Centraal Azië, langs de Zijderoute: Kirgizië - Via de noordkant van het Issyk Kul meer verder naar Karakol

Hits: 21559

Artikelindex

 

 

 

5 juni

Via de noordkant van het Issyk Kul meer verder naar Karakol

 

Na het ontbijt rijden we naar het stadje, waar we het plaatselijke museum bekijken. Het ziet er aan de buitenkant verlopen en armetierig uit, maar het is wel het “Issyk-Kul Staats Historisch-Cultureel Museum/ Reserve Museum”. Binnen is het een beetje donkere boel maar in de vele kamers die je achtereenvolgens doorloopt, is veel te zien. Mooie sieraden, goud, kralen en andere materialen, kleden, tassen, leren gebruiksvoorwerpen als potten en ketels, wandversieringen, weef- en borduurwerk. En nog meer. Ik kan het niet opbrengen om steeds naar de gids te blijven luisteren en ga zelf op onderzoek uit. Er is een maquette van het meer, een zeer oud en een nieuw paardenzadel, foto’s van mensen bij yurts, er is een model van een yurt, enz. 

  

  leren gebruiksvoorwerpen

 de kaart van het gebied

    

How to make your own yurt                                              foto van nomaden voor een yurt

 landschap langs het meer

 koolzaad

Vervolgens rijden we naar Karakol door een groene omgeving met bergen op de achtergrond en prachtig gele koolzaadvelden die fel oplichten tussen al die tinten groen. Een toiletstop: het moet gewoon langs de weg achter wat bomen. Karakol is met 65.000 inwoners de grootste stad aan het meer. Het oude centrum bestaat echter uit brede, stille lanen waaraan kleurige houten huizen staan. Die zijn door de Russen gebouwd. Later zijn veel van deze huizen ommuurd door bakstenen of beton. 

 

 de orthodoxe kerk van Karakol, helemaal van hout....

  ... behalve het (koperen) dak

 de iconostase

Karakol heette vroeger Przjevalsk en was genoemd naar de legendarische Russische ontdekkingsreiziger Przewalski, die hier aan tyfus overleed. Niet ver buiten Karakol ligt een museum dat Przewalski eert en waar natuurlijk ook een opgezet Przewalskipaard staat.

In Karakol bekijken we de bijzondere Orthodoxe kerk die geheel van hout is opgetrokken. Binnen een helder interieur met een iconostase met zo te zien een centrale deur. Daarna rijden we naar de lokale moskee, de Dunganen-moskee, die gevestigd is in een Chinese tempel. Een merkwaardige combinatie van stijlen zie ik. Binnen zitten wat mannen op de kleden, kennelijk te bomen over het leven. Twintig Kirgizische som is de entree. 

    

de moskee van Karakol, in Chinese stijl; de minaret is nauwelijks als zodanig herkenbaar

 

 

De lunch is in een restaurant waar we na heel lang wachten een kaart in het Russisch krijgen. Met Svens hulp bestellen we allemaal wat. Als iedereen ongeveer uitgegeten is, komt de bestelling voor ons tafeltje. Twee kloppen, de derde niet en de vierde komt helemaal niet. We delen maar wat samen. Het smaakt prima. Ik heb vis op de Tie Pan wijze (op een heet ijzeren schaaltje). We delen de rekening van onze hele tafel ook maar door vier en ik betaal dan dan 400 som dat is inclusief een ruime tip… en omgerekend zeven euro.  Riet heeft wat van mijn vis en soep gegeten, want haar bestelling kwam niet. Ze eet in de bus een waldkornkoek van AH (die hebben we altijd bij ons op reis en ze komen altijd wel een paar keer uit) en zo kunnen we er weer tegen. 

Vervolgens rijden we de stad uit naar het museum van Przevalsky. Nikolaj Michajlovitsj Przjevalski (geboren bij Smolensk,  1839 – en overleden in Karakol (Kirgizië), 1888) was een Russische militair en ontdekkingsreiziger die een vijftal expedities naar Centraal-Azië organiseerde. Hij was de eerste wetenschapper die het landschap, de flora en de fauna van het gebied beschreef. Vanwege de fysieke gelijkenis werd in Rusland wel gedacht dat hij de vader van Jozef Stalin was.

 

     Nikolaj Michajlovitsj Przjevalski

 

en een tekening van het paard dat naar Przjevalski genoemd is. In Nederland bekend door het nationaal dictee waarin dit dier voorkwam. Rechts de gevel van het museum.

   

het monument voor de ontdekkingsreiziger Przjevalski.   Rechts een blik op het meer bij het museumcomplex. Vroeger stond het meer tot vlak hiervoor op de foto...

 

We treffen weer een bruidspaar dat foto's gaat maken op deze kennelijk voor Kirgiezen belangrijke plaats. 

 

 

 

In 1888, net begonnen met zijn vijfde reis, stierf Przewalski in Karakol (Kirgizië), aan het Issyk Kul-meer. Hij werd aan de oever van het meer begraven. Przewalski heeft nooit zijn doel bereikt Lhasa te bezoeken, maar geldt wel als een belangrijk ontdekkingsreiziger en natuuronderzoeker. Tot zijn ontdekkingen als natuuronderzoeker behoren het przewalskipaard en de wilde kameel. 

In het museum is zijn leven gereconstrueerd, o.a. met foto’s en documenten. En een grote wandkaart waarop zijn ontdekkingsreizen zijn uitgezet. Helaas doet het licht het niet overal dus soms raden we maar wat we (niet) zien. Het museum ligt in een mooie groene omgeving; de wandeling er naartoe is heerlijk. Een eind verder lopen staat een standbeeld van de ontdekkingsreiziger en daar is ook zijn graf. Als ik even doorloop heb ik een mooi uitzicht over het meer. Als we weer naar de bus terug lopen, komt er net een gezelschap aan met een grote stretched limousine. Eruit komt een bruidspaar dat hier foto’s komt maken zeker. Sommige mannen hebben volgens mij al een neut op, want het is een bijzonder vrolijke boel. 

  (een deel van) ons hotel in Karakol

Ons hotel in Karakol, het Green Yard Hotel, staat aan de rand van de stad aan een straat waarvan je je afvraagt of hier in deze gribus een redelijk hotel zal staan. Ja dus. Het hotel ziet er goed uit, is ook weer verdeeld in diverse gebouwen, maar jammer is dat er hard wordt gewerkt. Bouwvakkers zijn bezig isolatie op de gevel aan te brengen en dat is net de muur waar wij onze kamer achter hebben. We denderen de kamer gewoon uit; het is niet te harden. We zoeken ons heil maar op een terrasje op het terrein. Daar hoor je het ook wel maar daar is het geluidsniveau draaglijk. Het diner is in dit hotel. In twee kleine kamers wordt het opgediend. Er is van alles en het smaakt heerlijk. Ook hier weer die typisch eigen gekweekte aardbeitjes, zo uit de tuin. Ze zien er niet uit vergeleken met de plastic exemplaren in onze supers, maar ze smaken heerlijk. Zoals ik ze vroeger zelf teelde. 

naar boven