IRAN: verrassend veelzijdig, hartverwarmend gastvrij
Reisverslag Iran 2019. Echte hoogtepunten kan ik niet zozeer noemen, of het zou Persepolis moeten zijn. Eigenlijk vond ik bijna alles wat we zagen zeer de moeite waard. Of het nu de tuinen waren, de bazaars, de karavanserais, de moskeeën in soorten en maten, de oude koopmanshuizen, de oude, soms lemen steden en straatjes, de Torens der Stilte, de bruggen, de picknicks, het eten, de mensen die we ontmoetten, het was allemaal prima. Onvergetelijk. Een verrassende reis die ons diverse meningen deed herzien. Een reis die meer mensen zouden moeten maken....
IRAN
verrassend veelzijdig,
hartverwarmend gastvrij
Een uitgebreid verslag van de reis “Magisch Iran”
uitgevoerd door SRC-Cultuurreizen te Groningen/ Arg-e-Jadid Travel Company, Iran
april-mei 2019
© 2019
Lammert Metselaar
N.B. Voor het maken van dit reisverslag heb ik gebruik gemaakt van diverse internetsites, boeken, reisgidsen en informatie die we onderweg opdeden. In gevallen dat ik veel overnam van een bron, ook letterlijk, heb ik die bron met name vermeld. Wikipedia is niet consequent vermeld, maar wel veel gebruikt.
IRAN, uitgebreid reisverslag,/ reisreportage/ fotoreportage/ reisdagboek/ reisblog
De reis “Magisch Iran”
Een reis georganiseerd door SRC-Cultuurvakanties Groningen in samenwerking met Arg-e-Jadid Travel Company, Iran
Een uitgebreid reisverslag met veel foto’s van een tour
langs Teheran, Qom, Kashan, Nain, Yazd, Kerman, Shiraz, Persepolis, en Isfahan
18 april- 3 mei 2019
Enkele reacties van reisgenoten op deze reportage:
(-;
Wat een voortreffelijke rapportage. Wij hebben met heel veel plezier een begin gemaakt met het doornemen ervan. Je beleeft de reis weer helemaal opnieuw. Wat weggezakte gebeurtenissen of wat onze reisleidster en gids vertelden, komen weer helemaal boven.
Ik ben er een beetje jaloers op hoe jij dit voor elkaar hebt gekregen. Ik neem mijn hoedje er voor af.
Wat een geweldig mooi en uitgebreid reisverslag! Prachtige foto’s ook! Ik ga zeker nog verder snuffelen op je website!,
Heel erg bedankt!
Heel hartelijk bedankt voor dit indrukwekkende document.
Een diepe buiging voor je werk. Zelf had ik een begin gemaakt met het verwerken van mijn notities, maar het opzoeken van de juiste namen en referenties is een dagtaak.
Zo te zien ben jij hier zeker 2 maanden mee bezig geweest.
Jullie persoonlijke beleving komt voor 95% overeen met die van mij.
Hartelijk bedankt Lammert voor dit gedetailleerde reisverslag en de prachtige fotoreportage. We zijn hier zeer blij mee.
Wat een mooi uitgebreid reisverslag heb je gemaakt. We hebben nog lang niet alles gelezen en gezien.
Hartelijk dank voor dit verslag en de mooie foto’s! Een prettige herinnering aan een fantastische reis.
INLEIDING
‘Wat zoek je nou in Iran?!’ ‘Durf je dat wel aan?’ ‘Nou, daar zou ik nou niet zo gauw voor kiezen.’ ‘Iran nog wel! Is dat niet gevaarlijk dan?’ Enkele reacties die we ontvangen als we vertellen waar onze ‘grote’ reis dit jaar naartoe gaat. Even tussendoor: wij spreken van ‘vakantie’ als we met onze caravan eropuit trekken in Europa en van ‘op reis’ als we verder weg gaan, meestal met een begeleide groepsreis. We kunnen ons deze reacties goed voorstellen. Iran heeft nu eenmaal een slechte naam in het westen. Dat komt deels door hoe het nieuws nu eenmaal werkt. Goede berichten zijn geen nieuws, slechte wel. En die horen we nogal eens uit dat land. In die berichten wordt Iran meestal in één adem genoemd met de VS. Tja, vrij logisch dat dan de berichten niet zo gunstig zijn. Tussen die twee naties gaat het niet zo geweldig, de laatste tijd. Thomas Erdbrink vertelt vaak al een anders gekleurd verhaal, wat meer vanuit het perspectief van Iran of het Iraanse volk. We kunnen niet ontkennen dat we zelf ook wel wat bedenkingen hadden voor we toch kozen voor deze reis. We konden best goede redenen bedenken om niet te gaan.
Waarom niet gaan
Zo is het er met de mensenrechten maar droevig gesteld. De voorbije drie jaar sloot de Iraanse overheid volgens een onderzoek door de VN in 2017-18 bijna zeven miljoen internetadressen af. Bepaalde informatie is gewoon niet beschikbaar voor de bevolking. Facebook is niet bereikbaar, althans niet zonder kunststukjes. Tijdens betogingen in december tegen de corruptie en economische crisis in Iran, werden 450 mensen gearresteerd en kwamen meer dan 20 personen om het leven. Brutale lijfstraffen zoals geselingen en amputaties zijn ‘normaal’. Het is nadrukkelijk géén Arabisch land, maar door dit soort zaken denken veel mensen wel dat dit ook een Arabische dictatuur is, van het kaliber Saoedi Arabië. Vorig jaar zouden Iraanse rechters als straf meer dan 100 keer zweep- of stokslagen opgelegd hebben. In 50 gevallen zou die straf effectief voltrokken zijn. Daarnaast werden ook vijf van negentien bevolen amputaties uitgevoerd. De doodstraf bestaat nog steeds en niet alleen op papier: vorig jaar werden in Iran immers bijna 500 mensen geëxecuteerd. (bron: hln.be)
Heikel punt
Amnesty meldt: “De prominente Iraanse mensenrechtenadvocaat Nasrin Sotoudeh is veroordeeld tot de schandalige straf van 38 jaar cel en 148 zweepslagen voor haar vreedzame mensenrechtenwerk. Ze protesteerde onder andere tegen de verplichting om een hoofddoek te dragen en tegen de doodstraf. De Iraanse autoriteiten willen zulke -vreedzame- protesten niet horen.
Nasrin Sotoudeh kreeg de straf opgelegd omdat ze zou 'aanzetten tot corruptie en prostitutie', vanwege 'het openlijk begaan van een zondige activiteit door in de rechtszaal te verschijnen zonder hoofddoek' en 'het verstoren van de openbare orde'. In een eerdere zaak had ze al vijf jaar gevangenisstraf opgelegd gekregen.”
Hoofddoekjes. Bij ons soms een heikel punt. In Iran ook.
Hoe zit dat eigenlijk met die hoofddoekplicht? In Iran staat in de wet (!) dat een vrouw haar haar moet bedekken met een hijab, een hoofddoek en haar vrouwelijke vormen met wijdvallende kleding. Ook bezoekers moeten aan deze regel voldoen, omdat het in de wet staat. Dat is dus het bijzondere eraan. In sommige Arabische landen doe je als vrouw een doekje om, om niet uit de toon te vallen, dus uit wellevendheid. Hier moet elke vrouwelijke bezoeker, ook uit westerse landen, de hele dag in elke situatie een hoofddoek dragen. Misbruik wordt gestraft!
Onder jonge vrouwen ontstaat steeds meer protest tegen deze inmenging van de religieuze overheid in de private levenssfeer. Amnesty: “Sinds de protesten van Iraanse vrouwen tegen de verplichte hijab op social media en in het openbaar zijn toegenomen, treden de autoriteiten van Iran harder op. Vrouwen worden op straat aangesproken, geïntimideerd en soms zelfs aangevallen. Door de zedenpolitie maar ook door burgers. De zedenpolitie houdt vrouwen routinematig aan op straat, beledigt hen en dwingt hen hun haar met de hoofddoek te bedekken of geeft hun tissues om hun make-up af te vegen. Vrouwen worden hierbij vaak lichamelijk aangevallen, in het gezicht geslagen, met stokken geslagen, of geboeid door de politie meegenomen. Dit is zorgwekkend. In video’s op social media zijn daarvan voorbeelden te zien.” En: “Amnesty heeft vastgesteld dat er Iran tussen 1990 en 2018 97 personen zijn terechtgesteld die minderjarig waren ten tijde van het misdrijf.” (bron: amnesty.nl)
bron: amnesty.nl Dit is dus -nog steeds- een levensgevaarlijke actie in Iran....
Nu moet ik zeggen dat ik iets dergelijks niet heb gezien op deze reis. Politie is weinig zichtbaar. Ik zag wel vrouwen die qua kleding en hoofddoek de grenzen van wat nog toelaatbaar is, opzochten. Een doek die achterop een knotje hangt en een grote zonnebril in het haar. Mooi hoor.
Regime en volk is niet hetzelfde
De conclusie dat het regime van Iran, dat zulke wetten maakt en handhaaft en zo optreedt tegen haar eigen burgers, niet deugt, ligt voor de hand. Dat zou een reden kunnen zijn om er niet naartoe te willen. Ik denk echter dat je onderscheid moet maken tussen een volk en zijn regering. Ik denk dat je meer bereikt voor de bevrijding van een volk door contacten te leggen met het volk dan door het te isoleren en te negeren. Als ik terugdenk aan de gretigheid waarmee oude en jonge Iraniërs zomaar op straat en in parken contacten met ons westerlingen zochten, dan denk ik dat we er goed aan deden om te gaan. Veel mensen bedankten ons voor het feit dat we naar Iran waren gekomen.
En tja, nogal opportunistisch misschien, maar waar kun je nog heen als je alleen naar landen wilt waarvan je achter het regime kunt staan? Kan Vietnam, China, Oezbekistan, Turkmenistan dan nog wel? Kan Turkije? Brazilië? Kan… de USA nog? Beetje flauw misschien, dat laatste, maar toch…
Ik ben er overigens niet uit, hoor, uit dit dilemma. Destijds, lang geleden, stond ik achter de boycot van Zuid-Afrika om de apartheid. Ik vond het niet goed dat een schrijver als W.F. Hermans er naartoe ging. Nu was het apartheidsregime wellicht buiten elke categorie, maar toch. Ik twijfel nu.
Atoomdeal
Een andere reden waarom Iran regelmatig negatief in het nieuws komt, is de internationale politiek en de rol die Iran zich daarin aanmeet. Jarenlang was er het conflict rond de kernwapens die het land zou ontwikkelen. Obama sloot een deal met het land en Euratom concludeerde steeds dat het land zich aan de voorwaarden van de deal hield. Als tegenprestatie zouden de Amerikaanse sancties opgeheven worden. Ik herinner me nog de reportages over de vreugde in de straten van Teheran toen dit bekend werd. Er kwam niet veel van terecht. Trump zegde het akkoord op (‘het aller slechtste dat ooit gesloten is’) terwijl Europa nog steeds (juli 2019) probeert de deal overeind te houden. De VS zetten Europa daarom onder druk. Juist de laatste tijd (mei, juni 2019) lopen de spanningen tussen Iran en de VS weer op. De sancties zijn uitgebreid.
Voor Iran is dat slecht nieuws. Onze reisleiding legde uit dat de sancties voor het regime nauwelijks verschil maken, of zelfs wel voordelig zijn o.a. door grootscheepse smokkel en corruptie op die niveaus. Maar voor de gewone burger in de straat zijn die sancties rampzalig. De munt is sterk gedevalueerd vlak voor onze komst, spaarcentjes zijn opeens nog de helft waard. Allerlei artikelen worden niet geleverd. Voor ons als toerist is de devaluatie natuurlijk goed nieuws. Wij kregen ineens een schep meer Rials voor onze euro’s. Wij hoefden ter plaatse slechts ongeveer de helft te besteden van het bedrag waarop we gerekend hadden volgens informatie van de reisorganisatie.
Intussen speelt het Iraanse regime ook geen fijne rol in het ondersteunen van andere, niet zo sympathieke regimes in de regio. Jemen, Libanon. De houding ten opzichte van Israël is ronduit vijandig. Als buitenlandse bezoeker mag je geen stempel van de Israëlische douane in je paspoort hebben! (Andersom kun je niet zomaar een ESTA krijgen voor de VS -dan na een bezoek aan en gesprek op de ambassade. Gelukkig zijn we al in de VS geweest…) En zo is er vast nog meer kritiek te leveren op dit land. Verderop in dit verslag komen we vast nog wel wat tegen.
Ik ben enthousiast over de reis en over het land, de bevolking, maar wel kritisch op de staat Iran.
Veilig
Ten slotte: is het wel een veilig land om op reis te gaan?
Wij hebben ons tijdens deze reis geen seconde onveilig gevoeld. Maar wij reisden natuurlijk begeleid en langs de toeristische hoogtepunten, waar men vreemdelingen gewend is. Ook uit boeken over Iran komt eigenlijk alleen maar het beeld naar voren van een verwelkomende, vriendelijke bevolking.
Natuurlijk zijn er uitzonderingen -zoals in elk land. Je moet het ongeluk niet opzoeken, zeggen wij dan.
En: je moet je strikt houden aan de voorschriften en gebruiken ter plaatse. Het hoofddoekje en bedekkende kleding zijn daarbij voor vrouwen de meest invasieve regels: daar kom je niet onderuit, de hele dag en in alle situaties, vanaf dat je het vliegtuig uit stapt tot je er weer in zit.
Ander punt is natuurlijk de politieke situatie. Nu met de actuele internationale spanningen ligt het voor mensen misschien moeilijk. Raadpleeg daarom altijd de website van Buitenlandse Zaken met reisadviezen. Begeleide reizen zijn, lijkt mij, altijd veilig; de organisatie(s) hebben er alle belang bij de reis veilig uit te voeren. Maar met Iran weet je het nooit helemaal zeker...
Waarom wel gaan
Goed, genoeg redenen om niet te gaan, dus. Waarom wilden wij dan wél naar Iran? Daarvoor zijn verschillende redenen. Ten eerste zijn wij al eens in Oezbekistan geweest, we zagen daar de vele uitbundig versierde moskeeën, koranscholen en mausolea. In Turkmenistan ( ook geen land met een fijnzinnig regime) maakten we al kennis met een gastvrije bevolking. Onze reisleider daar vertelde over de Iraanse cultuurschatten, en dat dat land ook wel erg interessant was. In Nederland zagen we de bekende reportages van Thomas Erdbrink, die ons wel nieuwgierig maakten, vooral naar de bevolking. In Assen zagen we de tentoonstelling over de schatten van het oude Perzië: “Iran, bakermat van de beschaving”. Al deze dingen maakten ons nieuwsgierig. Bovendien lag Iran (Perzië) vroeger op de Zijderoute, net als Oezbekistan. Over de Zijderoute heb ik destijds veel gelezen, dus dat was een bijkomende reden. (zie mijn reisverslag Oezbekistan op deze website).
Toen dan in december de nieuwe gidsen uitkwamen en we de SRC-reis ‘Magisch Iran’ eens in detail bekeken, en we ons op internet nog wat nader oriënteerden, constateerden we: dit moet niet alleen een interessante reis zijn maar ook heel veelzijdig: veel cultuur maar toch ook een flinke portie natuur in de vorm van heel uiteenlopende landschappen en wereldberoemde tuinen. En het is een land met een eeuwenoude cultuur waarvan nog heel wat rest: denk o.a. aan Persepolis en Rayen.
Het regelen van een visum was een fluitje van een cent vergeleken bij de moeite die we destijds moesten doen voor Turkmenistan. (zie dat reisverslag). Toen begonnen de voorbereidingen. We lazen diverse boeken, kochten twee reisgidsen waarvan een met een grote kaart, lazen reisverslagen van anderen die er al geweest waren. We kregen er zin in.
N.B. Voor het maken van dit reisverslag heb ik gebruik gemaakt van diverse internetsites, boeken, reisgidsen en informatie die we onderweg opdeden. In gevallen dat ik veel overnam van een bron, ook letterlijk, heb ik die bron met name vermeld. Wikipedia is niet consequent vermeld, maar wel veel gebruikt.
BOEKEN en films
Eerst noem ik de boeken die we lazen waren, in willekeurige volgorde (bij de eerste vier was het voor ons herlezen).
Daarna noem ik nog de boeken die onze reisleider Claudia ons aanbeval en enkele films/ documentaires.
Kader Abdolah: Het huis van de moskee
Het boek gaat over een familie in Iran, die eeuwenlang het beheer van de moskee heeft gehad. Nu is die beheerder Aga Djan, zijn familie en de imam Alsaberi met zijn familie. Ze wonen in een groot en wat mysterieus huis naast de moskee. Aga is tevens gerespecteerd hoofd van de aangebouwde bazaar. Het leven is er goed, de mensen kennen elkaar en er is wederzijds respect. Dat alles verandert met de komst van een jonge aankomende imam: Galgal. Deze man trouwt met de dochter van Aga Djan. Langzaam maar met onvermijdbare zekerheid verandert de samenleving in het vredige dorp. Er wordt gesproken van grote veranderingen. De sjah raakt uiteindelijk zijn rijk kwijt, opstandelingen vechten niet alleen tegen de sjah en zijn kliek maar ook tegen elkaar. De volgelingen van Khomeini weten de revolutie te kapen met grof geweld tegen andersdenkenden. Galgal speelt hierin als handlanger van Khomeini een valse rol. De executie van Djawad, de zoon van Aga Djan, die in het ‘linkse’ verzet tegen de sjah zat, doet Aga Djan’s wereld instorten. Het gezag dat hij had in het dorp en in de bazaar is afgebrokkeld. Hij voelt zich verraden door iedereen. De wereld zal nooit meer zijn zoals ze eens was.
Het boek leest gemakkelijk, is soms zelfs spannend. Het geeft mooi de sfeer van het oude Iran / Perzië met als tegenstelling de chaos en het geweld van de revolutie. Als voorbereiding op een reis naar Iran zeer aan te bevelen.
Kader Abdolah: De koning
Korte inhoud: we lezen over het bewind van sjah Naser die Perzië aan het eind van de negentiende eeuw staatkundig, maatschappelijk en economisch naar een nieuwe tijd moet begeleiden. De sjah is erg behoudend en bovendien zeer onzeker. Goede ontwikkelingen die er wel zijn, komen voor rekening van zijn vizier Mirza Kabir, een harde werker die, anders dan de sjah zelf, beschikt over kennis, contacten en tact. De koning staat bol van de conflicten. Perzië is verwikkeld in een strijd met grootmachten Rusland, Engeland en Frankrijk, die elk hun eigen belangen proberen veilig te stellen. Bijna vermakelijk is de beschrijving van het aanleggen van een telegrafienetwerk. Net als overigens het bezoek van de sjah aan Europa. Het land zelf zucht onder de willekeur van de sjah en roept om staatkundige vernieuwing, democratie. Aan het hof groeit de rivaliteit tussen de sjah en zijn getrouwen en de vizier en zijn aanhangers. De sfeer is uiterst explosief, het kan niet anders of er vallen doden. De sjah laat de sympathieke grootvizier in zijn paleis vermoorden, maar zal daar later spijt van krijgen. Naarmate de sociale onrust toeneemt, wordt de sjah onberekenbaarder. Hij geeft opdracht zijn tegenstanders uit te moorden. Uiteindelijk zijn er alleen verliezers. De sjah raakt zijn rijke leven en privileges kwijt, zijn land uiteindelijk. Het volk blijft verweesd en in grote verwarring achter.
Kader Abdolah; Spijkerschrift
Bij het lezen van Abdolah denk ik aan een beeldende maar wel enigszins plechtstatige stijl. Zijn boeken zijn gemakkelijk te lezen en zeker om een beeld te krijgen van het (vrij recente) verleden van Iran zijn zijn boeken heel geschikt. Hij schrijft immers altijd over zijn geboorteland. In dit boek verbindt hij het vroegere verleden met waarschijnlijk zijn eigen ervaringen uit de islamitische revolutie.
‘Aga Akbar leeft rond 1921 en wordt doofstom geboren in een afgelegen bergdorp bij de grens met Rusland, waar geen spoor van de moderne wereld te vinden is, 'Geen fiets. Geen naaimachine'. Hij is de zoon van een eenvoudige boerenvrouw en een kasteelheer. Na de dood van zijn moeder wordt hij door zijn oom opgevoed en meegenomen naar een grot waar op een muur een verhaal in spijkerschrift staat. Op een ezel staand schrijft Aga Akbar dit verhaal over. Zo leert hij niet normaal lezen en schrijven, hij kent slechts dat oeroude niet te ontcijferen schrift.
1921 was het jaar waarin Reza Khan een staatsgreep leidde en zichzelf uitriep tot de nieuwe koning van Perzië. De alwetende verteller beschrijft hoe de vader van de laatste sjah van Iran het land in een modern westers georiënteerde natie wilde veranderen. Kader Abdolah begint zijn verhaal op een sprookjestoon en vertelt hoe de dictator het land in een rap tempo moderniseerde zonder rekening te houden met het geloof en de wensen van de burgers -zoals dat een dictator betaamt. Aga Akbar weet niets van al die veranderingen en wordt tapijtknoper. Er wordt een vrouw voor hem gevonden die de Hollandse naam Tine draagt en zij baart een zoon die Ismaiel genoemd wordt.
Deze Ismaiel neemt op een totaal onverwacht moment het verhaal van de alwetende verteller over. De perspectiefwisseling wordt ingeluid met de beroemde zin uit de Max Havelaar van Multatuli: ,,Ik ben makelaar in koffie, en woon op de Lauriergracht No. 37'. Ismaiel zegt dat er overeenkomsten zijn met de Max Havelaar en zijn eigen verhaal, omdat hij een pak aantekeningen van zijn vader heeft ontvangen. Deze notities in spijkerschrift van zijn vader wil hij 'zichtbaar' maken. Ismaiel woont niet op de Lauriergracht, maar op Nieuwgracht No. 21, in de polder. Hij is een alter ego van de ik-figuren en van Bolfazl uit de verhalen en vorige roman van Abdolah, hij is een balling die probeert te wortelen in de drassige Hollandse grond.
Hoewel hij de notities van zijn vader zichtbaar wil maken, vertelt hij zijn eigen levensverhaal. Als Ismaiel in Teheran gaat studeren, wordt hij actief in een ondergrondse beweging. Gaandeweg wordt de toon grimmiger en minder sprookjesachtig. Intussen komen de geestelijken in opstand en wordt er een revolutie ontketend. Als Khomeini de macht overneemt, kiest Ismaiels partij voor een half legaal bestaan, deels in het seculiere verzet. Ismaiel zit in de redactie van de partijkrant. Een van de aangrijpendste passages uit het boek is hoe hij zich vlak voor zijn definitieve vlucht probeert te ontdoen van de stencilmachine die op zijn kamer stond. Het verhaal eindigt opnieuw op een sprookjestoon, in de grot waar Aga Akbar ooit het spijkerschrift overschreef. Abdolah heeft de cirkel rond willen maken, het onuitsprekelijke willen vertellen.’ (bron:Trouw, 15 april 2000)
F. Springer: Teheran, een zwanezang
Een al wat ouder boek (uit 1991). Het is, in tegenstelling tot de lange novelles van Springer, geschreven in een wat wijdlopige stijl. Toch geeft het boek wel een aardig beeld van de aanloop naar en de chaos en ontreddering in de eerste dagen van de islamitische revolutie.
Deze roman speelt zich voornamelijk af in Teheran in de winter van 1978-'79. De ik-figuur, Toby, een Engelse broodschrijver van Nederlandse afkomst, produceert oppervlakkig samengeflanste biografieën. Hij krijgt de opdracht een biografie te schrijven van de Sjah van Perzië en zijn familie. Als dat werk is voltooid, heeft de Sjah het land verlaten en is Khomeini gearriveerd. Toby's verliefdheid op zijn secretaresse heeft zijn boek ongunstig beïnvloed; dat maakt een eind aan zijn schrijverscarrière (tweede deel van de titel). Hij heeft ondertussen wel goed werk verricht samen met de Nederlandse consul door o.a. een paar mensen met gevaar voor eigen leven het land uit te smokkelen. Springer beschrijft ironisch het wereldje van diplomaten en andere buitenlanders in een vreemd land. De karakterschets van de ambassadeur is soms hilarisch. Gaandeweg roept hij, ondanks de fragmentarische opbouw van zijn roman, een zekere spanning en zelfs emotie op.
(bron: Biblion recensie, J.G.W. Gielen)
Thomas Erdbrink: Onze man in Teheran en
idem: Gelukkig nog steeds onze man in Teheran
Wie de tv-documentaires kent, zal misschien wat teleurgesteld zijn, zeker over het tweede boekje. Ik was dat tenminste wel. Had ik van de documentaires genoten en veel geleerd over het dagelijks leven in modern Iran, de boekjes vond ik nogal oppervlakkig. Het tweede gaat ook vooral over zijn bestaan als correspondent en minder over het land zelf.
Kristina Paltén: Alleen in Iran
Dit boek schreef Paltén over haar eigen leven. We lezen over een Zweedse vrouw die thuis wat is vastgelopen en besluit haar leven drastisch om te gooien. Ze gaat hardlopen. Niet zomaar een paar rondjes maar marathons. En liefst tochten van elke dag tientallen kilometers. Het is een nogal persoonlijk boek, nogal vrouwelijk ook, als ik dat zo mag stellen. Het gaat nogal vaak over haar gevoelens en haar angsten. De tweede helft wordt voor de aspirant-reiziger naar Iran interessant, want daar gaat het over de uitdaging die Paltén zich heeft gesteld: 1840 km lopen langs de Iraanse Kaspische zeekust in 59 dagen. Let wel, met een kinderwagen vol spullen bij zich waaronder een kampeertentje. Die tent en het eten zal ze nauwelijks gebruiken, want overal onderweg wordt ze onthaald op logies, maaltijden, bijeenkomsten. Ze krijgt geschenken, die de wagen alleen maar voller maken. De lezer maakt de tocht bijna live mee. Je wordt met Kristina geroerd door het meeleven en de onbaatzuchtige vriendelijkheid van de inwoners. Maar we maken ook kennis met de donkere kant van het regime en zijn dienaars.
Ik heb niets met hardlopen, maar ik vond het boek toch leuk om te lezen, zeker als achtergrond voor een bezoek aan Iran. Ook al bezochten wij een heel ander deel van het immense land, je krijgt een goed beeld van de sfeer in het land en van de bevolking.
Eefje Blankevoort: Stiekem kan hier alles
Blankevoort is historicus en journalist. Dat is te merken in haar boek Stiekem kan hier alles. Het is een doorwrocht verhaal, persoonlijk (bij voorbeeld over haar seksuele voorkeur) maar dat weet ze dan wel in relatie tot haar onderwerp te houden, maar vooral met veel ‘inside’ informatie over het land en zijn bewoners. Ze studeerde cum laude af met haar onderzoek naar propagandakunst in Iran. In het boek schrijft ze over dat onderzoek dat ze ter plaatse in vooral Teheran deed. Ze verkeert daarvoor geregeld in het museum voor de martelaren. Ze kreeg hiermee een indringend beeld van de dubbelhartigheid en schijnheiligheid van het regime. Dat beeld weet ze uitstekend op de lezer over te brengen.
Zo maakt ze veel kennissen en vrienden, die haar weer meetronen naar andere vrienden. Naar wilde party’s ook, schijnbaar ondenkbaar in het strenge Islamitische land waar de wet van Khomeini streng wordt gehandhaafd. Stiekem blijkt in Iran heel veel te kunnen. Ze vindt de dubbelhartige moraal van dit land kennelijk zo typerend dat ze haar boek zo genoemd heeft: alles kan als het maar stiekem gebeurt. Het boek dateert uit 2007 en speelt in 2002, toen het land nog lang niet zo toegankelijk was als dat het nu is. Het aardige van de vierde druk is dat er een hoofdstuk aan toe is gevoegd dat haar hernieuwde bezoek in 2017 beschrijft. ‘Een bitterzoet weerzien.’ Er blijkt veel veranderd, maar ook veel niet. Sommigen zijn gestorven voor een ideaal, meer zijn er vertrokken. Naar het buitenland. De braindrain gaat door. Vooral de jongeren, met wie de schrijver veel contact heeft, zijn gedesillusioneerd geraakt door de zogenaamde ‘vrije’ verkiezingen, die niets aan de destructieve status quo veranderden. Velen haken af van het democratische proces omdat ze het conservatieve regime niet op die manier de schijn van democratische legaliteit willen verlenen. Van de ambitieuze jongeren wil de meerderheid weg, het land uit.
Het boek suggereert dus een nogal triest beeld van de nabije toekomst van dit mooie land en zijn vriendelijke, naar meer vrijheid snakkende bevolking.
Zeer aan te bevelen als achtergrondinformatie over het land en de bevolking.
Van haar hand is ook het instructieve boekje Te gast in Iran, in de serie Te gast in…
Ali M. Ansari: Iran
Een deeltje uit de reeks Elementaire Deeltjes van Amsterdam University Press. Deze reeks wil ‘kennis toegankelijk voor een breed publiek’ maken. Daarin slaagt dit boekje volgens mij absoluut niet. Ik heb geprobeerd het helemaal te lezen, maar haakte hier en daar af. Het veronderstelt vrij veel voorkennis en gaat dermate diep op zaken in, dat dit niet ‘een manier’ is ‘om snel alles te weten te komen’. Dit is wel het streven van deze reeks. Kleine lettertjes, lange ingewikkelde zinnen, een stijl die niet tot doorlezen nodigt.
Mijn oordeel: alleen voor de gevorderde en echt diepgaand in de Iraanse geschiedenis en cultuur geïnteresseerde lezer.
BOEKEN en films geadviseerd door tourleader Claudia Vosman, reisleider SRC-Cultuurreizen
Naast bovenstaande boeken zijn ook aanbevolen, voor of na de reis:
Anita Amirrezvani: Dochter van Isfahan
Speelt zich af in de 17e eeuw in Isfahan. En arm meisje gaat een sigheh, een ‘tijdelijk huwelijk’ aan met een rijke paardenkoopman.
Documentaire over het zgn. ‘tijdelijke huwelijk’: 1 uur- 99 jaar (IKON) van Negin Kianfar en Daisy Mohr.
Tip van mij: Moeilijk te vinden op Youtube. Tik deze link in: https://www.youtube.com/watch?v=V9wNtD7azis
Eveneens van Anita Amirrezvani: Prinses van Perzië
Inmiddels heb ik dit boek gelezen. Het gaat over een eunuch aan het Perzische hof in de 16e eeuw en zijn relatie tot een prinses van de Safaviden, die zich inzet voor een goede regering. Ze ondervindt veel tegenstand, niet het minste doordat ze vrouw is. Hieronder een korte samenvatting en recensie:
Na de bestseller Dochter van Isfahan verrast Anita Amirrezvani opnieuw met een exotisch en bijzonder mooi geschreven roman. Dit keer neemt zij haar lezers mee naar het hof van het 16e-eeuwse Perzië, dat gonst van de intriges over macht, liefde en loyaliteit.Perzië is in 1576 een prachtig, rijk land waar vrede heerst. Maar wanneer de Shah sterft zonder een opvolger te hebben aangewezen, breekt grote onrust uit. Prinses Pari, de dochter van de Shah, weet meer over staatszaken dan wie ook, maar haar pogingen om na de dood van haar vader de orde in het rijk te herstellen stuiten op enorme weerstand. Ze is immers een vrouw, en haar mening en kennis tellen niet. Pari en haar trouwe dienaar, een eunuch die - in tegenstelling tot Pari - in staat is om zich zowel binnen als buiten de paleismuren vrijelijk te bewegen, komen terecht in een machtsstrijd met dramatische gevolgen. Prinses van Perzië, dat losjes is gebaseerd op het leven van prinses Pari Khan Khanoom, is niet alleen een indringend verhaal over verraad en intriges, maar vooral een ontroerend portret van de onwaarschijnlijke vriendschap tussen een prinses en een bediende. Anita Amirrezvani's rijke proza brengt, net als in Dochter van Isfahan, een wereld tot leven die wordt bevolkt door hartstochtelijke, dappere karakters. (bron: bol.com)
Om de moord door opstandelingen op zijn vader te wreken probeert Jahaver halverwege de zestiende eeuw een positie aan het Perzische hof te krijgen. De –voor een vrouw– invloedrijke prinses Pari neemt hem aan als haar vertrouweling. Zijn besluit om als eunuch verder door het leven te gaan maakte hem voor die functie geschikt: zowel in de harem als in de buitenwereld wordt hij geduld en kan hij zijn oor te luisteren leggen. Als hij aantreedt, is net de huidige sjah vergiftigd en is het land in grote onrust omdat er geen opvolger was geregeld. In de volgende jaren zullen machtstrijd, intriges en moorden Pari en hem achtervolgen, totdat de rol van Pari is uitgespeeld en ook zij vermoord wordt. Jahaver besluit om haar grote daden vast te leggen in deze roman. Van de in Teheran geboren en in Californië opgegroeide Amirrezvani verscheen ook het succesvolle 'Dochter van Isfahan'. Deze nieuwe roman baseerde zij losjes op het leven van prinses Pari-Khan Khanoum (1548-1578). In bloemrijke taal geschreven, vol politieke intriges, geschikt voor liefhebbers van degelijke historische romans.
Drs. Fieke Nugteren
Boeken geschreven door vrouwen van de Sjah:
Soraya: Paleis van eenzaamheid
Farah Diba: Memoires van een keizerin
Azar Nafisi: Lolita lezen in Teheran
Teheran 1995. De Iraanse Azar Nafisi doceerde Engelse literatuur aan de Universiteit van Teheran, maar mocht in haar colleges de westerse klassiekers niet meer behandelen. Samen met haar meest getalenteerde studentes verzon ze een list. Twee jaar lang, elke donderdag, kwam een groep van zeven jonge vrouwen in het geheim bij haar thuis bij elkaar, om te praten over de verboden boeken uit de westerse literatuur die ze gelezen hadden.
Lolita lezen in Teheran is het onvergetelijke verhaal van deze vrouwen en hun verboden bijeenkomsten, en van de ervaringen van één moedige vrouw, Azar Nafisi, die het vrije woord belangrijker vond dan het verbod van de Iraanse overheid. Het is een bijzonder boek over moed en verdriet, en over de triomf van de verbeelding.
Alison Wearing: Huwelijksreis in hijab
Samen met haar vriend Ian reist Alison Wearing een half jaar door Iran. Gekleed in de traditionele lange zwarte gewaden komt zij op plaatsen die gewoonlijk verborgen blijven voor het westerse oog.
Ze ontmoet de meest uiteenlopende mensen: een achtjarig meisje dat volgend jaar gaat trouwen, een anglicaanse dominee, een jonge opiumhandelaar en talloze zwartgesluierde islamitische vrouwen, die een heel andere kijk op de wereld hebben dan Alison. Deze mensen laten haar Iran zien zoals maar weinig mensen het kennen: een uitzonderlijk land vol gastvrije en hartelijke mensen, waar moderne normen en waarden op vaak uiterst ingenieuze wijze samengaan met oude gebruiken.
Zonder haar ogen te sluiten voor de armoede en de positie van de vrouwen, vertelt Alison Wearing met veel humor over haar belevenissen in dit bijzondere land.
Joris Luyendijk: Een tipje van de sluier: Islam voor beginners
Moeten vrouwen een sluier dragen en mannen een baard? Moet je een dief zijn hand afhakken en een moordenaar zijn hoofd? Wat voor man was Mohammed? Is de Islam de nieuwe vijand?
Steeds meer mensen in het Westen komen in aanraking met de Islam, op vakantie, op het werk, op school of privé. Daarbij rijzen vragen die vaak onbeantwoord blijven.
Een tipje van de sluier is de ideale eerste stap voor iedereen die meer wil weten over de Islam. In kort bestek en met kleurrijke voorbeelden leidt Joris Luyendijk die buitenstaander langs het heden en verleden van de snelst groeiende godsdienst ter wereld.
Marja Vuijsje: Het rijbewijs van Nematollah
Behalve een paar nostalgische anekdotes weet Arash niets van zijn overleden vader Nematollah. Als hij vanuit Nederland op zoek wil gaan naar diens levensverhaal, wordt hij door zijn dochter geconfronteerd met zijn eigen verleden. Zij wil nu eindelijk wel eens weten waarom haar vader in 1982 uit Iran vertrok. Waarom wordt er over dat verleden zo nadrukkelijk gezwegen? In Het rijbewijs van Nematollah vertelt Marja Vuijsje het verhaal van een gewone Iraanse familie. Een gezin dat in de jaren zestig net als miljoenen anderen naar Peyton Place keek. Hun lotgevallen staan centraal in deze aangrijpende, ruim een eeuw omvattende kroniek. Maar de indrukwekkende geschiedenis van Iran komt ook voorbij, met als apotheose de Iraanse Revolutie en de diaspora van talloze families, onder wie de nazaten van Nematollah.
Alexander Reewijk: Achter de sluier het land
Iran, het land van dichters, ayatollahs, sjahs en de mooiste islamitische architectuur ter wereld, is voor velen een mysterie. Toch is het één van de belangrijkste landen in het hart van het Midden-Oosten, prominent gelegen op de oude handelsroutes en heeft het een eeuwenoude, bewogen geschiedenis. In het afgelopen decennium reisde schrijver Alexander Reeuwijk meerdere malen van Istanbul naar Teheran en verder naar onder andere Isfahan, Shiraz, Persepolis en Yazd. Hij maakte er vrienden, sprak er met mullahs en probeerde het land te doorgronden en de bevolking te begrijpen. Met dit boek tilt Reeuwijk de sluier op, en toont de lezers Iran, in al zijn facetten.
Sipko A. den Boer: De kroeg van Hafez
Hāfez van Sjirāz (1320-1390) wordt gezien als een van de grootste dichters van Iran en wordt ook wel de Shakespeare van de Perzische literatuur genoemd. Hij is in Iran zo geliefd, dat vrijwel ieder gezin een exemplaar van zijn Diwān bezit.
Hāfez hanteert in zijn poëzie niet alleen de taal van de spiritualiteit van zijn tijd, maar ook die van de hoffeesten, de jacht, de handel en de straat. Wat echter het meest uit zijn gedichten spreekt is het verlangen de liefde, die ons in de wereld heeft gebracht, tot leven te wekken. In het werk van Hāfez neemt de liefde, die de scheiding tussen de mens en het goddelijke lijkt op te heffen, dan ook een belangrijke plaats in. Op geheel eigen wijze maakt Hāfez gebruik van verrassende wendingen en metaforen bij onderwerpen als wijsheid, onderdrukking, vrijheid en het paradoxale van het geloof.
'De kroeg van Hafez' is een bloemlezing van spiritueel diepzinnige, lichtvoetige en humoristische gedichten: een ode aan de liefde.
Sipko A. den Boer, vooral bekend als vertaler van het werk van Roemi, besloot na een intensieve studie van het Perzisch ook de teksten van Hāfez te vertalen. Hij werkt daarbij samen met Aleid Swierenga en "native speaker' Fraidoon Warasta om de Perzische tekst zo getrouw mogelijk in het Nederlands om te zetten.
Farzin Rezaeian: “Persepolis Recreated”
Het is een fraai uitgegeven fotoboek met korte bijschriften (Engelstalig) en, en dat is het leukste, tal van kunststof ‘overlays’ die je over de foto’s van de huidige situatie legt en dan ziet hoe het er ooit moet hebben uitgezien. Op basis van wetenschappelijk onderzoek zijn deze reconstructies gemaakt. Heel verhelderend en interessant. Er zit in de fraaie cassette een dvd bijgeleverd die een documentaire over Persepolis bevat.
Gebruikte reisgidsen
Dominicus Landengids Iran, door Greet van Deuren, vierde druk 2018.
Marco Polo Iran. Duitstalig maar handzaam om mee te nemen. En met losse grote wegenkaart in kunststof hoes.
*** Heel veel informatie op internet.
Films
A separation / regisseur Ashgar Harhadi
Vader blijft na scheiding met zijn elfjarige dochter achter bij zijn dementerende vader en huurt voor zijn zorg een jonge vrouw in. (Berlijn, Gouden Beer 2011 voor beste film).
Het rommelt in het huwelijk van Nader en Simin. De werkende, hoog opgeleide Simin wil weg uit Iran, om elders een nieuw leven te beginnen. Nader wil blijven om voor zijn dementerende vader te zorgen. Daarom wil Simin scheiden, en inzet van de scheiding is de voogdij over de elfjarige dochter Termeh. Bij de familierechter probeert iedereen wanhopig zijn of haar gelijk te halen. Meesterlijk echtscheidingsdrama, onontkoombaar, intelligent en aangrijpend. Overladen met prijzen, waaronder de Gouden Beer in Berlijn en de Oscar voor beste niet-Engelstalige film.
Taxi (Taxi Tehran) / regisseur Jafar Panahi
De derde clandestiene film van Iraanse regisseur Panahi, bekroond met de Gouden Beer in Berlijn, lijkt aanvankelijk een documentaire, maar de maker houdt het stuur van begin tot eind stevig in handen. De filmlange taxirit staat symbool voor de staat van het land en de onvrijheid van de maker, die al rijdend en filmend de hem voorgeschreven grenzen uitdaagt en oprekt. Met de in- en uitstappende passagiers behandelt hij - met de nodige humor - aan de hand van alledaagse akkefietjes grotere thema's als moraal en censuur. Met een cast die uit veiligheidsoverwegingen niet bij name kan worden genoemd.
Argo / regisseur Ben Affleck
Militanten bestormden de Amerikaanse ambassade in Teheran op 4 november 1979 als vergelding omdat Amerika de pas afgezette sjah asiel had gegeven. Meer dan 50 personeelsleden van de ambassade werden gegijzeld, maar zes konden ontsnappen en zich verbergen in het huis van de Canadese ambassadeur Ken Taylor (Victor Garber). Het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken zocht naar manieren om de zes uit Iran te krijgen. Tony Mendez (Ben Affleck), een specialist van de CIA, schoot alle ideeën af, maar had zelf ook geen alternatief. Tot hij op tv Battle for the Planet of the Apes ziet, waardoor hij op het idee komt de zes te laten doorgaan voor Canadese filmmakers die op zoek zijn naar locaties in Iran voor een sciencefictionfilm. Om het aannemelijk te maken wordt in samenwerking met John Chambers (John Goodman) een niet-bestaande film opgezet, met publiciteitscampagne en al. Mendez reist naar Iran en geeft de vluchtelingen Canadese paspoorten en valse identiteiten om ze door de luchthavenbeveiliging te krijgen.
volgt nu: HET REISVERSLAG
Het reisverslag
Donderdag 18 april 2019 NAAR SCHIPHOL
Het belooft een warm weekend te worden in Nederland. Op Weeronline zie ik dat het dit weekend in Teheran minder warm zal zijn dan bij ‘ons’. Dat is al de eerste constatering die strijdig is met het beeld dat ik van dit land Iran heb, denk ik bij mezelf. Je denkt toch onwillekeurig dat het in april al wel heet zal zijn in zo’n woestijnland.
Hoewel onze vlucht pas morgen om de middag vertrekt, gaan wij een dag eerder al naar Schiphol. We hebben te vaak problemen met het spoor ondervonden om het eropaan te laten komen en pas morgenvroeg te vertrekken. Bovendien zouden we dan morgen heel vroeg moeten gaan, en dan nog zitten met de stress of er niets tussen zal komen. Nee, wij kiezen voor relaxt een nachtje bij Hotel A4 van Van der Valk. Dat deden we al (veel) vaker en het bevalt goed. ’s Avonds een gezellig en lekker diner, ’s ochtends een zeer royaal ontbijtbuffet en dan mooi op tijd met de shuttle naar de luchthaven.
Hoewel we al om twee uur met de taxi van huis naar het NS-station gingen en de trein van 14.35 namen, komen we pas tegen zessen aan bij het hotel. De shuttle liet lang op zich wachten en ook de reis over de autoweg duurde door de drukke spits langer dan anders. We krijgen deze keer een extra mooie kamer met kennelijk pas geheel gerenoveerde badkamer. In het restaurant is het ook druk. We bestellen een visschotel voor twee en die keuze pakt erg goed uit.
Vrijdag 19 april 2019 SCHIPHOL- TEHERAN
dag 1: Amsterdam – Teheran
Programma: “We vliegen naar Iran. Onderweg is er een overstap in Istanbul, waar we ons horloge een uur vooruit moeten zetten. In Teheran komt er nog eens anderhalf uur bij. Dat halve uur is om het eventuele terugrekenen naar ‘onze’ tijd extra gemakkelijk te maken. In het Simorgh hotel in Teheran blijven we drie nachten.”
Vluchtschema
Amsterdam - Istanbul 12:30 - 16:50 uur
Istanbul - Teheran 19:15 - 22:45 uur
Vluchten Amsterdam - Teheran en Isfahan – Amsterdam met Turkish Airlines, met op de heen- en terugvlucht een overstap in Istanbul.
Het is erg druk op Schiphol. De voorjaarsvakantie begint voor veel mensen. Gelukkig zijn we ruim op tijd en kunnen we ons ‘permitteren’ dat we een poos in de rij staan voor de incheckbalie. Thuis via internet inchecken helpt dus in dit geval geen zier. Bij de security maken ze het me deze keer niet heel moeilijk. De riem mag zelfs om blijven en de schoenen aan. Op de vlucht met Turkish Airlines is niet veel aan te merken, of het zou moeten zijn dat het eten lang niet de kwaliteit heeft als toen we met deze maatschappij (ook via Istanbul) naar Turkmenistan vlogen. Toen werd het eten zelfs niet alleen door stewardessen rondgebracht maar ook door een man met een echte koksmuts op! Zulke gebbetjes kunnen niet meer tegenwoordig. Veel te duur. Het eten is niet slecht maar ook niet echt lekker; dat was het vorige keer wel.
opnamen uit het vliegtuigraampje net na de start boven Istanbul
Overstappen
Op Istanbul moeten we overstappen op het oude, kleinere vliegveld, niet op het grote nieuwe dat pas in gebruik is genomen. Er zit ruime tijd tussen aankomst en vertrek. Het duurt een hele poos voor onze vlucht op het scherm komt. We bezitten onze ziel in lijdzaamheid want er is verder weinig te doen. De tweede vlucht loopt zelfs tijd in en we landen vóór de geplande tijd op Imam Khomeini Airport bij Teheran.
Daar gaat het allemaal vrij relaxt; onze reisleider Claudia Vosman van SRC-Cultuurreizen staat al te wachten en Farid, onze Iraanse gids voor de komende tijd ook. Verdere maken we kennis met onze twee chauffeurs die allebei Daoud heten, David, en daarom grote en kleine Daoud worden genoemd. Meestal is een van beiden een bijrijder maar deze mannen hebben beiden hun rijbevoegdheid. Ze lopen de hele reis keurig in uniform (wel vaak zonder jasje vanwege de warmte). Snel nog even op de luchthaven naar een toilet en dan de bus in voor een ritje van ruim drie kwartier naar de stad. Het is intussen ver in de avond.
Welkompraatje
In de bus houdt Claudia een ‘welkompraatje’. Terwijl we het verlichte complex van het al jaren in aanbouw zijnde moskee-complex met het mausoleum van ayatollah Khomeini en de enorme parkeerplaats passeren, bindt ze ons op het hart om alles wat we tot nu toe weten over Iran te ‘vergeten’ en ons open te stellen voor het andere Iran, dat van de gewone mensen. Die zullen we de komende weken veel tegenkomen en ze weet zeker dat we ons welkom zullen voelen. Geen woord te veel gezegd, achteraf gezien. Het complex van het mausoleum laat ons meteen al enigszins zien van wat voor land Iran is. Voorlopig bevestigt het zien van dit complex mijn gedachten over Iran alleen maar...
De bouw van het megalomane complex begon in 1989 na de dood van Khomeini op 3 juni van dat jaar. Het mausoleum is nog steeds in aanbouw, maar wanneer het voltooid is, zal het het middelpunt vormen in een complex van totaal 20 vierkante kilometer. Er hoort dan een cultureel en toeristisch centrum, een universiteit voor islamitische studies, een seminarie, een winkelcentrum en een parkeerplaats van 20.000 auto’s bij. De Iraanse regering heeft naar verluidt twee miljard dollar aan dit complex besteed. Ach ja, je moet prioriteiten stellen. Ik lees dat het nu al een bedevaartplaats is. Er zijn dus nog steeds genoeg idolate volgelingen van deze stuurse geestelijke, die in 1978 de linkse revolutie tegen de sjah kaapte en van het land een islamitische dictatuur maakte.
we passeren het complex van het mausoleum van Khomeini
Sancties
Claudia vertelt ook alvast iets over de actualiteit. Kort geleden zijn de in november 2018 opgelegde sancties door de USA verscherpt. Landen als India, Japan, China maar ook de EU worden (nog sterker) verplicht zich te onthouden van handel met en investeringen in Iran. Vooral mogen ze geen Iraanse olie meer importeren. Dat heeft de koers van de munt, de Rial, doen instorten. Voor het land en de bevolking is dat een kleine ramp (spaargeld verdampt, prijzen stijgen, lonen stijgen niet mee) maar voor ons is het gunstig want wij krijgen ineens veel meer Rials voor onze Euro’s. In de informatie vooraf stond dat we moesten rekenen op € 550 p.p. voor allerlei bijkomende kosten. Claudia stelt dat we dat bedrag lang niet nodig zullen hebben. Ik heb het eens nagekeken: in 2015 was 500.000 Rial nog zo’n € 15 waard. Wij betalen er in 2019 ongeveer € 8 voor. Claudia is, samen met Farid, van plan om gezamenlijk voor ons geld te wisselen. Als wij dat wensen tenminste. Nu, dat lijkt iedereen een heel goed plan. Zo ontvangen we de komende dagen p.p de tegenwaarde van € 50 voor dagelijkse uitgaven.
Ze stelt een pot in voor fooien e.d. en een voor gezamenlijke uitgaven als lunches. Meestal eten we gezamenlijk en is het bedrag dus gelijk voor ieder. Het scheelt veel tijd en moeite (ook voor het personeel) dat we deze kosten niet allemaal apart hoeven af te rekenen. Later zullen we nog een keer wat bijstorten, omdat we bijna alles uit deze pot (laten) betalen. Het verbaast ons nogal hoeveel je kennelijk met zo’n bescheiden bedrag kunt doen. Riet en ik vinden dit een geweldige service. Het bedrag van € 50 voor privé-uitgaven is ruim voldoende, want ook de koffie e.d. is bijna altijd voor de gezamenlijke rekening. We kopen er op het laatst wat souvenirs mee, zoals een fraai boek over Persepolis.
Claudia vertelt nog meer. Bij voorbeeld dat er in de hotels wel airco is maar dat die waarschijnlijk op de meeste plaatsen om deze tijd van het jaar nog niet functioneert. Men vindt het nog te ‘koud’. Daar komen we in het eerste hotel al achter.
Hotel Simorgh ligt in het noorden van de stad, dat is de ‘betere’ en duurdere buurt. We checken vlot in en als we onze kamer betreden staan we even op de drempel te aarzelen. We komen eerst in een hal, die overgaat in een woonkamer met een gepolitoerd bureau, een ruime zithoek en nog een eettafel. Om de hoek komen we dan in het slaapgedeelte en nog verder is de badkamer. Zo ruim zullen we het niet weer treffen, deze vakantie. Het doet ons denken aan het hotel in Panama-City, aan het begin van onze reis door Panama en Costa Rica. Maar het is hier wel erg warm en de airco doet het inderdaad niet! We doen de ramen open voor zover dat mogelijk is maar veel helpt dat niet. We gaan tegen twee uur naar bed, maar voor mijn vrouw komt er van slapen niet veel. Gelukkig laat de reisleiding ons morgenvroeg niet te vroeg vertrekken. De bus vertrekt om half tien.
Zaterdag 20 april
dag 2: Schatten van Teheran: Golestan Paleis en de fraaie tuinen, het Nationaal Museum van Iran (archeologie en oudheden) en het nationale kroonjuwelenmuseum met o.a. de pauwentroon
Het programma is gewijzigd t.a.v. wat in de gids stond. We gaan vandaag i.p.v. morgen naar het Golestan paleis en de bijbehorende tuinen. Daarna naar het archeologische museum, Iran Bastan Museum of National Museum of Iran. Hier krijgen we een beeld van de lange en rijke historie van het land. We zien vele interessante kunstschatten, zoals een basreliëf en spijkerschrifttabletten uit Persepolis. Na de lunch bezichtiging van de kroonjuwelen in een reusachtige kluis in een zwaar beveiligd bankgebouw.
We kunnen dus vandaag een beetje uitslapen en toch rustig van het ontbijt genieten. Hier hebben ze yoghurt en in alle hotels zullen ze dat hebben. Heerlijk. Soms wel oppassen dat je de goeie kiest, want ze mengen er soms dingen door: zout of kruiden. Voor we weg gaan, maken we vanuit het raam van onze hotelkamer foto’s van het uitzicht. Achter de wat grauwe gebouwen van de stad doemt namelijk de indrukkende met sneeuw bedekte rug van het Alborz gebergte op. Dat is een fraai gezicht. Rijdend door de stad zie je vaak deze blinkende bergrug op de achtergrond.
Teheran is een flinke stad. We moeten ongeveer een uur rijden om bij het Golestan paleis te komen. En dan is het nog niet eens druk, want het is hier de vrije zaterdag, dus forenzen- en werkverkeer is er nauwelijks.
In 2011 had de stad meer dan acht miljoen inwoners. Met de voorsteden wordt in het stedelijk gebied het inwoneraantal op ruim 13 miljoen geschat. De stad ligt nogal hoog, namelijk tussen de 1100 en 1700 meter. Het verkeer is van een, wat ik zou willen noemen, georganiseerde chaos.
De meeste doorgaande wegen in de stad tellen minstens twee of meer rijstroken. Ze zijn vaak gescheiden van elkaar dus moet je, als je links af wilt, soms een eind omrijden en dan dezelfde weg terug. (Dat is in de woestijn ook zo: viaducten en klaverbladen zijn er onbekend.) Onze lange bus kan dan de u-bocht niet meteen nemen, dus hij moet een keer of twee steken. Al het verkeer anticipeert daar al op en stopt keurig tot de bus weer verder kan. Ook op rotondes gaat het invoegen soepel. Een grote bus krijgt lijkt het wel behoorlijk wat goodwill. Toeteren hoor je niet. Dat hoorden we in een land als Egypte wel anders. Dus: relaxt verkeer. Maar als voetganger moet je niet rekenen op vrije doorgang op een zebrapad (zo dat er al is). Dan moet je echt assertief met je hand vooruit de eerste stappen wagen. En dan stoppen ze ook wel.
Parken en banken
Wat me verder in de stad opvalt: heel veel groen en bloemen! Dat had ik echt totaal niet verwacht. Eerlijk gezegd had ik meer kale, stoffige straten, meer zichtbare publieke armoede ook, verwacht. In plaats daarvan veel groen, mooie bomen, parkjes en parken. Alles netjes onderhouden. Kennelijk investeren ze daarin. De stad staat bekend om zijn mooie, soms heel oude platanen aan weerszijden van straten.
En verder valt me op: wat veel banken! Banken en pinautomaten. Soms telden we in één straat een stuk of tien verschillende banken. En toch hebben wij braaf al ons geld in contanten 'in de achterzak'. Wij kunnen namelijk niet pinnen. Visa werkt ook niet – of heel beperkt. Door de sancties is Iran afgesloten van het internationale betalingsverkeer en dus: noppes. De Iraniërs zelf pinnen gewoon door. Visa creditkaart zei ik: beperkt. In weinige zaken wel, maar dan betaal je een toeslag van tien procent van de prijs. Toen wij in een tapijtenhandel in Yazd een kelim kochten, konden we wel met Visa betalen. De betaling verloopt dan echter met een omweg via Dubai. Vandaar ook de tien procent opslag. De handelaar verdient daar niets aan. De Dubai-nezen dus wel. Maar goed, voor een onverwacht grote uitgave is het een handige optie.
Geld. 500.000 is 50.000 is 50. Rial en Toman. Met Iraans geld omgaan is een kunst.
Overigens: omgaan met geld is hier wel een kunst. Zo’n briefje van 500.000 Rial lijkt dan wel heel wat maar is nu dus plusminus 8 euro waard. Overigens staat er op de achterkant van het biljet 50! De Iraniërs hebben vanwege die grote getallen een eigen dagelijkse munt ernaast ‘ontworpen’: de Toman. Die is gewoon een nul minder waard. Dus 500.000 Rial is hetzelfde als 50.000 Toman. Maar je moet dus wel het bedrag van 500.000 Rial afrekenen als de man of vrouw zegt dat het 50.000 kost. Op straat en in de bazaar weet je niet of ze de prijs noemen in Rial of in Tomar. Handig! Nu zijn de meeste Iraniërs goudeerlijk en zullen je niet afzetten, maar het maakt het kopen van iets laat staan het onderhandelen over een prijs niet gemakkelijker. Over onderhandelen gesproken. Je kunt in de bazaar wel wat afdingen maar het is hier geen Egypte. In winkels zijn er vaste prijzen.
Taarof
Iran is een land dat wellevendheid hoog in het vaandel heeft. De cultuur kent een beleefdheidsvorm die 'taarof' heet. Dit houdt bijvoorbeeld in dat u niet meteen op een aanbod ingaat (bijvoorbeeld: Wilt u een kopje thee? Nee, dank u, doet u geen moeite). De gastheer zal doorgaans zijn aanbod een paar keer herhalen. U kunt dan het aanbod accepteren en uitgebreid daarvoor bedanken. Maar het schijnt je ook te kunnen overkomen dat een bv. taxichauffeur zegt: Ah, u hoeft mij niets te betalen. Dat betekent dus niet dat het ritje gratis was. Je dient dan aan te dringen om te mogen betalen en de man zal uiteindelijk je geld graag accepteren. Met een tip erbij, natuurlijk.
Want veel Iraniërs zijn relatief arm, al zie je dat niet zo op straat. Het minimumloon is $ 214 en het gemiddelde salaris $ 497 per maand. Dat is het gemiddelde, dus dat betekent dat er heel veel mensen minder verdienen. Maar dan moet je wel een baan hebben. En heel veel mensen zijn werkloos: 12,5 % maar onder jongeren tot 29 jaar is dat 26 %. Dit zijn Iraanse cijfers. Men vermoedt dat de ware cijfers (veel) hoger liggen. Sociale verzekeringswetten zijn er niet of nauwelijks. Dus veel mensen zijn afhankelijk van fooien.
Internetten doen de Iraniërs net zo veel als wij. Iedereen, nou ja, velen lopen met een mobieltje. Voor jongeren is het daar net als hier een eerste levensbehoefte. Voor ons westerlingen werkt het internet gedeeltelijk. Facebook niet, Instagram weer wel, daar zitten de islamitische bobo’s zelf op! Nee, consequent zijn is geen sterk punt van het ayatollah-regime. Amerika is de duivel maar Coca Cola kun je overal bestellen. Trouw en De Volkskrant kon ik op de app elke dag lezen. Soms was de hotelwifi erg zwak. De grote zaterdagkranten kwamen dan niet (of niet helemaal) door. WhatsApp werkt ook goed. Telefoneren is erg duur. Bellen naar Nederland zou mij € 2,29 p.m. kosten.
Wat je trouwens al rondreizend door Iran ook zal opvallen, dat zijn de gele bussen met twee handen in reliëf erop, overal in het straatbeeld. Dat zijn bussen van goede doelen. Correspondent Olaf Koens zegt over goede doelen in Iran: "Iran is een diep religieus land en telt zo’n honderd rijke religieuze stichtingen: de bonyads. Soms heeft zo'n stichting een halve stad en bijbehorende bedrijvigheid, zoals hotels en fabrieken, in handen. De bonyads hebben dus veel macht, op sociaal- en cultureel én economisch gebied. En wat ze doen met hun geld is niet transparant."
Golestan Paleis
Goed, intussen is de bus aangekomen in de buurt van het Golestan Paleis. Golestan betekent rozentuin. Dit paleis wordt beschouwd als een walhalla van de Perzische architectuur en het inspireert nog steeds Perzische kunstenaars. Het staat daarom op de Werelderfgoedlijst van UNESCO. Na de val van de sjah werd het paleis ingericht als museum. Het hoogtepunt van de collectie is de prachtige pauwentroon, die is versierd met bladgoud en duizenden edelstenen. Wat hier staat is echter een dummy -al zie je dat er niet aan af. De echte zien we later vandaag in de kluizen van de Perzische Kroonjuwelen. De troon staat in de Audiëntiezaal, Talar-e Salam.
Golestan paleis waterbassin
voorstellingen op de zijmuur
Na het binnentreden door de poort daalt er een vredige rust over je. De hectische stad lijkt ineens ver weg. Er zijn heerlijke tuinen met water en veel schaduw en het is dus een heerlijke plek om ons bezoek aan Teheran echt te beginnen. In de zon is het vandaag behoorlijk warm, zelfs zo aan het eind van de ochtend al. Het complex wordt ook wel het Paleis van de bloemen genoemd.
Kadjar
Het complex is het oudste historische monument in Teheran, daterend uit de tijd van de Safaviden, zo 16e / 17e eeuw. Het maakte oorspronkelijk deel uit van de Arg, de citadel, een burchtcomplex met lemen muren zoals we die later zullen zien in Rayen en Shiraz. Later werd het de officiële residentie van de Kadjar dynastie, die in 1779 aan de macht kwam en Teheran tot de hoofdstad maakte. In het Pahlavi tijdperk werden er de belangrijkste ceremonieën gehouden zoals de kroning van sjah Reza Kahn (1925-1941) en van sjah Mohammed Reza Pahlavi (1941 tot afzetting in 1979). Het gebouw zoals het er nu staat is het resultaat van 400 jaar constructie en renovatie.
heerlijke tuin
zijmuur
westers aandoende tafereeltjes
Iraanse schonen
enorme blauwe regen
Riet voor de zijmuur
toren
thema van St. Joris en de draak
We lopen eerst langs een lange buitenmuur met ondiepe nissen, die bekleed zijn met tegeltableaus van geglazuurde tegels. Ze zijn allemaal verschillend, voornamelijk uitgevoerd in geel, roze, groen en blauw. Ze zijn kenmerkend voor de Kadjarperiode. De motieven zijn geometrisch, met bloemen en planten maar ook zijn er kleine genrevoorstellingen, die nogal westers aandoen. Dat kan wel kloppen, want de bouwheer Naser od-Din Sjah raakte tijdens een reis door Europa in de ban van de Europese architectuur en decoratie. Zo is de spiegelzaal geïnspireerd op de spiegelgalerij van Versailles.
Spiegelzaal
Tegenover een fraaie waterpartij met ernaast een boom met een enorme, overdadig bloeiende blauwe regen, staat de Takht-e-Marmar, de Marmeren Troonveranda. Daar staat een kleine marmeren troon. Het mooist vond ik het plafond, met de sierlijke bogen waar onderdoor je zicht hebt op de fraaie tuin.
beeld van albast
Takht-e-Marmar, de Marmeren Troonveranda
detail van de tombe van Naser od-Din Sjah
Binnen krijgen we uiteraard uitleg via onze ‘oortjes’ maar we mogen ook zelf rondkijken. Ikzelf geef daar vaak de voorkeur aan. Het duizelt mij anders al snel van de namen en tijdperken en verhalen, die ik toch niet kan onthouden. Waarmee ik niets wil afdoen aan het deskundige commentaar van onze Iraanse gids Farid. We zien veel pracht en praal, zoals de beroemde spiegelzaal, de Talar-e Aineh, uit 1875. Die werd gebouwd onder Nasser-ol-Din Shah, wiens marmeren tombe we overigens buiten op een terras bewonderden. In de prachtige audiëntiezaal werd de laatste sjah, Mohammed Reza, gekroond.
schilderijen in het museum
kroon
entree
kopie van de pauwentroon
de vloer
tegeltableau
schilderij van het Colosseum in Rome
de spiegelzaal
Was het vanochtend nog heerlijk rustig, nu wordt het druk met al die toeristen die zo nodig spiegeltjes moeten komen kijken. Tijd voor ons om te vertrekken naar de volgende attractie: Het Nationaal Museum van Iran.
Het Nationaal Museum van Iran: oudheden en archeologie
Het Nationaal Museum van Iran heeft zich gespecialiseerd in kunst uit het oude Perzië en het Islamitische tijdperk. Het museum staat vol van de archeologische vondsten en sommige kunstwerken zijn wel 9000 jaar oud. Een bijzondere collectie, waarvan de ’Salt Man’ een van de hoogtepunten is: deze ’mummie’ overleed 2000 jaar geleden in een zoutmijn, waar hij vervolgens op een natuurlijke manier werd gemummificeerd. In het museum kun je zijn hoofd, kleren en sieraden bekijken, die allen nog vrijwel volledig intact zijn.
Drents museum in Teheran
poster bij de ingang van het Drents Museum
Op straat voor de ingang wordt eerst onze aandacht gevraagd voor een bijzondere poster die ons Als Drenten zeer aanspreekt: “Dutch Archaeology (sic) and Art. Highlights from the Drents Museum, oct. 2018 -6 april 2019” . Dit in het kader van de uitwisseling van delen van de collecties; deze tentoonstelling in Assen hebben wij bezocht. Nu zien we hier de rest van de collectie die niet uitgeleend is. De expositie is kennelijk een succes want verlengd.
bakstenen gevel
Farid vraagt ons vervolgens te kijken naar de architectuur van het gebouw. De gevel is geïnspireerd op de iwan (ingangspartij) van een moskee en is uitgevoerd in baksteen. In die iwan zien we in een kast een kopie liggen van de “Cyrus Cylinder”. De Cyruscilinder is een antieke kleicilinder, in verschillende fragmenten uiteen gebroken en weer samengesteld, waarop in Akkadisch spijkerschrift een declaratie is geschreven uit naam van de Perzische koning Cyrus II de Grote. Het brok klei dateert uit de zesde eeuw v.Chr. Het object werd in 1879 door Hormuzd Rassam gevonden in Babylon in Mesopotamië, het huidige Irak. Deze opgraving werd gesponsord door het British Museum, waar de cilinder zich sinds 1880 bevindt. In 2010 was de cilinder voor acht maanden terug in dit museum en daar herinnert deze kopie achter glas aan.
Cyruscilinder
Een stukje inhoud van de Cyruscilinder, de cilinder van klei waarop Cyrus zijn daden propageert en zich als bevrijder van Babylon profileert laat ik hier (vertaald!) volgen.
“Ik ben Cyrus, koning van de wereld, de grote koning, de machtige koning, de koning van Babylon, de koning van de vier werelduiteinden. […]
Van Babylon tot Aëëur en Sousa, van Akkad, Eënunna, Zamban, Me Turnu en Der tot aan gebied van het land Gutium, heilige steden aan de overzijde van de Tigris, die daar van oudsher opgegeven waren – de goden die er wonen deed ik naar hun plaats terugkeren en een eeuwige woonplaats vestigde ik voor hen.
Al hun mensen verzamelde ik en deed hen naar hun woonplaatsen terugkeren en de goden van het land Babylonië, die Nabonidus tot woede van de heer der goden naar Babylon gebracht had, liet ik op bevel van Marduk, de grote heer, in welbevinden, in hun onderkomens een woonplaats naar hartenwens bewonen.”
De laatste sjah,
Mohammed Reza Pahlavi, was er veel aan gelegen het verleden te gebruiken tot meerdere glorie van zijn eigen macht. Hij liet het “2500-jarige bestaan van de Iraanse monarchie” vieren met Cyrus als stichter. Verderop bij Persepolis daarover meer. De tekst op de kleicilinder zou de eerste verklaring van de rechten van de mens zijn. In werkelijkheid is de cilindertekst een traditionele en vrij stereotiepe declaratie van een koning die aan het begin van zijn regering staat.
Eigen karretje
Overigens spant de huidige Iraanse regering de geschiedenis ook graag voor het eigen karretje. Onze Iraanse gids wijst ons bij veel gebouwen en monumenten graag op ‘verwijzingen’ en ‘gelijkenissen’ met bij voorbeeld Persepolis. Ik bezie dit in hetzelfde kader als waarin ik de Oezbeekse annexaties bezag van Timur ‘Lenk’, de lamme Tamerlan, de grote massamoordenaar die tegelijk ook een groot kunst- en cultuurliefhebber was. Maar dat zien we vaker in de geschiedenis… Amir Timur (allemaal namen voor dezelfde bloeddorstige persoon) wordt nu als een soort vader des vaderlands van Oezbekistan voorgesteld. Je moet toch op één of andere manier je land een eigen identiteit geven. Zeker tegenwoordig kun je niet zonder. Tenslotte zocht ons eigen Cultureel Planbureau maar liefst tien jaar (!) naar ‘de Nederlandse identiteit’ en komt dan uit op een heleboel zaken, maar gelukkig nog als eerste: de Nederlandse taal. Dat had ik wel sneller en goedkoper kunnen vaststellen. Mag een land dan wat sjoemelen met zijn geschiedenis en zich een en ander toe-eigenen. Laten we maar niet te hard oordelen, wil ik maar zeggen.
Goed, we gaan naar binnen. Daar duizelt het me al snel van de vele artefacten, beelden, voorwerpen. En ook van jaartallen en tijdperken. Ik vind het interessant hoor, zeker, maar het is veel en nog wel in korte tijd. Farid heeft kennelijk een tijdslot gekregen en op het laatst telt hij hardop af hoeveel minuten we nog hebben ‘voor de rest’ om ons tot doorlopen te manen. Ik concentreer me daarom maar op wat grotere onderdelen en dingen die me toevallig opvallen. Daar maak ik dan foto’s van.
Bas-reliëf uit Persepolis
Je kunt als bezoeker natuurlijk niet heen om het grote bas-reliëf dat gevonden werd in Persepolis (Achaemenidische rijk circa 550 v.C.) en hier naartoe gebracht. Dat is een echte eye catcher. Het gaat om het centrale reliëf van de noordelijke trap van de Apadana, de grote ontvangstzaal van Persepolis. We zien Xerxes zitten op een troon, geflankeerd door hoge heren uit die tijd. Xerxes ontvangt een hoge official die de komst aankondigt van betuigers van eerbied uit het enorme rijk van de koning. (Zie de pagina Persepolis van dit verslag).
detail van het hoofd van Xerxes
foto van de opgravingswerkzaamheden jaren dertig v.d. vorige eeuw
Dan is er het standbeeld van Darius waarvan het hoofd en de bovenkant van de tors helaas ontbreken. Op de mantel vinden we belangrijke inscripties in drie talen: Oud Perzisch, Elamitisch en Babylonisch en dan links nog hetzelfde in Egyptische hiëroglyfen. Het beeld is op bevel van Darius gemaakt in Egypte, waarschijnlijk met het doel het op te stellen in Persepolis. Het is gevonden in Susa in Khuzestan. Op de granieten kubusvormige basis staan ook nog inscripties en afbeeldingen van 24 verschillende volken.
beeld van Darius
Inscripties op de mantel
Stier, rhytons en de zoutman
stier
Verder zie ik nog een fraaie stier, ook met inscripties, deze in het Elamitisch. En ook drinkbekers, rhytons, zoals we die in Assen ook enkele zagen, en de beroemde mummie: de “zoutman”. Uit de tijd van de Parthen (250 v.C.-224 n.C.). Deze ’mummie’ overleed 2200 jaar geleden in een zoutmijn, waar hij vervolgens op een natuurlijke manier werd gemummificeerd. In het museum kun je zijn hoofd, kleren en sieraden bekijken, die alle nog vrijwel volledig intact zijn. Het hoofd is, na ruim 2200 jaar nog ‘herkenbaar’ (als menselijk hoofd bedoel ik), een deel van zijn borst en een stuk been in een leren laars. Zelfs na zo’n lange tijd voelt het toch als een soort voyeurisme om de man zo te bekijken. Ik had dat ook bij de mummies die we zagen in de woestijn in Peru en bij ‘Juanita’, het ‘gletsjermeisje’ in Arequipa, Peru.
de zoutman
Dan is het tijd voor de lunch. Onze eerste in Iran. We gebruiken die in het restaurant van een groot hotel. Daar kunnen we van een rijk buffet nemen. Heerlijke vis en vlees. We eten hier twee keer ‘warm’, voortaan. Warm tussen aanhalingstekens want je kunt van een buffet vaak ook een maaltijd samenstellen met salades en zo. We krijgen rustig de tijd. Bijzonder is dat Claudia niet van tevoren een tijd afspreekt, maar rustig kijkt of iedereen op een gegeven moment klaar is en dat blijkt uitstekend te werken. Het geeft ons een rustiger gevoel dan wanneer je steeds op je horloge moet kijken.
Het is dan toch al drie uur geweest als we aansluiten in de rij voor het Treasury of the National Jewels, de bankkluis waar we de kroonjuwelen van Iran gaan zien.
Treasury of the National Jewels, de kroonjuwelen van de sjah (en andere Iraniërs)
De keizerlijke kroonjuwelen bestaan uit een duizelingwekkende collectie van kronen, juwelen, schilderijen, edelstenen, zwaarden en tiara’s. De juwelen zijn niet alleen heel veel geld waard, ze vormen een stukje Iraans erfgoed en weerspiegelen eeuwen aan handwerk en Iraanse cultuur. Je zou denken dat zoveel rijkdom goed is opgeborgen in een grote kluis waar niemand bij kan, maar in werkelijkheid kun je de pracht en praal van heel dichtbij bekijken. Een deel van de kroonjuwelen wordt namelijk tentoongesteld bij de Central Bank of the Islamic Republic of Iran, in het centrum van Teheran.
Ja, je kunt het inderdaad van dichtbij bekijken, maar het is allemaal wel zwaar beveiligd. En we zijn deze middag niet de enigen die al die pracht en praal willen bekijken. Er staat een flinke rij voor het gebouw. En lang niet allemaal toeristen. Het bankgebouw is aan een drukke straat, dus we doden de tijd in de rij door te kijken naar het verkeer dat langskomt. Veel oude modellen Peugeot, valt me op. Veel Japanse merken, vooral Kia en veel voor mij onbekende merken als Saipa. Veel gele taxi’s ook. En veel brommertjes en scooters en zo. Sommige met een grappig, waarschijnlijk zelf geconstrueerd windscherm inclusief dak. Een soort Oude Schicht van Heer Ollie B. Bommel maar dan op twee wielen. De helmplicht wordt niet echt fanatiek gevolgd hier.
Zo, we schuiven weer een meter op. Als het zo langzaam gaat, staan we wel een uur in de rij, schat ik. Riet en ik halen herinneringen op aan ‘Toet’, zoals wij het noemen. Toen ik mijn vrouw pas kende, zouden we samen met haar ‘kunstclub’ naar Keulen waar een unieke expositie van de schatten van Toet-Anch-Amon was. Daar stond ook een enorme rij, maar die ging een hoek om, zo ondervonden wij, en toen wéér. Daar stonden we vier uur in de rij om een uur naar Toet’s schatten te kunnen kijken. We hopen hier niet op een herhaling van dat fenomeen.
Toch duurt het ook hier erg lang. Eindelijk bereiken we dan de ingang en kunnen we, dank zij bemiddeling van Farid in éen keer met allen naar binnen. Maar daar gaat de rij gewoon door. Van het ene vertrek naar het andere. Verschillende poortjes passeren we. We worden gefouilleerd. Gelukkig zijn we goed geïnstrueerd en hebben we niets bij ons wat de gemelijke bewakers kan irriteren. Geen geld, geen smartphone, geen sleutels, geen camera, dat laatste al helemaal niet. Nutteloos ook want foto’s zijn niet toegestaan. Alles ligt in de bus, onder bewaking van onze chauffeurs.
Goud-, zilver- en edelstenenwalhalla
Ook nog een keer moeten we naar een ander gebouw, buitenom. In de hitte staan we dan, nu aan de andere kant van het hek langs de straat, wéér in de rij. Pas na anderhalf uur kunnen we echt naar binnen. Als we eindelijk het goud-, zilver- en edelstenenwalhalla mogen betreden is het al ongeveer sluitingstijd. Ik heb medelijden met al die mensen die nog achter ons in de rij stonden….Gelukkig mag je, als je eenmaal binnen bent, rustig rondkijken. Nou rustig en rondkijken… ook hier schuifel je in een rij langs de vitrines, die in een grote ruimte langs de wanden staan. In het midden nog wat bijzondere objecten.
Rustig is anders. In het keldercomplex is alles even hard: beton en glas, en het publiek produceert een lawaai dat je niet voor mogelijk houdt. Maar wat een onvoorstelbare rijkdom ligt hier achter dat glas! Het schittert en blinkt je allemaal tegemoet. Kronen, diademen, halssieraden, maar ook kommen vol met edelstenen waaraan ze nog niet waren toegekomen om ze te verwerken.
Ik vind het een perverse rijkdom. Ik zie een volstrekt nutteloze globe, geheel van edelmetaal en edelstenen. Wat zou een tweede of een derde of een tiende sieraad van onnoemelijke waarde nog toevoegen aan je geluk? Aan je macht? Pervers is het temeer omdat het door gewone mensen is opgebracht, deze exorbitante weelde. Maar ja, dat is op veel meer plekken op deze wereld zo. Uiteindelijk zijn het, denk ik, allemaal “Herrschaftzeichen”. Tijdens mijn studie in Utrecht leerde ik bij een college van Arie-Jan Gelderblom te letten op Herrschaftzeichen in de Nederlandse literatuur. We wijdden er een heel werkcollege aan. Herrschaftzeichen zijn dingen, zaken, symbolen die door een machthebber ingezet worden om zijn macht te demonstreren, aan het volk te tonen. Dat kon een paleis zijn, een lange oprijlaan, een lusthof, maar ook de zgn. blijde inkomsten tijdens de late middeleeuwen, en zo verder. Zo schreef Huygens bij voorbeeld over zijn eigen buiten ‘Hofwijck’.
De echte pauwentroon
afbeelding geleend van internet
Hier zien we dan ook de echte ‘pauwentroon’. Het is een met bladgoud en 26.733 edelstenen bezette troon, die vroeger werd gebruikt door de Perzische sjahs. Volgens Wikipedia wordt hij tegenwoordig tentoongesteld in het Golestanpaleis in Teheran maar dat is dus niet de echte. Nadir Sjah, grondlegger van de Afsharidendynastie, zou de troon in 1739 tijdens zijn militaire campagne tegen het Mogolrijk in India hebben buitgemaakt.
Oorspronkelijk zou hij zijn gemaakt voor Mogol-heerser Shah Jahan, die ook de diamant Koh-i-Noor in de troon had laten verwerken. De oorspronkelijke - uit India meegenomen - troon bestaat niet meer. De huidige is een van de latere kopieën. De naam komt van de vorm. Achter het stoelgedeelte stonden twee pauwen opgesteld. Vanaf de Kadjarendynastie werden alle sjahs “Heersers op de Pauwentroon” genoemd. De troon ziet eruit als een soort ledikant, maar dan een en al glimmer en glitter, wel 100% echt natuurlijk. Mooi is anders.
Zo tegen het einde van de dag wordt de atmosfeer hier binnen in deze kluiskelder niet bepaald frisser. Ik vind het dan ook niet erg als we met zachte hand richting de uitgang worden gestuurd. Buiten is het nog warm, maar de lucht lijkt toch fris; er is zuurstof.
Tegen zessen zijn we terug bij het hotel en om zeven uur is het diner, in het hotel. We kunnen dus even bijkomen. Ik zou me graag even douchen maar daarvoor heb ik geen puf. We maken het na het eten niet laat. Voor zo’n eerste dag hebben we veel gedaan. Het lange staan wachten in de warmte was nog wel het vermoeiendst. Toch goed dat we die juwelen gezien hebben; het hoort wel bij een bezoek aan Teheran, denk ik.
uitzicht vanuit onze hotelkamer op het Alborzgebergte
fraai geklede dame in het hotel
Zondag 21 april
dag 3: Paleizen van de sjah, dé ontmoetingsplek van Teheran: de Tabiatbrug, en het Nationaal Tapijtenmuseum Teheran
Ons programma zegt: “We rijden we naar het noorden van Teheran. In de bossen aan de voet van het Al Borq-gebergte staan de paleizen van de laatste sjah. De inrichting van het Groene en het Witte Paleis is authentiek, met ‘moderne’ snufjes uit de jaren zeventig. ’s Middags lopen we over de Tabiat-brug. Deze opvallende voetgangersbrug verbindt twee parken en is ontworpen door een jonge vrouwelijke architect. Sinds de opening in 2014 is het een populaire plek voor zowel families als jongeren. Daarna nog naar het Nationaal Tapijtmuseum, het Muze-ye Farsh. (ca. 30 km)”
Vandaag is het Pasen. We zullen er niets van meekrijgen in dit islamitische land met zijn religieuze éénpartijdictatuur, zo noem ik het maar even. Er is maar één land in de wereld met een landsbestuur zoals Iran het heeft sinds de islamitische revolutie van 1979. Er is een ‘democratische’ regering, waarmee Iraniërs ook graag schermen als je hun systeem in twijfel trekt. Maar de 290 volksvertegenwoordigers hebben in feite niets te zeggen. De macht ligt volledig bij de theocratische regering, zo ontworpen en ingevoerd door ayatollah Ruhollah Khomeini. Dit systeem wordt wel beschreven als het khomeinisme, de Khomeini-interpretatie van het “twaalf imams sjiisme”.
Sjisme en soenisme
Tussendoor even over dat sjiisme en het verschil met die andere grote islamitische stroming, het soenisme. Het verschil blijkt, zoals zoveel, in beginsel een familiekwestie! De islamieten, de volgelingen van Mohammed, raakten verdeeld in soennieten en sjiieten nadat de profeet Mohammed in 632 overleed. De soennieten meenden dat de meest bekwame man onder de volgelingen van Mohammed hen moest leiden, de sjiieten vonden dat zijn schoonzoon en neef Ali dat moest doen. Zij wilden het dus in de familie houden. Sindsdien volgen en vereren de sjiieten dus Ali. Tijdens de oorlogen tussen de soennieten en de sjiieten in de 7e, 8e en 9e eeuw werden 12 sjiitische leiders vermoord. Dat zette nogal wat kwaad bloed. De sjiieten denken dat Allah de laatste, de twaalfde, imam heeft verborgen, dat hij dus nog leeft en eens terug zal komen en vrede zal brengen. Mooi hierover schrijft Kader Abdolah: over de twaalfde imam die in een put verborgen wacht op het sein om terug te komen op aarde. Je zou er parallellen met het geloof in Jezus in kunnen zien.
Iets meer over het landsbestuur
Het land wordt bestuurd door vier gremia, of lagen. De hoogste laag bestaat uit één persoon: de hoogste religieuze leider. Dat is sinds 4 juni 1989 ayatollah Ali Khamenei. Hij is de plaatsvervanger van God op aarde.
Hij wordt bijgestaan door de tweede laag, een raad van twaalf mannen, de Raad der Hoeders. Deze raad bestaat uit zes religieuze leden en zes rechters in het geestelijk recht, de sharia. Zij oefenen een enorme invloed uit en mogen, net als de Hoge Leider, beslissingen van het parlement met een veto tegenhouden. Ook bepalen zij welke politici aan verkiezingen voor het parlement mee mogen doen en welke niet. Heel democratisch dus.
Pas daarna komt de president, de derde bestuurslaag. Ook hij zit er bij de gratie van de Hoogste leider en de Raad van Hoeders. Sinds 2013 is dat de gematigd hervormingsgezinde Hassan Rohani. Eigenlijk is hij niet veel meer dan een stroman, want je kunt pas president worden als je de goedkeuring hebt van de Hoogste leider en de Raad der Hoeders, en als een presidentiële beslissing hun niet zint, dan kunnen zij de president ‘overrulen’ met een veto.
Voor (beslissingen van) het parlement (de vierde laag) geldt hetzelfde. In het parlement zitten op de 290 leden nu twaalf vrouwen en veertien zetels worden bezet door religieuze minderheden: Armenen, joden, christenen en zoroastristen. Deze twaalf en veertien dienen alleen al getalsmatig meer als een doekje voor het bloeden, als een façade, dan dat ze werkelijk iets zouden hebben in te brengen. Wel hebben van de burgers mannen én vrouwen kiesrecht.
De Revolutionaire Garde en de Basij
De werkelijke macht zit misschien nog ergens anders: namelijk bij twee instituten vanuit de geestelijkheid; de Basij en de Iraanse Revolutionaire Garde. Die Garde is een (para)militair apparaat dat geheel losstaat van het reguliere leger en een soort staat in de staat vormt. De Basij vormen weer een paramilitair onderdeel van de Iraanse Revolutionaire Garde; ze zijn bekend om hun onvoorwaardelijke trouw aan Khomeini en zijn opvolgers.
De Basij zijn berucht als morele politie en om hun onderdrukking van bijeenkomsten van dissidenten. Zij hebben een lokale groepering in bijna elke stad in Iran. De Basij zijn betrokken bij veel gevallen van schendingen van mensenrechten. De Garde heeft een grote invloed op de Iraanse economie via staatsbedrijven, waar vaak ex-Gardisten op managementposten benoemd worden. Gefluisterd wordt dat de Revolutionaire Garde ook alleen maar garen spint bij strengere economische sancties van de VS. Door de controle op de grenzen kan de Garde de smokkel controleren en daaruit enorme winsten peuren. Drugs (uit Afghanistan) zijn streng verboden maar er heerst wel een serieus drugsprobleem in dit land.
Hardliners en pragmatici
Vooral de eerste twee hierboven genoemde ‘lagen’ bestaan uit hardliners: streng gelovig en (zeer) conservatief. De mannen in de Revolutionaire Garde en de Basij zijn economisch progressiever maar toch ook cultureel zeer conservatief.
Dan zijn er toch ook wel de pragmatici of hervormingsgezinden. Zij zijn voor economische hervormingen, meer persoonlijke vrijheid, een meer dynamische interpretatie van de islam, en betere relaties met andere landen inclusief de VS. Rohani behoort tot deze fractie.
Een groot gedeelte van de bevolking kan zich ook niet vinden in de anti-Amerikaanse en anti-Israëlische retoriek van de geestelijken. De bevolking, die voor meer dan de helft jonger is dan dertig jaar, wil graag economische hervormingen zien om de werkloosheid tegen te gaan. Ook verlangen die naar meer echte democratische medezeggenschap en naar verruiming van de persoonlijke vrijheden, zoals afschaffing van de verplichting overal en altijd een hoofddoek te dragen. Ik heb veel jonge meiden en vrouwen gezien, die een stil protest droegen, vooral tegen die hoofddoek. Ze dragen de doek dan losjes achterop het hoofd met een grote hippe zonnebril in het haar, dat voor een groot deel zichtbaar is. Het viel me op dat sommige vrouwen en meiden zich ook graag zo laten fotograferen.
Overigens hebben wij weinig of niets gemerkt van dat anti-amerikanisme. Welgeteld één muurschildering tegen de VS zagen we op een gevel. Die werd aangekondigd als een bezienswaardigheid. Verder niet. Wat niet wil zeggen dat het er niet is/was. Wel zie je nog vrij veel afbeeldingen van martelaren. Aan lantaarnpalen langs invalswegen bij voorbeeld.
"Down with the USA", muurschildering in downtown Teheran met vallende bommen op de Amerikaanse vlag
S'ad Abaad paleizencomplex van de laatste sjah
Goed, geen Pasen dus dit jaar. Al zien we in plantsoenen onderweg wel kleurige reuzeneieren opgesteld. Geen paaseieren natuurlijk. Ze schijnen te maken te hebben met Nowruz (of Noroez), het Iraanse Nieuwjaar, dat op of rond 21 maart gevierd wordt.
Vandaag ook geen weekend meer voor de Iraniërs, want die hebben vrijdag en zaterdag vrij. En wij, wij gaan weer op pad. De bus brengt ons weer door de stad naar hogere sferen, dat dan weer wel. Doel is het S'ad Abaad paleizencomplex. Dat is gelegen in het noorden van Teheran tegen het Alborzgebergte aan, en omvat een gebied van zo’n 110 ha. Het historische complex bestaat uit verschillende huizen, paviljoenen en 18 paleizen die zijn ingericht vol bijzondere kunst en tapijten. Het geheel ligt dus al in de foothills van de bergen, waar het toch zo’n tien graden koeler is dan in de snikhete stad. De bekendste paleizen zijn het Groene en het Witte Paleis. Wij bezoeken ze beide, is deze volgorde.
We worden afgezet aan de rand van het complex. Daar worden we verdeeld over twee elektrische wagentjes die ons naar boven zeulen. De weg loopt namelijk best redelijk steil omhoog. Het karretje waar ik in zit, heeft moeite de eindstreep te halen. Te voet was het toch nog wel een aardige klim geweest. Dat wordt ook niet aangemoedigd: kennelijk houdt men liever de bezoekersstroom wat in de gaten en op de ‘gebaande’ paden. Dat het hier een stuk frisser is dan beneden, is goed te merken. Niet alleen is de temperatuur lager maar de lucht voelt ook zuiverder in de neus. Dat kan ook komen door de vele eucalyptusbomen die hier groeien. Enorm hoge reuzen. Prachtig.
We wandelen eerst langs een uitstalkast met daarin een motorfiets en een oude auto. Het blijkt de voertuigen te zijn van twee Iraanse broers die met deze vehikels de wijde wereld over toerden. We hebben het dan over de jaren vijftig. Op de auto staat gekalkt waar de twee waaghalzen overal geweest zijn. Leuk. Een bord in het Engels (!) verklaart een en ander.
Door tuinen met rozen en andere bloemen en natuurlijk waterpartijen lopen we naar het Groene Paleis.
enorme eucalyptussen
Van paleis naar museum, het Groene Paleis
Tegenwoordig zijn de paleizen op dit terrein musea geworden. Nóg mooi, denk ik argwanend als ik ben, dat het fanatieke ayatollah-regime na 1979 niet al die decadente ‘westerse’ weelde met de grond gelijk heeft gemaakt. Of het grotelijks heeft laten verwaarlozen, zoals de communisten deden met de paleizen in Potsdam en de Jugendstilhuizen in Riga, om maar eens wat te noemen.
het Groene paleis
Alborzbergen
reliëf boven de deur
Nee, de gebouwen en de immense parken en tuinen eromheen staan er keurig bij. Ze brengen natuurlijk geld in het laatje. Oud is het trouwens allemaal niet. Het Groene Paleis is gebouwd in 1924-25. Het is opgetrokken uit een groengele marmersoort. Voor Reza Sjah diende het als een privékantoor; zijn zoon Mohammed Reza richtte het luxueus in met veel spiegeltjes en kostbare gordijnen in brokaat met zilver- en gouddraad. De enorme tapijten werden op maat gemaakt voor de paleizen. De inrichting is een mengeling van traditioneel Perzische, oosterse en westerse stijlen.
Ik vind het hier en daar redelijk overdadig, maar ik moet beseffen dat dit nog maar een afspiegeling is van de weelde die hier was ten tijde van de sjah. Hij heeft, toen hij het einde van zijn dynastie zag naderen, de mooiste en kostbaarste zaken tijdig naar het buitenland ‘weggesluisd’ en ook is er veel ‘verdwenen’ tijdens de eerste jaren van de revolutie. Waar zou dat spul nu allemaal staan, vraag ik me af.
interieurfoto's
spiegelzaal
Maar er is nog genoeg flamboyants te zien voor een eenvoudige sterveling als ik. Ik kijk altijd met enige verbazing naar zulke interieurs. Word je niet gek van al die spiegeltjes als je daar een avondje zit? Zit dat nou lekker, zo’n prachtig gedecoreerde stoel? Eet dat nou extra lekker, van zo’n kostbaar servies met gouden randen? Herrschaftzeichen, dat zijn het.
In het park is een soort lunchroom, waar we heerlijk buiten op het terras kunnen zitten, wachtend op onze koffie. Van dat zitten in de koelte kunnen we lang genieten want het duurt me toch lang voor de cappuccino doorkomt! Maar lekker is de koffie wel. Het is druk op het terras. Iraniërs houden niet alleen van het bekijken van paleizen maar ook van lekker op een terrasje zitten in deze heerlijke atmosfeer. Buitenlanders zie ik niet veel om me heen. P is vandaag jarig en hij trakteert op lekkere koekjes. Dank!
Het Witte Paleis
voor het Witte Paleis
Daarna gaan we naar een volgend excursiedoel: het Witte Paleis. Ook wel het Mellat Paleis Museum, gebouwd tussen 1931-1936 door Reza Pahlavi. Nog een andere naam die ik tegenkom is het Paleis der Natie. Het was het laatste zomerpaleis van de sjah. Ik moet zeggen: hij had er in ieder geval een mooi plekje voor gekozen. Met uitzicht op de sneeuwbedekte toppen van het Alborzgebergte, dat zo dichtbij lijkt alsof je er zo even heenloopt. Via een vaste route wordt de bezoeker door de ruimtes geleid. En weer valt de mond open van de weelde die dan nog wel bewaard is gebleven. Het lijkt alsof de laatste bewoners nog maar net de deur uit zijn. Hier kwam president Jimmy Carter, vlak voor de revolutie, nog zijn eer bewijzen aan de heerser van de pauwentroon. Er liggen hier tapijten op de vloer van meer dan 140 vierkante meter. Dat is nog eens wat anders dan de kelim van anderhalve vierkante meter die wij in Yazd zullen kopen. En die mooi staat bij ons aan de muur.
eetzaal
grote eetzaal
Laarzen
Buiten, naast de grote trap staat een paar bronzen laarzen. Enorme laarzen zijn het, meer dan manshoog. Ze zijn het enige overblijfsel van een groot standbeeld van de sjah dat hier stond. Nu moet iedere toerist natuurlijk op de foto bij de laarzen. Ik kijk liever naar de natuur om me heen, die hier nog maar net op uitkomen staat na de koude winter. Ook daaraan zie je dat we hier vrij hoog zitten.
de laarzen van het gewezen beeld van de gewezen sjah
de sjah koos een mooie plek voor zijn paleizen
Verder door het park lopend komen we ineens verzeild in een zingend en musicerend folkloristisch dansgroepje. Dansgroepje?! Zingen?! Musiceren?! In Iran?! Kan dat allemaal zomaar maar zo?
Ja, dat kan. Als het maar folkloristisch is – en liefst van een etnische minderheid en man, dan is het helemaal goed- dan mag dat allemaal. Vrouwen mogen NIET zingen, je weet wel, Lorelei, Sirenen en zo. Dit zijn nomaden uit het noordoosten, die hier hun kunsten vertonen, zeer tot vermaak en enthousiasme van ons én van de Iraniërs om ons heen. Een trommel en een fluit, veel meer hebben ze niet nodig. En hun stemmen en mooie laarzen.
folkloristische dansgroep
Dan is het alweer tijd voor de lunch. Die gebruiken we in een groot restaurant met een dito buffet, warm en koud. De forel, de gepaneerde garnalen en een soort rijstkoek met kip smaken uitstekend. Wat eten betreft hebben we niet te klagen. Over iets anders ook niet trouwens, tot nu toe. Het team van Claudia en Farid en de beide chauffeurs Daoud werken uitstekend samen en dat komt de organisatie alleen maar ten goede. Perfect.
De Tabiat brug
Na de middag volgt er weer een stadsrondrit. Om ergens te komen moet je in Teheran (en de rest van het land) vaak een eind omrijden. Dat komt door de gescheiden rijbanen van de ruim aangelegde doorgaande wegen. Maar het is geen straf: zo zien we nog wat van de rest van de stad. Na dus al een keer onder de brug doorgereden te zijn, worden we afgezet bovenaan bij de brug, of liever: het park dat naar de brug leidt. “De Brug”, dat is de Tabiatbrug. Ik kan daar zelf wat van vertellen, maar eerst tekst uit de KLM reisgids.
stadsbeeld Teheran
“De Tabiat Brug verbindt met zijn 270 meter twee parken. Maar de voetgangersbrug is meer dan een functionele verbinding die je van A naar B brengt; de brug is namelijk een avontuur op zichzelf. Daarmee is de architect geslaagd in haar opzet: het creëren van een plek waar je kunt ronddwalen. Sinds de opening in 2014 is het dan ook een geliefde ontmoetingsplaats voor de inwoners van Teheran. De Tabiat Brug verbindt het Taleghani Park en het Abo-Atash Park. Het kronkelende bouwwerk bestaat uit drie verschillende verdiepingen, waar overal bankjes, planten, cafés en restaurants te vinden zijn. Omdat de brug zo hooggelegen is, hebben voetgangers er een weids uitzicht op de stad met in de verte de besneeuwde toppen van het Alborz gebergte. De brug is een logisch onderdeel geworden van de parken waarmee het in verbinding staat. Niet verwonderlijk dat 'tabiat' in het Farsi 'natuur' betekent.
opgang naar het park voor de Tabiatbrug
park
Symbool van Teheran
Architect Leila Araghian bedacht de brug op haar 26e, toen zij nog studeerde. Als inwoner van Teheran gebruikte zij vaak een van de vele bruggen in de stad. Op een dag trof ze op straat een verlaten leren bank aan. Hoe zou het zijn om die bank op de nabijgelegen brug te zetten? Zo gezegd, zo gedaan. Niet veel later zat ze op de brug: het water stroomde onder haar door, terwijl ze ondertussen de voorbijgangers observeerde. Een plezierig ervaring. De innovatieve brug die er jaren later uit voortkwam, is inmiddels meerdere malen bekroond met vakprijzen. In korte tijd groeide de brug uit tot een belangrijk symbool van Teheran.
De Tabiatbrug
Een bestemming op zich
Het inmiddels befaamde ontwerp van Araghian werd bij een lokale competitie verkozen als winnaar. Kort daarna startte de bouw, maar er waren al vrij snel allerlei obstakels. Het grootste probleem was het internationale handelsembargo waardoor veel landen geen zaken mochten doen met Iran. Zo moest er bijvoorbeeld lang worden gewacht op de levering van de benodigde software uit Australië. Onmisbaar, aangezien er voor het doorrekenen van de complexe stalen constructie flink wat rekenkracht nodig was. De brug is namelijk niet alleen visueel spectaculair, dat geldt ook voor de aantallen aan verwerkte materialen. Zo werd grofweg 2000 ton staal en 10.000 kubieke meter beton gebruikt.
Omdat de bouw op een flinke hoogte, deels boven een snelweg, plaatsvond, moest er van alles worden gedaan om de veiligheid te garanderen: speciale platformen voor de bouwvakkers en tijdelijke tunnels om te voorkomen dat vallende materialen op voorbijrijdend verkeer terecht zouden komen. In twee jaar tijd werd de brug gebouwd; de feestelijke opening vond plaats in 2014.
Sindsdien beleven de inwoners van Teheran dagelijks plezier aan de Tabiat Brug. Ze komen er hardlopen, wandelen, fietsen of om uit eten te gaan. Precies zoals de architect het had bedacht, is de brug zélf een bestemming geworden. In Iran wordt inmiddels vaak de vergelijking gemaakt met die andere iconische brug in het land, de 400 jaar oude Si-o-se-Pol Brug in de stad Isfahan. Al eeuwenlang is dat de plek waar de lokale bevolking elkaar treft. Of de Tabiat Brug net zo beroemd wordt, moet nog blijken. Maar de ingrediënten zijn hoe dan ook aanwezig.”
Tot zover de KLM.
Het uurtje dat wij kregen om de brug te bezoeken, was eigenlijk te kort. Het is inderdaad de ontmoetingsplek voor de stadsbewoners. Wij mochten daar te gast zijn. Dat wordt je ook door diverse mensen zo gezegd: ze knikken vriendelijk naar je, sommigen klampen je aan en heten je welkom in Iran, vragen waar je vandaan komt. ‘Oh Nederland. Good country. You have lot of flowers! What do you think of Iran?’ Het wordt deze vakantie een ritueel. Heel veel Iraniërs hebben kennelijk dezelfde standaard vragen en opmerkingen. Maar dat maakt het niet minder leuk. Soms komt er een gesprekje uit voort dat wat verder gaat als mensen wat meer Engels spreken. Zo spreken we met een jong stel dat hier met hun jonge kind en een baby is.
Abraham en het offer van Izaak uitgebeeld
Warm bad
Telkens opnieuw, niet alleen hier op deze ‘ontmoetingsbrug’, merken we dat de mensen hongeren naar contact met ons westerlingen. Vooral jongeren maar ook oudere mensen lijken het een voorrecht te vinden om even met ons te mogen spreken of –nog beter misschien- op de foto te mogen. Soms willen ze zelf de foto op hun eigen mobiel, maar soms is hun wens ook dat wij een foto van hen maken. Die foto zien ze alleen even op ons schermpje; verder hebben ze er niets aan. Zou je zeggen. Toch gebeurt het vaak. Ook door vrouwen met een pikzwarte hijab of zelfs chador. Wij ondergaan het allemaal als een warm bad.
Ik heb het idee dat ze zelf ook donders goed weten dat hun imago in de wereld niet zo best is. Dat vinden ze niet leuk. Vandaar die vragen wat we van het land en van de mensen vinden. Ze stralen als we –naar waarheid- zeggen dat we iedereen zo vriendelijk vinden, “like you yourself”. Soms vroegen ze me zelfs wat ze ‘als volk’ nog beter zouden kunnen doen tegenover bezoekers.
Uitzichten vanaf de brug
Vonden we de mensen in Turkmenistan al zo mooi, hier lopen ook heel wat dames rond die vooraan stonden toen Allah de schoonheid uitdeelde. Jammer dat ze nog maar weinig van die schoonheid kunnen laten zien. Beetje jammer is ook dat ze zelf soms zo ontevreden zijn over hun gezicht dat ze hun neus laten verbouwen. Dat schijnt overigens ook een dingetje te zijn waarmee je je status kunt verhogen, kunt laten zien dat je wat te besteden hebt. Zelfs de pleister op je neus geeft je al meer status in sommige kringen, lijkt het. Niet minder dan 200.000 neuzen worden jaarlijks een kopje kleiner gemaakt tegen een bedrag van zo’n 1500 euro per neus. Dat is niet voor Janna met de pet weggelegd. Jan met de pet komt er niet aan te pas, het zijn voornamelijk vrouwen die voor de neusoperatie gaan.
soms net wat te veel make up --maar smaken verschillen
Wenkbrauwen
Net zo jammer vind ik dat sommige meiden wat té enthousiast met make-up omgaan. Zulke onnatuurlijk strakke en grote wenkbrauwen! En je was al zo mooi van jezelf! Maar goed, moeten ze ook zelf weten. Nu na jaren van onderdrukking van dit soort uiterlijkheden er wat meer vrijheid komt, kan ik me voorstellen dat sommigen wat doorslaan in het genieten van die vrijheden. Vind ik eigenlijk ook wel weer leuk om te zien. Je zou deze sympathieke mensen nog wat meer (persoonlijke) vrijheden gunnen.
Mijn vrouw en ik dwalen wat over de verschillende niveaus van de brug. We genieten van de uizichten. Uitzicht op het park onder de brug, op de stad aan de ene kant met de machtige Alborz bergen op de achtergrond (prachtig!); aan de andere kant ook op de stad, want Teheran is groot. En we genieten van het slenteren in de zon, van het mensen kijken. Veel te snel is het alweer tijd om naar de uitgang te lopen. In het park dat we daarvoor door moeten, staan bronzen beelden, van draad en platen van cortenstaal, die episodes uit de bijbel/ koran voorstellen. We zien tenminste Abraham die van God zijn zoon moet offeren maar voor wiens dilemma (God gehoorzamen of zijn zoon sparen) een oplossing komt door een schaap, een lam, door diezelfde God gezonden, dat geofferd kan worden in plaats van zoon Isaak (voor de Islamieten is dat Ismaël). Toch mooi om die voorstelling hier te zien.
Nationaal Tapijtmuseum/ Muze-ye Fars
Het gebouw waarin dit museum is ondergebracht staat in een park en werd ontworpen door keizerin Farah Diba (Farah Pahlavi) zelf. De buitenkant moet doen denken aan een tapijtweefgetouw. Het werd in gebruik genomen in 1978. Ze heeft er dus niet lang van kunnen genieten. Binnen is het museum heel ruimtelijk ingericht, overzichtelijk ook. Er hangen tapijten en kelims uit de 17e tot 20e eeuw. Er zijn zelfs uitlegbordjes met Engelse tekst. Dat zie je trouwens veel vaker hier: Engelse toelichtingen. Farid kan zijn nationale trots botvieren in uitgebreide toelichtingen die niet volledig aan mij besteed zijn. Ik geef liever mijn ogen de kost en maak foto’s. Soms ook van prachtige of grappige details. Sommige tapijten zijn tamelijk abstract in de voorstelling maar er hangen er ook die hele verhalen vertellen. Zoals dat fraaie tapijt dat de vier seizoenen uitbeeldt. Ik ben geen kenner maar ik zie wel tot welk een ongelooflijke hoogte de kunst van het tapijtweven hier is gestegen.
interieur van het museum
details van het tapijt van de vier jaargetijden
foto van een foto van het verven en drogen van de wol, (zou in Yazd kunnen zijn).
’s Avonds gaan we dineren in de stad, met de bus. Alweer uitstekend: gebraden lamsbout met rijst en sla en rozenthee na. Ik slaap heerlijk rozig die nacht.
Iran is een thee-land, hoewel je soms ook wel echte en lekkere koffie kunt krijgen. Hier thee met een rozenknop en safraanworteltjes (geen 'echte' safraan dus; zie verderop).
Maandag 22 april
dag 4: De heilige stad Qom met de bedevaartsplaats van Fatima, de koopmanspaleizen Khane-ye Borujerdi en Tbatabai in Kashan en de woestijntuin Bagh-e Fin
Voor de route: klik hier (GoogleMaps)
Programma SRC: “We rijden naar de heilige stad Qom, het islamitisch centrum van het land. In deze stad, waar Khomeini leefde en werkte, spreken wij met een moellah. Hij kan uw vragen beantwoorden over het islamitische geloof en over het heiligdom. Vervolgens gaan we naar het oasestadje Kashan dat enkele fraaie koopmanshuizen met prachtig keramiek heeft. Hier wordt duidelijk hoe de rijke kooplui in de 19e eeuw leefden. Ook bezoeken we een van de mooiste tuinen van Iran, de Bâgh-e Fin, die op de Werelderfgoedlijst van UNESCO staat. We overnachten in Kashan. (ca. 260 km)” “NB Het kan voorkomen dat we in het bergdorpje Abyaneh overnachten in plaats van in Kashan.”
Helaas is dat laatste niet het geval. Helaas, want Abanyeh moet een leuk dorp zijn; heel traditioneel, een soort Iraans Staphorst. De rest van het programma werken we vandaag af.
we passeren weer het complex van het mausoleum van Khomeini
Voor mijn gevoel begint deze reis een paar keer opnieuw. Ze begint wanneer je vertrekt van huis, natuurlijk. Maar pas op Schiphol kreeg ik echt het gevoel dat de reis begon. In Teheran begin je opnieuw. En vandaag begint dan de eigenlijke reis door Iran. We laten de hoofdstad achter ons en maken de eerste serieuze etappe met de bus. Als de bebouwing eenmaal achter ons is, bevinden we ons ineens in de woestijn. Claudia wijst ons erop dat de woestijn niet is zoals anders (ze was hier een maand geleden ook nog). De woestijn staat namelijk in bloei. Niet meer zo volop als op haar vorige reis zo’n drie, vier weken terug, maar toch. Hele vlakken groen, geel, rood en nog andere kleuren golven over de heuvels. De groene bestaan uit een soort gras en zijn bedekt met zwarte vlekken: een kudde dromedarissen. De andere kleuren zijn bloemen. Dit is een tafereel dat zich in geen jaren heeft voorgedaan. We voelen ons bevoorrecht.
Een eind verder komen er andere kleuren in beeld: grijs, roze, blauwachtig, felgroen. We rijden voorbij een van de zoutmeren die Iran rijk is. Het meer is tamelijk veraf, dus we maken een foto vanuit de bus. Het is ongeveer twee uur rijden van Teheran naar Qom, dus we hebben onderweg nog een toiletpauze. Het is bij een grote splinternieuwe mall, met blinkende marmeren vloeren, glazen winkelpuien en dure winkels. Zoals je ze dus tegenwoordig overal ziet verschijnen. Deze staat echter, zo op het oog tenminste, midden in de woestijn… Er is een winkel met alleen maar chocolade, in alle vormen van puurheid en verder ook in vele vormen. Wij kopen een paar brokken van 80% cacao.
kudde dromedarissen
de woestijn bloeit!
zoutmeer in de verte
duizenden bloemen sieren de anders zo gortdroge en dorre woestijn
Qom er eens om
Dan rijden we de voorsteden van Qom binnen. Qom is een flinke stad, met plm. een miljoen inwoners en het is een heilige stad. Het was de plek waar ayatollah Khomeini jarenlang woonde, studeerde en islamitisch onderwijs gaf. Maar daarom is de stad niet heilig, al vinden sommigen vast van wel. Hier in Qom is het mausoleum en het heiligdom van Fatima, daarom is het heilige grond. Wij gaan dat mausoleum bekijken.
Moellah’s en imams
Nu wordt Qom licht spottend wel de moellah-fabriek genoemd. Er zijn koranscholen en opleidingen voor imams en moellahs. Even ter verduidelijking: een moellah is een geestelijke die op de onderste treden van de sjiitische hiërarchie staat. Elke moskee heeft er een (als het goed is). Moellahs verdienen hun brood grotendeels door de Koran uit te leggen en hulp te bieden bij sociale, persoonlijke en medische problemen. Imams zullen in moskeeën altijd voorgaan in het gebed, ook al zijn er oudere mannen aanwezig. In de regel leiden ze een Koranschooltje voor de kinderen uit de omgeving en niet zelden hebben ze een functie in het reguliere onderwijs.
De term 'imam' verwijst naar het beroep van geestelijk verzorger vanuit de islamitische levensbeschouwing. Er bestaan verschillende opvattingen over de rol en betekenis van de imam. In het soennisme is het een voorganger in het (vrijdag)gebed. Binnen de sjiitische leer bestaan er slechts twaalf imams, die de geestelijk leiders zijn van heel de moslimgemeenschap. Het verschil met de soennitische leer is dat de imam autoriteit heeft voor tafsir, de exegese van de Koran. De meerderheid van de sjiieten gelooft dat er twaalf imams zijn geweest (net zoals de vorige profeten Mozes en Jezus die hun 12 apostelen gehad zouden hebben) en dat de huidige tijd wel een imam kent, maar die verkeert in het verborgene (‘in de put’ zoals in de verhalen van kader Abdolah). De wederkomst van deze imam al Mahdi (=de door God geleide) zal verlossing voor de wereld brengen.
Ayatollah
Een ayatollah tenslotte is een hoge geestelijk leider. Het woord betekent 'teken van God' en zij die de titel dragen zijn kenners van de sjiitische islam. Daaronder vallen ook rechtspraak, ethiek, filosofie. Meestal geven ze les aan religieuze scholen, dus ook hier in Qom. Enkele ayatollahs dragen de titel Grootayatollah. De hoogste ayatollah is de Hoogste Geestelijke Leider, de religieuze dictator zeggen velen, van de Islamitische Republiek Iran.
Mausoleum van Fatima, de zus van de achtste imam Reza
Goed, na dit inkijkje in de hiërarchie van de Iraanse geestelijkheid rijden we dus de stad binnen en belanden op een enorm parkeerterrein, waar wat oude vrachtwagens staan. Het is een rommelige zooi, met permissie. Aan de rand staat een felgekleurde bus, een soort pendeldienst. Niet helemaal zo luxueus als de onze. We mogen namelijk niet met onze eigen bus naar het heilige complex, vandaar dat we met deze ronkende en stinkende stadsbus gaan. Nou ja, je mag hier in ieder geval de stad in, in tegenstelling tot Mekka. Maar dat is dan ook nog weer veel heiliger dan Qom. In Mekka gaat het om Mohammed zelf, hier gaat het om Fatima, de zus van de achtste imam Reza. Dat is nogal een verschil natuurlijk. In 816 stierf zij hier in Qom, op doorreis naar haar broer in Mashhad, waar trouwens het mausoleum van Reza is. Dat is een nog heiliger bedevaartplaats dan Qom.
stadsbus
Maar hier in Qom is dus het mausoleum en het heiligdom van Fatima, en daarom is dit ook een serieuze bedevaartsplaats voor de Sjiieten. Het heiligdom met de tombe zelf is niet toegankelijk voor niet-moslims, maar het complex eromheen tegenwoordig wel. Maar niet zomaar. Je moet er wel wat voor over hebben en wellicht moet je zelfs wat principes inleveren, wie weet. Eis is namelijk dat je je kleedt volgens de plaatselijke norm. Wie daar natuurlijk weer vooral ‘last’ van hebben, dat zijn uiteraard de vrouwen. Wij mannen kunnen gewoon doorlopen, door de apart voor ons geslacht opgerichte toegangspoort. Wij hebben immers een lange broek aan en een hemd o.i.d. met mouwen tot de ellebogen.
Partytent met verkleedpartij
De vrouwen moeten door een aparte poort en belanden in een soort grote partytent. Daar moeten ze zich hullen in een chador, een wijde mantel, die letterlijk van top tot teen reikt. De hijab is hier niet voldoende. Het gezicht blijft overigens wel zichtbaar, dat dan weer wel. Je kunt een chador te leen krijgen in de tent maar onze reisorganisatie heeft voor alle vrouwen een leuk bloemetjesgordijn bij zich. Wel zo fris waarschijnlijk. Een lange lap die je om je lijf moet winden en bij de kin vasthouden. Mijn vrouw was zo bijdehand om er een veiligheidsspeld in te doen maar ze werd er ernstig op gewezen dat dat niet de bedoeling is. Je moet er lást van hebben, als vrouw. Gelukkig waren we toen al bijna aan het eind van de tour.
de dames komen na een complete make-over uit de verkleedtent
Schooljongens
Wij mannen staan als een stel schooljongens te wachten tot onze vrouwen door het zeil van de partytent naar buiten stappen. Ik moet goed kijken om ze te herkennen met al die bijna gelijke bloemetjeschadors om. Als iedereen weer verenigd is met zijn partner worden we voorgesteld aan onze (extra) gids van vanochtend: een moellah, wiens naam ik helaas niet meer weet. Hij heeft een fraai getrimde baard en snor en onder de zwarte tulband een vriendelijk gezicht. Hij is ook vriendelijk, heeft overal een antwoord op en de glimlach wijkt niet van zijn gezicht. Ja, ze weten wel wie ze voor dit baantje moeten kiezen, die ayatollahs. Beeldvorming is belangrijk, daar weten ze in Iran ook alles van.
'Onze' moellah; de zwarte kleur van de tulband wijst erop dat hij rechtstreeks afstamt -of denkt af te stammen ?? het is al even geleden allemaal...- van de profeet Mohammed. Je hebt ze ook met witte tulband: die staan wat lager in de hiërarchie want geen directe familie....
een mullah met een witte tulband staat niet in directe familierelatie met de profeet
De man krijgt een zendertje zodat wij hem in het Engels in onze oortjes kunnen horen. Hij vertelt van alles, te veel om hier op te noemen. (Het grootste gedeelte weet ik ook niet meer, eerlijk gezegd.) Wel herinner ik me dat hij een verschil met de soennieten nogal benadrukte. Wijzend op alle fraai gedecoreerde gebouwen en de gouden koepels verklaarde hij dat soennieten niet zo van de schoonheid zijn. Kijk maar naar IS die eeuwenoude beelden vernietigde. Nee, dan de sjiieten. Zij kunnen schoonheid waarderen en hebben een eeuwenoude traditie in het scheppen ervan. ‘Allah heeft ons bevolen de schoonheid te koesteren en niet te vernietigen.’ Nou, dat kan niet ontkend worden; zoveel hebben we nu al wel gezien. En er komt voor ons op deze reis nog zo veel schoonheid om te bewonderen.
de (excusez) knullige lampjes hangen er nog van nowrouz, Iraans nieuwjaar, 21 maart.
alles goud wat er blinkt
belangstelling voor de bloemetjeschadors
traditioneel paar
de manneningang van het heiligdom van Fatima
manneningang; toch verboden voor mij.
De vrouweningang heeft heel veel spiegels. Of dat toevallig is?
het plumeau-mannetje op zijn scheidsrechterstoel
goud
minaret
Zijn ze nou jaloers of vinden ze die bloemetjesgordijnen zo raar dat ze dáárom er een selfie mee willen?
nog een zedelijkheidsbewaker
even handen en voeten wassen voor het gebed
Mannetje met plumeau
We bekijken de verschillende gebouwen en de fraaie gevels, iwans en koepels. Voor het heiligdom is er een aparte ingang voor de vrouwen en voor de mannen. Voor ons dus verboden terrein. In de vrouwen-iwan zitten moeders gezellig met hun kinderen een versnapering te eten. Bij waterkranen tappen velen hun fles vol. Ik vraag of het water heilig is. Nee, dat niet maar wel bijzonder. Een mannetje met een plumeau zit werkeloos op een kruk. Iedereen houdt zich kennelijk aan de kledingvoorschriften. Onze dames krijgen van Claudia later een compliment omdat ze zich zo keurig gedragen. Mannetjes met plumeaus zijn van de zedelijkheidspolitie. Zij moeten erop letten dat iedereen zedelijk genoeg gekleed gaat op dit terrein.
Bloemetjeschadors
Opmerkelijk is dat onze dames in hun lichte bloemetjeschadors veel belangstelling hebben. Vrouwen in een pikzwarte chador willen graag op de foto met ons en ze maken ook foto’s en steken hun bewondering voor de kleding van de dames niet onder stoelen of banken. Het is een vrolijke boel, helemaal niet somber religieus. Ieder gaat zijn eigen gang en er is geen wanklank. Veel langer dan gebruikelijk (volgens onze reisleider Claudia) mogen we op het terrein rondkijken. Alleen al het observeren van de mensen is een leuke bezigheid.
Uiteindelijk gaan we naar de uitgang waar we nog even de toiletten bezoeken. Daarbij blijkt me dat er nog een heel stuk meer hoort bij dit complex, ondergronds. Een grote zaal zie ik o.a. nog. De stadsbus brengt ons weer naar de eigen bus en daar drinken we oploskoffie uit de thermoskannen van Daoud & Daoud.
een toiletstop in een moderne mall met dure winkels in de woestijn
Het is al laat geworden en de lunch wacht in Kashan. Een groot restaurant waar veel bussen buiten staan. Er is een rijk gevuld buffet. Het smaakt weer goed. Buiten staat een rozenoliedestilleerapparaat. Kashan is de stad en de streek van de rozen en rozenolie. Er staan schalen met rozenblaadjes die heerlijk ruiken. Door de pijpen zie je het destillaat stromen. Je kunt het ook kopen.
Kashan, stad van de rozen
rozenoliedestilleerapparaat
Dit is de ketel die van onderaf verwarmd wordt. De dampvormige rozenolie wordt gekoeld met water uit een bron en wordt zo vloeibaar. Links is nog een pot te zien waarin de olie wordt verzameld.
Kashan
Kashan ligt aan de rand van de Dasht-e Kavir woestijn, zo’n 240 km van Teheran en 210 van Isfahan. De stad ligt op de oude zijderoute. De naam Kashan is synoniem met antiek en dat is niet vreemd want bij opgravingen zijn voorwerpen gevonden uit 6000 v. Chr. Het oude centrum van deze traditionele stad heeft zijn typische woestijnarchitectuur grotendeels behouden. Verborgen in de nauwe steegjes liggen prachtige koopmanshuizen die getuigen van een roemrijk verleden, vooral uit de Kadjar-tijd.
Als iedereen klaar is, rijden we nog een klein eindje naar het centrum van Kashan. Daar stappen we uit en lopen de oude binnenstad in. Er staat nog een stuk lemen muur en ik zie er ook nog lemen daken van huizen bovenuit steken. Maar daar komen we niet voor, lemen huizen zie je nog wel meer in dit land. Als ze goed worden onderhouden, kunnen ze oud worden. Maar zo niet, dan brokkelen ze af waar je bij staat. Ook dat zie je hier en daar, bij voorbeeld vanuit ons hotel, waar we straks naartoe gaan.
Nee, we komen hier voor de fraaie koopmanshuizen. Huizen van rijke (tapijt-) of andere handelaars, die achter een non-descripte buitenmuur hun weelde breed tentoonspreidden in de 19e eeuw. Een paar van die huizen zijn goed bewaard en zijn te bezichtigen.
Seculiere koopmanshuizen in Kashan
Het Borujerdi huis
Eerst bezoeken we het Borujerdi huis. De buitenmuur belooft zoals gezegd niets. Wel is er een zware dubbele deur met fraai beslag en de bekende twee kloppers. Een zware klopper voor mannen, een lichter versie voor vrouwen. Dames die de deur openden, wisten dan bij een zware klop dat ze hun kleding in orde moesten brengen voor mannelijk bezoek. Tja. Zelfs in je eigen huis was je slaaf van zulke zeden. Nu is dat trouwens nog steeds de gewoonte, zegt men.
Achter deze kale grijze muur met forse houten deur gaat een ware lusthof verscholen. Men liep niet met zijn rijkdom te koop.
Links de vrouwenklopper, rechts de zwaardere mannenklopper
Het Khane-ye Borujerdi zoals het voluit heet, is een voorbeeld van een privéwoning van een welgestelde Kadjarfamilie. De eigenaar, Jafar Natanz, handelde onder andere in thee. Hij liet dit huis in de tweede helft van de 19e eeuw bouwen door de zelfde architect die het Tabatabai huis bouwde, dat we hierna gaan bekijken. Als je door de poort binnenkomt, moet je een gang door en dan opeens sta je in het verblindende zonlicht, maar je wordt ook bijna verblind door wat je ziet. Een prachtige binnenplaats met een rechthoekig waterbassin met bloemen en groene heesters langs de kant. In het water weerspiegelen de gebouwen eromheen. De zomer- en wintervertrekken. Wat ook opvalt zijn de windtorens, die ‘s zomers verkoeling binnen brachten –en brengen- door geforceerde maar wel natuurlijke ventilatie.
Eerste aanblik als je goed en wel binnen de poort bent; een omsloten binnenplaats met waterbassin, groene struiken, bloemen en fraaie gevels
prachtig stucwerk
detail van de gestucte gevel. Wat een verfijning!
windtoren
De grote overdekte ontvangsthal is versierd met prachtig pleisterwerk in reliëf, van buiten in natuurlijke okertinten, van binnen in voornamelijk wit, groen en blauw. Er zijn muurschilderingen met seculiere voorstellingen zoals jachttaferelen. Soms zijn de voorstellingen wat kinderlijk naïef. De schoonheid van de rondbogen en koepels is adembenemend. Wat een stijl, wat een evenwicht, wat een lijnen en kleuren!
Aan het huis zou achttien jaar zijn gewerkt door 150 ambachtslieden. Dat is te zien.
plafond in de ontvangsthal
seculiere afbeelding met soldaten; wandschildering
fraai gestuct plafond
plafond met koepel (ook voor ventilatie tegen de zomerwarmte)
foto Riet
blik vanuit de ontvangsthal richting de ingang
Buiten zien we deze stellage staan.
Als je zo'n stellage voor een huis ziet, met een plakkaat met teksten eraan, wil dat zeggen dat er iemand is overleden.
Khane-ye Tabatabai huis
Het Khane-ye Tabatabai is groter en weidser opgezet. Het was de residentie van S.J. Tabatabai, een rijke tapijtenhandelaar. Het woonhuis werd in 1881 gebouwd en is ook kenmerkend voor de Kadjar-periode. De stijl is traditioneel Perzisch. Er is een familiegedeelte, een ontvangstruimte en ruimtes voor het personeel. Ook hier uitbundige versieringen in pleisterwerk en fraai gekleurd glas, muurschilderingen en spiegeltjes. Uiterst verfijnd zijn de decoraties, net als trouwens in het vorige huis dat we bezochten. De ruimtes zijn onderling verbonden door gangen en gangetjes en zien uit op een grote centrale binnenplaats met weer een waterbekken met spuitende fonteintjes. Allerlei leuke doorkijkjes en het zonlicht door het gekleurde glas maken dit tot een fotogenieke omgeving.
Dit huis is ruimer dan het vorige, het heeft diverse ruimtes voor verblijf, gasten en personeel. Binnenplaatsen
met waterbassins en planten en heesters
weer zo'n fraai stucwerk-plafond -met spiegeltjes en sterretjes
Er zijn een paar vertrekken met fraai gekleurd glaswerk in de ramen
De Perzische tuin
Voor ik vertel over de Fin tuin, eerst iets over de Perzische tuin in het algemeen. Ik zag op de BBC eens een documentaire ( ik meen van Monty Don) over tuinontwerpen en dan vooral over de Perzische tuin. Dat is erg interessant, vooral ook omdat we op deze reis nogal wat beroemde tuinen bezoeken: o.a. Bagh-e Eram in Shiraz; Bagh-e Chehel Sotoun in Isfahan; Bagh-e Fin in Kashan.
In India zagen we destijds ook Perzische tuinen, o.a. de tuin van de Taj Mahal in Agra en de Tuin van Humayuns tombe, in Delhi.
Daarom voor de liefhebbers hier enige info vooraf.
(bron: Wikipedia) Een Perzische tuin is een tuinontwerp zoals dat zijn oorsprong vindt in Iran (beter: in het oude Perzië). Deze tuinen vormen een onlosmakelijk onderdeel van de Perzische architectuur en cultuur. Al drie millennia worden deze tuinen aangelegd. Vanuit Perzië heeft het concept van de Perzische tuin zich verspreid naar andere landen, van Andalusië tot aan India. Zo heeft de Taj Mahal in India een Perzische tuin.
Het concept van de Perzische tuin is in de loop van de eeuwen geëvolueerd. Het oorspronkelijke idee wordt aan Cyrus II de Grote uit de 6e eeuw v. Chr. toegeschreven.
Hoewel de concrete invulling aangepast werd aan de verschillende klimatologische omstandigheden van de locatie, vindt men in een Perzische tuin steeds vier zones terug en speelt water een belangrijke rol zowel voor irrigatie als voor versiering. In een Perzische tuin kan men gesofisticeerde systemen voor irrigatie terugvinden. De tuin tracht de Hof van Eden voor te stellen en ontleent aan het zoroastrisme volgens de geleerden de vier elementen van hemel, aarde, water en vuur, hoewel ikzelf dat vuur hier niet zo kan plaatsen. Of het zou de brandende zon moeten zijn…Het Oudperzische woord Paradaidha vinden we ook nog terug in het Nederlands als ons woord paradijs. In de tuinen zijn soms ook paviljoenen te vinden.
De Fin tuin / Bagh-e Fin
Ten slotte bezoeken we vandaag nog een topattractie: de beroemde tuin van Bagh-e Fin. Het is een paar kilometer rijden buiten het centrum maar wel in de richting van ons hotel. Oorspronkelijk is het een koninklijke tuin. Sinds 2011 staat de tuin op de Unesco werelderfgoedlijst. Even tussendoor; wat is er veel Unesco werelderfgoed in dit land!
stromend water in en door de hele tuin
lusthof
staande in de lusthof, terugkijkend. Het water stroomt dóór de lusthof heen.
Zoals meer tuinen die we bezoeken deze reis ligt de tuin in een woestijnachtig gebied, zonder water. En toch is er water, zo te zien in overvloed! Als je door de poort binnenkomt, is dat het eerste wat opvalt: een lang ‘kanaaltje’ van nog geen meter breed met op gelijke afstanden spuitende fonteintjes. Het water komt van de bergen die we in de verte kunnen zien en wordt door het befaamde qanat-systeem, waarover later meer, ondergronds geleid naar onder andere deze tuin. De fonteintjes werken trouwens op de zwaartekracht en door drukverschil.
Aan het eind komt het kanaal in een breed bassin met vertakkingen zodat de hele tuin bewaterd wordt. Naast het brede pad langs het water staan heggen en oude hoge bomen. Alles is frisgroen. Ik zie eucalyptusbomen en andere en heel oude cipressen, eentje telt meer dan 300 jaar volgens het koperen bordje erop. Bijna twintig meter hoog en een diameter van 82 cm.
koepeltje; een van de andere kleinere gebouwen op het terrein
met leuke seculiere schilderingen met een half ontbloot meisje, badend in de rivier.
Opdrachtgever sjah Abbas I liet verschillende lusthoven optrekken in de tuin. We bekijken ze. Ook hier weer mooie decoraties, hoewel lang niet zo mooi als in de huizen van zo straks. Er staan landelijke tafereeltjes op de wanden geschilderd. Ik zie zelfs een voorstelling met een aantal ruiters die een meisje naderen dat net in de rivier gebaad heeft. Haar bovenlijf is bloot. Achter haar staat een dame met een baddoek klaar maar die is net te laat. Zie de foto hierboven. Het is allemaal heel decent, zeker in onze Europese ogen. Maar ik vind het wel grappig dat in een land waar je als vrouw geen streepje bloot mag laten zien, er dan toch zulke afbeeldingen te zien zijn. Maar ja, wel uit de vorige eeuw hè. Dat was vroeger allemaal anders.
Een van de vele fonteintjes in de waterlopen. Het water spuit eruit op zwaartekracht. Er komt geen pomp aan te pas.
Er staan eerbiedwaardig oude bomen in de tuin. Ook honderden jaren oude cipressen bij voorbeeld.
Fotograaf
Toch was alles vroeger geen pais en vree, ook niet hier in deze tuin. In een van de kleine vertrekken bij het koninklijke badhuis had de jaloerse Kadjarvorst Nasr od-Din Sjah (wiens tombe we in Teheran zagen) zijn te populaire eerste minister Mirza Taqi Khan (ook wel bekend als Amir Kabir) laten opsluiten. Later liet hij hem zelfs vermoorden. Deze vorst was dus geen lieverdje maar anderzijds ook heel creatief. Van jongs af aan was hij een enthousiast beoefenaar van de tekenkunst en hij was nauwelijks volwassen of hij was compleet in de ban van de fotografie. Ik voel dus wat dat betreft wel enige sympathie voor de man...
Niet alleen fotografeerde hij zelf, hij gaf ook opdracht om een speciaal paleis voor de fotografie te bouwen en bood een aantal jongemannen de gelegenheid om als fotograaf opgeleid te worden. De periode van zijn koningschap is dan ook bijzonder goed fotografisch gedocumenteerd. Op internet vind je foto's van hem en van zijn omgeving, z'n haremdames bij voorbeeld, waarvan hij er tientallen schijnt te hebben gehad. Tja, wat je maar leuk vindt...
En Naser ed-Din introduceerde een aantal Westerse verworvenheden in Perzië. Zo werd op zijn bevel een Europees postsysteem ingevoerd. Ook het treinverkeer, een modern bancair stelsel en de dagbladjournalistiek werden door hem geïntroduceerd. In 1896 werd hij zelf vermoord.
Het hotel Negarestan in Kashan is volgens Claudia niet al te best maar wel het beste. Het andere, er dicht in de buurt, is nog minder. We vinden het wel meevallen, maar het hotel vertoont inderdaad wel gebreken, vooral in de afwerking. In de badkamer bij voorbeeld zijn goedkope materialen gebruikt die al snel uit elkaar vallen en de kieren zijn overvloedig met kit bewerkt, maar dat soort zaken zagen we wel in meer hotels op onze reizen. Het buffet ’s avonds als diner is best redelijk te noemen.
We zijn moe na weer een volle, drukke dag maar we hebben wel het gevoel veel gezien en beleefd te hebben. Op één dag een heilige stad, twee burgerlijke paleizen van kooplui en een onwerkelijk mooie tuin in de woestijn bezoeken en dan ook nog 260 km verderop geraken, zo is het wel mooi geweest.
De volgende morgen maken we in het gele ochtendlicht nog wel wat foto’s uit het raam van het hotel. De bruine woestijn, de bergen op de achtergrond, het groen scherp begrensd binnen de stad. En vlak bij lemen huizen met koepeldaken die eruit zien als een groot uitgevallen wespennest. Het onderhoud laat hier en daar wat te wensen over.
uitzicht uit ons hotelraam in het warm-gele avondlicht...
... en in het schelle ochtendlicht. Lemen huizen aan de voet van ons hotel.
Dinsdag 23 april
dag 5: Via Nain naar Yazd; de oudste moskee van Iran, Masjed-e Jame van Nain, en een lunch bij een vervallen karavanserai
Voor de route: klik hier
Het programma: “In Nain bezoeken we een van de oudste moskeeën van Iran. Daarna rijden we verder naar de woestijnstad Yazd, een van de oudste steden ter wereld, waar we twee nachten verblijven. Tijdens de rit met de touringcar ziet u het Iraanse landschap aan u voorbij trekken. Uiteraard stoppen we onderweg enkele malen om van deze omgeving te genieten. (ca. 390 km)”
Vandaag zal het vooral een reisdag zijn. Maar toch ook een dag met een paar bijzondere onderbrekingen in de vorm van een moskeebezoek en een bijzondere picknicklunch.
We rijden eerst een paar uur, met een koffiepauze bij een eenvoudig thee- en koffiehuis. De mannen op de leugenbank willen wel op de foto. Uit het raam van de bus zie ik tijdens de rit de talloze tinten bruin van de woestijn en soms op de achtergrond bergen, de toppen bedekt met intens witte sneeuw.
foto's uit de bus genomen van het landschap onderweg
de leugenbank eh... divan
Dit is zo'n collectebus voor goede doelen die je overal in Iran ziet; hier bij het cafeetje onderweg.
Nain: de misschien wel oudste moskee: Masjed-e Jame
De oude moskee van Nain (weer met nieuwjaarsversiering)
In het tapijtenstadje Nain bezoeken we de misschien wel oudste moskee van het land, de Vrijdagmoskee of Masjed-e jame. Nain is een stadje met ongeveer 25.000 inwoners. Nain ligt op de Iraanse hoogvlakte (1500m) en kent een woestijnklimaat, hete zomers en vorst in de winter. De moskee dateert al uit het jaar 960. Andere bronnen hebben het over de 8e eeuw, de tijd dat de godsdienst in dit land nog zoroastrisch was. Later meer over het zoroastrisme.
Prachtige decoratie in baksteenstructuren
minaret van de moskee van Nain
Uit het traditionele ontwerp vloeit voort dat een aantal portieken een centrale binnenplaats omzomen. Er zijn geen iwans. Binnen is een gebedszaal. In het interieur is Seltsjoekse vakmanschap zichtbaar met betrekking tot de patronen in baksteen, die dateren uit de 11e eeuw. Veel muren lijken mij flink gerestaureerd, soms lijkt het bijna nieuw. Andere delen zijn zichtbaar oud. De moskee is eigenlijk vrij kaal, vergeleken met wat we al zagen en nog zullen zien. Bijzonder zijn de bakstenen wanden en pilaren rond de binnenplaats, de veertien zuilen zijn elk versierd met een uniek patroon van metselwerk. Heel fijnzinnig gedecoreerd. Binnen staat naast de meghrab een preekstoel, een menbar, van 700 jaar oud, uitgevoerd in fijn houtsnijwerk met vooral florale en geometrische motieven. Een meesterstuk van houtsnijwerk.
Albast
Farid maakt ons attent op zaken die we zelf niet zouden zien. Zo dalen we af in de ondergrondse gebedsruimte. Er zijn gangen en zaaltjes. Buitenlicht dringt er door, doordat in de vloer van de binnenplaats, die hierboven ligt, platte stenen van albast zijn ingelegd. Alabaster is een doorschijnende steensoort; het onyxmarmer of het oosterse albast is een melkwit tot honinggeel, ook groenachtig, door parallel verlopende lichte en donkere lagen gestreepte, doorschijnende kalkverbinding. Op de vloer van de binnenplaats waren ze ons niet opgevallen, maar nu we het weten wel. De ondergrondse ruimtes zouden in de zoroastrische tijd gediend hebben als vuurtempel, nog voor de moskee werd gebouwd.
verlichting in de gewelven met daglicht door albast-steen
albast-steen in de vloer van de moskee, buiten
op het binnenplein
Qanat
Ook ondergronds is de watertoevoer. Door het qanat-systeem is/was ook hier water aanwezig. Nu is de put droog. We zien wel het systeem, voor zover het te zien is. De streek krijgt zeer weinig neerslag en water was al door de eeuwen heen een probleem. Meer dan 3000 jaar geleden al, leerden de Perzen ondergrondse aquaducten bouwen om water van de bergen naar de vlakten te brengen. Hier heten die kanalen qanats. Tot in de jaren zestig van de vorige eeuw leverde dit systeem in Iran 70% van het water. In Nain krijgen we er voorlopig nog niet meer van te zien dan een zijarm die uitloopt in de ablutie- (reinigings-) put onder de kelders van de moskee. In Yazd leren we nog meer over het qanat-systeem.
in de gewelven: het nu droge qanat-systeem
foto van een qanat-systeem ondergronds, in feite een uitgehouwen tunnel/ aquaduct ondergronds.
Na ons bezoek kijken we nog even in het winkeltje. Farid laat foto’s zien van o.a. het qanat-systeem, meer binnen in het systeem, dus in de gangen. Met een klein ommetje lopen we terug naar een beschaduwd parkje voor de moskee. Daar hebben Daoud & Daoud het bekende roze tafeltje neergezet en krijgen we koffie. Oploskoffie, maar wel goeie. Net voor ons aan is een groep van NRV. Zij doen ongeveer hetzelfde programma. Net als de meeste reisorganisaties trouwens. Ik heb even met een paar mensen gesproken en ik heb de indruk dat hun programma soms (nog) meer overladen is dan het onze.
oude lemen gebouwen in de buurt van de moskee in Nain. Dit gebeurt ermee als je het niet onderhoudt...
oud gebouw waar we even een kijkje binnen nemen
Na de koffie volgt een lange rit door de hete woestijn. Weg 71 is een doorgaande route voor vooral vrachtverkeer naar Afghanistan en Pakistan. Op de andere baan, soms heel ver gescheiden van die van ons, zien we lange rijen vrachtwagens stilstaan voor controles. Er wordt op deze route veel gesmokkeld.
vrachtwagens wachtend voor de controle op de andere weghelft
eenzame vrachtwagen
de oude karavanserai vanaf de autoweg gezien
Tegen de middag bereiken we onze bijzondere lunchplek voor vandaag. Langs de weg ligt een oude karavanserai.
Een karavanserai in verval
Een karavanserai was vroeger in de tijd van de Zijderoute een overnachtingsplaats voor de handelaren die met hun kameelkaravanen onderweg waren. Zo’n plek bood een veilige overnachtingsplek niet alleen voor reizende handelaren, maar ook voor hun kostbare waren en hun dieren. Het complex bestond meestal uit een grote binnenplaats met een sluitende ring van gebouwen eromheen, vaak met een arcade ervoor. De poort moest breed genoeg zijn om lastdieren (zoals kamelen) door te laten. Net als bij oude boerderijen bij ons is er –in dit geval- een kleinere deur in de grote deur gemaakt. In de gebouwen bevonden zich kleine nissen en kamertjes waar zowel reizigers als dieren konden slapen. Vaak sliepen de mensen op de eerste verdieping, de dieren op de begane grond, maar dat was niet altijd het geval. Soms lagen er simpele matrassen in de kamers. Overnachten was gratis, maar men moest zijn eigen eten en kookgerei meenemen. Daar stond tegenover dat sommige karavanserais een hamam (badhuis) hadden, en de meeste een gebedsruimte of moskee.
Nu zijn ze in Iran vaak verbouwd tot hotel (zouden we ook nog zien) maar deze is nog in originele staat, maar wel erg verwaarloosd.
boven en onder de beide broers, eigenaren
de groep neemt een kijkje op het binnenplein
Sommige stukken zijn nog in redelijke conditie, andere minder
De bus naast de oude karavanserai
Het qanat-systeem
De eigenaars, twee broers, oude mannen, houden hier wat dromedarissen waarin ze handelen en ze hebben een simpel tuintje met wat gewassen. Midden in de woestijn is ook hier het nodige water voor irrigatie van de tuin weer voorhanden door het qanat-systeem. We kunnen hier zien hoe het werkt. Op afstand van elkaar is een verticale schacht waarin je het water kunt zien stromen. De schacht is nu geconstrueerd en verstevigd met oude autobanden. Ondergronds lopen kanalen die het water over verre afstand aanvoeren.
Het verval, het hoogteverschil tussen de bron in de bergen of in de foothills ervan en bestemming, zorgt ervoor dat de zwaartekracht het water naar de uitstroom geleidt. De constructie ervan moet een beheersing van de geologie en van de wiskunde enzovoort vereist hebben waar je stil van wordt. Het graven van de tunnels, de ondergrondse aquaducten, was een zaak die meer fysieke kracht vereiste.
De verticale schachten zorgden ervoor dat er zuurstof en licht was om bij te werken. Men zegt dat er ook wel blinden werden gerekruteerd voor dit werk, en liefst moesten ze klein van stuk en toch beresterk zijn. Het puin moest ook door die schachten naar boven om afgevoerd te worden. Het aanleggen van een dergelijk systeem moet grote investeringen hebben gekost en vele jaren werk. Maar de systemen hebben eeuwenlang gewerkt en werken nu vaak nog. Onvoorstelbaar.
tegenwoordig maken ze de verticale luchtschachten van gestapelde autobanden... vorm van recycling...
Iraanse vinding (?)
Farid stelt onomwonden dat de qanat een Iraanse vinding is. Hoewel het overgrote deel van de literatuur Iran wel als bron van de vinding noemt, is het wetenschappelijke debat over de oorsprong echter nog niet beslecht. Wel staat vast dat de qanat nergens zo belangrijk is als in Iran: van alle nog min of meer functionerende qanats bevindt 50-60% zich in dat land, terwijl zo'n 35% aangelegd werd in twee landen waar een directe Iraanse invloed aantoonbaar is: Afghanistan en Oman.
Naast het evidente belang van het transport van water naar nederzettingen en droge landbouwgronden, waar zonder irrigatie geen landbouw mogelijk is, heeft de qanat-technologie een drietal specifieke voordelen. Door de goeddeels ondergrondse constructie treedt veel minder verdamping op dan bij bovengrondse kanalen en bestaat er minder kans op vervuiling en daarmee gepaard gaande ziektes. Door het verval in de tunnel is geen (mechanische) inspanning nodig om een goede doorstroming te verzekeren en bij voldoende hoogteverschil kan water over aanzienlijke afstanden getransporteerd worden. Ten slotte is een qanat een duurzame oplossing: als de grondwaterspiegel daalt, vermindert de instroom totdat de bron zich voldoende hersteld heeft.
Wie nog meer wil weten over de qanat; zie het grote Wikipedia-artikel.
De beide broers, beheerders van de karavanserai, laten ons op hun erf toe tegen een vergoeding. Ze hebben niet veel te makken, zo te zien. Ik vind het maar een treurige toestand. Ze zijn nog blij met wat van onze overvloedige picknicklunch overblijft. De ene lijkt ziek, kan slecht lopen. Hij klaagt ook tegen ons, wijzend naar zijn hoofd. Beiden hebben ze getaande gezichten en sjofele kleren.
Het lijkt eventjes dat onze reisbegeleider Claudia een kruiwagen voer brengt maar dat is gezichtsbedrog...
ter ere van ons bezoek krijgen de dromedarissen wat voer in de kruiwagen
Jazeker, een overvloedige picknicklunch want Daoud en Daoud hebben het roze tafeltje (dat eigenlijk lila is, maat ik vind het woord roze leuker), weer neergezet bij de oude poort en daarop komt een keur van etenswaren. Broodjes met beleg, salades, tomaat, drinken, en zoete meloen na. Staand of zittend op een stenen ‘bank’ in een brede nis van het gebouw doen we ons te goed.
Ook is er tijd om het gebouw beter te bekijken. Op de binnenplaats is het treurigheid. Een heet, stoffig plein met kamertjes eromheen. In enkele ervan ligt een hoop rotzooi. De meeste zijn leeg en in een of meer kamers leven de broers. Het moet hier ’s winters gruwelijk koud zijn. Stromend water is er dus alleen van de qanat. Elektriciteit? Kabels heb ik niet gezien. Een heel hard leven dus.
Het kan natuurlijk zijn (wat een reisgenote suggereerde) dat de beide mannen elders een gewoon huis hebben. Dat dit hun 'boerderij' is. Ik vermoed dat toch niet maar kan het niet staven. Mijn vrouw en ik denken dan altijd terug aan de vrolijke Indonesiërs die voor ons een traditionele kecak-dans opvoerden. In authentieke kleding, 'helemaal in trance' en in stijl. We gingen er helemaal in mee. Na afloop -als het geld was geïncasseerd- klommen ze in hippe spijkerbroek allemaal op hun ronkende brommers en scheurden de stad in. Meer dan dertig jaar geleden al...
We kunnen ook het dak op. Daar heb je een mooi uitzicht op de omgeving. Niet dat er veel te zien is overigens. Zand, steengruis en zand. En zand. En de grote weg dus.
op het dak ziet het er nog redelijk onderhouden uit, hoewel...
weids uitzicht maar veel is er niet te zien
Uitzicht uit het hotel op de Stiltetorens
Na deze bijzondere onderbreking is het nog twee uur karren naar ons doel van vandaag, de woestijnstad Yazd. Daar zullen we in een goed hotel zitten dat eigendom is van Arg-e Jadid. Dat is de maatschappij waarvan de bus ook is. Het is een groot bedrijf met diverse onderdelen, o.a. is het een grote touroperator in dit land. SRC heeft de reis verder door hen laten organiseren, denk ik. Nu, dat gaat uitstekend. Kwaliteit.
uitzicht vanuit ons hotelraam op de Torens der Stilte
achtertuin en het hotel
luxe binnentuin
tegenover het hotel begint meteen de wildernis, in casu de woestijn
Ons hotel staat net buiten de stad Yazd. Dit is een van de oudste woestijnsteden van Iran. Het ligt 325 km ten zuiden van Isfahan op de Iraanse hoogvlakte op een hoogte van 1230 m. Vanuit ons hotelraam hebben we uitzicht op de Stiltetorens. Dat is wel uniek. Als er niet zo’n hoog hek om het complex stond, zou je er zo naartoe kunnen lopen. Nu lopen we een rondje om het hotel. Over de weg is het namelijk te ver. We blijven twee nachten in Yazd.
Stiltetoren vanaf de autoweg
Woensdag 24 april
dag 6: Yazd en Zarathustra; de Torens der Stilte, de Vuurtempel van de Zoroastriërs, het Amir Chakhmagh Plein, een tapijtenwinkel, de oude lemen binnenstad en het watermuseum
Het programma: “De stad Yazd is het centrum van het Zoroastrisme. De profeet Zarathustra was de grondlegger van deze zeer oude religie. We bezoeken de vuurtempel en zien de stiltetorens: getuigen van dit bijzondere geloof. Op deze torens werden de overledenen voor de gieren gelegd. Zo werden de aarde, het vuur, de lucht en het water niet vervuild. Als we door de smalle straatjes van het bijzondere oude centrum wandelen, zien we de hoge minaretten van de Jame-moskee. (ca. 30 km).”
Torens der Stilte, de Dakhma-ye Zatoshti
We beginnen de excursiedag met een bezoek aan de Torens der Stilte, de Dakhma-ye Zatoshti. Bij ons bezoek aan India zagen we uit de verte ook Stiltetorens in Mumbai (vroeger toen wij er waren heette het nog: Bombay). Dus we kenden het fenomeen al. Toen vonden we het een vrij luguber verhaal, maar we zagen de ‘torens’ slechts uit de verte. Nu, hier bij Yazd, gaan we ze beklimmen, althans één ervan. Ze liggen namelijk op twee heuvels, niet ver van elkaar. En ‘torens’ moet je je er niet echt bij voorstellen. Het bovenste deel is een cilindervormig bouwsel van ongeveer tien meter hoog. De heuvel zelf is natuurlijk een stuk hoger.
De heuvel met de Stiltetoren die wij beklimmen via de trap. Ervoor allerlei gebouwtjes die soms dienden om reizigers die hun doden kwamen brengen, onder te brengen.
doorkijkje
doorkijkje; sommige gebouwtjes hebben fraaie bakstenen gewelven
andere zijn er minder goed aan toe
de trap op; boven aan de trap staat een gebouwtjes dat afgesloten kon (kan) worden; alleen de naaste familie en de priesters hadden toegang tot de toren
op de achtergrond de andere heuvel met toren; daar is geen trap maar een pad.
op de trap staande ligt de 'nieuwe' begraafplaats en daarachter de stad Yazd aan je voeten.
de toren
uitzicht over het complex en Yazd
helemaal boven op de toren; dit is het gat waarin de lijken werden gelegd voor de vogels. Er is geen vogel meer te bekennen... laat staan een gier.
uitzicht vanaf de top
De Zoroastriërs
Het Zoroastrisme is gesticht door de profeet Zarathustra / (Oud Grieks: Zoroaster). Over hem is weinig bekend, zelfs niet wanneer hij leefde. Het zoroastrisme is in ieder geval een van de oudste levende religieuze tradities ter wereld, en is van de 6e eeuw v.Chr. tot en met de 7e eeuw n.Chr. een belangrijke, door de staat gesteunde religie in Iran geweest. Zarathustra was priester en dichter. Aan hem worden enkele oude teksten toegeschreven, zoals het Boek van Zarathustra. Vanaf de 6e eeuw v. Chr. werden er veel heiligenlevens over hem gepubliceerd, die zijn naam mede hebben gevestigd. De heilige geschriften zijn in de loop van enkele honderden jaren opgetekend in de bundel Avesta. Pas vanaf de vierde eeuw na Christus werden de verhalen, die voordien alleen mondeling werden doorgegeven, opgeschreven en later gebundeld.
Zarathustra verhief de reeds bestaande god Ahura Mazdâ ("Heer Wijsheid") tot oppergod. Even tussendoor: het automerk is inderdaad afkomstig van deze naam. De religie wordt gekenmerkt door een scherp onderscheid tussen goed en kwaad, met aan de ene kant de verlichtende wijsheid van Ahura Mazdâ en aan de andere kant de destructieve geest van Ahriman.
Cyrus II de Grote, stichter van het Perzische rijk, maakte in de zesde eeuw voor Christus van het Zoroastrisme de staatsgodsdienst. In de zevende eeuw na Christus maakte de nieuwe religie Islam een snelle opkomst. De aanhangers van het Zoroastrisme kregen de keus zich te bekeren tot de Islam, of het Perzische Rijk te verlaten. Vele Zoroastriërs vluchtten naar India en kwamen daar bekend te staan onder de naam “Parsen” of “Parsi”, vernoemd naar het land van afkomst: Perzië. Tegenwoordig worden de 30 tot 35 duizend Zoroastriërs in Iran wettelijk erkend en is Yazd de belangrijkste plek voor de circa 200 duizend Zoroastriërs wereldwijd.
fraaie baksteenstructuren
doorkijkjes vanuit de gebouwtjes met zicht op de toren
De aarde niet vervuilen
Omdat de Zoroastriërs geloofden dat je de aarde niet mag vervuilen, (noch een van de andere elementen: vuur, lucht en water), besloten ze hun doden niet in de aarde te begraven, maar neer te leggen op een hoge eenzame plaats, waar het vlees van de doden werd gegeten door de gieren. De overgebleven beenderen werden in een gat in het midden van de torens geworpen en waarschijnlijk met zuur vernietigd. Op de twee heuvels die wij bezoeken, is vroeger zo’n plek geweest waar de doden werden neergelegd.
Toen de stad Yazd uitbreidde en de gieren langzamerhand verdwenen (verjaagd werden door de mens kun je ook zeggen) werden deze praktijken eigenlijk onmogelijk. De overheid besloot het ritueel rond het midden van de twintigste eeuw te verbieden. Aan de voet van de heuvels ligt nu een ‘normale’ begraafplaats waar men de gelovigen tegenwoordig begraaft in een betonnen bak met als afsluiting een grafsteen, ook weer om vervuiling van aarde, water en lucht te voorkomen.
Er zijn in dit land nog meer Torens der Stilte, o.a. in Teheran, Kerman, Isfahan en andere, maar deze in Yazd zijn uniek omdat ze dicht bij de Zoroastrische religieuze hoofdstad liggen, in de buurt van de Vuurtempel.
Best wat steile klim
Als wij uit de bus stappen, zijn we al niet de eerste bezoekers. Het is nog een eindje lopen. Op het terrein dat we passeren, staan oude lemen gebouwtjes. Sommige dienden als rustplaats voor familieleden die soms van ver kwamen met hun overledene. We zien later een ‘huis’ met een keuken en slaapplaats. Er zijn ook optrekjes die kennelijk iets te maken hebben met het omvangrijke netwerk van qanats, voor de watervoorziening dus. In een van de gebouwtjes krijgen we van Farid een uiteenzetting van wat we zien en gaan zien. Ik sta te rillen in mijn shirt met dun jasje. Het is vanochtend behoorlijk koud in de harde wind en uit de zon.
Dan is er tijd om in eigen tempo een van de beide heuvels te beklimmen. Gezien de beschikbare tijd kiest iedereen voor de laagste. Hier leidt een goede trap met wel grote afstanden tussen de treden (slecht voor de knieën bij het afdalen) naar boven. De naastgelegen heuvel heeft een stenig pad en is wat minder ‘gecultiveerd’. Nu is het wel fijn dat het nog niet zo warm is, want warm word ik vanzelf van de best wat steile klim. Bovendien wordt de zon nu in snel tempo heter. Nu en dan kijk ik om, om even op adem te komen maar ook om te genieten van het uitzicht. De stad Yazd ligt aan mijn voeten achter het terrein dat we net overstaken. Ik zie nu ook goed de ‘nieuwe’ begraafplaats, ommuurd en met vrij veel groen in de bruin-gele omringende zandwoestijn. Het is hier stil, afgezien van het stemgeluid van andere toeristen. Het is een indrukwekkende plek, vind ik.
Boven is dat helemaal het geval. Er is overigens weinig meer te zien dan een plateau met stenen bedekking en in het midden het gat voor de beenderen. Daar mag je niet dichtbij komen. Maar het idee dat hier eeuwenlang mensen hun geliefden aan de gieren hebben toevertrouwd, in het geloof dat zo de kringloop werd gesloten en de aarde rein bleef, dat maakt me stil. Een van de borden die hier (beneden) staan ter verduidelijking van het geheel, stelt dat er in principe geen verschil is tussen het eten van het stoffelijk overschot door gieren in de lucht of door wormen in de aarde. Gieren staan erom bekend dat ze de prooi ter plaatse opeten en er niet mee gaan slepen. Het is dus, met andere woorden, als je het nuchter bekijkt niet zo luguber als het op het eerste gezicht lijkt.
De plaats was goed afgeschermd; niemand werd er toegelaten dan de priesters. De trap was er vroeger ook niet. Een metalen deur in het portaalgebouwtje sloot de toegang af voor onbevoegden.
Fotogenieke doorkijkjes op de torens
Ik kijk rustig rond. Van hier af kun je de tweede toren ook goed zien; die ligt betrekkelijk dichtbij. Dan is het tijd om weer af te dalen. Beneden zwerf ik nog wat over het terrein. De lemen onderkomens, soms half of nog verder verweerd, andere redelijk in tact, zijn fotogeniek en leveren soms leuke doorkijkjes op de torens. In een ervan laat een sjofel geklede oude man me zien dat er een keuken was, een soort stookplaats zie ik, en een slaapkamer. Hoewel de man weinig voor me heeft gedaan stop ik hem toch wat toe. 100.000 rial is waarschijnlijk voor hem een koninklijke gift maar ik heb niet kleiner en ach, het is iets van 8o eurocent…
Terug bij de bus is het al koffietijd. Om geen tijd te verliezen bij koffietentjes drinken we nu, zoals wel vaker koffie uit de thermoskannen van Daoud en Daoud. Prima hoor. Dan brengt de bus ons de stad in, naar de Vuurtempel.
De Vuurtempel in Yazd
rotonde in Yazd (vanuit de bus)
Parkeren is hier lastig, we moeten snel uitstappen omdat de bus hier niet mag staan op deze drukke weg. We zien weinig of geen politie deze weken, maar hier staan ze -om foutparkeerders meteen te pakken.
De Vuurtempel is een laag, rechthoekig gebouw met een plein ervoor en een ronde vijver. Zes zuilen ondersteunen het dak; ervoor een brede trap. Boven de ingang van de tempel hangt het symbool voor het Zoroastrisme, de Faravahar. Dit gevleugeld personage staat ook prominent boven graven in Persepolis en Naqsh-e Rustam. Daar komen we nog. Alles in het symbool Farahavar heeft een betekenis. Buiten staat een bord met in het Engels de betekenissen verklaard. Zo staat de ring in de linkerhand van de figuur voor de voortgang in het leven. Het herinnert je eraan dat je altijd je beloften moet nakomen. Onze trouwring zou vanuit dit symbool zijn ontstaan. Zo hangt alles weer met alles samen. Mooi toch.
De Vuurtempel in Yazd
het symbool voor het Zoroastrisme, de Faravahar
Op hert terrein staat een bord met verklaringen van de symbolen in de Frahvahar
Zo staan de drie delen van de vleugels voor de goede gedachten, woorden en daden en de drie delen van de staart voor de slechte.
Binnen in het gebouw is eenrichtingsverkeer want het is druk. We schuifelen achter elkaar langs wat grote foto’s die iets laten zien van een dienst rond het vuur. En daar is dan de nis waarin het eeuwige vuur brandt. Een grote koperen (?) pot waarin houtblokken liggen te smeulen, nou ja, er zijn echte vlammen. Als dit echt hout is, moet er geregeld iemand komen om er nieuwe blokjes op te gooien. Dit vuur symboliseert het licht en de (opper)god Ahura Mazdâ.
de vuurkorf met het eeuwige vuur (eigen foto)
priester bij het heilige vuur (foto van een foto in de expositie)
priesters bij het vuur (foto van foto)
Een vuurtempel bestaat gewoonlijk uit een gebouw met meerdere kleinere ruimtes, waarvan de heiligste het heilige vuur herbergt. Hier worden verschillende rituelen voltrokken en er wordt gezongen. Vuurtempels zijn er vooral in Perzië (Iran) en het westen van India. In het zoroastrisme geldt het vuur als een reinigende kracht en wordt met de waarheid geïdentificeerd. Het is een van de vier elementen, samen met aarde, lucht en water.
De eerste vuurtempels werden waarschijnlijk in Perzië door de Achaemeniden (559 v Chr. Cyrus de Grote) gebouwd, maar dat waren vaak nog eenvoudige heiligdommen. De Parthen bouwden ook vuurtempels. De bloeitijd van de tempels was tijdens het rijk van de Sassaniden (3e tot 7e eeuw). Met de opkomst van het Arabische Rijk en de Islam, verdwenen ook de meeste vuurtempels maar er zijn nog steeds actieve vuurtempels. Waaronder deze dus.
Tegenwoordig zijn er ongeveer 180 vuurtempels wereldwijd, waarvan er 50 in Mumbai liggen en 100 in de rest van India. De tempels zijn verdeeld in drie klassen, de belangrijkste klasse (Atash Behram) telt negen tempels, waarvan de vuurtempel in Yazd er een van is. Deze tempel in Yazd dateert uit 1932.
Als ik een paar goeie foto’s heb gemaakt (dat vergt enig geduld want iedereen wil er even goed voor staan anders spiegelt het glas voor het vuur zo) dan schuifel ik door. Opzij in de ruimte is het wat rustiger. Daar hangt tegen de wand een groot ‘portret’ van Zarathustra. De afbeelding doet me denken aan afbeeldingen uit de middeleeuwen (en later) van Jezus. Van beiden weten we niet hoe ze eruit zagen en dus komt er dan kennelijk een grote, mooie man uit met een flinke baard.
afbeelding in de tempel van de profeet Zarathustra
beeld van een uitstalling in de expositie (hier gaat het over de maaltijden)
Elders in het gebouw is een kleine tentoonstelling met diorama’s en foto’s van het leven van de Zoroastriërs en de hoogtepunten in hun bestaan. Maaltijden en de juiste kleren zijn belangrijk.
Beneden in een kelder is nog een fototentoonstelling, die we ook nog even bekijken. Maar dan moeten we verder.
tempelplein
Amir Chakhmagh complex en Plein
De bus brengt ons naar de binnenstad, dicht bij het Amir Chakhmagh complex en Plein. Het complex dateert al uit de 15e eeuw en bestond uit een moskee, en badhuis, een bazaar, een karavanserai en meer. Door een kleine bazaar komen we op het grote plein ervoor.
Daar staat een meters hoge houten constructie. Dat is een Nakhl, een soort nagebootst blad. Het gevaarte wordt tijdens Ashura (de eerste vastendag in de islam die door Mohammed was ingesteld nog vóór de ramadan) door honderden mannen op de schouders meegedragen door de stad. De constructie is dan versierd met zwarte stoffen, zwaarden en spandoeken en staat symbool voor de lijkkisten van imam Hussein en zijn volgelingen. Hier wordt namelijk dan de marteldood van imam Hussein in Karbala in een soort passiespel herdacht. Deze Naklh zou al vierhonderd jaar oud zijn.
de Nakhl
het plein
met windtorens
Staande op het plein kunnen we de fraaie gevel (pishtaq) van de moskee bekijken. Die is niet oud, 19e eeuws, maar mooi evenwichtig met zijn driedubbele arcaden en twee ranke hoge minaretten die de zaak bekronen. Helaas heb ik de zon tegen; eigenlijk zou je hier in de late namiddag een foto moeten maken. Maar dat kan niet.
Het plein waar we nu over wandelen, is groot, met veel bloemenperken en een grote rechthoekige waterpartij.
gevel (pishtaq) van de moskee
de minaretten
We zien een bijzonder gekleed stel dat geen woord Engels spreekt. Een man in een wit gewaad en een kind, ook in het wit, en een vrouw die onder haar zwarte chador heel kleurige kleren draagt met prachtige borduursels. Ze willen graag op de foto voor ons en zijn heel vriendelijk.
het plein...
... dichtbij het watermuseum
Het Watermuseum
de niet erg chique entree van het Watermuseum
Aan de overkant van het plein, even de straat in, is het Watermuseum, “affiliated with the Yazd regional water authority” zegt het bord boven de ingang. Het museum is bereikbaar via een smalle gang en zit in een gerestaureerd huis van een rijke textielhandelaar uit 1929.
Onder dit huis door liepen twee qanats op verschillende niveaus. Via een trap naar beneden kunnen we er een kijkje nemen. Verder zijn er schaalmodellen, doorsnedes en veel foto’s van qanat-systemen en modellen hoe het allemaal werkt. Heel interessant. Water is schaars en waardevol in een droge streek als deze, dus het gaat hier om heel belangrijke zaken. De qanats zijn ook nu nog van levensbelang.
Deze technologie werd vanuit Iran verspreid en op dit moment vind je nog steeds qanats in Japan, Marokko en zelfs in Amerika. Sinds de jaren zeventig zijn er bijna geen nieuwe meer aangelegd. De huidige qanats zijn groot en veel daarvan leveren nog water, waarvan sommige al meer dan honderden jaren. In Iran zijn nog er steeds duizenden qanats in gebruik, die water leveren voor miljoenen mensen en hun akkers. Nergens waren en zijn de qanats zo belangrijk als in Iran.
stellage om water op te pompen met mankracht
We zien zelfs systemen waarmee de hoeveelheid water die geleverd werd kon worden geregeld en tijdelijk af- en weer aangesloten. Ik kan niet navertellen hoe het precies werkte, maar het was wel interessant.
Vrijdagmoskee
Dan is het toch wel etenstijd en we gebruiken een aangename lunch in een groot, maar traditioneel restaurant met een uitgebreid buffet. Daarna hebben we nog een redelijk druk programma.
stadsbeeld Yazd
Onze bus voor de klokkentoren
Twee nieuwsgierige mooie jonge dames gaan graag op de foto. Ze dragen de hoofddoek nauwelijks zichtbaar. Dit is op het randje voor eventuele zedelijksheidspolitie, denk ik...
de iwan van de vrijdagmoskee
We zijn dan al dicht bij het complex met o.a. de Vrijdagmoskee. Die bekijken we eerst. Dit is een al heel oud gebouw. Al in de 12e eeuw werd het neergezet op de resten van een Sassanidische vuurtempel. In de 14e eeuw werd het verbouwd en uitgebreid. Het is nu, met de twee minaretten, het hoogste gebouw van het land. Als we aan komen lopen over de brede autovrije straat maakt het indruk.
hoogste gebouw
Voor de ingang hangt een ketting; die markeert de scheiding van de heilige grond van de moskee en de seculiere wereld van de bazaar (hier vlak bij nog steeds).
de achterkant van de ingang is niet zo spectaculair gekleurd
... schittert het blauwe faience je tegemoet
koepel
Al van ver schittert het blauwe faience je tegemoet. De pishtaq (de gevel) met zeer hoge iwan is geheel met voornamelijk blauwe tegels bekleed, met veel decoratie in florale (geïnspireerd op bloemen en planten) en geometrische motieven. Ook zijn er gekalligrafeerde teksten uit de koran. Door twee openstaande enorme deuren met prachtig houtsnijwerk kom je binnen, op een soort binnenplaats. De achterkant van de pishtaq is niet zo fraai versierd. Voor de deuren hangt hoog een ketting; dat zie je bij meer moskeeën. Die ketting symboliseert en markeert de overgang van het heilige gebied van de moskee naar de bazaar, die er vaak tegenaan geplakt zat en zit. Je kon zo niet op een kameel de moskee binnenrijden, tenzij je het hoofd boog.
In het tegelwerk zien we ook swastika’s, ‘hakenkruisen’, maar dan met de richting van de punten omgekeerd. Zo zagen we ze ook in bij voorbeeld India. De figuur staat dan symbool voor de continue voortgang van het leven, voor vernieuwing en kracht.
Binnen is het ook een kijkfeest want ook daar veel geglazuurde tegels, veelal weer in blauwe tinten. Opvallend zijn de grote koepel boven de gebedszaal, de mihrab (de nis die de gebedsrichting naar Mekka (qibla) aangeeft) en de wanden. De koepel is dubbelwandig uitgevoerd. De decoratie met veel zigzaglijnen en zeshoeken is geïnspireerd op de zon en de sterren. Erg mooi. Natuurlijk staan in de decoratie ook de namen van Allah, Mohammed en Ali verwerkt.
kalligrafie met de naam van o.a. Allah
we zien nog een Nakhl
Na de moskee lopen we door de bazaar en daar zien we ook weer een Naklh, de bladvormige houten constructie die wordt rondgedragen.
In de bazaar gaan we naar binnen bij een tapijtenhandel, Fazeli. Hier zijn zo’n 5000 tapijten op voorraad! De zaak staat goed bekend. Maar eerst rennen we door de winkel naar de trap naar het dak. Daar hebben we namelijk een uniek uitzicht op de oude, voornamelijk lemen binnenstad van Yazd. Die is bijzonder doordat veel huizen hier nog van leem zijn en goed bijgehouden en/of gerestaureerd. Ze hebben vaak de traditionele koepeldaken, wat het gezicht erop extra leuk maakt. Bovendien zijn hier de talloze windtorens goed te zien.
afrekenen met de Visacard vergt enige administratieve handelingen in dit land
Grandioos uitzicht met badgirs of windtorens
Badgirs of windtorens zorgen in woestijnsteden als Yazd en Kerman voor verkoeling binnenshuis in de gloeiende hete zomers. Ze kunnen wel 15 m hoog zijn; de hoogst bekende is 33 m. Van boven zijn ze aan vier zijden open. Van binnen is de toren verdeeld in verschillende schachten. Het kleinste zuchtje wind wordt zo naar binnen geleid, naar de kamer eronder, of naar de watervoorraad. Door een andere toren wordt de warmere lucht het huis uit geleid. Extra koeling kun je bereiken door de lucht over water of natte matten of doeken te leiden. Ook zetten ze poreuze kannen met water in de schacht. Verdamping onttrekt namelijk warmte aan de omgevingslucht.
Naast de windtorens zien we natuurlijk de moskee die we net bezochten. De minaretten en koepels steken scherp af tegen de hoge bergen op de achtergrond of tegen de intens blauwe lucht.
panoramafoto-montage van de oude binnenstad van Yazd
voornamelijk gerestaureerde lemen huizen met leuke koepeltjesdaken
fraaie windtorens
alles van leem!
Kelim
Weer beneden in de tapijtzaak krijgen we thee aangeboden. En (natuurlijk) een verkoopdemonstratie. Tientallen kleden worden voor ons uitgespreid, het ene nog mooier dan het andere. Van sommige noemt de man de prijs. Topper vinden mijn vrouw en ik een roodachtig tapijt van pure zijde dat aan beide kanten even mooi is. Er is dus geen ruwe achterkant. We durven niet te vragen wat het kost. Later thuis wilden we dat we het maar gedaan hadden. Maar we kopen wel iets. Een kelim van kameelhaar met donkere kleuren en een ingewikkeld maar wel evenwichtig patroon, gemaakt door een nomadenfamilie uit de regio. Het past thuis mooi aan de wand in de nis naast de open haard. De verkoper wil wel iets zakken, maar veel doet-ie niet af van de vraagprijs. Anderzijds is er ook geen enkele pressie. Koop je iets, prima, koop je toch niet, ook goed. Volgens Farid is dit een vertrouwde zaak meteen goede naam, en zo ziet het er ook wel uit.
verkoopdemonstratie bij Fazeli tapijtenhandel
het fraaie zijden tapijt...
Ik wil eigenlijk niet te veel contante euro’s in dit stadium van de reis al uitgeven en dus betaal ik de helft met de Visa-card. Dat kan, maar ze berekenen wel kosten. Dat komt doordat ze hier door de VS-sancties afgesneden zijn van het internationale betalingsverkeer. Daarom werkt de Nederlandse pinkaart ook niet in de automaten. Visacard kan wel maar moet dan via een bank in Dubai. Vandaar dus die kosten. Het lijkt wat omslachtig maar het valt mee en de betaling wordt later keurig afgeschreven. Ik kreeg nog zo’n papieren betalingsbewijs van Visa zoals je dat tien, twintig jaar geleden kreeg.
Door de steegjes van de oude lemen stad met nog een fraai gebouw lopen we naar de plek waar de bus ons opwacht en die brengt ons na een vermoeiende maar boeiende dag terug naar ons hotel.
de oude steegjes tussen de lemen huizen
Donderdag 25 april
dag 7: Via een karavaanserai naar Kerman
Voor de route KLIK HIER
Het programma: “We rijden naar Kerman, de op twee na grootste provincie van het land. Dankzij het water uit de 4.000 meter hoge bergen zorgen de oases van Kerman voor grote hoeveelheden granen, dadels, sinaasappels, granaatappels en pistachenoten. Onderweg naar de gelijknamige hoofdstad van deze provincie bezoeken we de karavanserai Zein o Din. Deze is nu in gebruik als hotel, maar ooit was dit een beroemde karavanserai uit de tijd van sjah Abbas de Grote. Na aankomst in Kerman brengen we een bezoek aan de karakteristieke bazaar van de stad. Hier vinden we kruiden, koperwerk, prachtige stoffen en alles wat de zijderoute te bieden heeft. We verblijven twee nachten in deze stad. (ca. 370 km)”
landschap onderweg (uit de bus)
We vertrekken op tijd (8 uur) en komen daardoor mooi op tijd aan in Kerman waar we lunchen. Maar eerst moet ik nog wat vertellen over onderweg. We pauzeerden en dronken namelijk koffie waar veel meer bussen dat doen, ook omdat er niet zoveel andere adressen zijn. Deze karavanserai is gerestaureerd en goed onderhouden. Het is nu een hotel. Het ding heeft zelfs een eigen wikipedia-pagina: “De Zein-o-Din karavanserai is gelegen bij de stad Yazd in Iran. De karavanserai dateert uit de 16e eeuw en is gelegen aan de oude zijderoute. Het is een van de 999 soortgelijke herbergen die werden gebouwd tijdens het bewind van Sjah Abbas I om faciliteiten te bieden aan reizigers. Hiervan was Zein-o-Din één van de twee karavanserais die gebouwd waren met ronde torens. Na de renovatie dient zij als herberg. Een soortgelijk gebouwde karavanserai in de buurt van Isfahan ligt in puin.”
Zein-o-Din karavanserai
in de verte doemt de Zein-o-Din karavanserai op
de dubbele deur is groot genoeg voor een kamelenkaravaan; wij gaan door de kleine deur
binnen op de deels overdekte binnenplaats
Ik ga vóór het koffiedrinken eerst het dak op
veel koepeltjes met kleine openingen (tussen de schotjes)
oneindig uitzicht vanaf het dak
wat geiten doen zich tegoed aan de schaarse vegetatie
de grote opening boven het binnenplein, met de houten overkapping, een soort zonnescherm
Riet op het dak
de koffiebar/ theehuis in de karavanserai
overal Perzische kleden en zitjes
de torens op de hoeken dienen voor versteviging van de constructie (drukverdeling)
Rond de karavanserai staan wat bomen en struiken
De karavanserai is ongeveer vierkant met op de hoeken ronde torens. Die dienen niet zozeer als uitkijkpost of voor verdediging maar simpelweg voor versterking van het bouwwerk. Binnen is een open binnenplaats, deels afgedekt met houten zonneschermen. Hier liggen iets meer luxe hotelkamers voor wie niet op een slaapzaal wil liggen met meerdere mensen; die laatsten slapen op een matras op de bodem of op een soort verhoging. Hier is ook de deur naar de koffieruimte en toiletten en overig sanitair. En er is een smalle opgang met een trap naar het dak.
Daar heb ik een fraai uitzicht over de kurkdroge omgeving. Een kale vlakte met in de verte wat bergen, met zelfs weer sneeuw op een enkele top. Dichtbij loopt een kudde geiten. Ik stel me voor dat ik in de verte Marco Polo zie aankomen, met zijn karavaan. Moe, uitgeput, net als zijn dieren en dolgelukkig dat er een rustpunt in zicht is waar hij en zijn metgezellen een korte tijd op verhaal kunnen komen en verhalen kunnen horen over wat hem misschien nog staat te wachten. Hoe ver het is naar de volgende karavanserai. Of er wellicht struikroverbendes actief zijn. En waar hij het beste de bergketen kan doorsteken. Wat de laatste prijzen zijn van zijde in Europa. En zo nog meer vragen…
Zijderoute
Eeuwenlang is dit namelijk een rustpunt geweest voor de handelaren die een stuk van de Zijderoute aflegden, om verderop hun handel door te verkopen aan handelaars die het volgende traject voor hun rekening namen. Zelden reisden karavanen het hele traject van bij voorbeeld Venetië naar China. En terug! Wie meer wil lezen over de Zijderoute en onze avonturen in Oezbekistan, gaat naar http://reizenenschrijven.com/index.php/reizen/61-verrereizen/azie/332-centraal-azie-langs-de-zijderoute-oezbekistan?showall=&start=1
Ik moet nu snel het dak af want ik heb nog geen koffie gehad. Wij bekijken ook de slaapzalen en de gemeenschappelijke sanitairruimte. Het is nogal benauwd in de slaapzalen en in de gang erlangs, vind ik. Als je hier ’s nachts naar het toilet moet en je hebt geen zaklantaarntje dan ben je niet blij. Met een zaklantaarntje zou ik denk ik ook niet blij zijn. Zo slapen met veel mensen in één ruimte, gescheiden door gordijnen die geen enkel geluid tegenhouden, nee, dank u.
Maar het is leuk om het eens gezien te hebben, zo’n oorspronkelijke karavanserai in gerestaureerde staat. Verder maar weer. We stoppen nog een keer voor een plaspauze bij een kleine moskee en een winkeltje. Daartussen staat een openbaar toilet. Die openbare toiletten vormen in Iran altijd een uitdaging. Je weet dat je beter even kunt gaan (wanneer komt er weer een gelegenheid?) maar eigenlijk wil je niet want de stank komt je buiten al tegemoet. Het zijn praktisch altijd hurkwc’s maar dat is –althans voor mannen- het ergste niet. Probleem is dat ze vaak zo zeldzaam smerig zijn. En zelfs als ze ‘schoon’ zijn, dan nog snijdt de penetrante urinelucht je de adem bijkans af. Maar goed, alles went en we hebben dit wel vaker meegemaakt. Zo erg als we het in 2000 meemaakten in de Libische woestijn in Egypte is het hier nog niet…
Een frissere stop maken we onderweg bij een pistachenotenkwekerij. Enkele mannen zijn aan het schoffelen. Warm werk in dit klimaat. Toch zijn ze vrolijk en poseren graag even voor een foto. Ook hier zien we weer een uitstroomopening van een qanat-systeem.
het is overal kurkdroog...
... maar ook hier is een qanat-systeem voor bevloeiing (nu even nog niet nodig dus staat het droog)
de pistachenoten doen het goed
een van de werkers in de boomgaard
Al met al wordt het een late lunch in Kerman. Maar het buffet is overdadig en met heerlijke gerechten.
Kerman
‘Er is een spreekwoord verteld door mensen uit Kerman en dat luidt als volgt: "Kerman is het hart van de wereld en wij zijn de hart bewoners". Historische verslagen getuigen van het feit dat Kerman een van de archaïsche steden van Iran is waarvan de naam in de inscripties van Darius de grote zijn genoemd, in de Shahnameh, de grote collectie met epische gedichten van Ferdowsi, en in de verslagen van Marco Polo. De stad lag op de zijderoute met banden met China en India. Dat is de reden waarom de stad nu de thuisbasis is van kastelen, bazaars, karavanserais, hammams, ijsgebouwen, waterreservoirs en prachtige traditionele huizen. Kerman is ook beroemd om de door vrouwen met de hand geweven tapijten en de pistache geteeld door de mannen in de woestijn.’ (bron: classictravel.agency).
De stad ligt op 1755 m hoogte, dus het klimaat is hier aangenaam. We verblijven twee nachten in Hotel Pars, Farhangian Crossroads, Jomhouri Blvd, 76134 Kerman.
De beroemde bazaar van Kerman
bij de ingang van de bazaar zit deze man met een kralenstreng voor het bidden (soort 'rozenkrans')
de bazaar van Kerman is een heel grote - en mooie. Dit is een binnenplein
koperwinkel
nieuwsgierige maar aardige Iraniërs; de man loopt een eindje met me op. Hij is tevreden als hij hoort dat ik zijn land mooi vind en de mensen aardig. Veel Engels spreekt hij overigens niet.
de kruiden- en specerijen- en notenafdeling heeft altijd onze speciale belangstelling
in geuren en kleuren- dat neem je hier letterlijk
het plafond is ook de moeite van een blik waard
koepel boven de bazaar
decoratie aan het plafond (detail van de vorige foto)
is dit een fraai winkelcentrum -of niet!
Er zijn nog veel meer afdelingen in deze zeer grote bazaar; hier kopen de Iraanse vrouwen de kleren die ze binnenshuis dragen, op feestjes. Da's wat anders dan een zwarte chador!
hoofddoekjes in elk dessin en elke kleur
nog een 'mooie' klok nodig?
Na de lunch staat de bazaar nog op het programma. De beroemde bazaar van Kerman ligt aan een groot plein, dat mij achteraf (kijkend op de foto’s) doet denken aan het Plein van de Imam in Isfahan. Alleen lang niet zo groot. Binnen in de gangen is het de moeite waard om ook eens naar boven te kijken: het plafond is ook mooi. Mooi is ook de kleurrijke variëteit aan producten die hier aangeboden worden. Onze belangstelling gaat altijd uit naar de kruiden- en specerijenafdeling. Alleen al die geuren! En kleuren. We krijgen uitleg van Farid en Claudia over wat er allemaal te koop is. Riet koopt wat ongebrande gepelde pistachenoten. Dat blijkt geen succes. Ze zijn smakeloos en taai. Thuis branden we ze maar ook dan worden ze niet echt zo lekker als we ze gewend zijn.
Riet koopt verse pistachenoten
We krijgen tijd om op eigen gelegenheid rond te kijken. We zien koperwerk, heel veel tapijten (wat zijn wij blij dat we al een mooi tapijtje hebben gekocht en het niet hier in deze hectiek zouden moeten/willen kopen!), we zien chadors te koop maar ook kleurige jurken met flink decolleté en eindigend boven de knie. Die dragen de dames hier achter de voordeur. En op party’s waar verder geen buitenstaander weet van heeft… Lees: “Stiekem kan hier alles” van Eefje Blankevoort. Hoeveel schijn-heiligheid kan een maatschappij aan, dacht ik bij het lezen van dit boek.
Militairen op de foto
Deze militairen klampten me aan: foto maken van ons! Please. Goeie camouflagepakken voor in de woestijn...
We komen drie militairen tegen die erop aandringen dat ik een foto van ze maak. De vierde, die al doorgelopen is, roepen ze terug; die moet er ook op. We vragen hoe lang ze in dienst moeten. Twee jaar, is het antwoord. Ze schijnen er niet mee te zitten. Ik denk dat deze jongens in het ‘gewone’ leger zitten. Iran heeft namelijk twee takken van het leger: de reguliere tak (met daarin landmacht, luchtmacht en marine) en een elitekorps, de Iraanse Revolutionaire Garde. In totaal bestaat het leger uit 545.000 rekruten. Daarnaast heeft het zo'n 350.000 reservisten. De Basij vormen een paramilitair onderdeel van de Iraanse Revolutionaire Garde. Dit onderdeel bestaat uit 90.000 voltijdse leden, maar er kunnen zo'n 11 miljoen mannen én vrouwen opgeroepen worden. Die Basij was zeer gevreesd in de steden. Ze traden ook op tegen zondigen tegen de kledingregels. En niet zachtzinnig. Tegenwoordig schijnt dat wat minder erg te zijn. Wij hebben het eigenlijk nergens gezien dat iemand tot de orde geroepen werd op straat.
Oude hammam
We zien hoofddoekjes in alle maten en vooral kleuren en dessins. We verzamelen in het koffiehuis/ theehuis dat gevestigd is in de oude hammam. Deze badhuizen mogen natuurlijk niet van dit regime, dus dan maak je er een theehuis van. In afwachting van betere tijden -want het blauwe bad is er nog. Even vol laten lopen en gáán.
theehuis in de oude hammam. De rand van het blauwe bad is nog net te zien.
Riet en ik hebben helaas geen tijd voor koffie want we gaan gezamenlijk verder door de bazaar, onder andere langs de afdeling in de openlucht met de groente- en fruitafdeling. Van enige schaarste is hier nog niets te bekennen. En gelukkig maar. Ik denk dat die vooral zit in ingewikkelder producten, die je niet in de bazaar koopt, zoals elektronica en geneesmiddelen. Terwijl ik dit schrijf (24 juni 2019), heeft Trump de sancties nog weer verscherpt en dreigt hij zelfs met militair ingrijpen. Een paar hard roepende fruitverkopers moeten ook op de foto. Het moet nog een keer over want de slagschaduw is te sterk. Geduldig poseren ze nog eens.
de groente- en fruitafdeling, in de openlucht
jolige groentenverkopers, die ook zo nodig op de foto moesten
Taxi’s
Op straat waar de bazaar ophoudt staat een lange rij gele taxi’s. Ik maak er zomaar lukraak een foto van. Een van de chauffeurs komt naar me toe en spreekt me aan in gebrekkig Engels. Ik denk even dat hij me een taxi wil aanbieden. Maar nee. Hij bedankt me omdat ik een foto van de taxi’s heb gemaakt. Geeft hem dat extra eigenwaarde? Wat is dit toch dat mensen zo graag even dat contact willen en op de foto van die westerling willen? Ach, het is leuker dan wanneer de bevolking afhoudend is en absoluut geen foto’s wil, zoals we bij voorbeeld op een bazaar in Kirgizië meemaakten. Of op de zondagmarkt in Tarabuco, Bolivia. Dan is dit leuker, zeker voor een amateurfotograaf. Hoewel ik in Tarabuco best aardige foto’s heb gemaakt…
Links de man die mij bedankte voor dat ik een foto van de rij taxi's nam....
We zitten in een vijfsterrenhotel in Kerman voor twee nachten. Het is een luxe onderkomen. Buiten loopt een kleine man, keurig in uniform, met een plateautje met walmend reukgoed, een soort wierook lijkt het. Als je hem wat geld geeft, wuift hij de damp en de geuren naar je toe en men gelooft dat dat je geluk brengt en een goede reis. Deze keer werkte dat voor ons ook nog! Morgen krijgen we namelijk een leuke excursie o.a. naar Rayen met de oude citadel en een leuke picknicklunch bij een waterval tussen veel vrolijke Iraniërs.
Overigens zie je mensen met zo'n reukplateautje ook wel bij stoplichten en zo. Het is wellicht een heel sympathieke manier van 'bedelen'. Echte bedelaars zie je heel weinig.
een reukoffer voor een goede reis
Vrijdag 26 april
dag 8: Rayen, Arg-e rayen, de lemen citadel, een picknicklunch tussen weekendvierende Iraniërs, een paradijselijke Prinsentuin en in Mahan het mausoleum van de grote soefi sjah Nematollah Vali
Voor de route: KLIK HIER
Het programma: “Vanochtend gaan we naar de unieke lemen citadel van Rayen. Deze citadel heeft de vele aardbevingen overleefd en geeft een goed beeld van hoe hier meer dan 1.500 jaar mensen hebben geleefd. Vervolgens bezoeken we in de stad Mahan de Prinsentuin, een waar paradijs in de woestijn rond Mahan. We wandelen door een tuin vol cipressen en bloemen en natuurlijk veel water. Tot slot bezoeken we het mausoleum van de grote soefi sjah Nematollah Vali. Dit heiligdom, dat nog altijd vele pelgrims trekt, bevat het graf van de heilige en enkele van zijn leerlingen. Voor soefi’s een belangrijke pelgrimsplaats. (ca. 220 km)”
Het is ongeveer anderhalf uur rijden naar Rayen en het landschap is best aardig. Niet alleen woestijn maar ook weer de onvermijdelijke bergen met blinkende sneeuwtoppen op de achtergrond, maar ook hier en daar een kleine groene oase. In een ervan zie ik zelfs een rode molen staan. De moulin rouge, grapt mijn vrouw. Maar goed dat de Basij het niet hoort! Het lijkt er een van het Hollandse model bovenkruier. Alleen dat rood, dat zie je bij ons minder.
de moulin rouge...
onderweg: woestijn, bergen, soms een kleine oase
geen eentonige woestijn dus
bij een controlepost zit deze man te rusten van zijn reis
Rayen citadel, Arg-e Rayen, is een alternatief voor die van Bam. Arg-e Bam werd namelijk verwoest door een aardbeving in december 2003. De kracht van de aardbeving was 6,7 op de schaal van Richter. 70% van het moderne gedeelte van Bam werd vernietigd, en 43.000 mensen verloren het leven. (Een andere bron spreekt van 26.000 doden). Sindsdien is men bezig met de restauratie maar die schijnt nog niet zo ver dat toeristen daar graag naartoe gaan. De website lostwithpurpose.com vindt de tocht ernaartoe en de toegangsprijs nog niet de moeite en het geld waard. Ook zij noemen Rayen als een beter alternatief. Daar is de reconstructie verder gevorderd en het contrast met de delen die nog in puin liggen is er informatief.
Arg-e Rayen, middeleeuwse, ommuurde lemen stad die om de citadel, het fort, heen gebouwd is
Arg-e Rayen is eigenlijk een kasteel, gebouwd van adobe (soort leem, in de zon gedroogd) in de provincie Kerman. Deze middeleeuwse lemen stad die om de citadel zelf heen gebouwd is, toont alle architectonische elementen van een verlaten citadel. Het is zeer goed bewaard gebleven, ondanks de vele natuurrampen die soortgelijke bouwwerken in de buurt hebben vernietigd. Het is een van de meest interessante locaties in Iran. Rayen-kasteel werd bewoond tot 150 jaar geleden. De funderingen dateren uit het pre-islamitische Sassanidische tijdperk en zijn al bijna 1000 jaar oud. Volgens de informatie ter plaatse dateren de funderingen echter al uit de 5e eeuw n. Chr.
ingang naar de vesting
Aan een stad als deze (het is een stadje op zich geweest) wordt natuurlijk door alle eeuwen heen door steeds gebouwd en vernieuwd. Dit materiaal alleen al vergt nu eenmaal constant onderhoud. Koopmanshuizen, het huis van de gouverneur, pleinen en een wirwar aan straatjes en steegjes, soms overkoepeld, zijn nog te onderscheiden. Daar kun je gewoon door lopen. De citadel staat weer keurig overeind en is ook van binnen te bezoeken. Extra mooi is het door de ligging, met op de achtergrond de bergen met schitterende besneeuwde toppen, die vrij dichtbij lijken. Het uitzicht op de omgeving is excellent. De berg op de achtergrond is Hezar Mountain, 4465 m hoog, de hoogste van de provincie Kerman en de vierde hoogste van Iran.
Ik begin met een luchtfoto (bron www.kerman.info.ir) omdat die een mooi totaalbeeld geeft
We zijn binnen de muren. Hier een stookplaats en twee bakovens
het terrein is nog toeristenvrij als we aankomen, mooi voor een paar 'lege' plaatjes
Hezar Mountain op de achtergrond
de nabijheid van de bergen maakt de plaats extra bijzonder
Als ik beneden onder de buitenmuur sta, heb ik een deja vu. Het doet me sterk denken aan de muur rond de stad Khiva in Oezbekistan. Alleen, deze is verticaal en de muur rond Khiva liep schuiner omhoog. Maar de kleur en structuur van het bouwmateriaal is gelijk. Ook die muur omsluit de hele oude stad.
Enkele feiten: Sinds 1995 zijn ze hier bezig met de reconstructie. De totale oppervlakte van de funderingen is 22.000 m2, er zijn 16 torens van 11 meter hoog.
Op een gegeven moment moeten we op onze tocht door een soort keukentje. De samovar (met hete thee) staat klaar. Samovars zie je vrij veel in dit land. Het is denk ik van oorsprong iets Russisch maar hier zie je ze ook wel in hotels bij het ontbijt.
Hier was dus een stad met huizen en bedrijfjes
behalve onze groep zijn er niet veel andere toeristen. Gelukkig.
talloze leuke doorkijkjes
het huis van de gouverneur
veel bizarre vormen...
mooi doorkijkje op het fort en de bergen
foto Riet
Veel interessante composities
Wij zijn mooi op tijd, dus zijn er nog weinig andere bezoekers. Dat maakt dat ik mooie plaatjes kan schieten van een vrijwel lege vesting. De tegenstelling tussen strakke nieuwe vormen en de vele geërodeerde structuren zijn fotogeniek. Overal zijn doorkijkjes, en vormen die doen denken aan moderne beeldhouwkunst, Henri Moore maar dan minder glad. Het ochtendlicht strijkt langs de vormen en zet ze mooi in het licht. Je kunt hier wel blijven fotograferen, zo veel interessante composities kun je maken terwijl de kleur overal hetzelfde is. Juist daardoor kun je als fotograaf op unieke wijze spelen met licht en schaduw. Ik ben daardoor niet altijd bij de groep en mis ook wel wat van het commentaar van Farid; het oortjes-systeem werkt namelijk niet als er te veel muurtjes tussen zender en ontvanger zitten. En muurtjes zijn hier veel.
er was/ is ook een -kleine- moskee
Na een hele poos zwerven door het complex en veel gemaakte foto’s lopen we richting de bus. Daar is een klein park met groene bomen en schaduw en daar staat het roze tafeltje. Koffie en wat zoete, typisch Iraanse lekkernijen. Daoud & Daoud verwennen ons. En dat doen ze vaker.
foto Riet
Vlakbij zit een vrolijke groep waar Riet even naartoe gaat. Ze wordt meteen uitgenodigd aan te schuiven.
Naar de waterval
Daarna rijden we richting de Hezar bergen. Het landschap wordt vrij plotseling groener, het toerental van de diesel loopt op en de weg wordt smaller. Tot die eindigt in een parkeerplaats waar veel auto’s en een enkele bus staan.
we gaan de (Hezar) bergen in
Het is vrijdag, weekend en in plaats van in de moskee zitten veel Iraniërs liever hier in de koele bergen. We zitten hier op 2800 meter hoogte en dat scheelt een slok op een borrel. Het is hier heerlijk! Langs de parkeerplaats stroomt een beekje met ijskoud smeltwater. Overal langs het water en langs de weg hebben de mensen plastic tentjes opgezet of simpel een kleed uitgespreid en daarop zijn talrijke etenswaren uitgestald. Iedereen strijkt neer op het kleed en zo wordt het weekend gevierd. We volgen de weg omhoog langs het beekje. Ik zie dat de bomen en struiken hier nog maar net groen geworden zijn.
de mannenclub
lekker aan de waterpijp, zittend op een stenen rand weekend vieren. Niets menselijks is de Iraniërs vreemd.
openlucht broodbakkerij
bruggetje over de ijskoude beek
We komen langs een openlucht bakkerij: een ovale lemen oven waarin op de hier in centraal Azië gebruikelijke manier tegen de binnenwand platte broden worden geplakt, die zo gebakken worden en vers genuttigd. Farid koopt een brood en we knagen van het knapperige geurige baksel terwijl we verder lopen. Onderweg zien we overal tussen de struiken gezinnen of stelletjes zitten. Sommigen zwaaien als ze ons zien, anderen wenken dat we er wel bij mogen komen zitten en mee-eten. Foto’s maken wordt toegejuicht. Er zijn ook ronde muurtjes gemetseld waarbinnen men kan zitten en waar je kunt barbecueën. Anderen, ook jonge vrouwen zie ik, hebben de waterpijp meegenomen en genieten daarvan. Het is druk en toch ook niet.
De Waterval
Na een paar bruggetjes loopt het pad uit op een rots van zwarte scherpe steen. Ik kan de waterval al wel zien, maar alleen het bovenste deel. Hij bevat door de regen van de laatste weken behoorlijk wat water en ik voel hier al de fijne stofregen die erdoor veroorzaakt wordt. Het beklimmen van de zwarte rots is lastig. Mijn schoenen hebben wel flink profiel maar het rubber blijkt te hard. Ik kruip op handen en voeten omhoog en later weer omlaag. Maar het lukt en bovenop staande kan ik de hele waterval zien. Riet is beneden gebleven. Hier is de motregen van opspattend water zo sterk dat ik mijn camera moet beschermen. Gauw wat foto’s maken. Wat jongelui hebben zich achter onder het vallende water gewaagd. Algauw klauter ik terug naar het begaanbare pad.
No English!!
We lopen terug naar de parkeerplaats. Enkele opgeschoten jongens dringen zich aan ons op. Ze lijken wat assertief. Ze spreken alleen Farsi en als wij proberen ‘English??’ dan komt er een gedecideerd ‘No English!’. Ze lopen met ons mee en zijn wat irritant. Ik meen een keer de naam Trump te horen. Dan komen een paar wat oudere jongemannen langs ons lopen. Ze roepen wat tegen de blagen en die druipen nu af. Dit is de enige keer dat we zoiets in dit land hebben meegemaakt. Verder is iedereen die we hier ontmoeten de vriendelijkheid zelve.
Bij de bus zijn Daoud & Daoud intussen druk geweest met het klaar zetten van onze picknicklunch. Diverse salades, brood, paprika, tomaat, komkommer, Iraans 0% bier, en nog meer. Heerlijk. Dat wil zeggen, niet het bier maar de lunch. Het Iraanse bier is niet aan te bevelen. Met een citroensmaakje gaat het redelijk. We zoeken langs een stroompje een steen om op te zitten. Een Iraanse familie wil onze groep haar kleed wel aanbieden maar dat aanbod nemen we natuurlijk niet aan. Wel erg aardig toch.
picknick
foto Riet
onze buren bij de picknick
de bus op de parkeerplaats
we ontmoeten een stel heel aardige, open en nieuwsgierige Iraniërs
er worden noten uitgedeeld
de gedeelde amandelnoten moeten kapot
Als we klaar zijn en naar de bus willen, komen we in gesprek met een groepje mensen die hier zijn met een gehuurd busje. Meer mensen schijnen dat te doen: met wat vrienden of buren een busje huren en dan een dagje uit naar de bergen. Dit is een man en een vrouw van middelbare leeftijd en een stuk of vijf jonge meiden met grote zonnebrillen en hun hoofddoek ver achterop hun hoofd. De gespreksonderwerpen zijn altijd dezelfde, maar gaat iets verder dan gewoonlijk omdat ze redelijk Engels spreken en verstaan: waar we vandaan komen enz. Hun conclusie is dat we dan wel rijk moeten zijn om hier zo rond te reizen. Als ik ze foto’s laat zien op de smartphone van ons huis en van onze dochter en schoonzoon zijn ze zeer geïnteresseerd. De man haalt prompt een grote zak met nootjes te voorschijn. We krijgen er allemaal wat in handen gedrukt. Amandelen, die ik met een steen open breek en pistaches. Het is een heel leuke ontmoeting.
onderweg naar Mahan
foto Riet
Schrijn van soefi sjah Nematollah Vali in Mahan
Na weer een eindje rijden komen we in Mahan. Daar bezoeken we een pelgrimsplek die bij veel Iraniërs in trek is: de tombe, het mausoleum, van sjah Nematollah Vali. Hij was een soefi en beroemde mysticus en dichter en oprichter van de orde van de derwishen (Darvishes). Hij stierf in 1431 op een leeftijd van meer dan 100 jaar. Ter ere van hem werd een altaar opgericht in 1436 en dat werd een waar pelgrimsoord. Het ligt paradijselijk in een groene oase, omgeven –weer- door die witte bergtoppen.
ingang naar het heiligdom met de tombe
je komt eerst door een parkachtige tuin; geen water in het bassin...
nog meer tuin...
en nu wel water.
de koepel boven de tombe van de soefi
Wat is soefisme
Het soefisme wordt vaak beschreven als het hart van de islam, en niet als een aparte stroming. Het is de mystieke traditie binnen de islam. Deze mystiek ontwikkelde zich uit de islam zelf op grond van Koranteksten, maar vertoont ook invloeden uit de hellenistische wereld. Het doel van het soefisme is het bereiken van Ihsan, ofwel "volmaakte goedheid". Dat kon door via een ascetische en meditatieve levenswijze de eenheid van alles trachten te vatten en via liefde voor God met Hem te versmelten, waarbij de mens afstand heeft gedaan van aardse geneugten en van zijn ego. Het lijkt daarin wel op middeleeuwse mystiek als die van Hadewijch, bedenk ik. Het soefisme ontstond in 7e- en 8e-eeuwse sjiitische kringen, maar bloeide vooral in soennitische samenlevingen. Het heeft –net als in de middeleeuwen bij Hadewijch- een literaire en poëtische traditie. Er is overigens ook sprake van een universeel soefisme, dat ook nu nog bloeiend is. De soefi-boodschap over eenheid, geestelijke vrijheid, liefde, harmonie en schoonheid is bestemd voor de gehele mensheid. Zij is niet bedoeld als een nieuwe religie, maar streeft los te komen van dogma's, principes, onderscheid en verschillen. De oorsprong hiervan ligt in India.
Een derwisj tenslotte is een islamitische soefi-geestelijke die de gelofte van armoede heeft afgelegd.
"Een van de mooiste architectonische meesterwerken"
‘Het heiligdom bestaat uit vier binnenplaatsen, een reflecterend waterbassin, een moskee en twee minaretten, geheel bedekt met turquoise tegels. Shah Abbas I ondernam in 1601 uitbreidingen en renovaties, inclusief de reconstructie van de betegelde blauwe koepel, beschreven als "een van de mooiste architectonische meesterwerken in het verleden van Perzië". Tijdens de Kadjar-periode was de site bijzonder populair, waardoor er extra binnenplaatsen nodig waren om grotere aantallen pelgrims te kunnen bergen. De minaretten dateren ook uit deze periode. De kleine kamer waar Nematollah Vali bad en mediteerde bevat pleisterwerk en tegeldecoraties. Het complex is ook beroemd om zijn tegelwerk en zeven oude houten deuren. De blauwe girih betegelde koepel bevat sterren met van bovenaf 5, 7, 9, 12, 11, 9 en 10 punten op hun beurt. 11-puntssterren zijn zeldzaam in de geometrische patronen van de islamitische kunst.’ (bron: Wikipedia)
op de vloer kleden met prachtige motieven in grijstinten. Heel mooi en sfeervol.
plafond met veel kalligrafie-motieven
Het heiligdom is een tamelijk uitgestrekt complex van 8000 m2. Helaas staan sommige waterbassins droog. Andere zijn omzoomd met geraniums in potten. Wat een werk om die elke dag water te geven… De hemelsblauwe koepel glimt in het tegenlicht. Hier dezelfde zigzaglijnen als we eerder zagen; in de betegeling in de tuin komen die lijnen terug. Enorme cipressen staan langs de paden en de borders.
Alsof de soefi zelf stralend aanwezig is
alsof het licht van de soefi hem omstraalt in de tombe...
Binnen is de ruimte naar verhouding tot andere moskeeën hier tamelijk eenvoudig gedecoreerd. Gelukkig maar want dat lijkt me in stijl met de soefi-idealen. Voornamelijk witte gewelven met een grote blauwe kroonluchter. Het zonlicht valt als ik een foto wil maken -als een cadeautje voor fotografen- net door het schrijn, zodat dat oplicht alsof de soefi zelf stralend aanwezig is. Op de vloer liggen prachtige tapijten in grijskleuren. Om de kleine kamer van de geestelijke in te kunnen waar wat memorabilia liggen heb ik even geduld nodig. Er is meer belangstelling. Hier in deze bezinningsnis zouden soefi’s, onder wie ook sjah Nematollah Vali zich vaak voor 40 dagen hebben teruggetrokken ter bezinning. Volgens mijn reisgids is het kamertje vaak gesloten, maar vandaag is het open.
de nis waarin de soefi('s) zich terugtrokken
Helaas wordt de bijna gewijde sfeer in de gebedsruimte voor mijn gevoel geweld aangedaan met een groot portret van Khamenei en een bobo van de Revolutionaire Garde. Ik denk dat de soefi zich in zijn graf om zou draaien als hij wist wie dit zijn.
De Prinsentuin in Mahan/ Bagh-e Shahzade
De tuin is in 1873 aangelegd bij het kleine paleis van Abdul Hamid Mirza, een van de laatste prinsen uit de Kadjar-dynastie. Het is een klein wonder vind ik. Als we aan komen rijden door het dorre, verzengde bruine landschap verrijst daar ineens een groot groen vlak met hoge bomen. Deze groene 18e eeuwse tuin met zijn bloemen, terrassen, waterpartijen en fonteinen is met recht een paradijstuin. De Perzen stelden zich het paradijs voor als zo’n tuin. De tuin hoorde destijds aan de Kadjarvorst Mohammed Sjah. Sinds 2011 is het Unesco Werelderfgoed.
veel stromend water hier, -midden in de dorre woestijn!
de auteur/fotograaf/webmaster foto Riet
terugkijkend naar de ingang van het complex, staand voor de lusthof
ook in de fruitboomgaard stromend water maar nu minder fraai ingebed
enorme bomen staan er; eeuwenoud...
Ik blijf me verbazen over dat overvloedig stromende water hier in de droge woestijn...
Het water dat hier overal aanwezig is, komt uit een bron in de nabije bergen. Het stroomt via een vijftal niveaus naar beneden. Je kunt daar helemaal langs lopen. Overal bloemen. Ook hier weer veel, heel veel geraniums in potten langs de randen van de bassins. En viooltjes. Nergens zo veel viooltjes gezien als in Iran. Kinderen lopen graag door de ondiepe bassins te spetteren. Op het terrein staan ook een paar lusthoven. Je kunt van het hoogste niveau terug lopen via de (fruit)boomgaard. Ook hier stromend water, maar in wat minder fraai aangelegde kanaaltjes. We zien kersenbomen in bloei staan. Wat een heerlijke plek om een volle excursiedag af te sluiten.
Maar we moeten nog wel terugrijden naar Kerman; hier stoppen we even voor een controlepost. Je mag er dan niet uit. De chauffeurs dienen zich bij zo'n post te melden. Er zijn er nogal wat van die posten zo onderweg. ("voor de veiligheid van de toerist").
WEETJE: In hotelkamers zit vaak deze pijl aan het plafond. Die wijst de Qiblah aan; de bidrichting naar Mekka. Soms is er in een la ook een bidmatje en een gebedssteen, een rond steentje waarop je voorhoofd kan rusten bij het gebed.
In hetzelfde hotel vind ik in de lobby dit reliëf van het Laatste Avondmaal. Iraniërs zijn kennelijk niet zo eenkennig...als ik wel eens gedacht heb... Anderzijds: Jezus (Isa) wordt in de Islam als profeet erkend, dus zo gek is het ook weer niet.
Zaterdag 27 april
dag 9: Door de bergen langs een roze zoutmeer naar Shiraz waar de natuur groen wordt
Voor de route: KLIK HIER
Het programma: ‘Een lange reisdag door de uitgestrekte woestijnvlakte brengt ons via Sirjan en Neyriz, waar zich grote ijzer- en kopermijnen bevinden, naar Shiraz. We verblijven drie nachten in de ‘stad van rozen en nachtegalen’. (ca. 570 km)”
We verblijven twee nachten in Hotel Aryo Barzan, Roudaki St., Zand Ave., Shiraz.
Vandaag vooral wat plaatjes uit de bus van het landschap
Iran heeft een probleem. Wel meer, zou je zeggen, maar verzilting is er zeker een. Hier weer een zoutmeer in de verte.
Op sommige plaatsen zoals hier ligt het zout gewoon op de aarde langs de weg.
Hoewel we al op tijd vertrekken, zullen we vandaag pas om kwart voor acht ’s avonds in ons nieuwe hotel aankomen. Het is een eind rijden. We onderbreken de rit gelukkig vaak genoeg om niet helemaal stijf te worden van het zitten. Het landschap is afwisselend hoewel soms wel een uur lang hetzelfde. We passeren gebieden die zo zout zijn dat het zout wit langs de weg ligt. Ook zien we in bergachtig gebied een zoutmeer in de verte. Hoog in de bergen is het tamelijk groen en er bloeien zelfs wilde bloemen. Onderweg drinken we koffie bij de bus in een parkje in Sirjan, met zelfs redelijk schone toiletten in de buurt. Verder onderbreken we de tocht voor een lange lunch in een restaurant met een aparte zaal voor bruidsparen. Er staat een ‘troon’ voor het bruidspaar. Dat zijn natuurlijk leuke dingen voor de mensen.
Roze zoutmeer
Het loopt al tegen het eind van de middag als we stoppen voor een wandelingetje bij een roze zoutmeer. Daar wordt op kleine schaal ook zout gewonnen. Er zijn zoutpannen en het is er bloedheet genoeg om het water te laten verdampen zodat het zout achterblijft. De roze kleur komt door algengroei. Een beetje vergelijkbaar met wat we zagen in de Andes, in de woestijn van Atacama bij het zoutmeer Laguna Colorada, bij voorbeeld. (Zie: reizenenschrijven.com/reizen/verrereizen/noordenzuidamerika) Het is fijn om even de benen te strekken en wat foto’s te maken.
Hier maken ze van de nood een deugd: zout wordt gewonnen door indamping van zeer zout water in zoutpannen.
Het bijbehorende meer heet het Roze Meer, wat een goedgekozen naam blijkt. De kleur wordt veroorzaakt door algen die in dit zoute milieu leven.
We stoppen nog een keer voor een plaspauze bij een moskee waar ook openbare toiletten zijn. Openbaar, nou dan weet je het wel wat de hygiëne betreft. Ik heb het eten binnen kunnen houden.
Naarmate we dan Shiraz naderen, wordt de wereld groener. Groene heuvels en landerijen waar het een en ander verbouwd wordt. Lang niet gezien! De zon gaat al onder als we de stad van rozen en nachtegalen binnenrijden. Het levert uit de bus wel een paar sfeervolle plaatjes op al zijn ze niet haarscherp. In de winkeltjes gaan de lichten al aan.
Als we Shiraz naderen wordt de natuur vriendelijker en groener. Er worden gewassen verbouwd. Dat zagen we nog niet veel.
De zon neigt al ter kimme als we Shiraz binnen rijden.
Al met al zitten we laat aan het diner, maar het smaakt weer uitstekend. Hoewel we vandaag voornamelijk hebben gezeten, zijn we toch moe.
Zondag 28 april
dag 10: Eeuwenoud Shiraz met de Roze Moskee, tombe van Sjah Tsjeragh, de citadel, de Vakilbazaar en moskee, safraan, de tuin van Eram en de tombe van Hafez
Het programma: “We verkennen de universiteitsstad Shiraz, in Iran ook bekend als de stad van de dichters en de liefde. Tijdens een stadsrondrit zien we onder andere de Eram-tuin en het mausoleum van Hafez, de meest vooraanstaande dichter van Iran. Pasgetrouwde stellen komen hier bidden voor geluk, anderen zijn nog op zoek naar een geliefde. Ook komen we langs de begraafplaats van Shah-e-Cheragh, een belangrijk pelgrimsoord. U kunt bijkomen van alle indrukken in een van de theehuizen van de bazaar. (ca. 20 km)”
Masjed-e Naseer ol Molk of Roze Moskee
Een drukke dag ligt voor ons. Eerst gaan we naar de zogenaamde Roze moskee, officieel de Nasir al-Molk-moskee. De Nasir al-Molk moskee is gebouwd tussen 1876 en 1888 door Mohammed Hasan-e-Memar en Mohammed Reza Kashi Paz-e-Shirazi. Zij bouwden de moskee in opdracht van de Kadjaarse leider Mirza Hasan Ali Nasir al Molk.
de ingang van de Roze Moskee
magnifiek plafond
Europees aandoende afbeeldingen
de binnenplaats met waterbassin
In de Wintergebedshal; ook hier overheerst de roze kleur, nog versterkt door de gekleurde ramen
plafond in de Wintergebedshal
Over waarom de roze moskee zo wordt genoemd bestaan diverse meningen. Farid benadrukte nogal de roze kleur in het tegelwerk. Dat kan niet ontkend worden. Zowel binnen als buiten is de overheersende kleur roze. Dat is bijzonder omdat meestal het blauw overheerst. Een andere mening vind ik op internet. De moskee staat namelijk ook bekend om het kleurrijke glas in lood in een van de bijgebouwen, de wintergebedshal. Het daardoor binnenvallende zonlicht zorgt daar gedurende de dag voor spectaculaire effecten en een overwegend roze licht. Fotografen die er op tijden waren zonder publiek maakten er fraaie foto’s. Het best schijnt ’s morgens om zeven uur als de moskee net open is. De zon staat dan ook het gunstigst. Een paar voorbeelden op: https://www.droomplekken.nl/iran/de-roze-nasir-al-molk-moskee/.
Helaas zijn wij er weliswaar redelijk vroeg maar toch te laat. Mij lopen te veel (andere!) toeristen voor de voeten om er echt mooie platen te schieten. Een foto maken zonder mensen erop is eigenlijk niet mogelijk. Dit wordt niet voor niets genoemd ‘de meest gefotografeerde plek van Shiraz’. Toch wat pogingen gedaan, zie de foto's hierboven.
Als het even wat gaat spetteren uit de hemel, is het hele plein zo leeg en kan ik een aardige foto maken.
deze ruimte oogt heel anders dan de roze wintergebedshal...
In de moskee zelf is ook veel moois te zien. De prachtige geometrische tegels, kleurrijke tapijten en geschilderde zuilen en bogen, fraaie tableaus met florale voorstellingen. De uitgebeelde scenes doen opmerkelijk Europees aan; daarvoor staan ze ook bekend. Ook de plafonds zijn op spectaculaire wijze voorzien van tegelmozaïek. Opmerkelijk is verder nog dat in de pilaren houten blokjes geplaatst zijn. Dat dient om het gebouw meer aardbevingsbestendig te maken.
Ook hier binnen is het trouwens erg druk. Je kunt merken dat Shiraz drukker bezocht wordt dan bijv. Yazd.
Het buitenplein, de binnenplaats, kan ik bijna mensenvrij fotograferen als het even gaat miezeren en de meesten naar binnen vluchten. We zien binnen nog de waterput, met een schepmechanisme dat werd aangedreven door… een koe.
Onderweg naar een volgende attractie bezoeken we een winkel met miniaturen, geschilderd op veren. Het is wel bijzonder. We zien de schilder aan het werk met zijn fijne penseeltje.
De tombe van Sjah Tsjeragh/ Aramgah-e Shah-e Cheraq
Dit is een mausoleum waar ik als westerling die niet is opgevoed met de islam weinig mee uit de voeten kan. Van de islam heb ik nauwelijks iets meer weet dan de basiskennis die veel landgenoten hebben. Daarom is het moeilijk voor mij om de importantie van een bedevaartsplek als deze te doorgronden. Het gaat hier namelijk om de graven van twee zonen van de zevende imam (van de twaalf imams van de Twaalven van de Sjiieten, zie eerder in dit reisverhaal) en de broers van de achtste imam, Imam Reza. Ze zijn naar deze stad gevlucht toen de sjiieten werden vervolgd. Hier ben ik eigenlijk al de weg kwijt. Dat de twaalf imams belangrijk zijn in het sjiisme, dat weet ik nu wel, maar de broers van de zevende? Waren die dus ook zo belangrijk? Kennelijk, want dit mausoleum is het belangrijkste pelgrimsoord van de stad en een van de bekendste pelgrimsoorden van het Iraanse sjiisme. Goed, ik heb het maar aan te nemen en dat respecteer ik uiteraard.
de moskee rond de tombe
Mijn vrouw hult zich weer in de voorgeschreven kledij, de chador.
Net als de rest van de dames
Wij krijgen thee aangeboden in een ruimte vóór de moskee; hier wordt onderricht in de Koran gegeven. Hieronder is die ruimte later leeg.
Er is ook nog een legende, een heiligenleven aan verbonden. Een sterk verhaal, zoals eigenlijk alle heiligenlevens... In de 13e eeuw stuitten arbeiders tijdens werkzaamheden op de beenderen van de heilige man Shah-e Cheraq. Hoe ze wisten dat de beenderen specifiek van hem waren, staat er niet bij in mijn reisgids. Maar wel dat men meteen begon met het bouwen van een mausoleum op die van toen af aan heilige plaats.
Overigens begrijp ik van katholieke bedevaartsplaatsen ook niet heel. We waren zo’n twintig jaar geleden één keer in Lourdes en verleden jaar waren we weer dicht in de buurt, maar we hadden geen van beiden zin om die voornamelijk commerciële poppenkast nog eens te zien.
Als wij in dit sjiitische heiligdom zijn, is het niet bepaald druk. Bij het schrijn is één man die daar tegenaan zit te lezen (in de koran, neem ik aan). Later zie ik hem diep bedroefd, helemaal in zichzelf gekeerd zo lijkt het. Voor zo’n diep geloof heb ik wel respect. Ik vind het bijna gênant om hier te staan fotograferen.
Op Wikipedia meer over de geschiedenis van de achtergrond en van het gebouw. Dat gebouw werd overigens erg vaak getroffen door aardbevingen, zo veel zegen rustte er kennelijk niet op... Er is daardoor veel reparatiewerk verricht. Sinds 1901 is het een monument.
Onze dames dienen zich weer te hullen in een chador
Dit is weer zo’n locatie dat onze dames zich weer dienen te hullen in een chador. De bloemetjesgordijnen worden weer uitgedeeld en om gewikkeld. Terwijl mijn vrouw tracht de doek wat in bedwang te houden kijk ik alvast rond. Op de binnenplaats staan een paar grote sinaasappelbomen in bloei. Eén vrucht van verleden jaar zit er nog aan. De foto van de gevel wordt enigszins ontsierd door goedkope plastic vlaggetjes die hier overal nog wapperen. Een overblijfsel, begrijp ik, van de viering van nieuwjaar, het Nowruz (Noroez). Dit jaar en de paar volgende jaren op 20 maart.
Binnen moeten natuurlijk als gewoonlijk de schoenen uit en mogen we aanschuiven op een bank voor een glaasje thee en een koekje. Dat is wel bijzonder. Naast ons zit een groep die onderwijs krijgt van een imam, denk ik.
Onze Iraanse gids opent deuren
In mijn reisgids lees ik dat niet-moslims de toegang tot het gebouw vaak wordt geweigerd. Daarvan is bij ons geen sprake. We worden juist zeer welkom geheten door de beheerder zelf. Of komt dat doordat wij een goed ingevoerde Iraanse gids bij ons hebben? Hij krijgt in dit land wel meer gedaan, zo heb ik de indruk, dan gewone stervelingen. Hij kent overal waar we komen de mensen en begroet ze als vrienden. Nergens hoeven we te wachten (behalve bij de kroonjuwelen in Teheran!) en overal staat altijd alles op tijd klaar, van lunches tot de bus. Perfect geregeld. Dit is waarom wij nu en dan een groepsreis boeken: je hoeft je (bijna) nergens om te bekommeren, alles wordt geregeld en je kunt daardoor in een relatief korte tijd verhoudingsgewijs heel veel doen en zien en ervaren.
Het interieur van de moskee met tombe; de spiegelzaal
de tombe althans de kast eromheen en een gelovige ervoor
traliewerk rond de tombe
het interieur van de kast achter het bronzen traliewerk; de tombe zelf
waar je ook kijkt, allemaal spiegels
ik maak een -verknipt- zelfportret in de spiegelwand
de koepel van de moskee
in de vrouwenafdeling foto Riet
Intussen hebben we de thee op en zijn we stilletjes naar binnen geschuifeld. We voelen wel dat er een gewijde sfeer heerst. Binnen maakt de spiegelzaal indruk. Waar je ook kijkt, zie je spiegeltjes, aangebracht in mozaïekvorm. Ik probeer een zelfportret te maken in de spiegels. Dat valt nog niet mee. Elke stukje spiegel zit in een andere hoek gelijmd, zo lijkt het.
De tombe met zijn bronzen traliewerk bevindt zich in een alkoof tussen de ruimte onder de koepel en de moskee. Er in zie ik een soort groen glas of kandelaar (?), een schaal met zoetigheden met folie eroverheen, en een boekenstander met waarschijnlijk een luxe editie van de koran erop.
Achter een hek is een vrouwenafdeling. Onze dames mogen daarin, de mannen dus niet. Ze zien er weinig anders dan wij in de algemene afdeling, hoor ik later. Een van de mannelijke groepsleden die een flinke lengte heeft, is zo ‘brutaal’ om over het hek een foto te maken. Hij wordt door de dame die de toegang regelt, op de vingers getikt.
De Koninklijke burcht, de Arg-e Karim Kahn
Het is een imposant gebouw met een hoge bakstenen muur, gebouwd in de 18e eeuw. Er zijn vier ronde hoektorens, waarvan een wel erg scheef staat. Versieringen zijn er aangebracht in de baksteenconstructie, vooral in de torens. Dat vind ik altijd wel erg stijlvol. Het plein ervoor is fraai aangelegd met veel bloemenperken. Het is overal super schoon. Voor de scheve toren staat een grote letterconstructie met I (hartje= LOVE) SHIRAZ. Net als in Amsterdam moeten veel mensen even op de foto bij de letters. We lopen langs de burcht omdat de binnenkant niet interessant genoeg wordt geacht voor ons, en komen in de Vakil bazaar, bij de gelijknamige moskee.
een leugenbankje...
we komen voorbij een hal waar tapijtherstellers aan het werk zijn. Later zien we er nog meer.
Vakilbazaar
De klassieke oude bazaar (er is ook een ‘nieuw’ gedeelte) heeft fraaie gewelfde bakstenen plafonds, waardoor het best goed is om ook eens even omhoog te kijken. Als je ‘gewoon’ kijkt, zie je weer de gebruikelijke koopwaar van kleden, kleren, kruiden en specerijen, koperwerk etc. Elk straatje heeft zijn eigen ambachten.
de specerijenhandelaar
de kledenverkoper
de stoffenverkoper
de kledingverkoper
de drukte in de bazaar
Zoekplaatje. Deze mevrouw is toe aan een nieuwe chador
de tapijtenverkoper
Hier in een zijstraatje van de bazaar is een gezellig pleintje met een terras waar ze uitstekende cappuccino serveren. Omgerekend betalen we er €1,60 voor. Het is een van de weinige keren dat we ‘zelf’ geld uitgeven. Als we zo doorgaan, komen we niet eens van onze €50 aan Rials af! Naast een waterbassin met uitbundig bloeiende geraniums in potten ernaast zitten we heerlijk relaxt te genieten; even weg van de groep is ook wel eens fijn. We dwalen nog wat door de bazaar, altijd leuk!
achter deze poort is de binnenplaats met het koffie-en theehuis
leuk terrasje met heerlijke koffie en cappuccino!
laat ik ook eens een selfie maken
foto Riet
Saffraan en een tapijtreparateur
En dan verzamelen we weer voor een bezoek aan een saffraanwinkel. Er was naar gevraagd, dus wordt er gedraaid. Ach, het is wel interessant. Saffraan komt voor 90% uit Iran. Het is heel duur, althans de echte. Er is veel namaak op de markt. Saffraan bestaat uit de gedroogde stampertjes uit de bloemen van krokussen. Voor 1 kilo saffraan zijn er 170.000 bloemen nodig, die met de hand worden geplukt. Saffraan is de meest kostbare specerij ter wereld en wordt daarom ook wel het “rode goud” genoemd. De typische bitter-zoete smaak, sterke geur en de gele kleur die het afgeeft, zorgen er voor dat het erg geliefd is en in veel gerechten gebruikt wordt. Hoewel de draden zelf donkerrood zijn, geven ze gerechten een typische felgele kleur. Wij aten vaak rijst van buffetschalen waar bovenop wat saffraanrijst lag.
saffraan in uiteenlopende kwaliteiten: links de beste en rechtsonder de slechtste
In de winkel, die helemaal gespecialiseerd is in deze specerij, krijgen we uitleg en kunnen we wat kopen. Hier is het, ook door de recente koersval, goed betaalbaar. We krijgen een zestal kwaliteiten te zien, variërend van wat ik maar opveegsel noem (goedkoop) tot de duurste en beste kwaliteit. Riet koopt 1 gram van een middelkwaliteit voor €4. Het is meer voor de lol dan dat ze het zo vaak gebruikt in de keuken.
In hetzelfde gebouw zit een tapijtreparateur. Dat is in Iran een apart ambacht. Hier is een atelier waar een stuk of zes mannen, op de grond gezeten, werken aan het herstellen van beschadigde tapijten. We mogen er even rondkijken. De trotse eigenaar vertelt (in het Duits!) dat hij ook klanten in Europa en Amerika heeft. Amerika?! Tja. Amerika.
We lunchen in de buurt in een ‘traditioneel’ restaurant. Vooral de muziek is traditioneel, lijkt me. De gerechten op het rijkelijk gevulde buffet zijn vooral smakelijke salades. Niets mis mee.
Vervolgens gaan we naar het hotel voor een paar uurtjes rust. Tegen het eind van de middag treden we weer aan voor een bezoek aan de Eramtuin.
De Eramtuin / Bāgh (=tuin) van Eram
Eram is de gepersianiseerde versie van het Arabische woord "Iram" wat "hemel" betekent in de Koran. De naam verwijst naar de schoonheid en esthetische attracties van de tuin die op de 'hemel' zouden lijken. Door zijn schoonheid, grootte en oudheid vormt de Eramtuin een van de bekendste tuinen van Shiraz. Dat is te merken want we komen heel veel Iraniërs tegen in de tuin. Stellen, jongeren, gezinnen. Een bezoek aan deze tuin is voor velen een populair uitje.
Vogeltjes bepalen je toekomst
Bij de ingang staan mannen met vogeltjes, parkietjes op de arm, en een bakje met papiertjes in de hand. Voor een gering bedrag kun je de vogel een kaartje laten kiezen. Daarop staat een gedicht of een versregel van de beroemde dichter Hafez, over wie verderop meer. Bij de tombe van Hafez staan ook van deze mannen. De versregel, zo gelooft de gemiddelde Iraniër, kan je helpen in je leven bij het maken van moeilijke keuzes of om problemen op te lossen. Velen hebben daarvoor ook een bundel van Hafez thuis staan.
Wij kopen ook zo’n kaartje voor de aardigheid. Er staat in het Perzisch een gedicht op. Eronder staat een Engelse vertaling. Die is niet erg duidelijk, vind ik. Of dat aan de vertaling of aan het gedicht ligt? Hier is het Engels:
“Control means in one step and with trust in God, only one step remains to achieve the purpose. Sponsored God is the one who needs to worry about failure. Maranjan jealous of sarcasm and what you stand firm and brave. At least not take enemies.”
Ik kan er geen chocola van maken. Vooral geen vijanden maken, dat snap ik. (Lijkt me ook een goed advies voor het Iraanse regime...) Ik denk dat het Penglish is: Perzisch Engels; een Engelse vertaling gemaakt door iemand die geen Engels kent maar het woordenboek heeft gebruikt. In China heet de vergelijkbare procedure en 't resultaat: Chenglish.
foto: met dank aan Paul
De sinaasappels staan volop in bloei
sinaasappelbloesem! De tuin geurt ernaar!
Centraal in de tuin ligt het Qavamhuis, met een grote, verhoogd aangebrachte vijver ervoor. Deze vijver loopt ook door in de kelder van het huis. De tuin telt vele cipressen, bloesemdragende bomen o.a. veel sinaasappel- en citroenbomen en rozen. De sinaasappels staan net in bloei. Ze ruiken overdadig, bijna bedwelmend zoet, net als die van ons thuis. De laatste zijn wat minder hoog dan deze hier. Er staat overigens ook een prachtig bloeiende vlier!
Qavamhuis
top van de gevel
detail van de gevel
nog een detail, met een wel heel wulpse voorstelling --voor Iraanse begrippen
detail
Shiraz, "stad van rozen en nachtegalen". De nachtegalen moet je er tegenwoordig helaas bij denken.
De tuin is al eeuwenoud; hij zou al uit de 11e eeuw dateren. Onder de Pahlavi-dynastie werd veel geïnvesteerd in de tuin om deze qua grandeur te promoveren tot internationale proporties. In 1963 werd de tuin onderdeel van de Pahlavi-universiteit (de tegenwoordige Universiteit van Shiraz), die er de Faculteit Rechtsgeleerdheid vestigde en binnen het Qavamhuis het Azië-instituut. In 1980 vestigde de universiteit in en rondom de Eramtuin de Botanische Tuin van Shiraz. Tegenwoordig is de botanische tuin ook opengesteld voor bezoekers en is in het Qavamhuis een huismuseum ingericht. In 2011 werd de Eramtuin aangewezen als Unesco Werelderfgoed.
deze familie met drie generaties wilde graag op de foto
We worden rondgeleid door Farid die toelichting geeft in onze oortjes. Later krijgen we tijd voor onszelf. Het is een tuin met veel schaduw en heggen en besloten plekjes. Het is een verademing om hier een weldadige rust in zo’n drukke stad als Shiraz te ervaren. De rozen bloeien of beginnen te bloeien, sommige citrusbomen zijn wit van de bloesem. Tussen de struiken scharrelen vogels en in de bomen zingen ze. Geen wonder dat de stadsbewoners hier graag komen om ontspannen met elkaar bij te kletsen, te zitten picknicken op een kleed en het is een favoriete plek voor verliefde stelletjes om een wandeling te maken. Hier kunnen ze zich even onttrekken aan afkeurende blikken… Het vele water zorgt voor een koele atmosfeer, vooral om deze tijd in de avond. Je mag hier op het gras ook gewoon lopen en zitten.
Mausoleum van Hafez
in de verte is de koepel boven de tombe van Hafez al te zien.
het is er redelijk druk
de koepel
Het zonlicht wordt warm-geel als we door de poort van het complex lopen waar de tombe van de beroemde Iraanse dichter Hafez staat. Hoewel het niet overdreven druk is, zijn er toch wel heel wat mensen.
Er zijn maar weinig geloofwaardige gegevens bekend over het leven van Hafez. Wel bestaan er vele anekdotes van min of meer mythische proporties. Afgaand op het referentiekader van zijn poëzie, moet deze zoon van een kolenhandelaar hoogopgeleid zijn geweest, of een manier hebben gevonden om zich bij te scholen. Er wordt algemeen aangenomen dat Hafez op 69-jarige leeftijd is overleden. Hij was zich welbewust van zijn immense populariteit en verwoordde de algemene opinie in de volgende strofen, wellicht met karakteristieke zelfspot besprenkeld:
Nimmer heb ik zoetgevooisdere verzen
Onder ogen gekregen dan de jouwe, O Hafez!
Dat durf ik te zweren op de Koran
Die je in je boezem draagt.
(Gebaseerd op de vertaling van Edward Granville Browne.)
Hafez, dichter en mysticus in de soefitraditie
Hafez of Hafiz (Shiraz, ca. 1320 – aldaar, ca. 1390) was een Perzisch dichter en mysticus in de soefitraditie. Hij werd geboren als de derde zoon van een zekere Baha-ud-Din in Shiraz. Zijn volledige naam luidde Khwajeh Shams Al-din Muhammad Hafez-e Shiraz. Hafiz is een Arabisch woord voor ‘iemand die iets uit zijn hoofd kent’, of: ‘hij die de koran uit zijn hoofd kent’ en werd door hem gebruikt als pseudoniem. Zijn lyrische gedichten, de Ghazals, staan nog steeds bekend om hun schoonheid van klank en vorm. De thematiek van liefde en wanhoop, het noodlot, mystiek en vroege soefistische thema's waar de Perzische poëzie al tijdenlang van doordrongen was geweest, kwamen tot volle bloei in zijn vernuftig geconstrueerde en emotioneel aansprekende gedichten. (bron: Wikipedia) De thema’s zijn van alle tijden. Vandaar ook het succes van de mannetjes met de parkietjes: de tekst kun je interpreteren naar het je uitkomt. Als je er gevoel voor hebt, biedt een vers van Hafez troost en inzicht.
Hafez is ongekend populair in dit land. Nog steeds. Wij nuchtere Nederlanders die over het algemeen weinig hebben met poëzie, kunnen ons maar moeilijk voorstellen dat de mensen hier na zoveel eeuwen de nagedachtenis van deze dichter hoog houden en graag een ‘bedevaart’ naar zijn tombe maken. Ik kan me niet voorstellen dat bij ons mensen massaal naar de buurt van Gent trekken om het graf van Jacob van Maerlant te bezoeken...
Al eeuwenlang is er sprake van een verering van Hafez en de geschiedenis van zijn tombe is niet simpel. (zie: https://nl.wikipedia.org/wiki/Tombe_van_Hafez). De tombe ligt in een mooie tuin met o.a. een traditioneel theehuis. De koepel boven de tombe wordt 's avonds fraai verlicht, wat een sprookjesachtig gezicht is. Als wij er zijn in de schemering gaan de lichten net aan.
mensen rond de tombe
even de tombe beroeren met je hand, om je respect te tonen aan de grote dichter, zoveel eeuwen na zijn dood...
in het theehuis kun je je laten opmaken als kind...
... of je laat een parkietje een kaart trekken met een strofe van Hafez die je verlichting zal schenken...
X
En dan al die mensen die even langs het marmer strijken, er de hand op leggen. Er hangt iets van een gewijde sfeer. Men zegt dat de Iraniërs Hafez beschouwen als hun bet-bet-bet-overgrootvader. Iran heeft meer beroemde dichters (Sa'di, Ferdowsi), maar Hafez is speciaal. Men zegt: In bijna elk huishouden vind je behalve de koran zijn gedichten. Er zou niemand in Iran zijn die niet een regel van een van zijn gedichten kent.
Claudia draagt het gedicht van Hafez voor; zie hieronder
Ik las ook vooraf dat bij zijn tombe mensen zouden staan die uit Hafez’ gedichten zouden reciteren. Nu, dat viel mij een beetje tegen. Ik heb ze althans niet gehoord. Behalve onze eigen reisleiders Farid en Claudia. Farid draagt in zangerig Farsi een gedicht voor van Hafez. Claudia draagt bij de tombe -namens ons allen misschien wel- dit mooie gedicht voor, dat ook in haar column op de website van SRC Cultuurreizen staat:
Van God heb ik zoveel geleerd
Dat ik me niet langer meer
Beschouw als een Christen, een Hindoe,
Een Moslim, een Boeddhist of een Jood.
De Waarheid heeft zoveel genereus met me gedeeld
Dat ik mij niet langer meer
Beschouw als een man, een vrouw, een engel
Of zelfs een ziel zo naakt
De Liefde is zo hecht met Hafez bevriend geraakt
Dat zij tot as is vergaan en mij heeft bevrijd
Van iedere notie en voorstelling
Waarmee mijn geest zich ooit heeft vermeid.
De column van Claudia die voorafgaat aan dit gedicht, laat ik hier volgen:
“Hafez, dichter in Shiraz
Door reisleidster Claudia | 05-03-2017 (bron: website SRC-Cultuurreizen)
We zijn in Shiraz, een stad in het zuiden van Iran, dat de sprookjesachtige bijnaam ‘Stad van rozen, nachtegalen en poëzie’ heeft. Deze naam heeft het te danken aan de aanwezigheid van vele prachtige tuinen en beroemde dichters die er gewoond hebben.
Hij die iets uit zijn hoofd kent
Een bezoek aan het mausoleum van Hafez, een van de beroemdste Iraanse dichters, is onontbeerlijk in Shiraz. Op deze plek voel je hoe zeer de Iraniërs houden van hun cultuur en poëzie. De echte naam van Hafez was Khaje Shams od-Din Mohamed en hij leefde in de 14e eeuw. Hafez was zijn pseudoniem en betekent zoiets als ‘hij die iets uit zijn hoofd kent’.
De Iraniërs houden van Hafez en streven er naar, wat de naam van de dichter al aangeeft, om zoveel mogelijk van zijn verzen uit het hoofd te kennen. Bij het graf van Hafez komen zijn fans samen en reciteren naar hartelust de poëzie van deze meesterlijke dichter. Het Iraans is een bloemrijke taal en zelfs als je het niet verstaat, kun je toch genieten van de cadans en het ritme van de woorden. Wij luisteren mee naar de bezoekers die de verzen van Hafez vol passie met luide stem verkondigen. Telkens als iemand klaar is met een vers stijgt er gejuich op en wordt de persoon bedankt door de omstanders. Deze maakt vervolgens plaats voor de volgende reciteur. Er worden in Iran zelfs wedstrijden gehouden wie de meeste verzen van Hafez uit het hoofd kan opzeggen.
Buiten de poort van het grafcomplex staat een man die in zijn ene hand een pak kaarten met verzen van Hafez houdt. Op een vinger van zijn andere hand zit een parkietje die op commando van zijn baas een kaart voor je uit de bundel pikt. Het is een bijgeloof dat de vogel deze kaart speciaal voor jou pakt en dat de tekst er op ook alleen betrekking heeft op jou.
Gevoelige onderwerpen in Iran
De verzen van Hafez gaan vaak over wijn, dronkenschap, kroegen en vrouwen. Dit zijn gevoelige onderwerpen in de Islamitische Republiek Iran. Echter, wanneer je de teksten goed bestudeert, kom je erachter dat deze niet letterlijk genomen moeten worden. Het zijn namelijk metaforen die staan voor een staat van religieus bewustzijn. Als voorbeeld geef ik hier de eerste vier regels van zijn vers Ghazal 47: ‘Wie eenmaal zijn weg vond naar de steeg van de kroeg, Zou wel dwaas zijn als hij naar een ander vroeg, Het Lot kroont geen drinker met dronkenschap, Behalve de geluksvogel aangeschoten door de hoogste roes.’
De drank staat symbool voor het middel dat hem bij God brengt, de plek waar hij de hoogste roes, de hoogste staat bereikt om bij God en het goddelijke te zijn.
Bij het graf van Hafez lees ik altijd een gedicht voor dat mijzelf enorm aanspreekt. Het gedicht stijgt uit boven alle religies en boven de mensheid. Het gedicht toont Hafez’ liefde voor God, maar laat zien dat dit geen God is die door een bepaalde religie is ingegeven of wordt beperkt.”
(volgt het bovenstaande gedicht).
0 – 0 - 0 - 0
In onze hotelkamer hangt een decoratie met een vers van Hafez, ook vertaald in het Engels:
“In the secret house of joy I idolize my desire
From your hair and face, my feet are on fire” (Ghazal 326)
Als we in het restaurant aankomen, bakt de bakker ter plaatse speciaal voor ons een fraai plat brood. Te mooi om op te eten...
Eerst komt de platte deegplak op een kussen; hier wordt die plak ingesneden (wat normaal niet gebeurt) ...
zo gaat hij in de oven (rechts) geplakt worden tegen de wand (zonder kussen uiteraard)...
na korte tijd bakken kan hij eruit...
... en dit is dan het resultaat!
Maandag 29 april
dag 11: Persepolis en Naqsh-e-Rostam
Voor de route: KLIK HIER
Het programma: “Een van de hoogtepunten van deze reis is het bezoek aan de archeologische vindplaats van Persepolis. We dwalen door de ruïnes van deze oude Perzische paleisstad, die in 330 v.Chr. in brand werd gestoken door Alexander de Grote. In Naqsh-e-Rostam bewonderen we de koningsgraven, die uit de rotsen zijn gehouwen. (ca. 140 km)”
Vandaag is de hele dag uitgetrokken voor een hoogtepunt van deze reis : een bezoek aan Persepolis en aansluitend aan de graven van Naqsh-e-Rostam. Het is ruim een uur rijden vanaf Shiraz. Op het complex krijgen we een anderhalf uur durende rondleiding van Farid. Een duizelingwekkende hoeveelheid gegevens passeert mijn oortje. Ik geef hieronder wat informatie die ikzelf bij elkaar zocht.
Het Perzische rijk
Cyrus de Grote was de eerste heerser en stichter van het Perzische rijk, plm. 559 v. Chr. , de Achaemeniden dynastie. Darius I ( de Grote) kwam rond 522 v. Chr. aan de macht. Onder hem bereikt het rijk zijn hoogtepunt. Het rijk van de Achaemeniden onder Cyrus de Grote wordt gewoonlijk als het eerste rijk genoemd dat als "Perzisch" kan worden bestempeld. Het nieuw-Perzische rijk van de Sassaniden was het tweede en laatste Perzische Rijk. Hierna veroverden de Arabieren Perzië.
Het Perzische rijk was een van de grootste uit de geschiedenis. Het reikte van Griekenland tot India, China en Kazachstan en van Libië tot en met Pakistan. Het was in zoverre uniek dat het gebaseerd was op een model van tolerantie en respect voor andere culturen en religies. Vandaar dat het Oude Testament Cyrus (Kores) beschouwt als de redder van de Joden uit de Babylonische gevangenschap. Cyrus staat ook bekend als liefhebber van tuinen. Recente opgravingen bij o.a. Pasargadae hebben uitgebreide irrigatiekanalen getoond die deze tuinen mogelijk maakten. Zijn tuinen werden Paradaisa genoemd. Daar komt ons woord paradijs nog van.
Persepolis
Allereerst: het is nog niet zo lang dat er over de geschiedenis van Persepolis steeds meer bekend werd. Pas in de jaren 1931-1939 deed de universiteit van Chicago hier opgravingen en na 1939 nam de Iraanse archeologische dienst het werk over. In die tijd weden grote ontdekkingen gedaan. Het vlakke terras van 300 bij 450 m ligt op 15 m hoogte ten opzichte van de omgeving. Doordat er een heel systeem van irrigatiekanaaltjes is uitgekapt in de rots weet men dat het ontwerp al klaar was voordat men eraan begon. De waterafvoer werkt overigens nog uitstekend. De vele regen van dit voorjaar 2019 zorgde elders in Iran nogal voor problemen; hier niet.
Persepolis is een door Darius I gebouwde nederzetting in het zuiden van Perzië, nu Iran. Oorspronkelijk heette het Parsa, Persepolis is de Oud-Griekse naam en betekent Stad van de Perzen. Anders dan deze Griekse naam doet vermoeden, was Persepolis geen stad, maar meer een indrukwekkend paleiscomplex. Het was bedoeld voor ontvangsten en evenementen waar de koning zijn macht, rijkdom en de grootte van zijn rijk tentoon kon stellen. Het summum van een Herschaftzeichen dus! Bij de archeologische opgravingen in en rondom Persepolis zijn geen woonhuizen gevonden.
Persepolis ligt aan de ene kant tegen de wanden van de Berg van Genade aan en kijkt aan de andere kant (waar je nu binnenkomt) uit over een weids, redelijk vlak gebied. Vanwege de ligging was het voornamelijk een lente- en zomerpaleis. ’s Winters was –en is- het hier namelijk bitter koud. De praktische besturing van het Perzische rijk vond grotendeels plaats vanuit Babylon, Susa en Ecbatana.
De apadana, nieuwjaarspaleis
Persepolis bevatte twaalf bouwwerken. Het belangrijkste bouwwerk was de apadana (audiëntiehal), waar de sjahs hun audiënties hielden. Tijdens een groot feest, waarvan men aanneemt dat het gaat om het Perzische nieuwjaar (Noroez), kwamen de onderdanen van de verschillende bevolkingsgroepen 'giften' (dat wil zeggen belastingen) aanbieden aan de sjah. Zo zie je nu nog kamelen van de Egyptenaren. Je ziet het verschil tussen de Meden en Perzen door hun hoofdtooien. Uit alle hoeken kwamen de volkeren geschenken geven, als blijk van onderdanigheid en groot respect. Dit aanbieden van de giften is afgebeeld in reliëfs op de oostelijke trappen van de apadana. Gezanten van 23 verschillende volkeren, te onderscheiden aan hun kleding en hoofdtooien, kwamen hun belastingen betalen aan de Perzische koningen. De detaillering van de reliëfs is -ook nu nog- buitengewoon. We hebben er lang bij stil gestaan en ik heb er heel wat foto’s gemaakt.
Dat er respect voor de gasten was, is bijvoorbeeld te zien aan de hoogte van de traptreden op de grote toegangstrap: de treden zijn heel laag (ongeveer 10 cm) en breed zodat de gasten in alle waardigheid in hun prachtige kleding het paleis binnen konden komen.
Alexander, de …Grote…?
De apadana en het schathuis, de twee gebouwen die bij uitstek het symbool waren van het hierboven genoemde afdrachtenfeest, alsook het paleis van Xerxes werden verwoest en verbrand door Alexander de Grote in 330 v. Chr.; een vergeldingsactie voor de Perzische vernietiging van Athene. De schatten uit de paleizen eigende hij zich toe. Een groot aantal overblijfselen uit Persepolis is nu te vinden in het Louvre in Parijs, het British Museum in Londen en het Koninklijk Museum voor Kunst en Geschiedenis in Brussel. Bijna overbodig om te vermelden dat de Iraniërs dit als diefstal van cultureel erfgoed ervaren. Zij weigeren ook om Alexander “de Grote” te noemen…
Volgens de overlevering had Alexander honderden lastdieren nodig om de schatten af te voeren. Archeologisch onderzoek heeft fragmenten van gordijnen gevonden. Koolstofdatering toonde aan dat de gordijnen inderdaad uit de vierde eeuw voor Christus stammen. Deze resten zijn te zien in het museum dat in het herbouwde verblijf van de koninginnen is gemaakt, achter op het terrein. De overige gebouwen lijken de vuurstorm iets beter te hebben doorstaan: het paleis van Darius bijvoorbeeld en de Poort van alle Naties, al zijn beide nu ook ruïnes. Van de Apadana staan voornamelijk alleen nog een aantal kolommen overeind.
De Griekse historicus Kleitarchos sprak enkele jaren na 330 v. Chr. met ooggetuigen van de verwoesting en uit zijn verslag hier een fragment: (bron: Mainzerbeobachter.com)
“Wat betreft Persepolis, de hoofdstad van het Perzische Rijk: Alexander beschreef haar ten overstaan van de Macedoniërs als de meest gehate stad van Azië en gaf haar ter plundering over aan zijn soldaten, met uitzondering van het paleis. Het was de rijkste stad onder de zon en zelfs de gewone huizen waren in de loop der tijden gevuld geraakt met allerlei schatten.
De Macedoniërs gingen erop af, doodden de mannen, plunderden de huizen – talloos, vol mooie meubels en dure objecten. Ze droegen veel zilver en niet weinig goud weg; veel kostbare mantels, geborduurd met purper en goud, vielen in handen van de overwinnaars. Ook het grote koninklijke paleis, beroemd in de hele wereld, was gedoemd tot de vernedering van een totale vernietiging.
De Macedoniërs besteedden de hele dag aan het brandschatten en nog was hun onblusbare hebzucht niet bedwongen. … De vrouwen en hun juwelen werden weggesleept en later behandeld als slavinnen. Zoals Persepolis eens alle andere steden in welvaart had overtroffen, zo overtrof ze hen nu in ongeluk.
Alexander ging naar de citadel en nam de schatten die daar lagen in bezit. De vertrekken waren vol goud en zilver dat daar was verzameld sinds de dagen van Cyrus, de eerste koning der Perzen. Als we het goud omrekenen naar zilver dan werd er 120.000 talenten gevonden. Alexander wilde een deel van het geld meenemen om de kosten van de oorlog te dekken, en de rest laten bewaken in [de reeds veroverde stad] Susa. Hij liet een massa muildieren komen uit Babylon, Mesopotamië en Susa om ze als lastdieren te gebruiken, en vroeg verder om drieduizend dromedarissen. Hij gedroeg zich zeer vijandig tegen de inheemse bevolking en nam zich voor Persepolis compleet met de grond gelijk te maken.”
Poort van alle Naties
Vanaf het grote parkeerterrein is het een eindje lopen in de al warme ochtendzon. In de verte doemt de platte heuvel op, waarop het Persepolis-complex is gebouwd. Ik maak alvast wat foto’s.
de Poort van alle Naties vanuit de verte. Door gebruik van extreme telelens lijkt de berg erachter heel dichtbij.
Om de entree te bereiken moet je een grote trap met 111 traptreden beklimmen. De bouw van de trap begon in 519 voor Christus en de trap is volledig uitgehakt uit grote blokken steen. Wat opvalt zijn de inderdaad lage traptreden en de vele beeltenissen langs de kant. Sinds enkele jaren zijn er houten plankiers over de stenen gebouwd, om die te beschermen tegen de miljoenen voeten die hier overheen lopen.
de brede toegangstrap met treden met weinig hoogteverschil
N.B. Ter verduidelijking neem ik wat foto's op uit Persepolis Recreated (zie: 'boeken'); hier de trap zoals die enkele jaren geleden nog was, zonder de houten bekleding; links de Poort der Naties.
En hier de reconstructie zoals het van oorsprong geweest zou moeten zijn (uit: Persepolis Recreated).
links de poort met de twee zwarte stieren met gouden horens. Op de achtergrond de Apadana.
Poort van alle Naties
vooraanzicht van een van de zijden van de Poort van alle Naties
een van de gevleugelde stieren
idem
Vooraanzicht van de Poort van alle Naties
Dit is een reconstructie van Persepolis Recreated: De poort met de zwarte stieren met gouden horens. Hierdoor traden de afgezanten het complex binnen met hun nieuwjaars'gaven' (= belastingen).
nog eens de poort
detail
nog een detail. Let op de geraffineerde fijnzinnige decoratie in de zuilen
De Poort van alle Naties, ofwel De Poort van Xerxes, vormde en vormt nog steeds de toegangspoort tot het paleizencomplex. Hier werd het bezoek van buitenlandse delegaties aangekondigd en ik kan me voorstellen hoe indrukwekkend dat moet zijn geweest. Het bouwwerk dat Xerxes hier neerzette, is reusachtig groot. De ingang wordt gemarkeerd door twee reusachtige gevleugelde stieren. Als mens val je helemaal in het niet tegen deze dimensies. Onder deze poort kwamen de afgezanten uit het hele rijk dus binnen. De geweldige stieren herinnerden hen, voor zover dat nodig was, eraan dat ze op het punt stonden het hart van de Perzische macht binnen te treden.
De Poort van alle Naties heeft zo te zien de verwoesting door Alexander nog het best doorstaan. Maar ook dit bouwsel is flink beschadigd en slechts een schim van wat het geweest moet zijn. De stieren bij voorbeeld zijn fraai beschilderd geweest: zwart met gouden horens. Een inscriptie van koning Xerxes op een van de pilaren:
“Op het verzoek van de God Ahuramazda bouwde ik deze Poort van alle naties. Veel prachtige en schitterende monumenten werden opgericht in dit Parsa, alles op mijn bevel en op dat van mijn vader, wat we bouwden ter ere van Ahuramazda.”
Voor de hoge bezoekers de Apadana betraden, werden ze verwelkomd in de Welkomshal. Door de zuidelijke uitgang werden ze dan naar de Apadana geleid.
Waar dit vierkante blok voor heeft gediend is niet duidelijk. misschien voor de watervoorziening. Eronder en rechts een kanaaltje dat in het plateau gehakt is.
Hier heeft de Apadana gestaan.
Boven en hieronder een beeld uit Persepolis Recreated; onder de reconstructie: het interieur van de Apadana.
foto's uit Persepolis Recreated; hier waren de enorme 18 m hoge deuren. Let op de vogel op de achtergrond: het Zoroastrische symbool Frahvahar (zie Yazd, hiervoor)
Dit gat en deze steen is nu nog over van de fundering van de deuren.
de westelijke trap
ook hier al fraaie afbeeldingen in de stenen gehouwen
Dit motief komen we op het hele complex tegen: een leeuw die een stier aanvalt en verjaagt. Ik las ergens dat de leeuw voor de dag zou staan die de nacht (de stier) verjaagt. Zou kunnen maar meer voor de hand ligt, gezien de functie van het paleiscomplex als plaats voor de viering van Nowrouz (Nieuwjaar) dat de leeuw symbool staat voor het nieuwe jaar die het oude jaar (de stier) verjaagt. Op diverse plaatsen op het complex is dit beeld terug te zien.
Verder het complex op lopend komen we al langs een trap waar op de zijkant ook al gavenbrengers zijn afgebeeld. Het is nog niet de mooiste; die oostelijke trap komt verderop. We zien nog een overblijfsel van de oorspronkelijke toegang tot het paleis. Er is nog de uitgeholde steen waarin een van de twee enorme deuren scharnierde. Deze deuren waren 18 meter hoog (!) en bedekt met goud en zilver.
Apadana paleis
we wandelen over de grond waar eens de grote ceremoniën plaats vonden: de Apadana
Zo zou het er volgens Persepolis Recreated uitgezien moeten hebben.
wat moeten de afgezanten uit vele delen van de toenmalig bekende wereld zich hier klein hebben gevoeld...
Een van de hoogtepunten van Persepolis is het Apadana Paleis. Dertig jaar werd er over de bouw gedaan. De ambachtslieden werden overigens keurig betaald. Een begin van een monetaire economie.
Deze grote audiëntiezaal behoort tot de oudste bouwwerken van het complex en dateert uit de eerste helft van de 5de eeuw voor Christus. Het totale paleis beslaat een oppervlak van meer dan 1000 vierkante meter en het dak werd oorspronkelijk ondersteund door in totaal 72 zuilen van 24 meter hoog. Daar staan er nu nog maar 14 van overeind. De zuilen waren twintig meter hoog met een vierkante basis, een ronde zuil en bovenop een kapiteel in de vorm van een dubbele stier die ongeveer 15 ton woog. Onvoorstelbaar dat men dat in die tijd kon bouwen! In het oostelijke portiek waren het geen stieren maar leeuwen.
Op de zuilen lag het cederhouten dak, zo groot als een voetbalveld en ondersteund door massieve balken van ceder of cipres.
zuilen oorspronkelijk van de Apadana
Het stuk dat origineel de centrale façade van de trap naar de Apadana sierde, zagen wij in het Nationaal Museum in Teheran. Het andere staat in het museum hier op het terrein. Daarvoor hadden wij helaas geen tijd.
De gedetailleerde afbeeldingen bij de trappen zijn wél bewaard gebleven en moeten 23 afgezanten voorstellen die geschenken meenemen voor de koning. Van Ionische Grieken tot Egyptenaren, van Babyloniërs tot Indiërs.
Een voorbeeld van zo’n gift, bestaande uit gouden armbanden met griffioenen, ingelegd met kostbare stenen, bevindt zich nu in het British Museum, bekend als de Oxus-schat. Nog een: kostbaar textiel van de Babyloniërs ligt nu in de Hermitage in St. Petersburg.
Op Noroez, rond 21 maart, begonnen dan de festiviteiten van het Nieuwe Jaar.
Paleis van Darius
We komen dan langs het privépaleis van Darius. Het is niet toegankelijk. Ook hier is veel fraai beeldhouwwerk te zien. Wat op het hele terrein terugkomt, is het thema van de leeuw die een stier aanvalt. Je moet dit volgens de geleerden zien als het symbool voor Noroez, het niewjaar. Het nieuwe, de leeuw, valt de stier, het oude jaar, aan en verdrijft dat. Ook op de trap van dit paleis is dit reliëf te vinden. Daarboven een kleine stoet van giftendragers, met o.a. dieren (een lam, een hert) onder hun arm.
Het privé-paleis van Darius, wat ervan over is
Ook hier rechts weer de stier en de leeuw
voorgrond het paleis van Darius, op de achtergrond de Apadana
er wordt nog gewerkt aan reconstructies en restauraties
X
De oostelijke trap van de Apadana
Bron: Persepolis Recreated: reconstructie van de Apadana, met de oostelijke trap
de oostelijke trap. Let weer op het symbool van de Vuurtempels, de Zoroastriërs: de Frahvahar (zie Yazd, hiervoor)
Hieronder een aantal foto's van het beeldhouwwerk aan de trap
De afkomst van de afgezanten is te herleiden uit de hoofdtooien en kapsels.
leeuw en stier...
sommigen brengen paarden en wagens of ezels
kamelen
vaten met kostbare oliën
kostbare stoffen
rammen en schapen
amphora met ... wijn?
cipressen
cipres
de hofhouding/ wachters van het paleis stuk voor stuk praktisch identiek gebeeldhouwd
Farid heeft ons een paar uur alle ins en outs van het complex verteld
Riet bij/ op de oostelijke trap
Vervolgens gaan wij eerst de reliëfs op de oostelijke trap bekijken. Deze zijn het compleetst en het best bewaard gebleven. Ik zie onder vele andere gaven als een kameel, een paard, een wagen, rammen en schapen, schalen, textiel, honingpotten, amphora, een stier, armbanden, olifantsslagtanden. Het beeldhouwwerk is van hoge kwaliteit, dat zie ik als leek. Als je ziet hoe fijn en gedetailleerd de bladeren van de cipressen in steen zijn gekapt, of de horens van de rammen, de wol van de schapen en hoofdtooien van de mannen, het zijn eerste klas ambachtslieden geweest die dit tot stand brachten.
Na de rondleiding met commentaar krijgen we tijd voor onszelf. Mijn vrouw en ik lopen langs de hal van de honderd zuilen, tegenover de trap.
Hal van de 100 zuilen
Panoramafoto van de Hal van Honderd Zuilen; op de achtergrond het natuurlijke balkon met rotsgraven waar we nog naartoe klimmen.
De Hal van de 100 Zuilen, ook wel de Kroonhal, werd, zoals de naam al doet vermoeden, ondersteund door 100 stenen pilaren. Het bouwwerk werd gebouwd ten tijde van Xerxes en Artaxerxes I en de over de precieze functie is nog een hoop onduidelijkheid. Het gebouw had een bestuurlijke functie, maar volgens sommigen werd het ook gebruikt als uitvalsbasis voor wachttroepen. Hoewel er nog maar een enkele pilaar overeind staat, is de grootsheid van de hal nog steeds overweldigend. De oppervlakte is 4600 m2 en er konden duizenden mensen in.
We hebben ze niet nageteld maar het zijn er veel, zuilen, althans weer: wat ervan over is...
We zien nog veel meer mooie dingen waaronder deze fraai gebeeldhouwde poort (bij de hal van de honderd zuilen)
links op de achtergrond het museum, waar we geen tijd meer voor hadden....
Aan de ene zijde tegenover de ingang van het hele complex kun je via stenige paadjes omhoog naar een soort natuurlijk balkon, waar nog wat rotsgraven zijn en waar je het hele complex van Persepolis mooi kunt overzien.
ikzelf foto Riet
langs de stenige paadjes groeien en bloeien bloemen
op het natuurlijke balkon zijn ook nog rotsgraven van Perzische koningen
met fraai beeldhouwwerk
we waren er echt...
overzichtsfoto: de Hal van Honderd Zuilen en daarachter na de overkapping de Apadana-zuilen
Op een gegeven moment moeten we weer naar beneden klauteren want de tijd raakt op. Via de onafgemaakte poort wandelen we richting de uitgang. Het is heet vandaag en op dit plateau met veel steen en geen schaduw merk je dat goed. Een flesje water in je rugzakje is geen luxe.
de "onafgemaakte poort"
De laatste sjah en Persepolis
Sjah Mohammed Reza Pahlavi liet het graag breed hangen. En hij wenste graag zijn land te plaatsen in één lijn met de roemrijke geschiedenis van het Perzische rijk. ‘Voor de viering van de 2500ste verjaardag van de Iraanse monarchie, die met enige flexibiliteit voor het najaar van 1971 op de agenda was geprikt, had de sjah diep uit de staatskas moeten putten. In de woestijn bij de antieke hofstad Persepolis liet hij een oase van pijnbomen aanplanten door de Franse landschapsarchitect Truffant.’
Hij had alle vorsten en presidenten die ertoe deden in zijn ogen uitgenodigd. Helaas. ‘De Amerikaanse president Nixon, de Britse koningin Elizabeth, de Franse president Pompidou: ze hadden alle drie bedankt het feest van hem, sjahansjah of 'koning der koningen' van Iran. Hij troostte zichzelf met de gedachte dat maar liefst negen koningen, vijf koninginnen, zestien presidenten, negen sjeiks, twee sultans en dertien prinsen - onder wie Bernhard namens de Nederlandse koninklijke familie - wél acte de présence gaven. Er was zelfs een medekeizer aanwezig: de altijd trouwe negus Haile Selassie van Ethiopië, terzijde gestaan door zijn zwarte chihuahua, getooid met een diamanten halsband.’
De Sjah had het als ik zei, breed laten hangen. ‘Tussen de naaldbomen verrees een kampement van 62 windvaste paviljoens, opgetrokken van Europese vuurvaste synthetische stoffen. De tijdelijke optrekjes waren voorzien van een betonnen fundering, airconditioning, marmeren badkamers, afvoersystemen, paarse zijden wandkleden, neoclassicistische meubelen en porseleinen servies - uiteraard alles geïmporteerd. Voorts werd vanuit Parijs de 159 man sterke staf van het legendarische belle époque-restaurant Maxim's ingevlogen.’
Maar in de verte rommelde de donder reeds. Het onheil kondigde zich al aan. ‘Toen de sjah door westerse journalisten werd gevraagd of het feestbanket niet wat overdadig was - vanwege de droogte dreigde die winter in Iran een voedseltekort - antwoordde hij kortaf: 'Wat had ik vijftig staatshoofden anders moeten voorzetten? Brood met radijsjes?' Dezelfde internationale pers negeerde de felle veroordeling van de festiviteiten die tegelijkertijd in de heilige stad Najaf te beluisteren viel. Staande bij het graf van de sjiitische martelaar Ali, donderpreekte de 69-jarige ayatollah Khomeini vanuit zijn ballingsoord in Irak dat het koningschap onverenigbaar is met de islam en de kwalificatie sjahansjah 'de meest gehate titel in de ogen van God'.’
(Voornaamste bron van dit stuk: www.historischnieuwsblad.nl/)
Naar de uitgang
Bij de ingang/uitgang staan de andere groepsleden en een schoolklas met plezierig assertieve kinderen, meisjes in dit geval. Ze spreken al een paar woordjes Engels en willen dat graag oefenen. Van enige gêne geen spoor. Ze zijn plezierig assertief. Zouden zij in de klas de komende tijd nog iets te horen krijgen over de laatste sjah? En zo ja, wat dan? Dat soort vragen stel ik maar niet aan Farid.
Het is tijd voor de lunch. In de buurt is een ondernemer die hier het een prachtlocatie vond om een (zeer) groot restaurant neer te zetten, met een groot terras, grotendeels onder een bladerdak van forse bomen. Er is een rijk voorzien buffet, koud en warm en we doen ons weer tegoed. Het is hier uitstekend zitten uitblazen van de warmte en van alle culturele informatie die we tot ons namen.
Bij de ingang van het restaurant zijn wat stalletjes waaronder een boekenkraam met een groot assortiment. Wij moeten wat Rials kwijt, dus wij kopen voor 5.250.000 Rial (= plm. € 35) het boek en de dvd in een luxe cassette dat in de bus al ter sprake kwam: “Persepolis Recreated” van Farzin Rezaeian. Het is een fraai uitgegeven fotoboek met korte bijschriften (Engelstalig) en, en dat is het leukste, tal van kunststof ‘overlays’ die je over de foto’s van de huidige situatie legt en dan ziet hoe het er ooit moet hebben uitgezien. Op basis van wetenschappelijk onderzoek zijn deze reconstructies gemaakt. Heel verhelderend en interessant. Er zit in de fraaie cassette een dvd bijgeleverd die een documentaire over Persepolis bevat.
Credits: Voor dit verslag heb ik er ook gebruik van gemaakt. Hiervoor heb je een aantal "reconstructies" eruit kunnen bekijken.
boekenstal bij het restaurant
De bus brengt ons vervolgens 12 km verderop naar het volgende klassieke monument:
Tombes, rotsgraven van Persepolis, Naqsh-e Rustam
Op zo’n 12 kilometer ten noordwesten van Persepolis ligt Naqsh-e Rustam, de begraafplaats voor de oud-Perzische vorsten. De indrukwekkende necropolis vormt naar alle waarschijnlijkheid de laatste rustplaats van Darius I, Xerxes I, Artaxerxes I en Darius II. Naqsh-e Rustam wordt gezien als een van de mooiste archeologische vindplaatsen van Iran. De tombes zijn uit de bergwanden van 65 m hoogte gehakt in de vorm van een kruis. Alle koningen zijn op een zoroastrische manier ‘begraven’, namelijk in graven uitgehouwen in de rotswanden. De inhoud is allang leeggeroofd, maar het blijft een indrukwekkend gezicht. De locatie bevat wat hoger in de rotsen dus de vier graven van Achaemenidische vorsten en op grondniveau zes reliëfs uit de tijd van de Sassaniden.
Achaemenidische graftombes; te zien zijn de graftombe van Darius I; graftombe van Xerxes I; graftombe van Artaxerxes I; graftombe van Darius II
Sassanidische reliëfs
De overwinning van Shapur I. Shapur I verslaat de Romeinse keizer Valerianus I en Philip de Arabier in de Slag bij Edessa.
Het dubbele reliëf met de paarden van Bahram II
inscripties in de rotswand
het zoroastrische kubusvormige gebouw
helemaal links op het terrein staat nog een rots met mooi beeldbouwwerk
De investituur van Ardashir I. Ahura Mazda (rechts) geeft de Ring der Macht aan Ardashir
detail
nog meer detail
Overzicht vanaf de heuvel/ panoramafoto
overzicht vanaf de heuvel
De locatie bevat ook een losstaand bouwwerk: de Ka'ba-ye Zartosht oftewel de kubus van de Zoroastriërs, waarvan niet duidelijk is waarvoor het gebouwd is. Dit laatste lijkt een bijna modern gebouw, recht, vierkant.
We krijgen eerst weer een rondleiding met toelichting en wandelen vervolgens op eigen houtje nog wat rond op het snikhete terrein.
Bij de in- en uitgang zijn toiletten, redelijk netjes, en wat winkeltjes. Een stalletje heeft leuke metalen geëmailleerde borden te koop met motieven zoals je die in de moskeeën vindt in het tegelwerk op de wanden en koepels. Het blauwe email blinkt als de koepel van een moskee. We kopen er een paar voor het thuisfront.
NB: meer info bij deze foto’s van de rotsgraven : https://nl.wikipedia.org/wiki/Naqsh-e_Rustam
Dinsdag 30 april
dag 12: Pasargadae met het graf van Cyrus de Grote, een picknicklunch op een abrikozenboerderij met wijngaard en dan naar Isfahan
Voor de route: KLIK HIER
Het programma: “Vandaag rijden we richting het noorden, op weg naar misschien wel de mooiste stad van het land: Isfahan, waar we de laatste nachten van deze reis verblijven. Onderweg bezoeken we Pasargadae, waar ooit de eerste hoofdstad van het befaamde Perzische rijk te vinden was. We zien hier de graftombe van de legendarisch heerser Cyrus de Grote. (ca. 500 km)”
We rijden Shiraz uit. Op deze plek waren dit voorjaar de gevolgen van de hevige regens waarbij auto's werden meegesleurd en een aantal mensen omkwamen. Er is niets meer van te bespeuren als wij er zijn.
de rivier
Vandaag weer een lange reisdag. Maar wel met een paar leuke onderbrekingen. We verplaatsen ons naar onze laatste verblijfsplaats Isfahan. Daarvoor rijden we eerst hetzelfde stuk als gisteren. We komen dus weer langs de heuvels waarin de rotsgraven van Naqsh-e Rustam zitten, maar rijden nu door naar de eerste halteplaats van vandaag: Naqsh-e Rustam. Dit is een belangrijke archeologische vindplaats. De stad ligt ongeveer 87 km ten noordoosten van de historische stad Persepolis. Het was de eerste hoofdstad van het Achaemeniden (het vroege Perzische Rijk). De stad is gebouwd door Cyrus II. De Perzische heerser wordt in het Oude Testament van de bijbel Kores of Cores genoemd.
Pasargadae, de graftombe van Cyrus de Grote
Het rijk van Cyrus strekte zich, zoals gisteren al gezegd, uit van de Middellandse Zee tot Centraal-Azië en India en was waarschijnlijk het eerste rijk van die grootte. De archeologische site beslaat 160 hectare. De belangrijkste bezienswaardigheid is het mausoleum van Cyrus II. Het graf van Cyrus, bestaande uit een grafkamer met een hellend dak, een vereenvoudigde ionische daklijst en een met een driedubbel rozet gesierde gevel. Het monument, dat op een getrapte onderbouw van 12 x 13 m staat, is in zijn geheel 11 m hoog; het is opgetrokken uit grote kalksteenblokken. Volgens Arrianus (Griekse schrijver (ca. 95 -ca. 175) lag het lichaam van Cyrus in een gouden sarcofaag op een gouden rustbank met een gouden tafel ervoor en stond het graf in een ommuurd park met een wachthuis. Het graf van Cyrus bevatte ooit daarnaast zijn juwelen en mantel. Deze zijn echter sinds lang verdwenen.
Er is dan ook niet zo heel veel aan te zien. Ik maak wat foto’s en loop vervolgens iets verder weg. Hier waren ook de legendarische tuinen van Cyrus de Grote.
De dorre woestijnomgeving is groen en staat in bloei!
Deze oer-tuinen vormden een rijke oase te midden van het dorre landschap en waren aangelegd volgens een geometrisch patroon. Kalkstenen waterleidingen met een gezamenlijke lengte van meer dan 900 meter voerden water door de tuin, waarin zich om de 15 meter kleine vijvers bevonden. Deze leidingen hadden slechts een decoratieve functie; de irrigatie werd via open greppels verzorgd. Tot de vegetatie behoorden fruit- en cipressenbomen, geurige wilde grassen en inheemse bloemen: lelies, rozen en jasmijn. Pasargadae diende als voorbeeld voor tuinen die andere rijke Perzen lieten aanleggen. Maar zowel voor rijke als voor arme Perzen gold een tuin als iets wat de hemel het dichtst benaderde; het woord "paradijs" is dan ook afgeleid van pairidaeza, het Perzische woord voor "ommuurde tuin".
Nu is ook daar niets meer van te zien helaas. Wel is er, als wij er zijn, een betrekkelijk bijzonder fenomeen te zien. De normaal zo dorre woestijnomgeving is namelijk groen en staat in bloei! Door de overvloedige regens van dit voorjaar zijn veel in de bodem sluimerende planten opgekomen en ze vormen nu een zee van voornamelijk gele bloemen. Het lijkt wel een Gronings koolzaadveld! Bij nadere beschouwing staan er ook nog andere bloemen tussen het geel. Riet en ik maken er foto’s van.
als de Groninger koolzaadvelden in het voorjaar...!
Als we klaar zijn, is er koffie. Die gebruiken we in een apart theetentje, met uitzicht op een parkeerterrein, waar een paar mannen een kleurig versierde dromedaris verhuren voor een ritje. Een jongetje mag. Hij heeft er veel plezier in. De zwaar bebaarde eigenaar van de tent laat zich met zijn vrouw graag fotograferen. Was mijn baard nog maar zo zwart!
theestalletje met zwartgeblakerde ketels
Lunch in de abrikozenboomgaard
onderweg
nogal uiteenlopende landschappen
Dan volgt er weer een rit door woestijngebied, soms bergachtig. Soms duikt er een kleine, groene oase op. Een oase mag je zeker ook het gebied noemen waar wij onze picknicklunch vandaag aangeboden krijgen door Daoud & Daoud en de reisleiding. Het betreft een boerderij met o.a. een abrikozenboomgaard en wonder boven wonder in Iran: een vrij grote wijngaard. De abrikozen zijn nog klein en groen. Riet en ik treffen de eigenaar. Hij staat erop ons zijn groene producten te laten zien. Hij spreekt niet veel Engels, maar weet wel duidelijk te maken dat hij niets opheeft met het huidige regime. Hij kan de producten van zijn wijngaard alleen maar in het geniep afzetten. Hij heeft het over whisky maar bedoelt, blijkt even later, wijn. Als hij het over de regering heeft, valt het woord dictator en met zijn hand maakt hij een draaiende beweging boven zijn hoofd. Dat bedoelt hij niet als compliment. Het is een erg aardige man. En hij heeft z'n zaakjes goed voor elkaar hier.
wijngaard in Iran. Vast Shiraz-druiven.... Ik heb het niet gevraagd helaas.
de abrikozen- en wijnboer laat ons graag zijn kostbare bezittingen zien
o.a. zijn abrikozenbomen. Ze zijn nog klein en groen.
hij wil graag met ons op de foto.
Helder bronwater
Zijn land wordt bevloeid met helder bronwater dat hij oppompt met een flinke dieselpomp en dat door betonnen kanalen over de percelen wordt verdeeld. Naast zo’n kanaaltje staan de roze tafeltjes opgesteld. Er is weer brood, er zijn salades en tomaat enz. Het is een heerlijke omgeving om een poosje te relaxen. Ik zit prinsheerlijk in een ouwe fauteuil. Dan man verhuurt dit stukje van zijn land kennelijk vaker voor dit soort gelegenheden. Er zijn een paar redelijk schone toiletten, dus: een geslaagde rustpauze.
lunchtafel
Die zit! En hoe...
In de middag stoppen we nog een keer voor koffie, thee en een ijsje bij de bus, op een parkeerterrein bij een mall. In de tuin zitten groepjes mensen te picknicken. Die Iraniërs picknicken wat af! Riet en ik gaan naar binnen en genieten van een echte espresso en cappuccino.
Om een uur of halfzes, zes uur rijden we Isfahan binnen. Maar er staan files. En die kosten tijd. We krijgen intussen een weids overzicht over de stad als we op een hooggelegen weg rijden. En we rijden over een brug over de rivier de Zayandeh, waar we mooi kunnen zien hoeveel water er wel door stroomt. Het water staat tot de oevers. Dat is bepaald geen gewoon gezicht hier. In aflevering 3 van Onze man in Teheran van Thomas Erdbrink kun je zien dat de rivier kurkdroog is. Door de files is het al vrij laat als we bij het hotel aankomen. Er is weer een rijk gevuld en smakelijk buffet.
onderweg, bij een grote controlepost
bij de bus tijdens een pauze; ik heb twee ijsjes beet, een voor mijn vrouw, die deze foto maakt.
uitzicht uit de bus op de grote stad Isfahan
we rijden over een brug over de rivier de Zayandeh
Isfahan
We zijn nu in de stad Isfahan, alweer de laatste stad die we aandoen op deze reis door Iran. Isfahan of Esfahan is een stad in Iran met 1,8 miljoen inwoners (2011) en is daarmee de op twee na grootste stad van Iran. De stad ligt ongeveer 340 km ten zuiden van Teheran. Het is de hoofdstad van de gelijknamige provincie Isfahan. De stad ligt in een oase op het hoogland van Iran, aan de noordoever van de Zayandeh. Het wordt door sommigen wel de mooiste stad van de wereld genoemd. Ik kan met zulke kwalificaties niet veel. Steden zijn onderling zo slecht te vergelijken. Waarom zou Isfahan mooier zijn dan Rome? Of dan Arequipa, Cusco? Of Tallinn? Praag? Nee, onzin. Maar Isfahan is wel een mooie stad. Onder andere door het Plein van de Imam, dat je zowel overdag als ’s avonds zou moeten zien, en door de bruggen, waar het sociale leven van veel Iraniërs zich voor een deel afspeelt.
We verblijven twee nachten in Hotel Piroozy, First of ChaharBagh Paiin, Imam Hosein Sq., Isfahan.
Dit is dus de stad waarover de dichter P.N. van Eyck schreef in zijn beroemde gedicht ‘De tuinman en de dood’. Het is waarschijnlijk één van de meeste gekende gedichten uit de Nederlandse literatuur. Claudia las het voor in de bus:
De tuinman en de dood
Een Perzisch Edelman:
Van morgen ijlt mijn tuinman, wit van schrik,
Mijn woning in: 'Heer, Heer, één ogenblik!
Ginds, in de rooshof, snoeide ik loot na loot,
Toen keek ik achter mij. Daar stond de Dood.
Ik schrok, en haastte mij langs de andere kant,
Maar zag nog juist de dreiging van zijn hand.
Meester, uw paard, en laat mij spoorslags gaan,
Voor de avond nog bereik ik Ispahaan!' -
Van middag - lang reeds was hij heengespoed -
Heb ik in 't cederpark de Dood ontmoet.
'Waarom,' zo vraag ik, want hij wacht en zwijgt,
'Hebt gij van morgen vroeg mijn knecht gedreigd?'
Glimlachend antwoordt hij: 'Geen dreiging was 't,
Waarvoor uw tuinman vlood. Ik was verrast,
Toen 'k 's morgens hier nog stil aan 't werk zag staan,
Die 'k 's avonds halen moest in Ispahaan.'
uit: Verzameld Werk van P.N. van Eyck (1887-1954)
Herkomst van het verhaal
Er is nogal discussie geweest over de originaliteit van het gedicht. Het is wel zeker dat Van Eyck het niet helemaal zelf heeft bedacht.
Als dichter wordt ergens de grote Hafez genoemd. Erg waarschijnlijk lijkt mij –als leek in de Perzische literatuur overigens- dit niet. De gedichten/ verzen die ik gelezen heb van Hafez zijn in een heel andere sfeer en stijl gesteld.
De moraal is wel duidelijk: aan de dood kun je niet ontkomen, daar hoef je geen moeite voor te doen. Maar wellicht ook: de dood komt onvermijdelijk op zijn tijd; leef tot die tijd dan maar vrijuit –binnen zekere grenzen uiteraard.
In de Wikipedia-pagina over dit gedicht wordt vrij uitvoerig stilgestaan bij de wortels ervan. “De oudste versie van het verhaal is de Babylonische Talmoed waarin koning Salomo een gesprek heeft met de Engel des Doods, die twee van Salomo's klerken zegt te komen halen. Salomo, die in de joodse traditie al eerder een reputatie had verworven als magiër, beveelt daarop enkele geesten om het tweetal in veiligheid te brengen in het land Luz. De volgende dag komt de Dood Salomo lachend tegemoet, omdat de koning zijn dienaren heeft gezonden naar de plaats waar de Engel des Doods ze moest afhalen.
Varianten op dit verhaal duiken in de middeleeuwen op in allerlei teksten, geschreven door islamitische soefi’s als Roemi. Roemi's verhaal behoort tot de bekendste vertellingen in het Midden-Oosten. Verschillende versies zijn opgenomen in Duizend-en-een-nacht. Het verhaal is in Europa geïntroduceerd door de Franse schrijver/filmmaker Jean Cocteau, in diens roman Le grand écart, die drie jaar vóór Van Eycks gedicht werd gepubliceerd. Er wordt van uitgegaan dat Van Eyck - afhankelijk van het gekozen perspectief - óf Cocteau heeft geplagieerd óf zich zonder bronvermelding door de Fransman heeft laten inspireren.” (In Trouw van juni 1995 een lange beschouwing hierover.)
Een mooie parodie op het bekende gedicht vond ik op internet. Deze parodie werd geschreven na de Elfstedentocht van 1985 die bij dooi werd verreden. Ik vond hem te leuk om hem hier niet op te nemen.
DE SCHAATSENRIJDER EN DE DOOI
Een Friese stempelaar:
Vanmorgen ijlt een rijder, wit van schrik,
Mijn hokje in: ‘Mijnheer, één ogenblik!
Ginds op de trekvaart gleed ik nog zo mooi.
Toen keek ik onder mij: daar was de Dooi.
Ik schrok en haastte mij naar de andere kant,
Daar kluunde ik een tijdje door het zand.
Geef mij uw stempel, een stuk touw en ook een priem,
Voor de avond nog bereik ik Bartlehiem!’ -
Vanmiddag (lang reeds was hij heen gespoed)
Heb ik in ‘t stempelhok de Dooi ontmoet.
‘Waarom’, zo vraag ik, wijl het water stijgt,
‘Hebt gij vanmorgen reeds de tocht bedreigd?’
Glimlachend antwoordt hij: ‘Geen dreiging was ‘t,
Waarvoor uw rijder vlood. Ik was verrast,
Toen ik vanmorgen in uw hokje heb gezien
Die ik des avonds halen moest in Bartlehiem.’
P. de Weerd
Uit: Meander (2002)
Woensdag 1 mei
dag 13: Sprookjesachtig Isfahan, met het prachtige plein Meidan Emam, de Lotfolah-moskee, het Ali Qapu-paleis, de Imammoskee en de Si-o-se Pol brug
Het programma: “In Isfahan waant u zich in een andere wereld! Hier wordt u overweldigd door de kleuren van de tegelmozaïeken en de pracht van de moskeeën en paleizen. Tijdens onze verkenning van de stad zien we onder andere het grootse Imamplein, de Lotfolah-moskee, het Ali Qapu-paleis en de Imammoskee. In de koninklijke wijk bezoeken we het Chehel Sotun-paleis. En natuurlijk zien we de beroemde bruggen van de stad. (ca. 10 km)”
(opm.: het Chehel Sotun paleis wordt morgen bezocht. Als wij er vandaag aan toe zijn, krijgt Farid door dat er net een groep Chinezen binnen is. Daar wil je niet tussen zitten met hun rumoer, hun zwaaiende selfiestokken en hun kennelijk onbedwingbare neiging om voor elk bijzonder dingetje stuk voor stuk op de foto te willen. Bovendien is het paleis nogal klein. Ook hier hebben de Chinezen als toeristen een slechte naam opgebouwd.)
nogal vertekenende panoramafoto van het plein
Het plein ‘Meidan Emam’ of Naghsh-e Jahan
De bus brengt ons naar het Plein ‘Meidan Emam’. Hoewel het op loopafstand ligt van het hotel, hebben we vandaag zo veel te lopen en te drentelen dat het de reisleiding slim leek om ons toch even te laten afzetten, vlak bij een ingang van het plein. Wel een goed idee, vonden we.
Het Imam Khomeini Square, Meidan Emam, het Plein van de Imam, of met de oude naam Naghsh-e Jahan (die de Iraniërs zelf nog vaak gebruiken), het gaat allemaal om hetzelfde plein. Het plein is aangelegd door sjah Abbas I de Grote tussen 1590 en 1595. Dit plein was de plek waar de Sjah en de handelaren en de andere mensen elkaar ontmoetten. Het plein was het ontmoetingspunt waar mensen uit alle hoeken van de wereld samen kwamen, omdat Isfahan een belangrijke stad aan de Zijderoute was. Daarom is er het gezegde: in Isfahan zie je de halve wereld.
Rechts Ali Qapo en links de moskee van de sjah
middelbare schoolmeiden worden op de foto gezet door andere groepsleden
Nu zijn het de ontspannen sfeer en de spectaculaire architectuur die elk jaar duizenden toeristen trekken. Wij zullen praktisch de hele dag op en rond dit plein doorbrengen. De drie belangrijkste bezienswaardigheden bekijken en ook het plein zelf is de nodige aandacht waard. Ik probeer met veel foto's de sfeer weer te geven.
Sfeer zo relaxt als … in San Francisco
Na de Iraanse Revolutie kreeg het plein zijn huidige officiële naam, die verwijst naar ayatollah Khomeini. Veel Iraniërs blijven desondanks de oude naam gebruiken. Dat juich ik toe. Het plein is 560 meter lang en 160 meter breed, waarmee het qua grootte het zesde plein van de wereld is. Ten tijde van aanleg was het het grootste plein ter wereld. Het plein was oorspronkelijk bedoeld voor ceremonieën en voor sport, zoals polo en paardenraces. Vanaf 1602, toen de dubbele galerij rondom het plein klaar was, werd het ook gebruikt voor handel. 's Nachts werd het plein verlicht met 50.000 olielampen. Tegenwoordig zijn de olielampen vervangen door spaarlampen of led maar ook nu is het plein ’s avonds extra aantrekkelijk door de zoom van verlichte arcades en het spiegelende water in het midden. De sfeer is er zo relaxt, dat ik een heel merkwaardige vergelijking zou durven maken: het lijkt wel San Francisco! Voor ik deze reis begon, had ik nooit gedacht dat ik een vergelijking als deze zou maken! Claudia sprak op de eerste avond niet voor niets: het is inderdaad een reis die onze gedachten en associaties over dit land behoorlijk verandert!
Fraaie architectuur
Aan het plein bevinden zich diverse monumentale gebouwen. Het hele plein is omringd door een dubbele galerij met winkels. Aan de noordzijde van het plein bevindt zich de ingang van de Grote Bazaar van Isfahan. Aan de oostzijde bevindt zich de Sjeik Lutfallah moskee, aan de zuidzijde is de moskee van de sjah (of van de Imam), en aan de westzijde het Ali Qapu-paleis. In het midden van het plein is een ondiep waterbassin met spuitende en ’s avonds verlichte fonteinen. Het plein is door UNESCO tot werelderfgoed verklaard in 1979.
Als ik aan een van de lange zijdes het plein op kom of binnen kom (je voelt je namelijk plezierig omsloten door het plein) ben ik wel onder de indruk. Wat een weidsheid, wat een ruimte. En wat veel groen. En wat een fraaie gebouwen en mooie arcades. In het midden, ongeveer tegenover het Ali Qapu paleis staan rijen koetsjes met paarden ervoor. Ze zullen het de hele dag tot in de avond druk hebben. TIP: Als wandelaar moet je er rekening mee houden dat ze niet remmen.
Masjid-i-Sjeik-Lutfullah, Lotfollah moskee
Toen de bouw van het grote plein klaar was, liet sjah Abbas I de Grote de Sjeik Lotfollah moskee bouwen. De bouw van de moskee begon in 1603 en was klaar in 1619. De moskee is vernoemd naar sjeik Lutfallah Maisi al-Amili, een beroemde geleerde. Hij was op verzoek van Abbas naar Isfahan gekomen. De ingang staat centraal aan het plein. Toch is de moskee zelf schuin erachter geplaatst, zodat er gebeden kan worden richting van Mekka.
de voorkant van de moskee
Het doel van deze moskee was dat deze privé was voor het koninklijk hof (in tegenstelling tot de Sjah-moskee, die bedoeld was voor het publiek). Om deze reden heeft de moskee geen minaretten en is deze kleiner. Westerlingen hadden er zeker geen toegang toe. Pas eeuwen later, toen de deuren voor het publiek werden geopend, konden gewone mensen de inspanningen bewonderen die Sjah Abbas had gedaan om dit een heilige plaats te maken voor de dames van zijn harem, en konden ze het voortreffelijke tegelwerk bewonderen, dat, naar sommigen beweren, veel beter is dan dat van de Sjah-moskee.
Haremdames
Om te voorkomen dat hij over het plein naar de moskee moest lopen, liet Sjah Abbas de architect een tunnel bouwen dwars onder het plein door van het Ali Qapu-paleis naar de moskee. Bij het bereiken van de ingang van de moskee zou men door een gang moeten lopen die rond en rond slingert, totdat men uiteindelijk het hoofdgebouw bereikte. Langs deze gang stonden bewakers en het voor de hand liggende doel van dit ontwerp was om de vrouwen van de harem zoveel mogelijk af te schermen van iemand die het gebouw binnenging. Het zien van haremvrouwen was hoogst ongepast. Het kon je als eenvoudig schepsel de kop kosten. Bij de hoofdingang stonden ook bewakers en de deuren van het gebouw waren altijd gesloten. Tegenwoordig zijn deze deuren open voor bezoekers en is de doorgang onder het veld niet langer in gebruik. En… haremdames zijn er ook niet meer. Tenminste, voor zover mij bekend.
Géén haremdames, maar dames van de universiteit met een vragenlijst
De Lotfallah Moskee is klein maar fijn. En veel bezocht! Buiten staan schoolklassen en ook een paar dames die op de universiteit zitten. Zij hebben een vragenformulier bij zich en de ene vraagt of ze mij wat vragen mag stellen. Merkwaardig: het gaat in het Duits! Het gaat –uiteraard- weer over hoe ik Iran ervaar. En wat ik vind van Isfahan. Welke plekken we al bezocht hebben. En wat van de mensen. En: "Was könnten wir besser machen für Turisten?” Tja, wat moet je daar nou op zeggen als gast -en dan tegen zo’n aardige meid. Ach, ik heb niet veel verbeterpunten, tenminste niet waar deze dames wat mee kunnen. Als we het daarover gaan hebben, breng ik ze wellicht in verlegenheid. Ik geloof dat hier je best over politiek mag praten, maar het lijkt mij toch beter dat onderwerp te mijden. Bovendien moet ik snel de groep inhalen want die zijn al binnen.
Schoonheid en kwaliteit
Deze moskee is een van de architectonische meesterwerken van de Iraanse architectuur en werd gebouwd tijdens het Safaviden-rijk, en staat aan de oostelijke zijde van Naqsh-i Jahan Square/ Meidan Emam. De bouw van de moskee begon in 1603 en werd voltooid in 1619, tijdens het bewind van Sjah Abbas I van Perzië. Reza Shah Pahlavi liet de moskee herbouwen en repareren in de jaren 1920. Het was de eerst-gebouwde van de vier monumenten die nu het plein sieren.
De ingangspartij is al prachtig om te zien, met al die blauwe tegeltjes in mozaïek met talloze decoraties. De kalligrafie en tegels hebben, zo zegt men, in schoonheid en kwaliteit in de islamitische wereld hun gelijke niet. Ik kan dat niet zo beoordelen. Wij hebben in Oezbekistan ook schitterende tegelmozaïeken gezien. En ook in dit land. Maar dat het hier mooi en bijzonder is, dat is zeker. Bij de constructie werden de beste materialen gebruikt en de meest getalenteerde vakmensen ingehuurd.
Ook binnen in de gebedszaal onder de koepel kom je ogen te kort. Ik maak veel foto’s. De koepel is bedekt met tegelmozaïek in de vorm van citroenen, die kleiner worden naarmate ze hoger bij het middelpunt zijn. Daar is –heel klein!- een gestileerde pauw te zien. Die "pauw" in het midden van de binnenkant van de koepel is een van de unieke kenmerken van de moskee. Als je bij de toegangspoort van de binnenste hal staat en naar het midden van de koepel kijkt, zie je, als je goed kijkt, een pauw, waarvan de staart wordt gevormd door de zonnestralen die uit een gat in het plafond komen. Op foto’s is dat een lichte baan.
weer buiten
De structuur van het gebouw is vrij eenvoudig. Een ingangspartij met prachtige iwan en in een hoek van 45 graden daarachter de moskee. Die hoek was bedacht om de ingang recht op het plein te krijgen en toch in de moskee de bid-richting van Mekka (de qibla) te behouden.
Van de leidster van deze groep kregen we kleverige zoetigheid aangeboden, die ze aan de kinderen uitdeelde.
Ik moet wel even mijn plakkerige vingers aflikken. Fingerlickin' good....
Ricoh KR-5 super
We wandelen in het heerlijke weer (’t is vanmorgen nog niet zo heel heet) over het plein. Overal al klasjes kinderen op schoolreis en stellen en gezinnen die op het gras of op een bank zitten. De schoolkinderen lopen in uniform. Op een bank zit een net geklede man met een camera om zijn nek. Het is een Ricoh KR-5 super, een analoge (dus met 35 mm rolletjes) SLR-camera uit begin jaren negentig. De camera vertoont, laten we zeggen, heel wat gebruikssporen. Er zit een elektronenstaafflitser aan, met flink wat plakband erom. De man zegt fotograaf te zijn. Ik complimenteer hem met zijn mooie camera en daar is hij zichtbaar verguld mee. Veel Engels spreekt hij niet maar ik mag wel naast hem komen zitten op de bank. Dan heb je weer het nadeel van een groepsreis: ik moet de groep in de gaten houden want we zijn op weg naar het paleis. Dus ik excuseer me en geef de man een hand en wens hem succes met de fotografie. Hij buigt vriendelijk lachend het hoofd ten afscheid.
de trotse -en vriendelijke- fotograaf
Ricoh KR-5 super
foto Riet
Ali Qapo Paleis
We gaan dus het Ali Qapo Paleis (Ālī Qāpū) bekijken. Het is gelegen aan de westkant van het plein van de Emam. Net als de rest van het plein is het paleis rond 1595 gebouwd. De bouw verliep in verschillende stadia en werd uitgevoerd door sjah Abbas I de Grote van de dynastie der Safaviden.
De bouw begon als een atrium dat toegang verschafte aan de Perzische tuin erachter. In 1602 werd het gebouw verbonden met de dubbele galerij met winkels die het hele plein ook nu nog omringt. Kenmerkend voor het paleis is de talar of veranda aan de voorkant. Die zie je overal waar je op het plein staat. Ali Qapu is 33 m hoog en heeft zeven verdiepingen. Het grondplan meet 20 x 20 m.
Bijzonder aan het gebouw zijn binnen de muurschilderingen met de natuur als thema van Reza Abbasi, de hofschilder, en zijn leerlingen. Er zijn zowel bloemen, vogels als andere dieren afgebeeld. Ook zijn er mensen afgebeeld. Dat is in dit land redelijk bijzonder, omdat in islamitische kunst geen personen en dieren afgebeeld mogen worden. Vandaar al die florale en geometrische en kalligrafische motieven in de kunst. In seculiere kunst kon men zich kennelijk meer permitteren.
Tijdens de regeerperioden van zowel sjah Sultan Hoessein (de laatste Safavidensjah) en onder Nasir al-Din van de Kadjaren (1848-1896), werd het paleis gerenoveerd.
Fraai plafond
De kleuren van het plafond doen me sterk denken aan die van onze kelim uit Yazd
Al vanaf beneden op straatniveau zie je, omhoog kijkend, het fraaie plafond boven de veranda. Vanaf die veranda keken vorsten graag naar sport, liefst polo en paardenraces, die op het veld beneden, waar nu het park is, werd bedreven. Beneden in het gebouw zien we al (priegelige) wandschilderingen.
De trap naar boven en de vensterbanken zijn zelfs versierd met tegelwerk, veelal in bloemmotieven. Op het balkon zien we het mooi ingelegde plafond van dichterbij. En vanaf die veranda of balkon hebben we een fantastisch uitzicht over het plein en de stad erachter. Gemeenteambtenaren zijn bezig het grote waterbassin schoon te spuiten. Aan het eind van de dag zal er weer schoon water in staan en zullen de fonteinen weer werken.
recht tegenover zien we de moskee die we hiervoor bezochten
Ik kan de koepel van de moskee dichtbij halen met mijn 60 x optische zoomcamera (Nikon B 700)
uitzicht
We zien ook de koepel van de sjah-moskee en die van de Vrijdagmoskee die we later beide nog zullen bezoeken. En stuk ‘schil’ van de koepel van de sjah-moskee is onbedekt met tegels. We zullen zien dat ze in de moskee bezig zijn om daar het hele stuk tegelijk te betegelen. Als een stuk schil van een meloen. Hoe ze dat enorme stuk beton en steen op de koepel zullen krijgen?
Stucwerk
Binnen zijn veel wanden beschilderd. Nogal oranje. Op de zesde verdieping werden de koninklijke recepties en feesten gehouden. De grootste kamers zijn te vinden op deze verdieping. Het stucwerk van de feestzaal is overdadig en toch decoratief. Er is een muziekkamer met in de wand ingebouwde klankkasten, zo noem ik het maar. Stucwerk met openingen en afstand tot de muur. Heel merkwaardig en nergens anders zo gezien. Ook is er een ‘geheime’ kamer, een ruimte waar de sjah zich ongestoord kon terugtrekken.
fraai versierde plafonds ook binnen
stucwerk met akoestische ruimtes in de muziekkamer
Het is druk geworden in de vrij kleine ruimtes. Isfahan is een drukke toeristische bestemming, dat merken we telkens weer. We moeten soms even wachten voor we ons kunnen verplaatsen in de kamers en zeker van de ene naar de andere ruimte. We drinken koffie op een terras.
Het is een van onze laatste dagen dus komen er nu ook commerciële dingen aan bod om tegemoet te komen aan hen die nog souvenirs moeten kopen. Zo brengen wij nu bezoek aan een winkel van een fijnschilder, een miniaturist. Hij maakt schilderijtjes maar vooral ook leuke beschilderde doosjes. Het is heel knap werk. Hij zal er vast veel tijd in investeren want de doosjes zijn in onze ogen nogal duur.
doosjes met fraaie miniaturen
Onze buffetlunch gebruiken we in de binnenstad op een binnenpleintje, lekker in de halfschaduw.
heerlijk verfrissend drankje, zonder alcohol uiteraard
De Imam-moskee of moskee van de sjah / Masjid-i-Sjah
staand voor de moskee het plein overziend
en kijkend naar rechts...
De moskee van de sjah kent vele namen. De Masjid-i-Sjah, de Koningsmoskee en de Moskee van de imam. Allemaal correct en in het laatste geval wordt er verwezen naar ayatollah Khomeini. Deze moskee is gebouwd in 1611 en was klaar in 1630. De moskee moest de vrijdagmoskee van Isfahan vervangen. Ook hier zie je dat de ingang evenwijdig is aan het plein, maar de moskee ongeveer 45 graden is gedraaid richting Mekka. De iwan, de ingang, ligt evenwijdig aan het Plein van de Emam en wordt geflankeerd door een dubbele galerij. Als je ervoor staat, heb je een mooi gezicht op het middendeel van het plein met het waterbassin en ook op de winkelarcaden langs de randen. Prachtig!
Top van een van de minaretten
enorm stenen vat, fraai bewerkt, met bronzen rand
een van de deuren, bedekt met bronzen beslag
de binnenplaats met vier imposante iwans en een waterbekken met zuilen eromheen
de indrukwekkende koepel is 52 meter hoog
niet alleen prachtige kleuren maar ook fraai lijnenspel strelen de ogen
De rest van de moskee ligt daarachter. Het 'plafond' van de iwan is opgebouwd uit muqarnas. Dat zijn de ornamenten boven in de iwan die wel lijken te hangen, als een soort druipsteen...In Oezbekistan zagen we dat ook vaak in de koranscholen en moskeeën. Het gebouw zelf meet 130 × 100 meter en heeft een binnenplaats van 70 × 70 meter.
Om de binnenplaats bevinden zich kleinere gebedsruimtes en ruimtes voor de madrassa. De koepel van de moskee is 52 meter hoog en is lichtblauw van kleur. Als je precies midden onder de koepel staat, heb je een fabelachtige akoestiek en zou je een zevenvoudige echo moeten kunnen horen. Er ligt een markeringssteen. Er staat op de grond geschreven dat je alleen islamitische liederen mag zingen. We wilden net Tulpen uit Amsterdam inzetten. Helaas.
Fraaie kalligrafie: Allah in honderdvoud
Sommige delen van het gebouw zijn bekleed met schitterende tegelmozaïeken. De rest van het gebouw is bekleed met zevenkleurige geglazuurde tegels, die goedkoper zijn dan mozaïek. Het gebouw heeft een band met witte letters met religieuze teksten, uitgevoerd in kalligrafie. Het woord Allah staat er talloze malen gekalligrafeerd.
veel kalligrafie-decoratie
Deze moskee is een stuk groter dan die we vanmorgen bezochten. Er wordt aan gewerkt: de koepel staat in de steigers en ook binnen is een stuk onderhanden. Bijzonder vind ik het waterbassin op het binnenplein, met arcades eromheen. De decoraties in tegelwerk zijn overdadig en tegelijk schitterend. Het wordt, volgens mij terecht, beschouwd als een van de mooiste islamitische gebouwen van de wereld, lees ik.
Het is na de middag behoorlijk warm geworden en op het binnenplein van de moskee is het te heet. Velen zoeken een reepje schaduw op. Ook leuk is dat we even achter de rode linten mogen om te zien hoe de restauratiewerkzaamheden in zijn werk gaan. Er wordt overigens niet hard gewerkt als wij er zijn. Hier ligt dus het part van die meloenschil die hier binnen wordt bekleed met tegels en dan later op de koepel komt.
Buiten op het Imam Meidan plein is het waterbassin intussen schoongespoten en weer gevuld. Kinderen wagen zich erin om pootje te baden, terwijl moe in een zwarte chador op de kant staat. ’s Lands wijs, ’s lands eer, maar ik vind het toch een sneu gezicht, die religieuze klederdracht. Die alleen voor vrouwen zo streng geldt.
Man met fotogenieke kop
Ik moet te snel afscheid nemen helaas
In het park ontmoeten we een keurig geklede man met een mooie kop en een prachtige bijna witte baard. Weer een kennis van Farid. Ik maak een paar foto’s van de fotogenieke man. Het is gezellig druk op het plein. ’t Is inderdaad een weldaad om hier te flaneren of op een bankje te zitten. Wij lopen intussen met Farid naar de bazaar. Daar bezoeken we o.a. een winkel met katoenen stoffen die ter plaatse bedrukt worden met handmatig stempelen. Heel vroeger deed mijn vrouw dat ook. Het doet me ook denken aan hoe de eerste boeken in de lage landen werden gedrukt: ook stempelen met soortgelijke blokken. Destijds uit hout gesneden, nu zijn deze denk ik van kunststof. Er zijn best mooie dessins bij, maar wij hebben al een kleed, een kelim. Deze zijn trouwens wel een stuk goedkoper, maar ja, wat wil je. Hier zit heel wat minder arbeidstijd in.
traditioneel (boven) en modern vooruitstrevend (onder)
katoenstempelaar
BAZAAR
zoetigheid, Iraniërs zijn er dol op. Re: dit is gekristalliseerde suiker voor in/ bij de thee. Men neemt de suiker in de mond en drinkt de thee erbij.
We drinken koffie of thee in het oudste theehuis in de bazaar, te bereiken via een smalle gang. De zaak zelf is ook een smalle pijpenla. Er staat en hangt van alles aan de wanden en aan het plafond.
Daarna lopen we terug naar het hotel, waarvandaan we ’s avonds weer vertrekken voor een diner in de stad. We eten een traditionele stoofpot met walnoot, kip, granaatappel en meer. Het ziet er niet smakelijk uit (zoals meer stoofpotjes) maar het smaakt uitstekend.
traditioneel restaurant
Si-o-se Pol brug
Terug lopen we via een van de beroemdste bruggen in de stad, de Si-o-se Pol. Hier komen de stedelingen naartoe om elkaar te ontmoeten, te relaxen, samen te zingen of te luisteren, en nu vooral ook om het geliefde water in de rivier snel voorbij te zien stromen. Dat is een fenomeen dit jaar. Aan het water zitten op de kaderand een stel meiden te zingen. Hun wat aarzelende geluid komt net boven het geruis van het water en de stad uit. Ik maak er een filmpje met geluid van.
Als ze dat doorhebben, staan ze meteen om me heen. Ze vinden het prachtig en willen mijn filmpje graag op hun telefoon overnemen maar ik weet niet hoe dat moet. Bovendien moeten we verder. Dat vinden ze wel jammer. Wij ook. Onder de brug is een soort stroomversnelling en hier kun je goed zien dat er nu veel water is. Het kolkt er echt onderdoor. Op de stenen randen van de brug zitten veel mensen met hun benen te bengelen en te kijken naar het voortsnellende water.
Si-o-se Pol ("brug met 33 bogen"), ook bekend als de Allahverdi-Khanbrug, is een van de elf bruggen van Isfahan in Iran. De stenen boogbrug ligt over de Zayandeh en is een bekend voorbeeld van brugontwerpen van de dynastie der Safaviden. De brug werd in de periode van 1599-1602 na een opdracht van Abbas I van Perzië aan zijn kanselier Allahverdi Khan gebouwd. De brug bestaat uit twee rijen van 33 bogen. Bij het begin van de brug heeft deze een bredere basis. De brug is zo'n 298 meter lang, bijna 14 meter breed en de langste overspanning is 5,6 meter.
De bogen zijn ’s avonds mooi verlicht; het licht weerspiegelt in het glinsterende water. We flaneren over de brug, staan hier en daar stil en kletsen soms even met een nieuwsgierige Iraniër. Hier hadden we nog wel wat meer tijd voor willen hebben, maar de bus wacht om ons het laatste stuk naar het hotel te brengen.
De meiden op de voorgrond zingen liedjes; ik neem hun weemoedige gezang op. Ze willen het bestand delen maar ik weet niet hoe...
aan de andere kant van de brug
feestelijk verlichte rotondes
de stad bij ons hotel in de buurt
Donderdag 2 mei
dag 14: De Parel van Iran met Chehel Sotoun Paleis, de oeroude Jame (vrijdag) moskee, de oude Armeense wijk met de christelijke Kelisa-ye Vank-kerk en de oude Pol-e Shahrestan-brug
Het programma: “We vervolgen onze kennismaking met Isfahan. We zien onder andere de prachtige Pol-e Shahrestan-brug, die in de 12e eeuw is gebouwd op de fundamenten van een Sassanidische brug. In de oude Armeense wijk bezoeken we de christelijke Kelisa-ye Vank-kerk, die is gebouwd tussen 1606 en 1655. Hier bewonderen we goed bewaarde muurschilderingen. Ook zien we de Jame-moskee, waarin diverse islamitische bouwstijlen zijn te ontdekken. Aan het einde van de middag kunt u, net als veel inwoners van de stad, nog een rondje over het indrukwekkende Imam-plein lopen. (ca. 10 km)”
Eerst moeten we vandaag nog een programmapunt van gisteren afwerken, en wel: Chehel Sotoun paleis en tuinen.
Chehel Sotoun (ook wel Chehel Sotoon) paleis en tuinen
Chehel Sotoun is een paleis in Isfahan dat in de 17e eeuw gebouwd is door, alweer, sjah Abbas I. Het paleis werd gebruikt om de gasten van de sjah te ontvangen bij feesten en recepties. Het paleis is gelegen in een Perzische tuin, aan de korte zijde van een rechthoekige vijver. Deze tuin werd in 2011 als een van de voorbeelden van een Perzische tuin erkend als werelderfgoed. De naam betekent 'Veertig Zuilen' in het Perzisch en komt van de weerspiegeling in de vijver van de twintig slanke houten zuilen van de entree. De twintig echte zuilen en de twintig weerspiegelde geven het paleis haar naam. De zuilen zijn van cederhout, de vier in het midden rusten op een stenen basis in de vorm van een leeuw.
We zijn niet de enige bezoekers op deze toch nog vrij vroege ochtend...
2 x 20 zuilen, tel ze maar na
links en rechts van het waterbekken zien we al de tuinen met een keur aan bomen
de gevel en het fraaie plafond
stenen voet van een zuil
plafond met spiegels
Bijzondere wandschilderingen
Het paleis is vooral beroemd om de verschillende schilderingen in het interieur. De islamitische kunst is meestal an-iconisch, dat duidt op de afwezigheid van afbeeldingen, in het bijzonder van afbeeldingen van God en van levende wezens. Afgebeelde figuren zijn dan ook zeldzaam. De schilderingen in dit paleis vormen daarop een uitzondering. Hoewel: wij hebben ze wel meer gezien op deze reis. In de koopmanshuizen in Kashan, bij voorbeeld. En bijv. in het Ali Qapu.
het plafond is ook hier bewonderenswaard
een van de kleinere wandschilderingen, vaak met een arcadisch thema
De tuin was eigenlijk slechts een onderdeel van de oude, veel grotere Jahan Nama tuin. De tuin is nu niet zo groot meer door voortschrijdende urbanisatie, nieuwe wegen en administratieve gebouwen. Hij beslaat nu nog altijd 58.000 m2.
We komen binnen en staan dan voor het rechthoekige waterbassin, waarin inderdaad de twintig zuilen weerspiegelen. Eigenlijk zie ik zo uit de verte maar een stuk of zes zuilen. Langs het bassin staan fraaie bomen en heesters. De zuilen ondersteunen een dak waarvan de onderzijde doet denken aan dat in de veranda van het Ali Qapu Paleis. Wat niet zo vreemd is natuurlijk: ze stammen uit dezelfde tijd.
Binnen is het nu ook druk maar het is te doen. Er zijn inderdaad in de audiëntiezaal heel veel wand- en plafondschilderingen te zien. Farid doet zijn best met toelichten; ik kijk rond en maak foto’s, ook van details die mij aanspreken. Er zijn woeste krijgstaferelen maar ook lieflijke plaatjes van mensen rond maaltijden en muziek makende mensen. En heel verfijnde genretafereeltjes. Deze laatste doen mij haast Chinees of Japans aan.
detail
sommige genreschilderijtjes doen bijna oosters, (Chinees of Japans) aan
hele wanden zijn met schilderingen bedekt
in de tuin
in een prieel in deze heerlijke tuin drinken we koffie
rozen en goudsbloemen, die zien we veel deze reis. En viooltjes.
In de tuin waar we nog even doorheen lopen is een theehuis waar we op het terras onze koffie of thee drinken. Het is een heerlijke plek om te zitten, in de schaduw van de oude bomen, met vogelgezang en heerlijke geuren van de bloeiende rozen.
De Vrijdagmoskee, Masjed-e Jame
De vrijdagmoskee ligt niet aan het grote plein maar wat verder weg, tegen de bazaar aan, zoals dat vroeger altijd gebruikelijk was. Voor de ingang is het druk...
...en een beetje chaotisch
We komen binnen in een van de oudste delen. Hier moet e.e.a. gestut worden.
heel mooi is wel de decoratie door structuren in de bakstenen gewelven
plafond/ koepel
Deze ligt wat verder verwijderd van het Meidan-e Emam. Het gebouw vertoont een mengeling van bouwstijlen. In de gang net na de ingang worden alle bouwfasen toegelicht. De oudste resten dateren al uit de 8e eeuw, maar telkens werd er weer aan veranderd en bijgebouwd. Een deel ervan is trouwens in de Iran-Irak-oorlog in 1985 gebombardeerd maar intussen weer hersteld.
De moskee was tot 1630 de belangrijkste moskee van Isfahan. In 2012 werd de moskee door UNESCO toegevoegd aan de werelderfgoedlijst. De moskee werd vooral sterk uitgebreid tijdens de regeerperiode van de Seltsjoeken onder Malik Sjah I. Nadat Malik Sjah in 1086 de Grote moskee van Damascus had gezien, besloot hij in zijn hoofdstad Isfahan de al bestaande moskee sterk uit te breiden. Hij liet de bestaande moskee gedeeltelijk slopen en maakte van de zo ontstane ruimte een binnenplaats.
Rondom de binnenplaats kwamen vier iwans (ingangen). Dit was de eerste keer dat een moskee voorzien werd van vier van zulke ingangen. De inspiratie hiervoor kwam van de pre-islamitische Iraanse Sassaniden, die hun paleizen op die manier bouwden.
De zuidelijke iwan of de qibla iwan die de richting (qibla) van Mekka aangeeft, werd het mooist gedecoreerd. Achter deze ingang werd de zuidelijke koepel gebouwd. Twee jaar na de verbouwing door Nizam al-Moelk, bouwde diens rivaal Taj al-Moelk de noordelijke koepel. Deze is weliswaar kleiner dan de zuidelijke, maar wordt vaak als eleganter beschouwd.
detail van foto boven
preekstoel
gebedskleitabletten, om met je hoofd aan te raken bij het gebed
Gedurende vele eeuwen was de vrijdagmoskee de centrale moskee, waar ook op vrijdag de khutbah ('preek') werd gehouden. Dit veranderde in de tijd van sjah Abbas I de Grote. Na de oplevering van de door hem gebouwde Moskee van de sjah in 1630 werd die moskee de belangrijkste moskee van Isfahan.
Ook hier zien we weer de houten blokjes, soms staafjes, in de zuilen die het gebouw aardbevingsbestendiger moeten maken. De moskee verschilt flink van die van de Sjah. Hier zijn ook bakstenen gewelven, en de decoratie is hier meer overwegend geel-bruin-goud van kleur. In de baksteengewelven zie ik prachtige patronen. De tegeltjes zitten meer op de later toegevoegde delen.
Voor de lunch rijden we alvast naar de Armeense wijk.
een traditionele en zeer voedzame lunch...
Armeense wijk met Vank / Heilige Verlosser Kathedraal
De komst van de Armeense Vank in Isfahan
De Vank-Kathedraal is een Armeens-Apostolische kerk in Isfahan. Vank betekent kathedraal in het Armeens. In het begin van de 17e eeuw is deze kerk gebouwd, die officieel ‘Kathedraal van St. Joseph van Arimathea’ heet. De oude hoofdstad was toen Tabriz, in het noordwesten van het rijk. Sjah Abbas I de Grote was bang dat dat deel van zijn rijk aan het Ottomaanse Rijk zou vervallen, wat inderdaad later ook gebeurde. Hij verplaatste zijn hoofdstad naar Isfahan. In 1604 bracht hij ook 3000 Armeense gezinnen afkomstig uit de stad Culfa naar Isfahan. Culfa ligt nu in de Azerbeidzjaanse exclave Nachitsjevan.
een kruis op een kerk, dat zie je hier niet veel
Maar hier in de Armeense wijk staan meer christelijke kerken. Wij bezoeken de Vank kathedraal.
in het kleine museum deze jaren vijftig kamer
Abbas I deed dit ook om de handel in zijn nieuwe hoofdstad te bevorderen, vooral om de zijdehandel te kunnen blijven controleren en omdat hij de Armeense ambachtslieden goed kon gebruiken. Hij bouwde een nieuwe wijk, Nieuw Culfa, en stelde de Armeniërs in staat eigen kerken te bouwen. In 1606 bouwden zij hun eerste kathedraal, die later tussen 1655 en 1664 vervangen werd door het huidige gebouw. Tot op heden wordt de kerk nog steeds gebruikt voor religieuze diensten. In het altaar bevinden zich de relikwieën van de heilige Jozef van Arimathea.
Armeense genocide
Naast deze kathedraal zijn er nog twaalf Armeense kerken in Isfahan. Enkele van deze kerken zijn de Bethlehemkerk, de Kerk van Maria en de Kerk van Sint-Joris. Naast de kathedraal is ook een museum. Hier bevinden zich verschillende voorwerpen uit de geschiedenis van Armeniërs in Isfahan. Zo is ook de eerste gedrukte Armeense bijbel te zien, die gedrukt is in 1665 in Amsterdam.
Buiten voor de kerk staat een soort van klokkentoren. De meeste klokken staan overigens op de grond eronder. De kerk ziet er totaal anders uit dan de moskeeën waaraan we gewend zijn geraakt, deze weken. Buiten zit een groot bord aan de muur gespijkerd met de vlaggen van alle landen die de Armeense genocide hebben erkend. Nederland staat daarbij.
We bekijken zowel de kathedraal als het museum. Eerst maar het museum want in de kerk is het druk. In het museum is niet zo veel te zien, maar het is wel even aardig. Ik maak een foto van een jaren vijftig studeerkamer.
In de kathedraal heel veel muur- en plafondschilderingen. Zoals het in oosters-orthodoxe kerken gebruikelijk is, is er bijna geen onbeschilderd plekje te vinden. Het Nieuwe Testament wordt hier naverteld in platen. Merkwaardig: tot op schouderhoogte doen de decoraties islamitisch aan en ook de koepel doet dat. Op de tegenover liggende wand staat een enorme schildering van het Laatste Oordeel, God bovenaan, dan de hemel en hel onderaan -en dus het best zichtbaar- en daartussen wordt het pleit beslecht door engelen. Ik zie ook een afbeelding van het Laatste Avondmaal.
koepel en wanden zijn bont beschilderd, zoals het hoort...in Oosters Orthodoxe kerken
scene uit de bijbel: de engel bij het graf na de Opstanding van Jezus
de onderkant van de muren is traditioneel Iraans/ Perzisch van decoratie
voorstelling van hemel (bovenaan) en hel (onderaan) en de Dag des Oordeels
de hel
het oordeel
de hemel
meer bijbelse voorstellingen
het Laatste Avondmaal
Hoewel Farid zijn best doet het voor te stellen alsof iedereen in Iran de godsdienst mag kiezen die hij wil, is er in de praktijk heel wat minder reden tot juichen, zeker in christelijke kring. Meer informatie over de kathedraal en over de christenen in Iran: https://www.digibron.nl/search/detail/012dc6252daf9f400269e617/isfahan-christelijke-parel-van-iran
Het is druk als we door de stad rijden naar onze laatste brug:
Pol-e Shahrestan-brug
De Shahrestan-brug is de oudste brug over de Zayandeh-rivier. De fundamenten dateren uit het Sasaniaanse tijdperk (3de tot 7de eeuw), maar hij werd twee keer gerenoveerd, eerst in de 10e eeuw en vervolgens in de 11e eeuw.
De brug bestaat uit twee parabolen. De verticale parabool zorgt ervoor dat het midden van de brug het hoogste punt is. De horizontale parabool produceert een bocht naar het westen en versterkt deze tegen de stroom van de rivier. De brug is 107,8 meter lang en gemiddeld 5,2 meter breed. Hij heeft twee rijen puntige bogen, dertien grote over de rivier zelf en acht kleinere ertussen. Het doel van de laatste is om de stroming van water tijdens overstromingen te versnellen, waardoor de belasting van de structuur afneemt. (De Zayandeh-rivier is onlangs omgeleid op ongeveer 100 meter van de brug in de richting van het zuiden, waardoor er een kunstmatig meer rond de brug overblijft om die te beschermen tegen verdere schade.)
ook hier veel water!
in de nissen onder de bogen van de brug wordt gerelaxt en gemusiceerd
Er zitten ook op deze brug heel wat mensen te kletsen, te musiceren en te relaxen. Ik sta bij verschillende groepjes even te luisteren en ik film stukjes met geluid. Iemand alleen of een paar mensen met een muziekinstrument gaat zitten en vanzelf verzamelen zich mensen om hem (geen haar, geen vrouwen!) heen die gezellig gaan meezingen. Hier nog meer dan bij de brug Si-o-se Pol kun je zien hoe snel het water stroomt. Het kolkt echt onder de gewelven door. Drie prachtige jonge meiden poseren graag voor een foto. Nog even de hoofddoek recht trekken en dan smile! Een groepje jonge vrouwen zit te kaarten op een kleed, een theepot op een komfoortje ernaast. Kortom, een relaxt leven hier op en om de brug.
Laatste diner en terugblik
Deze avond hebben we ons laatste gezamenlijke diner. Claudia, Farid, Daoud & Daoud krijgen een enveloppe waarin iedereen een bedrag heeft gestopt, naar gelang hij de diensten op prijs heeft gesteld. Een paar groepsleden overhandigen de envelop met een praatje erbij. Mijn vrouw en ik zijn zeer tevreden over de service van alle vier.
Claudia verleende services (o.a. geld wisselen voor ons, beheer fooienpot, beheer van een extra gezamenlijke pot waaruit bijna alles betaald werd aan lunchmaaltijden, entrees, koffie; voorkeuren in het hotel regelen, etc. etc. ) en ze gaf goede achtergrondinformatie, gedoseerd en to the point. Wat ik zeker ook kon waarderen was, dat ze heel betrokken was bij de Iraanse bevolking en vanuit dat perspectief de laatste politieke ontwikkelingen met ons besprak. En altijd vriendelijk en geïnteresseerd.
Farid (en zijn bedrijf Arg-e-Jadid) had de zaak qua organisatie uitstekend onder controle en hij gaf zeer veel informatie ter plekke over alles wat we te zien kregen. Als ik alle informatie had kunnen onthouden en hier had kunnen weergeven was dit verslag nog een heel stuk dikker geworden…
De beide chauffeurs Daoud & Daoud reden niet alleen uitstekend maar verzorgden ook vaak de koffie en diverse picknicklunches en lekkere dingetjes er tussendoor. Ook zij waren heel klantgericht en gastvrij.
Wij hebben al diverse groepsreizen meegemaakt, o.a. met Baobab, Koning Aap, en de meeste met SRC-Cultuurreizen, maar we hebben zelden een reis gemaakt waarvan de organisatie en realisatie zo perfect was.
Het enige wat mijn vrouw en ik voor ‘verbetering’ vatbaar vonden was dit: geef wat meer tijd voor het bezoek aan de bruggen in Isfahan en in Teheran (Tabiatbrug). Een half uur was daar eigenlijk te kort. Juist daar kun je goed met de bevolking in contact komen.
Het Meidan Emam plein bij nacht
’s Avonds na het diner lopen Riet en ik met een groepje anderen mee naar het Meidan Emam plein. Daar raken we de rest meteen kwijt. Bij avondlicht en bij kunstlicht is het plein bijna nog mooier, in ieder geval nog sfeervoller dan overdag. Alle verlichte bogen in de arcades worden weerspiegeld in het water, de fonteinen sproeien en zijn mooi verlicht, de mensen zitten in groepjes in het gras of op bankjes en flaneren langs de winkeltjes. In Rome we do as the Romans do dus ook wij flaneren, kijken, zitten, en genieten. Na een poos lopen we met z’n tweeën terug naar ons hotel. Nergens hebben we ons een moment onveilig gevoeld.
Een betere afsluiting van deze reis hadden we niet kunnen hebben.
Sfeertekening in een reeks foto's van Imam Meidan plein bij avond
Evaluerend…
Het is een sfeervol en gedenkwaardig afscheid van een land waar we toch met gemengde gevoelens naartoe gingen, maar dat al onze verwachtingen overtroffen heeft. Ook was het een reis, ik merkte het al eerder op, die onze mening over het land en de associaties die ik erbij had grondig heeft bijgesteld. Ik had al een en ander gelezen over de gastvrijheid van de gemiddelde Iraniër maar om die zelf te ondergaan, dat is wel heel apart. Iets dergelijks maar toch in mindere mate heb ik alleen in Vietnam meegemaakt, denk ik.
Wat ik echt niet verwacht had, heel veel dingen. Maar bij voorbeeld: al die relaxte picknickende en flanerend mensen in tuinen en parken en op de bruggen.
Echte hoogtepunten kan ik niet zozeer noemen, of het zou Persepolis moeten zijn. Eigenlijk vond ik bijna alles wat we zagen zeer de moeite waard. Of het nu de tuinen waren, de bazaars, de moskeeën in soorten en maten, de koopmanshuizen, de oude steden en straatjes, de bruggen, de picknicks, het eten, het was allemaal prima. Onvergetelijk.
De informatie van Farid en Claudia was goed in kwantiteit en in kwaliteit. Claudia wist net iets beter te doseren dan de enthousiaste Farid. Die doceerde soms wat (te veel), naar mijn/ ons gevoel.
Nee, wij hadden letterlijk niets te klagen. We wensen deze sympathieke bevolking, de 'gewone' mensen, een goede, vreedzame toekomst toe. Al houden we daarvoor ons hart wel een beetje vast, deze dagen.
Insh'Allah, zullen we maar zeggen.
(Juli, 2019)
Terugreis Vrijdag 3 mei; dag 15: Isfahan – Amsterdam
Het programma: “Vrijdag 3 mei; dag 15: Isfahan – Amsterdam
Na een boeiende reis stappen we in het vliegtuig voor de terugvlucht via Istanbul naar Nederland. (ca. 30 km)
Vluchtschema:
Isfahan - Istanbul 04:00 - 06:05 uur
Istanbul - Amsterdam 07:05 - 09:40 uur”
Dan komt de terugreis in beeld. Om 00.00 uur moeten de koffers op de gang staan. Om half één ’s nachts vertrekken we naar de luchthaven, 40 minuten rijden.
Isfahan is een kleine luchthaven. Het gaat er zo midden in de nacht een beetje gezapig aan toe, vind ik. We zitten maar wat te hangen, wat lezen, wat slechte koffie halen en drinken. Je lijf wil slapen maar dat gaat dus niet. Uren kruipen voorbij. Dan eindelijk kunnen we ‘boarden’.
En eindelijk vliegen we dan. Om zes uur ’s ochtends landen we op Istanbul (New) Airport, op de splinternieuwe luchthaven (IST). Deze luchthaven had bij de opening al een capaciteit van 90 miljoen passagiers per jaar, maar wordt nog verder uitgebreid tot een totale capaciteit van 150 tot 200 miljoen passagiers per jaar. Op 6 april 2019 zijn alle vluchten van Turkish Airlines van de luchthaven Istanboel Atatürk naar de nieuwe luchthaven verplaatst. De bouw (eerste fase) heeft 22 miljard euro gekost.
Toch hebben ze de zaakjes nog niet goed onder controle, of het vliegveld niet, of Turkish Airlines niet of allebei niet, want wij hebben hier een flinke vertraging te verduren. Eerst staat er ‘40 minuten delay’ op de borden en op mijn app, maar dat wordt gemakkelijk anderhalf uur en zelfs als we in het toestel zitten, staan we nog weer anderhalf uur te wachten tot het ding eindelijk het luchtruim kiest, zoals het dan zo mooi heet. We zijn gaar! Drie uur extra lummelen. En er zat al ruime overstaptijd tussen de beide vluchten.
Op het zes weken oude vliegveld eten en drinken we wat, we kopen wat goedkope kleren en slenteren rondjes. Dat gaat snel vervelen. Maar het zitten in een toestel dat maar niet vertrekt is nog veel erger frustrerend. Zouden we om goed één uur ’s middags op Schiphol landen, dat wordt nu dus na vier uur. Dan nog even wachten op de taxi -het taxiritje van Hoogeveen naar huis kost trouwens ongeveer evenveel als de treinreis van Schiphol naar Hoogeveen-, maar om half zeven ’s avonds zijn we dan toch eindelijk thuis. Afgepeigerd maar toch intens tevreden over een fantastische reis.
Dit is het einde van dit reisverslag.
Mocht u naar aanleiding hiervan een vraag of een opmerking hebben, neemt u vooral contact met mij op. Dat kan via de Contact-pagina in het hoofdmenu van deze website. U krijgt antwoord!
Hierna is er nog een pagina met ALLE foto's uit dit verslag, zonder bijschrift.
Op deze pagina ziet u alle 1076 foto's uit dit verslag -zonder bijschrift.
Klik erop om te vergroten.
DSCN8844
DSCN8845
DSCN8846
DSCN8847
DSCN8848
DSCN8849
DSCN8850
DSCN8851
DSCN8852
DSCN8853
DSCN8854
DSCN8855
DSCN8856
DSCN8857
IranL0002
IranL0003
IranL0004
IranL0016
IranL0018
IranL0019
IranL0021
IranL0023
IranL0024
IranL0025
IranL0026
IranL0027
IranL0028
IranL0029
IranL0030
IranL0031
IranL0036
IranL0038
IranL0039
IranL0044
IranL0046
IranL0048
IranL0051
IranL0053
IranL0057
IranL0058
IranL0060
IranL0066
IranL0067
IranL0071
IranL0075
IranL0077
IranL0078
IranL0083
IranL0084
IranL0085
IranL0088
IranL0089
IranL0092
IranL0094
IranL0095
IranL0099
IranL0101
IranL0106
IranL0108
IranL0110
IranL0112
IranL0114
IranL0120panorama
IranL0121
IranL0122
IranL0125
IranL0127
IranL0128
IranL0130
IranL0136
IranL0139
IranL0141
IranL0142
IranL0147
IranL0150
IranL0154
IranL0159
IranL0160
IranL0161
IranL0162
IranL0167
IranL0168
IranL0171
IranL0180
IranL0183
IranL0186
IranL0188
IranL0189
IranL0192
IranL0194
IranL0201
IranL0210
IranL0212
IranL0214
IranL0216
IranL0219
IranL0221
IranL0222
IranL0223
IranL0225
IranL0230
IranL0239
IranL0243
IranL0245
IranL0247
IranL0248
IranL0249
IranL0255
IranL0257
IranL0259
IranL0262
IranL0265
IranL0267
IranL0269
IranL0272
IranL0279
IranL0285
IranL0287
IranL0288
IranL0290
IranL0291panorama
IranL0297
IranL0300
IranL0303
IranL0308
IranL0311
IranL0313
IranL0316
IranL0318
IranL0319
IranL0321
IranL0326
IranL0330
IranL0338
IranL0341
IranL0344
IranL0345
IranL0346
IranL0347
IranL0349
IranL0350
IranL0351
IranL0353
IranL0357
IranL0359
IranL0360
IranL0364
IranL0367
IranL0368A
IranL0370
IranL0372
IranL0375
IranL0383
IranL0384
IranL0385
IranL0386
IranL0389
IranL0392
IranL0394
IranL0396
IranL0400
IranL0402
IranL0404
IranL0405
IranL0409
IranL0411
IranL0412
IranL0413
IranL0414
IranL0415
IranL0418
IranL0419
IranL0421
IranL0423
IranL0427
IranL0429
IranL0430
IranL0432
IranL0434
IranL0443
IranL0450
IranL0451
IranL0452
IranL0453
IranL0455
IranL0458
IranL0461
IranL0462
IranL0463
IranL0467
IranL0469
IranL0470
IranL0473
IranL0477
IranL0478
IranL0488
IranL0489
IranL0490
IranL0491
IranL0493
IranL0497
IranL0498
IranL0500
IranL0503
IranL0504
IranL0508
IranL0509
IranL0510
IranL0513
IranL0516
IranL0522
IranL0524
IranL0526
IranL0527
IranL0530
IranL0533
IranL0534
IranL0535
IranL0536
IranL0538
IranL0539
IranL0540
IranL0541
IranL0544
IranL0547
IranL0548
IranL0551
IranL0552
IranL0555
IranL0556
IranL0558
IranL0559
IranL0560
IranL0561
IranL0563
IranL0569
IranL0570
IranL0573
IranL0574
IranL0575
IranL0576
IranL0578
IranL0579
IranL0581
IranL0583
IranL0584
IranL0585
IranL0587
IranL0590
IranL0591
IranL0592
IranL0593
IranL0594
IranL0596
IranL0598
IranL0601
IranL0603
IranL0604
IranL0606
IranL0607
IranL0608
IranL0610
IranL0611
IranL0612
IranL0616
IranL0617
IranL0619
IranL0621
IranL0622
IranL0623
IranL0625
IranL0626
IranL0628
IranL0630
IranL0633
IranL0635
IranL0639
IranL0642
IranL0643
IranL0644
IranL0645
IranL0647
IranL0648
IranL0661
IranL0662
IranL0665
IranL0666
IranL0667
IranL0669
IranL0672
IranL0673
IranL0674
IranL0675
IranL0676
IranL0678
IranL0681
IranL0685
IranL0689
IranL0690
IranL0691
IranL0695
IranL0699
IranL0702
IranL0703
IranL0704
IranL0705
IranL0705A
IranL0707
IranL0709
IranL0711
IranL0713
IranL0715
IranL0716
IranL0720
IranL0727
IranL0728
IranL0729
IranL0730
IranL0731
IranL0735
IranL0736
IranL0738
IranL0739
IranL0743
IranL0746
IranL0747
IranL0748
IranL0755
IranL0758
IranL0760
IranL0763
IranL0764
IranL0765
IranL0766
IranL0767
IranL0771
IranL0773
IranL0775
IranL0778
IranL0781
IranL0784
IranL0785
IranL0788
IranL0790
IranL0791
IranL0792
IranL0795
IranL0798panorama
IranL0799
IranL0800
IranL0801
IranL0803
IranL0804
IranL0805
IranL0806
IranL0807panorama
IranL0811
IranL0814
IranL0815
IranL0816
IranL0820
IranL0823
IranL0826
IranL0835
IranL0840
IranL0843
IranL0846
IranL0847
IranL0852
IranL0855
IranL0856
IranL0857
IranL0859
IranL0861
IranL0862
IranL0868
IranL0871
IranL0873
IranL0876
IranL0877
IranL0878
IranL0879
IranL0880
IranL0883
IranL0884
IranL0891
IranL0894
IranL0895
IranL0898
IranL0902
IranL0904
IranL0905
IranL0906
IranL0907
IranL0909
IranL0915
IranL0918
IranL0919
IranL0921
IranL0923
IranL0924
IranL0925
IranL0926A
IranL0927
IranL0928
IranL0931
IranL0936
IranL0937
IranL0938
IranL0939
IranL0940
IranL0941
IranL0942
IranL0943
IranL0946
IranL0947
IranL0948
IranL0950
IranL0952
IranL0955
IranL0956
IranL0957
IranL0959
IranL0964
IranL0965
IranL0967
IranL0971
IranL0976
IranL0978
IranL0981
IranL0985
IranL0988
IranL0997
IranL1000
IranL1001
IranL1002
IranL1003A
IranL1004
IranL1005
IranL1006
IranL1007
IranL1008
IranL1010
IranL1011
IranL1012
IranL1013
IranL1016
IranL1017
IranL1020
IranL1021
IranL1023
IranL1024
IranL1025
IranL1026
IranL1027
IranL1028
IranL1029
IranL1031
IranL1032
IranL1033
IranL1034
IranL1035
IranL1036
IranL1037
IranL1038
IranL1039
IranL1042
IranL1044
IranL1049
IranL1053
IranL1055
IranL1059
IranL1060
IranL1062
IranL1063
IranL1064
IranL1065
IranL1067
IranL1068
IranL1070-Rayen-citadel-luchtfoto
IranL1072
IranL1077A
IranL1078
IranL1085
IranL1087
IranL1090
IranL1091
IranL1092
IranL1093
IranL1095
IranL1097
IranL1101
IranL1102
IranL1104
IranL1106
IranL1107
IranL1108
IranL1109
IranL1111
IranL1111X1
IranL1111X2
IranL1117
IranL1124
IranL1125
IranL1126
IranL1129A
IranL1130
IranL1131
IranL1135
IranL1136
IranL1137
IranL1139
IranL1140
IranL1141
IranL1142
IranL1143
IranL1144
IranL1148
IranL1149
IranL1151
IranL1156
IranL1158
IranL1159
IranL1160
IranL1161
IranL1163
IranL1164
IranL1165
IranL1166
IranL1168
IranL1169
IranL1171
IranL1177
IranL1179
IranL1192
IranL1194
IranL1195
IranL1197
IranL1199
IranL1201
IranL1207
IranL1208
IranL1210
IranL1214
IranL1216
IranL1217
IranL1220
IranL1225
IranL1228
IranL1233
IranL1236
IranL1237
IranL1238
IranL1241
IranL1243
IranL1247
IranL1258
IranL1259
IranL1264
IranL1265
IranL1269
IranL1271
IranL1274
IranL1285
IranL1289
IranL1295
IranL1302
IranL1304
IranL1308
IranL1309
IranL1311
IranL1312
IranL1315
IranL1317
IranL1320
IranL1321
IranL1322
IranL1323
IranL1324
IranL1325
IranL1326
IranL1327
IranL1328
IranL1329
IranL1330
IranL1331
IranL1332
IranL1333
IranL1334
IranL1335
IranL1336
IranL1338
IranL1340
IranL1342
IranL1345
IranL1347
IranL1350
IranL1351
IranL1355
IranL1356
IranL1357
IranL1359
IranL1360
IranL1361
IranL1363
IranL1365
IranL1370
IranL1372
IranL1384
IranL1387
IranL1389
IranL1394
IranL1398
IranL1405
IranL1407
IranL1414
IranL1415
IranL1416
IranL1422
IranL1426
IranL1427
IranL1432
IranL1433
IranL1449
IranL1452
IranL1455
IranL1456
IranL1461
IranL1466
IranL1467
IranL1473
IranL1474
IranL1475
IranL1479
IranL1483
IranL1487
IranL1491
IranL1492
IranL1493
IranL1494
IranL1496
IranL1498
IranL1503
IranL1509
IranL1513
IranL1516
IranL1519
IranL1520
IranL1524
IranL1528
IranL1529
IranL1533
IranL1536
IranL1538
IranL1540
IranL1546
IranL1547
IranL1556
IranL1563
IranL1565
IranL1566
IranL1567
IranL1570
IranL1571
IranL1574
IranL1577
IranL1579
IranL1581
IranL1582
IranL1588
IranL1591
IranL1593
IranL1594
IranL1597
IranL1598
IranL1600
IranL1601
IranL1603
IranL1604
IranL1607
IranL1611
IranL1612
IranL1614
IranL1615
IranL1616
IranL1618
IranL1621
IranL1622
IranL1626
IranL1632
IranL1634
IranL1635
IranL1636
IranL1637
IranL1638
IranL1640
IranL1644
IranL1645
IranL1647
IranL1649
IranL1651
IranL1652
IranL1659
IranL1660
IranL1662
IranL1664
IranL1667
IranL1671
IranL1677
IranL1678
IranL1679
IranL1682
IranL1683
IranL1685
IranL1686
IranL1687
IranL1689
IranL1691
IranL1692
IranL1695
IranL1696
IranL1698
IranL1701
IranL1702
IranL1703
IranL1704
IranL1705
IranL1706
IranL1707
IranL1711
IranL1712
IranL1716
IranL1719
IranL1720
IranL1721
IranL1724
IranL1726
IranL1727
IranL1730
IranL1733
IranL1735
IranL1740
IranL1742
IranL1747
IranL1748
IranL1751
IranL1753
IranL1754
IranL1755
IranL1757
IranL1760
IranL1762
IranL1767
IranL1769
IranL1771
IranL1776
IranL1778
IranL1797
IranL1798
IranL1801
IranL1802
IranL1803
IranL1804
IranL1809
IranL1823
IranL1828
IranL1830
IranL1835
IranL1840
IranL1849
IranL1850
IranL1853
IranL1859
IranL1865
IranL1867
IranL1872
IranL1875
IranL1876
IranL1880
IranL1882
IranL1893
IranL1898
IranL1899
IranL1902
IranL1904
IranL1914
IranL1915
IranL1917
IranL1919
IranL1927
IranL1933
IranL1934
IranL1936
IranL1940
IranL1943
IranL1944
IranL1945
IranL1948
IranL1950
IranL1951
IranL1952
IranL1953
IranL1954
IranL1956
IranL1957
IranL1958
IranL1961
IranL1963
IranL1965
IranL1966
IranL1969
IranL1971
IranL1973
IranL1974
IranL1978
IranL1979
IranL1980
IranL1981
IranL1984
IranL1987
IranL1990
IranL1992
IranL1993
IranL1999
IranL2002
IranL2003
IranL2004
IranL2005
IranL2010
IranL2011
IranL2012
IranL2014
IranL2016
IranL2017
IranL2018
IranL2019
IranL2022
IranL2023
IranL2024
IranL2027
IranL2029
IranL2031
IranL2032
IranL2034
IranL2038
IranL2040
IranL2041
IranL2044
IranL2045
IranL2048
IranL2049
IranL2050
IranL2053
IranL2054