Dag 2: Wandelen door het oude centrum van Rostock en naar het Poolse Szczecin (zo 20 mei)
Na een goede nachtrust en dito ontbijt zet de bus ons af aan de Kröpeliner Tor in de havenstad Rostock. Dat is net binnen de verkeersring die de oude binnenstad omsluit. Daar beginnen we onze eerste stadswandeling. We dalen eerst af richting de rivier waar we een aantal gebouwen zien in een soort neo-gotische stijl, een poging om nieuwe bouw toch een enigszins retro gezicht te geven. Ik vind de gebouwen niet zo geslaagd. Zo’n nep-gotische en ook nog loze gevel bovenop een flatgebouw van tien verdiepingen, nee, mooi is anders. Maar misschien ben ik te streng. Ik moet bedenken dat de stad in de Tweede Wereldoorlog door bombardementen zwaar beschadigd werd en na de oorlog in de DDR lag. Het communistische bewind ruimde het puin, maar had andere prioriteiten dan restauratie c.q. herbouw van oude panden. Liever bouwde men fantasieloze woonkazernes, de beruchte ‘Plattenbau’. Ze zijn er nog, al zijn ze nu vrolijk geschilderd en opgeknapt. Pas na de Wende werd de binnenstad rigoureus opgeknapt en als je de mislukte pogingen tot oproepen van een te ver verleden wegdenkt, is het best een aardige stad.
Niet alle pogingen tot het laten herleven van het Hanze-tijdperk vind ik geslaagd in Rostock
maar verder is Rostock een mooie stad, glorierijk herrezen na de communistische DDR-tijd
aan het Universitätsplatz
pand met Jugendstil elementen
Rostock is de grootste stad van de deelstaat Mecklenburg-Vorpommern en telt 204.167 inwoners. Rostock ligt in het noorden van Mecklenburg aan de Warnow. Het 12 kilometer lange gedeelte hiervan tussen het centrum van Rostock en de kust wordt Unterwarnow genoemd, en is bevaarbaar. Aan de monding van de Warnow liggen het stadsdeel Warnemünde en de haven van Rostock, die de derde Duitse Oostzeehaven in grootte is, na Kiel en Lübeck. Rostock wordt voor het eerst genoemd in 1160. Er was toen een Slavische nederzetting genaamd Roztoc aan de Warnow. In 1189 is er voor het eerst sprake van een Duitse nederzetting op de andere oever. Deze plaats heeft in elk geval sinds 1218, maar waarschijnlijk al eerder, stadsrechten.
Rostock was een lid van de Hanze, en werd daarmee in de Middeleeuwen een rijke stad. Eind vijftiende eeuw werd de tot dan toe onafhankelijke stad veroverd door de hertog van Mecklenburg. Door blijvende ruzies tussen de stad en de hertogen en plunderingen verloor de stad geleidelijk aan haar macht. In de negentiende eeuw raakte Rostock weer in opkomst door een bloei van de scheepsbouw.
In de jaren twintig werden in Rostock de vliegtuigfabrieken van Heinkel gevestigd. Na de machtsovername door de Nationaalsocialisten werd de vliegtuigproductie sterk opgevoerd, en groeide de stad snel. In de Tweede Wereldoorlog werd de binnenstad door de geallieerden zwaar gebombardeerd, maar weer opgebouwd. Na de oorlog ging de groei door, in deze periode werd onder meer de zeehaven gebouwd, de belangrijkste zeehaven van de DDR. Na de Duitse hereniging van 1990 verloor Rostock zijn bijzondere positie. Het inwoneraantal nam sterk af, vooral door emigratie naar het rijkere westen van Duitsland.
We komen op het Universitätsplatz, waar men bezig een soort toeristische markt op te bouwen, met veel witte tentjes die helaas het zicht op veel moois in de weg zitten. Ook vlak voor de mooie Universiteitsgebouwen staan die witte tenten. Ik kan toch nog wat foto’s maken. De universiteit van Rostock werd al in 1419 gesticht, en is daarmee de oudste universiteit van Noord-Europa.
de universiteit, (half verscholen achter de puntdaken van een manifestatie op het plein
We wandelen terug en drinken koffie met aardbeiengebak in de Kröpelinerstrasse. Daarna bezoeken we de Marienkirche. De Marienkirche is de hoofdkerk van Rostock en een belangrijk bouwwerk uit de Noord-Duitse baksteengotiek. De gedrongen bouwstijl van de Marienkirche uit zich in het grote schip en het imposante westwerk met een zware toren. In het oorspronkelijke plan was er sprake van een tweede toren, maar deze is nooit gebouwd. Al in de vroege 13e eeuw begon met een kerk op de huidige plaats te bouwen. In 1279 kwam een vroeg-gotische driehallenkerk tot stand, waar later een kapellenkrans en dwarsschip aan werden toegevoegd. In 1454 was de kerk in zijn huidige toestand klaar.
Onder de bezienswaardigheden van het kerkinterieur (vrijwillige bijdrage €2) is er ten eerste het zeer fraaie vleugelaltaar, dat afkomstig is uit de geprofaneerde Nicolaikirche. Dit 16e eeuwse altaar heeft gesneden en beschilderde figuren die samen het lijden van Christus uitbeelden. Daarnaast is er een kostbare bronzen ‘Taufkessel’, een doopvont, dat al uit 1290 dateert (!) en een mooie preekstoel uit 1574. Het midden 18e eeuwse orgel ziet er imponerend uit, en vult de ruimte van beneden tot in de nok. Ongetwijfeld zal het geluid de hele kerkruimte kunnen vullen met z’n 54 registers, maar dat horen we niet.
de fraaie preekstoel in de Mariakerk een foto van het in de oorlog gebombardeerde Rostock. De kerk staat nog goed overeind.
doopvont, altaar en het imposante orgel en nog een plaat van de preekstoel
Zo is er in deze kerk nog meer te zien en te bewonderen. Maar het indrukwekkendste vond ik toch wel de enorme astronomische klok.
Het astronomische uurwerk en calendarium van Rostock
Het instrument is elf meter hoog en vult de hele ruimte tussen twee pilaren. Alleen de wijzerplaat is al 16 m2 groot. Het is het oudste hanzeatische type en het enige waarvan het middeleeuwse uurwerk nog werkt. Deze stamt uit het jaar 1379. In 1472 werd het uurwerk door Hans Düringer uit Neurenberg omgebouwd en van 1641 tot 1643 door Andreas Brandenburg en Michael Grote gerestaureerd. Tot op heden werkt het dus nog en is het praktisch nog in originele staat. Als ik er zo voor sta, begrijp ik maar weinig van wat ik zie. Ik herken tekens van de dierenriem en een zon- en maanschijf. De uitgesneden ring met figuren uit de dierenriem en personificaties uit de 15e eeuw van de maanden werden bij de restauratie van 1641 tot 1643 aangepast aan de stijl van Late Renaissance. Het klokkenspel van het uurwerk met uitkiesbare koralen klinkt op elk heel uur; de rondtocht van figuren vindt alleen om 12:00 en 24:00 uur plaats. Dat zullen wij dus helaas niet meemaken; het is nog lang geen 12 uur. De grote cijferschijf in het middelste deel heeft een 24-uursindeling. Bovendien worden naast de maanuitbeelding de stand van de maan en de zon in de dierenriem nog een boerenalmanak getoond.
Onder de klok bevindt zich een calendarium. Daarop kan men dus o.a. de dag en datum aflezen. Omdat een schijf ‘slechts’ 133 jaar mee kan, is in november 2017 de vijfde schijf erop gemonteerd. Deze kan mee tot het jaar 2150. De oude schijf van 1885 tot 2017 staat op de grond op een lessenaar. Zoals ik diep ontzag had voor Eise Eisinga die als eenvoudige wolkammer in Franeker zijn beroemde planetarium bouwde, zo voel ik ook ontzag voor de rekenaars die –in de middeleeuwen al!- een dergelijk ingewikkeld instrument als dit calendarium konden bouwen.
In het onderste calendarium staan dus de datum en de weekdag, maar ook de maand, zonsopgang, de lengte van dag en nacht en andere antieke kalendergegevens, zoals het Romeinse rentegetal, of christelijke data, zoals de paas- en pinksterdatum, vastentijd en de naamdag.
het prachtige altaar uit de Nicolaikirche
De Nicolaikirche waar we langs lopen dateert uit 1230 en is daarmee een van de oudste hallenkerken van het Oostzeegebied. In 1974 werd de kerk opgegeven als kerk van de Lutherse gemeente opgegeven. Onder het dak werden drie woonetages gerealiseerd en later werd beneden een ruimte gecreëerd waarin tentoonstellingen en uitvoeringen kunnen worden gehouden.
raadhuis
Nicolaikerk met woonetages in/ onder het dak
en het plein ervoor
fraai gerestaureerde gevel met rechts een detail ervan
Petrikirche
We komen voorbij talrijke interessante gevels en doorkijkjes en langs het roze stadhuis van Rostock lopen we naar de Petrikirche. De Sint-Petruskerk (Duits: Petrikirche) is de oudste en met 117 meter de hoogste van de drie nog bestaande stadskerken in de Hanzestad Rostock. De anderen zijn de Mariakerk en de Nicolaaskerk. Een vierde stadskerk, de Jacobikerk, werd in de Tweede Wereldoorlog verwoest en in 1960 ten slotte gesloopt. Ook de Petruskerk werd in de WO II zwaar beschadigd. De restauratie na de oorlog ging bijzonder traag.
Omstreeks het jaar 1500 kreeg de kerk een 127 meter hoge toren, die in 1543 door blikseminslag verwoest werd. Hierin meenden de nog overgebleven katholieken in de stad een straf Gods te zien. Tot 1578 vond herbouw van de toren plaats, nadat tussentijds de toren nog eens door een storm werd vernield. De toren had nu een hoogte van 117 meter en diende als oriëntatiepunt voor de omgeving, met name voor de schepen op de Oostzee. Ongunstige weersomstandigheden, waaronder een aantal stormen, lieten in de daaropvolgende eeuwen sporen na, die in 1902 tot een grondige restauratie leidden. In 1994 kon in het kader van de stadsontwikkeling met middelen van de overheid, giften en steun van monumentenorganisaties de toren weer worden herplaatst. Op 45 meter hoogte werd een over 195 treden te bereiken uitzichtplatform toegevoegd. Bij helder weer is van daar uit een uitzicht tot Warnemünde en de Oostzee mogelijk. Wij hebben nauwelijks overwogen om de klim te doen: na de lange stadswandeling vonden we het welletjes. Van hieruit gaan we op eigen gelegenheid de stad verder bekijken.
Mijn vrouw en ik dalen af naar de rivier de Unterwarnow. Daar staat een stevige wind die heerlijke verkoeling brengt. Het is vandaag namelijk al lekker warm… Langs de kade is een druk beklant visstalletje. We kopen er een broodje met vis, voor mij ‘Matjes’ (=haring), dat er prima in gaat. Flesje drinken erbij. We beginnen deze vakantie dus met een smakelijke en toch goedkope lunch.
aan de rivier (Unterwarnow)
pakhuis aan de haven
broodje vis eten bij een tentje aan de haven
aan de haven is een grote presentatie van alle denkbare hulpdiensten in de regio, incl. het leger
We slenteren langs het water, langs de oude werfkraan, en komen vervolgens terecht in een grote presentatie van alle denkbare Duitse hulpdiensten, van EHBO tot een forse aanwezigheid van het leger, met o.a. tanks en een heuse Patriot installatie. We kijken wat rond en maken wat foto’s. Voor we er erg in hebben moeten we maken dat we naar het verzamelpunt komen, waar de bus ons oppikt.
We moeten vandaag namelijk nog naar onze volgende halteplaats: het 250 km verderop gelegen Poolse Szczecin. Na zes uur komen we daar bij ons hotel, Hotel Focus Szczecin, ul. Małopolska 23, Polen. Hotel Focus ligt midden in de stad Szczecin, vlak bij de haven en op loopafstand van het oude centrum en bijna aan de rivier de West-Oder. De kamer is klein maar goed.
Focus hotel Szczecin
’s Avonds na het diner maken mijn vrouw en ik een wandeling langs de rivier de West-Oder. Ons hotel ligt vlak bij de Oderpromenade, aangelegd voor nieuwe regeringsgebouwen en het stadsmuseum door burgemeester Haken (1878-1907) en daarom Hakenterrasse genoemd, na 1945 omgedoopt in Waly Chrobrego.
We komen langs het gebouw van het Nationaal Museum van Szczecin en langs het mooie gebouw van de onderwijsraad, het Kuratorium. We lopen onderlangs de rivier terug langs een kleurig maar een beetje kitscherig (fel rood, veranderend naar geel en paars) verlichte fontein, genoemd naar Waly Chrobrego. De zon zet de overkant van de brede rivier in roze avondlicht. Langzaam kruipt het duister over Szczecin. We hebben het gevoel al dagen onderweg te zijn. Vandaag hebben we al véél gezien.
Nat. museum
aan de Oderpromenade
Kuratorium
en detail
en vooraanzicht
Hakenterrasse, nu Waly Chrobrego genoemd
Scczecin bij avond