Centraal Azië, langs de Zijderoute: Turkmenistan - Dag 2: Ashgabat; stadstour door een witte marmeren stad, schijnbaar zonder mensen, het Nationaal Historisch en Etnografisch Museum van Turkmenistan; Old Nisa: archeologisch opgravingen; een mausoleum en een moskee tot meerdere glorie van een president

Hits: 42461

Artikelindex

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

  ons hotel Ak Altyn in Ashgabat

 23 mei

Dag 2: Ashgabat; stadstour door een witte marmeren stad, schijnbaar zonder mensen, het Nationaal Historisch en Etnografisch Museum van Turkmenistan; Old Nisa: archeologisch opgravingen; een mausoleum en een moskee tot meerdere glorie van een president

 

We logeren in het Ak Altyn Hotel in Ashgabat. We staan dus na een heel korte ‘nacht’rust op en maken ons klaar voor de eerste dag excursie. Het ontbijt is goed. Daar knappen we van op. Voor we weggaan heb ik nog wel even tijd om de onmiddellijke omgeving van het hotel te bekijken. Het is zo voor de middag al ontzettend heet in de zon. In de schaduw van de bomen staan wel een stuk of vijf politieagenten. Van het ene been op het andere. Vannacht, of liever vanochtend vroeg, toen we aankwamen stonden ze er ook, -of hun collega’s, maar ik vrees zij. Op welk tijdstip dan ook zien we de agenten opvallend onopvallend de wacht houden. Veilig idee, hoor, om als hotelgast zo bewaakt te worden. Echt wel. Ik maak wat foto’s van het hotel en de omgeving. Vlak achter het hotel staat een rond gebouw dat wel wat doet denken aan het Evoluon destijds in Eindhoven. Ik maak een foto van drie witte Lada’s op een rij. 

   

't Turkmeense "Evoluon"                                  en re: opvallend onopvallende politieagenten voor het hotel, 24/7  ....

 

    

                                                                             brede, bijna lege wegen door een witte steriele stad

Citytour door witte marmeren stad

Om twaalf uur dus de bus in, voor een citytour door deze stad van 900.000 inwoners. We zien de brede en bijna lege straten, waar de enigszins overbodige stoplichten wel werken overigens. We zien de witte marmeren gebouwen, die op den duur zeer doen aan je ogen in dit ongenadige witte licht. Het zijn volgens onze charmante en geestdriftige gids (‘noem mij maar Helena’) appartementsgebouwen met zeer luxueuze woningen, met ‘standaard drie badkamers’ en zo, maar ook winkels. Die laatste zou je dan moeten herkennen aan een symbool op het dak. Nou, ik zag het niet.  Neon of andere reclame-uitingen zijn kennelijk verboden want afwezig. Bezoekers zien we ook niet bij de ‘winkels’. Parkeerplaatsen ook niet. Ik maak een foto van een lege brede boulevard met alleen een werkster die de middenberm onderhoudt. Ze zit bij deze 35 graden van top tot teen ingepakt. Zulke mensen verdienen hier volgens bronnen op internet ongeveer $ 150 per maand. Lijkt mij nog veel voor dit land trouwens. De gebouwen zijn bekleed met marmer dat o.a. uit Vietnam wordt geïmporteerd. Op kosten hoeft niet gelet te worden. De kwalificaties uit de mond van onze gids bevatten veel superlatieven. ‘Grootste, mooiste, duurste, omvangrijkste, …in het Guiness Book of Records…’, enz. 

We zien talloze gebouwen waar ministeries gevestigd zouden zijn. Ik heb het niet allemaal bijgehouden, maar ik hoorde ministeries voorbij komen van Textiel, van Katoen, van Gas, van Tapijten, van Toerisme, van…  Ongetwijfeld overdrijf ik, maar het waren er vele. Bureaucratie is een hardnekkig overblijfsel uit de Sovjettijd. Als ik alleen nog denk aan de hoeveelheid gegevens die ik moest ophoesten voor de uitnodiging vanuit Turkmenistan om een visum te bemachtigen… En als je verder de procedures daaromtrent ziet. Je moet in het hotel geregistreerd zijn (middels een heel klein papiertje, dat je héél goed moet bewaren anders mag je het land niet uit), je krijgt een serie van drie Travel Entry Passes, allemaal met de hand ingevuld. Niemand heeft mij ooit meer gevraagd overigens naar die passes of naar het registratiepapiertje. Maar het moet allemaal wel geregistreerd worden en Vooral Goed Bewaard. Misschien ligt dat anders als je als individueel toerist reist en heb je dan (nog) meer last. 

  

 De lantaarnpalen zijn al een bezichtiging waard...  Zuinig met energie hoeft men hier niet te zijn, vindt men. Stroom en vooral gas zijn er volop en praktisch gratis, ook voor de burgers. 

 

 

Gul met water in de woestijn

Overal zijn de bermen en plantsoenen in Ashgabat fris groen want ze worden dagelijks besproeid. Op allerlei plaatsen zijn grote fonteinen en waterpartijen. En dat in een stad die aan de rand van de Karakum-woestijn ligt, tegen de al net zo droge Kopet-Dagh-bergen. Hoe kun je immers beter je macht en rijkdom tentoon spreiden dan door zo gul met kostbaar water om te springen…

Onze reisbegeleider had tegen de buschauffeur opgemerkt, dat hij sinds een paar jaar zoveel veranderingen zag dat hij de stad nauwelijks herkende. De chauffeur had terug opgemerkt dat hij soms na een paar máánd de stad al nauwelijks herkende doordat ineens een stuk stad is platgegooid en volgebouwd met nieuwe witte gebouwen. Wij zien inderdaad bouwplaatsen met reusachtige gebouwen in de steigers, en de aanleg van meer nieuwe brede wegen. Het exotische gebouw dat we gisteravond, pardon, vanochtend vroeg na aankomst zo kleurrijk verlicht zagen, blijkt een door de president gebouwd megalomaan reuzenrad te zijn, dat natuurlijk in het Guiness Book of Records staat, sinds 2012, omdat het namelijk… overdekt is. De constructie heeft US $ 90 miljoen gekost. In de buurt staat het ongeveer 200 meter hoge Constitution Monument en het gebouw van het Tele-radio centrum. Het laatste steekt met zijn felblauwe ster lelijk af tegen de droge bruine foothills van het Kopet-Dagh gebergte, dat de natuurlijke grens met Iran vormt. 

  

Constitution Monument                                        re: eenzame straatveegster bij de Turkmenbashi moskee/ mausoleum

 overdekt reuzenrad, voor $ 90 miljoen

 Tele-radio centrum. Het laatste steekt met zijn felblauwe ster lelijk af tegen de droge bruine foothills van het Kopet-Dagh gebergte, dat de natuurlijke grens met Iran vormt. 

 

  

Het Nationale Museum van Turkmenistan in Ashgabat

Wij bezoeken het Nationale Museum van Turkmenistan in Ashgabat. Jammer dat fotograferen binnen niet mogelijk was. Het is een gigantisch gebouw, opgetrokken in de inmiddels al bekende suikertaartenarchitectuur en uiteraard in… wit marmer, hoe raadt u het. De bouw heeft 38 miljoen dollar gekost. Binnen zijn bijna alle toiletten afgesloten. Dat dan weer wel. Het gebouw ligt op een heuvel van de Kopet-Dagh bergen, dus je hebt er wel een mooi uitzicht over de stad. Andere bezoekers dan wij zijn er vandaag erg weinig. We bekijken de zalen en vitrines op de eerste verdieping. Jammer is dat er nergens een beschrijving in het Engels bij staat. Bijzondere aandacht schenken wij aan de inderdaad wel heel fraaie hoornvormige drinkkelken, gemaakt van ivoor. Zo fijntjes zijn de decoraties dat het een groot wonder mag heten dat deze voorwerpen relatief zo weinig geschonden bewaard zijn gebleven en opgegraven. Ze heten rhytons en stammen uit de tijd van de  Parthen (3e eeuw v.Chr.) Sommige zijn wel duidelijk fors gerestaureerd. Ze zijn opgegraven in Nisa, een antieke stad 18 km ten zuiden van Ashgabat. Deze middag gaan we Nisa bezoeken, mede vandaar ook onze bijzondere aandacht voor deze rhytons. De thema’s van de voorstellingen op de drinkbekers zijn deels van steppenkunst afkomstig maar andere hebben duidelijk van de Olympus afkomstige Dionysos-motieven en van andere Griekse goden. 

Glorie voor de president

De begane grond van het museum is grotendeels gewijd aan de meerdere glorie en eer van de presidenten. Persoonlijke bezittingen, giften van andere (!) wereldleiders en andere meuk, schilderijen van bij voorbeeld de president met het nationale paard: het Akhal-Teke of hemelse paard, dat we later nog zullen kunnen bewonderen in levenden lijve. Met deze zalen ben ik snel klaar, heel snel. Het is eigenlijk een beetje sneu, zoiets. Dat vond ik trouwens net zo goed van het kleine museumzaaltje van Balmoral Castle in Schotland, gewijd aan de Britse Royals. 

Voor het gebouw staat de grootste vlaggenmast van 133 m hoog (Guiness Book.. enz.) met de grootste vlag (Guinness… enz.) Correctie: Momenteel zijn de vlaggenmasten in Bakoe op het Nationale Vlagplein (162 meter) en in Doesjanbe (165 meter) hoger dan die van Asjgabad en Kijŏng-dong. Je moet je als land toch ergens mee onderscheiden in deze wereld. Voor wie zijn aardrijkskunde verwaarloosd heeft: Doesjanbe is de hoofdstad van buurland Tadjikistan en Kijŏng-dong ligt in de gedemilitariseerde zone tussen Noord- en Zuid-Korea. Zoiets dacht u al, toch? 

  Riet voor het Nationaal Museum

 

     

DE (nu niet meer grootste) vlaggenmast

  

 

 





 

Old Nisa 

Na de lunch ergens in de stad, rijden we naar Old Nisa, ook wel Nissa gespeld. “Nisa of Parthaunisa was een oude hoofdstad van het rijk van de Parthen. Nisa bevindt zich zo'n 18 km ten zuidwesten van Asjchabad, de hoofdstad van het moderne Turkmenistan. Nisa werd gesticht door Arsaces I (r. 250 v.Chr.-211 v.Chr.. Er bevindt zich nog steeds een fort in Nisa, dat mogelijk als mausoleum diende voor de Parthische koningen. Nisa werd totaal verwoest door een aardbeving die zich rond het jaar nul voordeed. Het fort in Nisa werd in 2007 door UNESCO benoemd tot werelderfgoed.” Aldus nl.Wikipedia.org. 

Oorspronkelijk heette Nisa Mithridatkart. Er wordt gezegd dat Nisa een mausoleum of een koninklijke necropolis geweest zou zijn voor de Parthische koningen, maar dat is niet bewezen. Het is een sterk fort geweest in de vorm van een onregelmatige vijfhoek. Het geheel is 14 ha groot en het onneembare fort had negen meter dikke muren en er waren maar liefst 43 rechthoekige torens. Daarvan is nu soms nog iets te zien. Ook de muren steken nog wat boven het landschap uit. Op een luchtfoto zie je het heel duidelijk. Het meest zuidelijke complex is nog het interessantst. Er is een toren van twee verdiepingen die vanuit de verte zichtbaar moet zijn geweest. De structuren zijn gebouwd van een soort adobe, vast gestampte modder van leem vermengd met stro, hier pachsa genoemd. Er zijn globaal nog drie bouwstructuren te herkennen; naast de toren nog de ‘cirkelvormige zaal’ en de ‘rechthoekige zaal’. Onze gids laat het ons zien. Als je het niet weet, zie je het niet, luidt een volkswijsheid, maar dat is hier wel zo. Zonder uitleg zou ik in de ruïnes niet veel interessants herkennen, vrees ik. Grappig is nog, dat we veel weten over deze beschaving door kwitanties en rekeningen voor wijnleveranties. Er werd aan wijnbouw gedaan. De drinkhoorns die we in het museum zagen, hebben daar vast ook mee te maken. Wijn drinken is behalve voor je hart en vaten dus ook goed voor de archeologie en volkenkunde. Dus moet er meer wijn gedronken worden. 

  

De nederzetting van Old Nisa; re: het moderne pad er naartoe.                                                                     re: de man van de toegangskaartjes

 lemen muur

  

Zo zou de stad Nisa er ooit uitgezien kunnen hebben.              Re: vanuit de lucht zijn de oorspronkelijke stadsmuren nog goed te zien. (Foto's van afbeeldingen die onze gids bij zich had.)

    

Doorkijkje met zicht op de stadsmuren en het Kopet-Dagh-gebergte.                   Re: pas gebakken blokken adobe bedoeld voor restauratie drogen in de zon.

   

Re: de muren van bouwwerken zijn enorme dik.

Vanuit de ruïnestad Old Nisa kun je Ashgabat wit zien liggen glimmen in de felle zon. Vooraan geïrrigeerd gebied, daarna een stuk droge Karakum-woestijn.



 

 

Gypjak moskee en mausoleum

Na Nisa bezoeken we het mausoleum van Turkmenbashi en de ernaast gelegen grote Gypjak (ook wel Kipchak) moskee of Turkmenbashi Ruhy Moskee. Ze liggen in een dorp genaamd Gypjak op 7 km van het centrum van Ashgabat. Dit was de thuisbasis van president Niyazov. De moskee is in 2004 geopend en is gebouwd door Niyazov, met erbij een tombe als voorbereiding op zijn verscheiden. Niyazov overleed twee jaar later en werd inderdaad hier begraven, naast zijn moeder. Zij kwam om bij de grote aardbeving van 1948.
De moskee is controversieel, omdat er niet alleen zoals gebruikelijk teksten uit de koran op en in staan, maar ook citaten uit de Ruhnama, het door Niyazov geschreven “boek der ziel, een pseudo-spirituele gids voor het leven”. Koran-vaste mohammedanen vinden dit zacht gezegd niet leuk. 

  Gypjak (ook wel Kipchak) moskee of Turkmenbashi Ruhy Moskee

 mausoleum van Turkmenbashy

 wel eerst de schoenen uit

        

Er verdampt enorm veel water in de grote waterpartijen op dit complex; Re: de Turkmeense vlag met de vijf motieven die vaak in de traditionele tapijten geknoopt worden. 

 

 

 mausoleum gezien vanaf de moskee

    

Op de poort staat de naam van het omstreden boek dat president Turkmenbashi schreef: Ruhnama. Het boek zou vlg. de president even heilig zijn als de Bijbel en de Koran. Re: twee opnamen van de deur van de moskee, met islam-motieven/ -symbolen. 

 

Lege moskee voor 20000 bezoekers

In het mausoleum mag je allicht geen foto’s maken, maar ook in de lege moskee is dat verboden. In beide gebouwen moet je de schoenen uit. Omdat er verder toch niemand is, als de groep weg is, en mijn Pentax camera een bijna geruisloze sluiter heeft, maak ik toch een paar opnamen in de immense koepelruimte. De koepel is 50 m in doorsnee. Vier minaretten van 91 m hoog sieren de hoeken van het complex. Binnen liggen kleden op de vloer. Deels hebben ze wel hetzelfde motief, maar ik vind het toch een allegaartje. Heb je zo’n ‘indrukwekkend’ gebouw, en dan leg je op de vloer zo’n rommeltje neer. Er kunnen 10000 mensen in de ruimte, (onze gids heeft het over 20000, maar dan alleen met ingehouden adem denk ik). Maar niet alleen als wij er zijn, maar eigenlijk altijd is de ruimte leeg, zo lees ik op internet. Waarom? Caravanistan.com verklaart dat doordat eigenlijk niemand hield van Turkmenbashi, Turkmenistans eerste president voor het leven, annex dictator. En het feit dat hij zijn eigen boek ‘Ruhnama’ net zo heilig noemde als de koran, zit veel moslims natuurlijk ook niet lekker. Er gaat een gerucht dat de Turkse firma, die de moskee voor 100 miljoen dollar bouwde, vernam van deze quasi-religieuze aard van het bouwwerk. De firma zou het werk toen ijlings hebben overgedragen aan een Franse firma, die ook de cheque mocht innen. Deze firma leverde geen echt kwaliteitswerk. Kort na de oplevering kleurde de gouden koepel namelijk groen (net als Turkmenbashi’s gezicht, vertelt men) en het heeft wat gekost om de koepel weer zijn gouden glans te geven. 

ruimte voor 20.000 mensen in de Turkmenbashi moskee

 

 

Eten

We eten ‘s avonds in een klein restaurant, net buiten wat ik maar noem ‘de marmeren ring’, waar de gevels er meteen heel anders uitzien. Verwaarloosd, vervuild, met achterstallig onderhoud. Nergens van buiten is te zien dat hier een restaurant is. Reclame of een uithangbord mag niet immers. Binnen is het redelijk gezellig ingericht en het eten is er prima. Het gezelschap ook. We treffen dit jaar een leuke groep. 

Terug in ons hotel is er op het terras een feestje met moderne Arabisch klinkende muziek. Wij genieten mee, maar gelukkig duurt het niet tot laat in de avond. We moeten morgen namelijk vroeg op. Van slaap inhalen komt het voorlopig dus nog niet. Om acht uur moeten we op het vliegveld zijn, voor de binnenlandse vlucht naar Mary. Heen en terug op één dag. Dus ontbijt om zeven uur, dus opstaan om zes uur. Dat is vroeg voor de zondagochtend. 

Dat we morgen al naar Merv gaan, is in afwijking van het programma van SRC. Op het programma stond -en staat- namelijk voor de zondag een bezoek aan de Tolchuka-bazaar, “een van de grootste markten van Centraal-Azië. Hier zijn, naast brood en groente, ook geiten en kamelen te koop.” Aldus het programma.  Helaas gaat dat dus niet door, want dat is een zondagsmarkt, dus die is er maandag niet meer. De reisbegeleider, door mij hierop aangesproken, zegt dat nu eenmaal alle tickets voor de vlucht naar Mary en de bezoeken aan Merv voor morgen, zondag, gelden. En dat er nog wel een bezoek aan een bazaar zal komen. Nou, de bazaar in Mary die we konden bekijken, vond ik geen serieuze compensatie.  Intussen heeft SRC-Reizen deze programmawissel onderzocht en op een voor ons acceptabele manier afgehandeld. Wat dat betreft is SRC-Reizen een heel serieuze organisatie. Wanneer je een op- of aanmerking hebt, wordt daar serieus onderzoek naar gedaan en wordt deze zeer klantvriendelijk afgehandeld. 

naar boven