Donderdag 25 april
dag 7: Via een karavaanserai naar Kerman
Voor de route KLIK HIER
Het programma: “We rijden naar Kerman, de op twee na grootste provincie van het land. Dankzij het water uit de 4.000 meter hoge bergen zorgen de oases van Kerman voor grote hoeveelheden granen, dadels, sinaasappels, granaatappels en pistachenoten. Onderweg naar de gelijknamige hoofdstad van deze provincie bezoeken we de karavanserai Zein o Din. Deze is nu in gebruik als hotel, maar ooit was dit een beroemde karavanserai uit de tijd van sjah Abbas de Grote. Na aankomst in Kerman brengen we een bezoek aan de karakteristieke bazaar van de stad. Hier vinden we kruiden, koperwerk, prachtige stoffen en alles wat de zijderoute te bieden heeft. We verblijven twee nachten in deze stad. (ca. 370 km)”
landschap onderweg (uit de bus)
We vertrekken op tijd (8 uur) en komen daardoor mooi op tijd aan in Kerman waar we lunchen. Maar eerst moet ik nog wat vertellen over onderweg. We pauzeerden en dronken namelijk koffie waar veel meer bussen dat doen, ook omdat er niet zoveel andere adressen zijn. Deze karavanserai is gerestaureerd en goed onderhouden. Het is nu een hotel. Het ding heeft zelfs een eigen wikipedia-pagina: “De Zein-o-Din karavanserai is gelegen bij de stad Yazd in Iran. De karavanserai dateert uit de 16e eeuw en is gelegen aan de oude zijderoute. Het is een van de 999 soortgelijke herbergen die werden gebouwd tijdens het bewind van Sjah Abbas I om faciliteiten te bieden aan reizigers. Hiervan was Zein-o-Din één van de twee karavanserais die gebouwd waren met ronde torens. Na de renovatie dient zij als herberg. Een soortgelijk gebouwde karavanserai in de buurt van Isfahan ligt in puin.”
Zein-o-Din karavanserai
in de verte doemt de Zein-o-Din karavanserai op
de dubbele deur is groot genoeg voor een kamelenkaravaan; wij gaan door de kleine deur
binnen op de deels overdekte binnenplaats
Ik ga vóór het koffiedrinken eerst het dak op
veel koepeltjes met kleine openingen (tussen de schotjes)
oneindig uitzicht vanaf het dak
wat geiten doen zich tegoed aan de schaarse vegetatie
de grote opening boven het binnenplein, met de houten overkapping, een soort zonnescherm
Riet op het dak
de koffiebar/ theehuis in de karavanserai
overal Perzische kleden en zitjes
de torens op de hoeken dienen voor versteviging van de constructie (drukverdeling)
Rond de karavanserai staan wat bomen en struiken
De karavanserai is ongeveer vierkant met op de hoeken ronde torens. Die dienen niet zozeer als uitkijkpost of voor verdediging maar simpelweg voor versterking van het bouwwerk. Binnen is een open binnenplaats, deels afgedekt met houten zonneschermen. Hier liggen iets meer luxe hotelkamers voor wie niet op een slaapzaal wil liggen met meerdere mensen; die laatsten slapen op een matras op de bodem of op een soort verhoging. Hier is ook de deur naar de koffieruimte en toiletten en overig sanitair. En er is een smalle opgang met een trap naar het dak.
Daar heb ik een fraai uitzicht over de kurkdroge omgeving. Een kale vlakte met in de verte wat bergen, met zelfs weer sneeuw op een enkele top. Dichtbij loopt een kudde geiten. Ik stel me voor dat ik in de verte Marco Polo zie aankomen, met zijn karavaan. Moe, uitgeput, net als zijn dieren en dolgelukkig dat er een rustpunt in zicht is waar hij en zijn metgezellen een korte tijd op verhaal kunnen komen en verhalen kunnen horen over wat hem misschien nog staat te wachten. Hoe ver het is naar de volgende karavanserai. Of er wellicht struikroverbendes actief zijn. En waar hij het beste de bergketen kan doorsteken. Wat de laatste prijzen zijn van zijde in Europa. En zo nog meer vragen…
Zijderoute
Eeuwenlang is dit namelijk een rustpunt geweest voor de handelaren die een stuk van de Zijderoute aflegden, om verderop hun handel door te verkopen aan handelaars die het volgende traject voor hun rekening namen. Zelden reisden karavanen het hele traject van bij voorbeeld Venetië naar China. En terug! Wie meer wil lezen over de Zijderoute en onze avonturen in Oezbekistan, gaat naar http://reizenenschrijven.com/index.php/reizen/61-verrereizen/azie/332-centraal-azie-langs-de-zijderoute-oezbekistan?showall=&start=1
Ik moet nu snel het dak af want ik heb nog geen koffie gehad. Wij bekijken ook de slaapzalen en de gemeenschappelijke sanitairruimte. Het is nogal benauwd in de slaapzalen en in de gang erlangs, vind ik. Als je hier ’s nachts naar het toilet moet en je hebt geen zaklantaarntje dan ben je niet blij. Met een zaklantaarntje zou ik denk ik ook niet blij zijn. Zo slapen met veel mensen in één ruimte, gescheiden door gordijnen die geen enkel geluid tegenhouden, nee, dank u.
Maar het is leuk om het eens gezien te hebben, zo’n oorspronkelijke karavanserai in gerestaureerde staat. Verder maar weer. We stoppen nog een keer voor een plaspauze bij een kleine moskee en een winkeltje. Daartussen staat een openbaar toilet. Die openbare toiletten vormen in Iran altijd een uitdaging. Je weet dat je beter even kunt gaan (wanneer komt er weer een gelegenheid?) maar eigenlijk wil je niet want de stank komt je buiten al tegemoet. Het zijn praktisch altijd hurkwc’s maar dat is –althans voor mannen- het ergste niet. Probleem is dat ze vaak zo zeldzaam smerig zijn. En zelfs als ze ‘schoon’ zijn, dan nog snijdt de penetrante urinelucht je de adem bijkans af. Maar goed, alles went en we hebben dit wel vaker meegemaakt. Zo erg als we het in 2000 meemaakten in de Libische woestijn in Egypte is het hier nog niet…
Een frissere stop maken we onderweg bij een pistachenotenkwekerij. Enkele mannen zijn aan het schoffelen. Warm werk in dit klimaat. Toch zijn ze vrolijk en poseren graag even voor een foto. Ook hier zien we weer een uitstroomopening van een qanat-systeem.
het is overal kurkdroog...
... maar ook hier is een qanat-systeem voor bevloeiing (nu even nog niet nodig dus staat het droog)
de pistachenoten doen het goed
een van de werkers in de boomgaard
Al met al wordt het een late lunch in Kerman. Maar het buffet is overdadig en met heerlijke gerechten.
Kerman
‘Er is een spreekwoord verteld door mensen uit Kerman en dat luidt als volgt: "Kerman is het hart van de wereld en wij zijn de hart bewoners". Historische verslagen getuigen van het feit dat Kerman een van de archaïsche steden van Iran is waarvan de naam in de inscripties van Darius de grote zijn genoemd, in de Shahnameh, de grote collectie met epische gedichten van Ferdowsi, en in de verslagen van Marco Polo. De stad lag op de zijderoute met banden met China en India. Dat is de reden waarom de stad nu de thuisbasis is van kastelen, bazaars, karavanserais, hammams, ijsgebouwen, waterreservoirs en prachtige traditionele huizen. Kerman is ook beroemd om de door vrouwen met de hand geweven tapijten en de pistache geteeld door de mannen in de woestijn.’ (bron: classictravel.agency).
De stad ligt op 1755 m hoogte, dus het klimaat is hier aangenaam. We verblijven twee nachten in Hotel Pars, Farhangian Crossroads, Jomhouri Blvd, 76134 Kerman.
De beroemde bazaar van Kerman
bij de ingang van de bazaar zit deze man met een kralenstreng voor het bidden (soort 'rozenkrans')
de bazaar van Kerman is een heel grote - en mooie. Dit is een binnenplein
koperwinkel
nieuwsgierige maar aardige Iraniërs; de man loopt een eindje met me op. Hij is tevreden als hij hoort dat ik zijn land mooi vind en de mensen aardig. Veel Engels spreekt hij overigens niet.
de kruiden- en specerijen- en notenafdeling heeft altijd onze speciale belangstelling
in geuren en kleuren- dat neem je hier letterlijk
het plafond is ook de moeite van een blik waard
koepel boven de bazaar
decoratie aan het plafond (detail van de vorige foto)
is dit een fraai winkelcentrum -of niet!
Er zijn nog veel meer afdelingen in deze zeer grote bazaar; hier kopen de Iraanse vrouwen de kleren die ze binnenshuis dragen, op feestjes. Da's wat anders dan een zwarte chador!
hoofddoekjes in elk dessin en elke kleur
nog een 'mooie' klok nodig?
Na de lunch staat de bazaar nog op het programma. De beroemde bazaar van Kerman ligt aan een groot plein, dat mij achteraf (kijkend op de foto’s) doet denken aan het Plein van de Imam in Isfahan. Alleen lang niet zo groot. Binnen in de gangen is het de moeite waard om ook eens naar boven te kijken: het plafond is ook mooi. Mooi is ook de kleurrijke variëteit aan producten die hier aangeboden worden. Onze belangstelling gaat altijd uit naar de kruiden- en specerijenafdeling. Alleen al die geuren! En kleuren. We krijgen uitleg van Farid en Claudia over wat er allemaal te koop is. Riet koopt wat ongebrande gepelde pistachenoten. Dat blijkt geen succes. Ze zijn smakeloos en taai. Thuis branden we ze maar ook dan worden ze niet echt zo lekker als we ze gewend zijn.
Riet koopt verse pistachenoten
We krijgen tijd om op eigen gelegenheid rond te kijken. We zien koperwerk, heel veel tapijten (wat zijn wij blij dat we al een mooi tapijtje hebben gekocht en het niet hier in deze hectiek zouden moeten/willen kopen!), we zien chadors te koop maar ook kleurige jurken met flink decolleté en eindigend boven de knie. Die dragen de dames hier achter de voordeur. En op party’s waar verder geen buitenstaander weet van heeft… Lees: “Stiekem kan hier alles” van Eefje Blankevoort. Hoeveel schijn-heiligheid kan een maatschappij aan, dacht ik bij het lezen van dit boek.
Militairen op de foto
Deze militairen klampten me aan: foto maken van ons! Please. Goeie camouflagepakken voor in de woestijn...
We komen drie militairen tegen die erop aandringen dat ik een foto van ze maak. De vierde, die al doorgelopen is, roepen ze terug; die moet er ook op. We vragen hoe lang ze in dienst moeten. Twee jaar, is het antwoord. Ze schijnen er niet mee te zitten. Ik denk dat deze jongens in het ‘gewone’ leger zitten. Iran heeft namelijk twee takken van het leger: de reguliere tak (met daarin landmacht, luchtmacht en marine) en een elitekorps, de Iraanse Revolutionaire Garde. In totaal bestaat het leger uit 545.000 rekruten. Daarnaast heeft het zo'n 350.000 reservisten. De Basij vormen een paramilitair onderdeel van de Iraanse Revolutionaire Garde. Dit onderdeel bestaat uit 90.000 voltijdse leden, maar er kunnen zo'n 11 miljoen mannen én vrouwen opgeroepen worden. Die Basij was zeer gevreesd in de steden. Ze traden ook op tegen zondigen tegen de kledingregels. En niet zachtzinnig. Tegenwoordig schijnt dat wat minder erg te zijn. Wij hebben het eigenlijk nergens gezien dat iemand tot de orde geroepen werd op straat.
Oude hammam
We zien hoofddoekjes in alle maten en vooral kleuren en dessins. We verzamelen in het koffiehuis/ theehuis dat gevestigd is in de oude hammam. Deze badhuizen mogen natuurlijk niet van dit regime, dus dan maak je er een theehuis van. In afwachting van betere tijden -want het blauwe bad is er nog. Even vol laten lopen en gáán.
theehuis in de oude hammam. De rand van het blauwe bad is nog net te zien.
Riet en ik hebben helaas geen tijd voor koffie want we gaan gezamenlijk verder door de bazaar, onder andere langs de afdeling in de openlucht met de groente- en fruitafdeling. Van enige schaarste is hier nog niets te bekennen. En gelukkig maar. Ik denk dat die vooral zit in ingewikkelder producten, die je niet in de bazaar koopt, zoals elektronica en geneesmiddelen. Terwijl ik dit schrijf (24 juni 2019), heeft Trump de sancties nog weer verscherpt en dreigt hij zelfs met militair ingrijpen. Een paar hard roepende fruitverkopers moeten ook op de foto. Het moet nog een keer over want de slagschaduw is te sterk. Geduldig poseren ze nog eens.
de groente- en fruitafdeling, in de openlucht
jolige groentenverkopers, die ook zo nodig op de foto moesten
Taxi’s
Op straat waar de bazaar ophoudt staat een lange rij gele taxi’s. Ik maak er zomaar lukraak een foto van. Een van de chauffeurs komt naar me toe en spreekt me aan in gebrekkig Engels. Ik denk even dat hij me een taxi wil aanbieden. Maar nee. Hij bedankt me omdat ik een foto van de taxi’s heb gemaakt. Geeft hem dat extra eigenwaarde? Wat is dit toch dat mensen zo graag even dat contact willen en op de foto van die westerling willen? Ach, het is leuker dan wanneer de bevolking afhoudend is en absoluut geen foto’s wil, zoals we bij voorbeeld op een bazaar in Kirgizië meemaakten. Of op de zondagmarkt in Tarabuco, Bolivia. Dan is dit leuker, zeker voor een amateurfotograaf. Hoewel ik in Tarabuco best aardige foto’s heb gemaakt…
Links de man die mij bedankte voor dat ik een foto van de rij taxi's nam....
We zitten in een vijfsterrenhotel in Kerman voor twee nachten. Het is een luxe onderkomen. Buiten loopt een kleine man, keurig in uniform, met een plateautje met walmend reukgoed, een soort wierook lijkt het. Als je hem wat geld geeft, wuift hij de damp en de geuren naar je toe en men gelooft dat dat je geluk brengt en een goede reis. Deze keer werkte dat voor ons ook nog! Morgen krijgen we namelijk een leuke excursie o.a. naar Rayen met de oude citadel en een leuke picknicklunch bij een waterval tussen veel vrolijke Iraniërs.
Overigens zie je mensen met zo'n reukplateautje ook wel bij stoplichten en zo. Het is wellicht een heel sympathieke manier van 'bedelen'. Echte bedelaars zie je heel weinig.
een reukoffer voor een goede reis