26 mei
Dag 5: Naar Dashoguz, Konya-Urgench, de mooiste overblijfselen van het oude Khorezm-rijk en de grens over naar Oezbekistan, naar Khiva
We gaan vandaag 600 km naar het noorden. We vliegen dit stuk, om tijd te winnen. Dwars over de Karakum-woestijn. Op zich niet verkeerd, want het zou je twee saaie dagen rijden kosten om dit stuk over land te doen. Sommige reisorganisaties, o.a. Koning Aap, doen dit, omdat er onderweg een merkwaardig fenomeen te zien is, namelijk de aardgaskrater van Derweze (Darwaza). De krater ligt midden in de woestijn Karakum op ongeveer 260 kilometer ten noorden van Asjchabad. De gasreserves hier behoren tot de grootste in de wereld. Tijdens het boren naar gas in 1971 vonden geologen per ongeluk een ondergrondse grot gevuld met aardgas. De grond onder de boortoren stortte in, waardoor een groot gat met een diameter van ongeveer 70 meter en een diepte van ongeveer 20 meter ontstond. Om ontlading van giftig gas te voorkomen, werd besloten het gas af te branden. Geologen hoopten dat het vuur uit zou gaan na een paar dagen, maar sindsdien brandt het gat nog steeds. Continue! Lokale bewoners gaven het gat de naam: Poort naar de Hel, verwijzend naar het vuur, kokende modder en oranje vlammen in de grote krater van Derweze. Vooral ’s nachts moet dit een fantastisch gezicht zijn. Wij zien dat dus niet, wij vliegen er hoog overheen, van Ashgabat naar Dashoguz, ook wel Dashovuz (of nog andere spellingswijzen als Dashauz).
Heel vroeg op
Voor die vlucht moeten we vroeg op. Heel vroeg. We staan op en douchen om drie uur (03.00 uur!) en om vier uur zitten we met een ontbijtpakketje op schoot in de bus naar het vliegveld. Om zes uur vertrekt het vliegtuig en een uurtje later landen we in Dashoguz. Deze stad van meer dan 240000 inwoners ligt aan de spoorlijn van Ashgabat naar Moskou. Ons doel, Konya-Urgench, ligt nog 100 km verder naar het noorden. Omdat we straks zullen gaan lunchen in Dashoguz bestellen we in het hotel waar we nu koffie drinken ook alvast de lunch, zodat we straks sneller klaar zijn. Dat is de bedoeling. De koffie valt er goed in na deze vroege reveille en na de vroege vlucht met o.a. de nutteloze “security” die je moet ondergaan voor elke vlucht. Alles wordt gecontroleerd maar niets echt serieus, lijkt het. De man en de vrouw achter de koffer-scan bij voorbeeld, zitten van alles te doen maar niet op hun monitor te kijken.
De mooiste overblijfselen van het oude Khorezm-rijk (ook: Chorasmië)
In de bus doe ik nog wel een oogje dicht; de rit duurt anderhalf uur, en onderweg is niet echt veel moois te zien. (Zo nu en dan keek ik even door mijn oogharen). Konya-Urgench is een stad met ongeveer 30.000 inwoners in het uiterste noordoosten van Turkmenistan, tegen de grens met Kazachstan, en bezit enkele van de mooiste overblijfselen van het oude Khorezm-rijk (ook: Chorasmië), één van de oorspronkelijke Centraal-Aziatische rijken. Beroemde wetenschappers als Avicenna en Al Beruni verbleven ooit in deze stad. De belangrijkste bezienswaardigheden zijn de Kutlug Timur minaret, de mausolea van Tubarek Khanum, van Sultan Tekesh en van Fakhr-ad-din Razi en versterkingsmuren. Hier stond ook de historische stad Urganch (Oezbeekse spelling van Urgench), de hoofdstad van Chorasmië. Sinds 2005 staat het historische Oud Urgench op de Werelderfgoedlijst van UNESCO.
De bloeitijd van Oud Urgench was van begin 12e eeuw tot 1221, het was destijds het centrum van de islamitische wereld. Toen veroverde Dzjengis Khan de stad en maakte die met de grond gelijk. De stad werd hierna herbouwd, maar later weer verwoest door Timoer Lenk rond 1370. De rivier de Amu Darja, waar de stad aan lag, wijzigde zijn loop in 1576, waardoor Oud Urgench vervangen werd door Urganch, gelegen in het tegenwoordige Oezbekistan. Daar zullen we later op de dag met de bus nog langs komen. Oud Urgench lag aan de Zijderoute, de belangrijke middeleeuwse verbinding tussen de westerse en de oosterse culturen. Intussen wordt Oud Urgench gezien als een van de belangrijkste archeologische complexen van Turkmenistan. De monumenten dateren van de 11e tot de 16e eeuw.
Wandeling over het archeologische complex
Al die oude overblijfselen gaan wij op ons gemak bekijken. De bus brengt ons naar een beginpunt en vervolgens lopen we over het uitgestrekte terrein van de ene naar de andere archeologische ‘site’ en worden dan verderop door de bus weer opgepikt. Het is al weer heet, dus ik neem twee flesjes water mee.
Turabek-Khanum Mausoleum
We beginnen bij het Turabek-Khanum Mausoleum in het noordelijke deel van de oude Urgench. De moskee wordt ook wel de grafmoskee van de soefi-dynastie genoemd. Het is sinds 2005 werelderfgoed. Als we er aankomen, is een schoolklas met een paar juffen net klaar met hun bezoek. Natuurlijk moeten de kinderen op de foto. Ook met ons. Riet staat nog eens weer tussen de kinderen. Maar dan het mausoleum. Het is genoemd naar Turabek-Khanum, de vrouw van Kutlug-Timur, die regeerde tussen 1321 en 1336. Volgens kenners is dit een zeer geavanceerd stuk architectuur. Een van de meest indrukwekkende architectonische kenmerken van het mausoleum is de ronde koepel die de grote zaal bedekt. De koepel is aan de binnenkant bedekt met kleurrijke mozaïeken met ingewikkelde ornamentele patronen bestaande uit bloemen en sterren. Het doel ervan was het creëren van een visueel beeld van de hemelen. Het kleurrijke mozaïek met als hoofdkleur blauw moet wel je bewondering opwekken. Als je ziet de ingewikkeldheid van het patroon: als je het met je hoofd in de nek probeert te volgen met je ogen word je duizelig. De binnenkoepel is nog intact, de buitenkoepel staat nog slechts voor een klein deel overeind, te pronken met prachtige azuurblauwe tegels. De decoratie die we in Oezbekistan de komende dagen zo veel zullen zien.
binnenkoepel is nog intact een vrouw daalt af in de 'crypte'
buitenkoepel
duizelingwekkend motief
detail binnenkant v.d. binnenkoepel
koepel en wanden
detail
nogmaals Turabek-Khanum Mausoleum
prachtige versieringen
Op weg naar de minaret kijk ik nog een keer om naar dit prachtige bouwwerk.
minaret van Kutlug Timur
Onderweg naar de minaret passeren we enkele eenvoudige graven. De hoge minaret komt dichterbij.
Foto? Ja hoor. De minaret van onderaf gezien
Als ik met de telelens omhoog ga langs de wand, zie ik diverse verschillende versieringen.
graven onder bij de minaret
De minaret met op de achtergrond nog het mausoleum dat we zo straks bezocht hebben.
Van waar we staan bij het mausoleum kunnen we de hoge minaret van Kutlug Timur al zien. Niet zo vreemd want het is met 60 m hoogte het hoogste bouwwerk van het hele complex en van Centraal Azië. Aan de basis is de diameter 12 en bovenaan slechts 2 meter. Bovenop schijnt nog een bouwwerkje gestaan te hebben, want de top maakt door de telelens een onaffe indruk. De toren dateert uit de 11e en 12e eeuw. Langs een keurig aangelegd pad lopen we er naartoe, langs struikachtige boompjes in een verder leeg woestijnlandschap. Om de toren liggen wat graven. Pas gerestaureerd zo te zien. Een vrouw in een felblauwe japon, een kleur die uitstekend past bij deze bouwwerken, loopt ceremoniële rondjes om een koepelgraf, met haar hand langs de stenen strijkend.
Mausoleum van Sultan Tekesh
Het mausoleum van Sultan Tekesh uit de 12e eeuw (1172-1200) staat in de steigers. Een houten bouwwerk dat de koepel bijna aan het oog onttrekt. De bovenkant van de koepel is nog spaarzaam bedekt met blauw geglazuurde bakstenen. Hier mag inderdaad wel wat aan gebeuren, wil het nog een aantal jaren meekunnen. Het gebouw is nu uiteraard niet toegankelijk. Het is het –veronderstelde- graf van Sultan Ala al-din Tekesh, de oprichter van het Khorezm rijk en de bestuurder daarvan van 1172 tot 1200. De koepels van dit mausoleum en die we nog tegenkomen langs dit pad, hebben een kegelvormige koepel. Ze zijn vandaag niet toegankelijk. Waarschijnlijk is er binnen ook niet veel te zien.
stalactietversieringen
geen high tech steigerbouw
Mausoleum van Fakhr-ad-din Razi
fraaie dames bij nog enkele mausolea
boven: detail van het mausoleum rechts.
Zout op de grond; verzilting is een groot probleem in deze Centraal-Aziatische landen. Aardbevingen ook trouwens: kijk wat een scheur in dit bouwwerk ontstaan is.
Verder lopend kom je langs stukken van een vestingmuur. We gaan nog maar eens weer op de foto met een groepje dames die dat graag willen. En zo komen we langzamerhand weer bij de bus. We rijden dus anderhalf uur terug naar Dashoguz, waar we onze bestelde lunch gebruiken. Ik heb een kop ‘lagman’, dat is een soort maaltijdsoep met veel groenten, vlees en pasta. Heel smakelijk en voedzaam en goed voor de dorst. Riet heeft een kleine pizza. Hoewel klein…
NAAR OEZBEKISTAN
Na de lunch rijden we in een kwartiertje naar de grens met Oezbekistan. We nemen afscheid van onze schone Helena en van de chauffeur. Over beiden niets dan lof. Het verkeer heeft hier wel wat andere mores dan bij ons, maar ik heb me geen moment onveilig gevoeld bij deze chauffeur.
Dan beginnen een paar stoere uurtjes. Een grens passeer je hier niet zomaar. Dat duurt hier zomaar uren.
Hoe het verder ging met het passeren van de grens en wat we in Oezbekistan allemaal hebben gezien, staat op de pagina Centraal Azië, Langs de Zijderoute; OEZBEKISTAN.