J.M. Coetzee: Schemerlanden
Korte bespreking; fragment: "Dit boek is het debuut van Coetzee, uit 1974. Het telt twee lange verhalen, novellen. Ze hebben beide de kolonisatie als thema. Voor de voorbereiding op een bezoek aan Zuid-Afrika is het tweede verhaal het meest passend. Dat verhaal, "Het Relaas van Jacobus Coetzee", vond ik ook het boeiendst. Coetzee schrijft zeer indringend, niets ontziend bijna. Je blijft lezen tot het verhaal uit is. "
J.M. Coetzee: Schemerlanden. Amsterdam 2003
Dit boek is het debuut van Coetzee, uit 1974. Het telt twee lange verhalen, novellen. Ze hebben beide de kolonisatie als thema. Voor de voorbereiding op een bezoek aan Zuid-Afrika is het tweede verhaal het meest passend. Dat verhaal, "Het Relaas van Jacobus Coetzee", vond ik ook het boeiendst. Coetzee schrijft zeer indringend, niets ontziend bijna. Je blijft lezen tot het verhaal uit is.
Het verhaal is de integrale tekst van Jacobus Coetzees verslag van een tocht als olifantenjager door de binnenlanden. Dat verhaal vertelde hij in 1760 aan de Politieke Raad van het Kasteel de Goede Hoop in Kaapstad. Dat verhaal verscheen voor het eerst in 1951 in een door de vader van J.M. Coetzee bezorgde editie, met een inleiding.
Het verhaal beschrijft de tocht gedetailleerd. Vooral de relatie van de blanken met de Hottentotten en Bosjesmannen is een leidend thema. De eerste reis wordt het meest uitgebreid beschreven. De groep van Coetzee wordt overvallen door wilde Hottentotten (Jacobus Coetzee heeft "beschaafde" Hottentotten bij zich als hulp.) Jacobus Coetzee wordt ziek en wordt door de zwarten eigenlijk gevangen gehouden. Na een feest besluit hij -inmiddels weer wat opgeknapt- te vertrekken. Tot zijn verrassing besluiten zijn knechts te blijven, behalve de trouwe Klawer. Coetzee beschouwt het besluit van zijn knechten als een soort muiterij. De beide mannen krijgen van de dorpelingen nauwelijks middelen mee voor hun terugtocht. Zelfs Coetzees bezittingen weigeren ze terug te geven. Het wordt een barre tocht voor Jacobus en Klawer, die voor de laatste noodlottig wordt. Jacobus weet uiteindelijk zijn boerderij te bereiken. De tweede tocht wordt korter beschreven. In 1761-1762 gaat Jacobus mee met een militaire expeditie naar Groot Namaland om de afvallige knechts, 'deserteurs' worden ze genoemd, een lesje te leren. Dat lesje wordt de gruwelijke dood van de vier en het einde van het dorp. Dat wordt tot de grond platgebrand.
Het relaas biedt een onthutsend inkijkje in de denk- en leefwereld van de vroege kolonisators. (NB. In het verhaal wordt gesproken over 'Hottentotten'. Tegenwoordig is dat een politiek incorrect woord. Khoi is nu de standaard.)