er met een boot naartoe.
reliëfs binnen en buiten
Aswan-dam
De High Dam, de Aswandam met het Nassermeer. De Egyptische gids is er erg trots op. Hij stort een vloed van cijfers over ons uit.
De 'unfinished obelisk'. De obelisk die tijdens het loshakproces in stukken brak. En daardoor nu een toeristische attractie is...
Heerlijk ontspannen wandelen langs de Nijl. Het is hier ook wat minder heet, naar ons idee, dan in de woestijn en de oases. We genieten voluit van ons verblijf in Aswan.
's Avonds maken we een excursie met een motorboot langs een aantal stroomversnellingen in de Nijl. We zien veel watervogels. Het tochtje culmineert in een tocht op een kameel voor wie dat wil. M en R willen wel met het schip der woestijn. Ik ga met de gewone boot.
Best wel spannend want als zo'n beest opstaat, stuiter je er gemakkelijk af als je niet oppast. Aan het einde van de tocht willen de begeleiders nog weer extra geld, ook al is overal voor betaald.
Daar gaan ze. We bezoeken deze avond nog een Nubisch dorp waar we 'met de familie' eten en waar M een mooie henna-tattoo op haar voet laat zetten. Van lange duur is dat plezier overigens niet; de kleur verwelkt al snel.
Bazaar van Aswan
We hebben ook tijd om uitgebreid de bazar van Aswan te bezoeken. Met foto's maken moet je hier uitkijken. Ze zijn er niet happig op en soms ronduit agressief, hoewel dat in Luxor later erger is. Hier kun je de paardenkar-menners en feluccaverhuurders nog wel vrij eenvoudig afpoeieren; in Luxor zal dat moeilijker zijn.
Ook hier laat Marije zich nog weer "tatoeëren" met henna. De jongeman wil wel met haar trouwen, zegt hij. Ja, ja. We nemen zijn adres mee en sturen een foto van hem en ons in zijn shop op. Hoor je nooit weer wat van terug, natuurlijk.
Met een felucca van Aswan naar Kom Ombo
Een van de unique selling points van deze reis van Baobab is de tocht met een traditionele felucca zeilboot over de Nijl en dan niet een uurtje, maar een middag en nacht, inclusief maaltijden aan boord en slapen op het dek.
Het heeft nogal wat voeten in de aarde voor we afvaren (men moet zelfs ons paspoort) maar eindelijk kiezen we dan het ruime sop. We varen een dag en een nacht met de felucca, een traditionele Nijlzeilboot, van Aswan naar Kom Ombo, een eind naar het noorden.
Een heerlijk ontspannen tocht, al weet je op het laatst niet meer hoe je nu eens zult gaan liggen. Je kunt namelijk praktisch alleen maar liggen op het platte dek; niet zitten. We zien het leven van de Egyptenaar langs de Nijl aan ons voorbij trekken. Dorpen, boerderijtjes, vissers, kleine bootjes maar ook enorme wat wij noemen 'Nijldozen': van die vierkante cruiseschepen vol luxe toeristen. Nee dan wij. Wij laten het water door onze handen stroelen en drinken een kopje thee dat de bootsmannen voor ons zetten.
Gelukkig zijn er ook stopplaatsen waar we op de oever mogen wandelen.
Het warme eten wordt aan dek bereid op een soort grote gasbrander. Het bestek en de borden worden onbekommerd afgewassen in de Nijl. Merkwaardig genoeg hebben M en ik nu geen last meer van buikloop en krijgen dat ook niet meer deze reis. Kennelijk hebben we intussen voldoende weerstand opgebouwd, zelfs tegen Nijlwater en alles wat daarin zit. Vóór de nacht moeten we op de oever onze laatste behoeften doen: een toilet is er niet aan boord.
Dan gaat de zon onder en maken we ons klaar voor weer een nacht onder de blote hemel. Ik doe wat hazenslaapjes. We zeilen nog een hele tijd en liggen ook een tijd stil of drijven op de stroom mee. Ook dit is weer een unieke ervaring.
Kom Ombo en Edfu tempels
In Kom Ombo gaan we van boord van de felucca. Een beetje stijfjes van het liggen op het harde dek.
Prachtige zuilen met reliëfs en schilderingen. De dubbeltempel van Kom Ombo is gewijd aan de krokodillengod Sobek en aan de god Horus, die met zijn strenge valkenkop.
EDFU
Ook doen we de tempel van Edfu aan met de bus. Links een lid van de alom aanwezige 'toeristenpolitie'.
Horusbeeld.
Luxor, het oude Thebe
Hier blijven we een paar dagen. Het is een echt toeristische stad met tamelijk agressieve soevenirverkopers en taxichauffeurs en dergelijke. De menners van de paardenkarren menen mij aan te moeten roepen met 'Hé moustache!'
Waarop ik repliceer: 'Mister moustache for you.' Dat kenschetst de verhoudingen een beetje. In Aswan was het gemoedelijk, hier opdringerig.
Een van de vele tempels in het tempelcomplex van Luxor.
We blijven er tot na zonsondergang en tot de lichten aangaan, zodat de ruïnes in sprookjesachtig licht staan.
Ramses II in een afnemend daglicht.
Bijzonder is ook ons bezoek aan het tempelcomplex van Karnak in Luxor. Daar zien we 's avonds in het donker de 'Sound and Light Show'. Alles versta ik er niet van maar desondanks maakt het indruk. Je wordt het hele terrein over geleid en aan het slot krijg je aan de vijver op een tribune gezeten de apotheose van de geschiedenis van Amon. Foto's heb ik niet van Karnak, hoewel ik apart moest betalen voor de camera. Het was gewoon te donker om dia's te maken uit de hand.
Als de verlichting aangaat, komt er een sprookjesachtige sfeer.
Op een ezeltje naar de westoever
's Morgens al heel vroeg steken we de Nijl over. Op een ezel gaan we in een facultatieve excursie naar een tempel op de westoever. De dodenoever, is dat. R heeft nogal onenigheid met het ezeltje. Ze valt er zelfs af. Dan krijgt ze het minder recalcitrante exemplaar van de gids en daarna gaat het goed. 't Is eens wat anders, dit vervoer, maar ik was toch blij dat ik kon afstappen aan het einde van de dag.
De Ramesseum tempel op de westoever.
Ook in deze tempel veel tamelijk gaaf gebleven reliëfs en schilderingen.
Hier zijn ook vrij veel voorstellingen die je kunt duiden zonder hiëroglyfen te kunnen lezen en/of Egyptologie gestudeerd te hebben.
Ook bezoeken we graftombes van Mena, een schrijver, en Rechmire, een edele.
Westoever, Dal der Koningen
De twee kolossen van Mennon.
We bezoeken in het Dal der Koningen een drietal koningsgraven (meer mag niet), o.a. de tombe van Ramses VI . Foto's maken is uit den boze, en dat is jammer want het is fantastisch: zulke heldere schilderingen in 'technicolor'.
Hierboven en onder de ingang van een graf. Binnen is het heel benauwd en heet, maar ik had deze grafbezoeken niet willen missen.
Naast deze beroemde graftombes hebben we op deze reis op diverse plaatsen heel wat onbekendere graven mogen zien, met soms ook heel mooie muur- en plafondschilderingen.
Ook is hier de dodentempel van Hatsjepsoet, de enige vrouwelijke farao.
Het lijkt een high tech bouwwerk, zo strak en modern steekt het gebouw af tegen de ongenaakbare rotswand.
Hier is het dat moslimfanatici in 1997 (drie jaar voor wij er waren) een aanslag pleegden en 62 mensen waaronder 58 toeristen doodden. Nu, drie jaar later, zijn de Egyptenaren nog als de dood dat zoiets zich zal herhalen, want dit land bestaat van het toerisme en dat komt nu net weer goed op gang. Vandaar ook de overal aanwezige 'toeristenpolitie' en de noodzaak om bepaalde trajecten langs de Nijl in konvooi met politiebegeleiding af te leggen.
Noot in 2014: over moslimterrorisme gesproken: wij konden in 2000 nog niet vermoeden dat veertien jaar later het toerisme naar (o.a.) Egypte weer op zijn gat zou liggen door dezelfde oorzaak.
prachtige Horus-kop
Weer zo'n sprekend Horus-beeld. Wat een zeggingskracht heeft dit beeld in al zijn eenvoud in lijn en vorm.
Mooi bewaard gebleven schilderingen in de Hatsjepsoet-tempel.
Deir-el-Medina
De Deir-el-Medina, het dorp van de arbeiders en architecten van de Vallei der Koningen. Of wat ervan over is. Hier woonden de grafmakers en tempelbouwers.
We dineren 's avonds gezamenlijk als groep ook weer aan de overkant van de Nijl bij restaurant Toetanchamon, aan het water met uitzicht op het tempelcomplex van Luxor aan de overzijde. Een unieke plek.
Van Luxor via Cairo naar Hurghada
R is vandaag jarig en wordt toegezongen in de bus, terwijl we wachten tot het konvooi compleet is en kan vertrekken. Ze krijgt een Egyptisch kookboek als attentie. Leuk. 's Avonds in het hotel trakteren we de groep op een drankje en gaan R, M en ik uit eten in de overigens sfeerloze, rommelige stad Hurghada.
Tegenover ons hotel in Hurghada is een moskee. Vanaf de minaret wordt 's morgens al heel vroeg via een grote luidspreker elke gelovige opgeroepen tot de gebeden. Mooi dat we toch al vroeg op moeten.
Sinds de bus midden in de woestijn in de prak reed, hebben we een grote bus tot onze beschikking. Ik vind dat erg plezierig; de andere zat tot in het gangpad (met klapstoeltjes) vol. Hier een blik door de grote voorruit van de bus, op weg door de woestijn ten oosten van Cairo naar Hurghada.
De streek langs de weg naar Hurghada is ruig met veel bergen.
Zo nu en dan is er een foto- dan wel sanitaire stop.
Op dit hoge punt hebben we een magnifiek uitzicht over de woestijn. Heel in de verte zien we een tankwagen met water door het zand kruipen; pas minuten later komt hij bij ons voorbij. Het water lekt uit de tank.
De volgende morgen staan we heel vroeg op om de grote snelle catamaran veerboot naar Sharm-el-Sheikh te halen. Van tevoren hadden we onze bagage moeten hergroeperen omdat er niet te veel in de koffer mag. Dus: veel handbagage. Alsof het een passage naar een ander land betreft, moeten we niet alleen securitychecks passeren, maar ook een paspoortcontrole. Het personeel is hier allemaal uiterst klantonvriendelijk in mijn beleving. Snauwen, ongeduldig wenken en gebaren, irritatie over en weer dus. Ik ben blij als we aan boord zitten. Je kunt alleen maar binnen zitten op deze snelle boot. Na een vlotte tocht kunnen we ontschepen en is het nog een paar uur rijden naar ons hotel op het schiereiland Sinaï.
Ons hotel Morgenland Village in de buurt van het Catharinaklooster staat midden tussen de bloeiende oleanders en is door zijn natuursteen bijna niet te onderscheiden van het omringende berglandschap.
Sinaï, Jebel Musa, Mount Sinaï, de berg van Mozes
De volgende morgen staan we om half vier op, ver voor het opkomen van de zon. Eerst een eindje in de bus en dan bij het klooster beginnen we aan de tocht naar de top van de Jebel Musa, de Mozesberg, waar we de spectaculaire zonsopgang hopen te zien. Onze gidse is hier niet zo bekend, want we lopen eerst in het duister nog een eind mis, en als we echt goed op weg zijn, begint het al iets te schemeren. Ik krijg, ondanks dat het nacht is, het toch al gauw warm en we raken al gauw in de achterhoede. De kamelendrijvers die overal langs de route staan met hun beesten, zien al snel klanten in ons. Wij houden nog een poos stug vol, maar als we verder vermoeid raken en zien dat we het nooit voor het licht zullen halen, geven we ons gewonnen aan een zeventienjarige kamelenjongen. We stijgen alle drie op een kameel. Ik ga voorop, dan M en dan R. De jongen loopt -uiteraard- steeds naast de kameel van leeftijdsgenote M en mijn kameel moet de weg zelf maar vinden.
Nu lukt dat wel, maar het beest heeft de onhebbelijke gewoonte om langs de buitenrand van het pad te lopen, langs de afgrond dus. In het grauwe morgenlicht zie ik dat toch maar al te goed. In een bocht naar rechts blijft hij die rand volgen en gaat pas op het laatste moment naar rechts, terwijl zijn kop dan al buiten het pad, boven de afgrond steekt. Ik sta redelijk wat angsten uit. Ik prent mezelf maar in dat dit beest deze tocht al duizend keer heeft gedaan en weet wat het doet. Bovendien zit ik op den duur niet lekker meer op het vormeloze zadel. De bloedsomloop naar mijn benen en edele delen wordt gedeeltelijk afgekneld en die worden een beetje gevoelloos. Ik ben dus wel blij als we boven zijn en kunnen afstijgen. Voor mij voorlopig geen kamelentochtjes meer.
Boven op de berg staat een theetentje en daar komen we, zittend op een bank en genietend van de inderdaad spectaculair opkomende oranje vuurbal, weer een beetje bij. De ochtendnevel legt een steeds wisselend waas van blauwen en grijzen over de bergen. We knabbelen om zes uur hier een paar mariakaakjes op want ontbijten was er natuurlijk niet bij, vanmorgen.
Het meteen al felle licht maakt harde, weinig fotogenieke slagschaduwen, die ik later op de computer wat probeer te verzachten.
boven op de Sinaï
venijnige kamelen
Via hetzelfde pad gaan we nu op onze eigen voeten terug naar het dal en het klooster.
Het is een prachtige tocht; we hebben alle tijd om te genieten van het steeds wisselende licht en de uitzichten. In de onherbergzame omgeving zien we toch nog wat harde, taaie plantjes groeien. Dat zou je zo op het oog niet verwachten.
De zon zet nu de top van de Jebel Musa in een gouden gloed. Links het witte stipje is een kapelletje op de top.
Het met serpentines slingerende pad.
M en R op het pad van Mt. Sinaï.
We zijn net op tijd om het Catharinaklooster uit de slagschaduw te zien komen.
Catharinaklooster
Op een hoogte van 1570 m ligt het Catharinaklooster.
Op de binnenplaats van het klooster groeit deze braamstruik. Dit zou een nakomeling zijn van de braambos die Mozes zag branden, toen hij geroepen werd het volk Israel te gaan leiden.
De toren van de bijbehorende kerk van het klooster. In de kerk hangen o.a. mooie ikonen. Foto's van het exterieur van het klooster.
De monniken verbouwen o.a. hun eigen olijven.
Op de thee bij Bedoeïenen
Reisorganisaties brengen het graag alsof je op de thee genodigd wordt bij 'zomaar' een bedoeïenenfamilie.
Volgens mij is dit een commerciële onderneming, wonen de bedoeïenen in het dorp en komen ze met de Toyota elke ochtend naar deze locatie om de toeristen te trakteren op hun traditonele gastvrijheid en thee. Ach ja.
Dat wil niet zeggen dat het niet leuk is. Ik zie het allemaal wel geamuseerd aan. We zitten lekker in de schaduw onder de rietmatten en laten de wind onze oksels koelen. Ondertussen proberen de familieleden wat spulletjes aan ons te verkopen.
Dahab en de Coloured Canyon
In Dahab verblijven we in hotel Sphinx House. Het ligt bij de kust, waar we heerlijk wandelen en M op het rif zoekt naar schelpen en zo.
Ook op het terras is het goed zitten en eetgelegenheden zijn er plenty in de buurt.
Tijdens ons verblijf 'doen' we o.a. een excursie 'zwemmen met de dolfijnen'. M laat zich er door een paar ijverige kinderen een leuk armbandje vlechten, aanmeten eigenlijk, want het wordt aan je arm gevlochten. heel bedreven zijn de kinderen erin.
terras aan zee in Dahab
HOE WARM HET WAS EN HOE VER
Een excursie die indruk maakte was die naar de Coloured Canyon. Met busjes worden we er naartoe gebracht. Voor aanvang smeert iedereen zich nog eens extra in met zonnebrandcreme, want het is op het heetst van de dag (doordat eerst de dolfijnenexcursie was) en de zon brandt er onbarmhartig op.
We dalen af in de kloof. Het felle, witte zand en gesteente doet zeer aan je ogen ondanks je pet en zonnebril.
We zijn het heet gewend, maar hier is het wel érg heet..
De kloof is ruig en op sommige plaatsen zo nauw dat een niet te corpulent persoon erdoor past. Op een plaats is de passage heel smal en gaat het bovendien ook meteen nog wat naar beneden. De gids assisteert bij deze doorgang.
Je komt langs fantastische landschappen, maar het is vermoeiend en voldoende water is echt van levensbelang.
Hier wordt duidelijk waaraan de kloof zijn naam dankt.
Fantastische vormen en kleuren.
Dali-achtige landschappen, vormen en kleuren
Na een paar uur lopen komt het einde in zicht. Dan moet je nog een vermoeiende klim naar boven om de kloof uit te komen. Hier staan zelfs een paar eenzame boompjes.
Bij het eindpunt (bij een restaurantje) kunnen we terugkijken het dal in. Het is een woest gebied, het was een zware tocht in de gloeiende hitte, maar ook dit had ik niet willen missen. Nogal wat groepsleden dachten er geloof ik anders over. Die waren verontwaardigd dat ze niet waren gewaarschuwd dat het zo warm en zo ver was en dat onze gidse zelf niet mee was. Tja, wat was er dan anders geweest. En dat het warm is midden op de dag, dat weet je. En dat je voldoende water mee moet nemen op zo'n tocht toch ook...
eindelijk schaduw...
Ik vond het een hoogtepunt.
Hier eindigt ook het verslag van onze Egypte-reis. Van Dahab zijn we -weer met het inmiddels herstelde kleine busje (helaas vond ik) - via het Suezkanaal terug gereden naar Cairo. Daar hebben we nog een prima afscheidsmaal gehad in een leuk restaurant aan de Nijl. De rest van de reis verliep ook voorspoedig.
We kunnen terug kijken op een bijzondere, avontuurlijke reis met veel afwisseling.
EgWB001
EgWB002
EgWB003
EgWB004
EgWB005
EgWB006
EgWB007
EgWB008
EgWB009
EgWB010
EgWB011
EgWB012
EgWB013
EgWB014
EgWB015
EgWB016
EgWB017
EgWB018
EgWB019
EgWB020
EgWB021
EgWB022
EgWB023
EgWB024
EgWB025
EgWB026
EgWB027
EgWB028
EgWB029
EgWB030
EgWB031
EgWB032
EgWB033
EgWB034
EgWB035
EgWB036
EgWB037
EgWB038
EgWB039
EgWB040
EgWB041
EgWB042
EgWB043
EgWB044
EgWB045
EgWB046
EgWB047
EgWB048
EgWB049
EgWB050
EgWB051
EgWB052
EgWB053
EgWB054
EgWB055
EgWB056
EgWB057
EgWB058
EgWB059
EgWB060
EgWB061
EgWB062
EgWB063
EgWB064
EgWB065
EgWB066
EgWB067
EgWB068
EgWB069
EgWB070
EgWB071
EgWB072
EgWB073
EgWB074
EgWB075
EgWB076
EgWB077
EgWB078
EgWB079
EgWB080
EgWB081
EgWB082
EgWB083
EgWB084
EgWB085
EgWB086
EgWB087
EgWB088
EgWB089
EgWB090
EgWB091
EgWB092
EgWB093
EgWB094
EgWB095
EgWB096
EgWB097
EgWB098
EgWB099
EgWB100
EgWB101
EgWB102
EgWB103
EgWB104
EgWB105
EgWB106
EgWB107
EgWB108
EgWB109
EgWB110
EgWB111
EgWB112
EgWB113
EgWB114
EgWB115
EgWB116
EgWB117
EgWB118
EgWB119
EgWB120
EgWB121
EgWB122
EgWB123
EgWB124
EgWB125
EgWB126
EgWB127
EgWB128
EgWB129
EgWB130
EgWB131
EgWB132
EgWB133
EgWB134
EgWB135
EgWB136
EgWB137
EgWB138
EgWB139
EgWB140
EgWB141
EgWB142
EgWB143
EgWB144
EgWB145
EgWB146
EgWB147
EgWB148
EgWB149
EgWB150
EgWB151
EgWB152
EgWB153
EgWB154
EgWB155
EgWB156
EgWB157
EgWB158
EgWB159
EgWB160
EgWB161
EgWB162
EgWB163
EgWB164
EgWB165
EgWB166
EgWB167
EgWB168
EgWB169
EgWB170
EgWB171
EgWB172
EgWB173
EgWB174
EgWB175
EgWB176
EgWB177
EgWB178
EgWB179
EgWB180
EgWB181
EgWB182
EgWB183
EgWB184
EgWB185
EgWB186
EgWB187
EgWB188
EgWB189
EgWB190
EgWB191
EgWB192
EgWB193
EgWB194
EgWB195
EgWB196
EgWB197
EgWB198
EgWB199
EgWB200
EgWB201
EgWB202
EgWB203
EgWB204
EgWB205
EgWB206
EgWB207
EgWB208
EgWB209
EgWB210
EgWB211
EgWB212
EgWB213
EgWB214
EgWB215
EgWB216
EgWB217
EgWB218
EgWB219
EgWB220
EgWB221
EgWB222
EgWB223
EgWB224
EgWB225
EgWB226
EgWB227
EgWB228
EgWB229
EgWB230
EgWB231
EgWB232
EgWB233
EgWB234
EgWB235
EgWB236
EgWB237
EgWB238
EgWB239
EgWB240
EgWB241
EgWB242
EgWB243
EgWB244
EgWB245
EgWB246
EgWB247
EgWB248
EgWB249
EgWB250
EgWB251
EgWB252
EgWB253
EgWB254
EgWB255
EgWB256
EgWB257
EgWB258
EgWB259
EgWB260
EgWB261
EgWB262
EgWB263
EgWB264
EgWB265
EgWB266
EgWB267
EgWB268