John Williams: Stoner

Hits: 4138

John Williams: Stoner

Bespreking en tien stellingen als aanzet tot gedachtewisseling

Fragment uit mijn bespreking: "Zo gezien is Stoner toch ook een troostrijk boek. Ondanks het leven dat Stoner op allerlei manieren tegenzit, maakt hij er een zinvol leven van door zich onvoorwaardelijk te wijden aan zijn werk. En door zijn hele leven te teren op één grote maar kortstondige liefde. 

Misschien dat veel lezers dit, misschien onbewust, in dit boek herkennen en het daarom en masse zo’n ‘mooi’ boek vinden. In eerste instantie lijkt het namelijk een gruwelijk boek, een boek dat niet bepaald geschikt lijkt om in 2013 een hype in lezend Nederland te worden. Kennelijk herkennen veel lezers iets van hun eigen leven in dat van de hard werkende en goed bedoelende Stoner, wie bijna alles bij de handen afbreekt. Het is in ieder geval een boek dat je niet onberoerd laat. Na het lezen ervan is je leven niet meer hetzelfde als wat het voorheen was. Voorwaar een kenmerk van grote literatuur! "

                             

 

 

 

Bespreking van John Williams: Stoner

 

“We gaan voor de volgende boekbespreking in oktober 2013 Stoner lezen.” In onze literaire club, de “Studiesociëteit Hoogeveen”, spreken we dit af. 

Met gemengde gevoelens download ik het e-book. Het boek is momenteel een hype, kun je wel zeggen. Grote stapels in de boekhandel, iedereen heeft het erover, en iedereen vindt het een geweldig boek. Voorin de digitale uitgave die ik gebruik, staan een aantal aanbevelingen. Van literair critici en van belangstellende leken. Merkwaardig bij dit alles is dat het een heruitgave betreft en dat de eerste uitgave al dateert van 1965. In zo’n geval van collectieve euforie ben ik geneigd nogal sceptisch te reageren: kan het dan wel wat zijn als zoveel mensen het de hemel in prijzen? Hoewel, ik moet zeggen dat ik soms toch wel moet erkennen dat de massa gelijk had. Dat overkwam me bij voorbeeld met Bonita Avenue van Peter Buwalda en met de Millennium Trilogie van Stieg Larsen. Zal me deze keer dus benieuwen. Ik hoef het boek hier niet samen te vatten, achter in mijn uitgave staat er een van John McGahern. Daarom hieronder wat persoonlijke notities over dit boek.

De eerste tientallen bladzijden vind ik het nog niet bijzonder, maar daarna raak ik in de ban van het hoofdpersonage Stoner en van Williams’ heldere, precieze schrijfstijl. Als weinig andere auteurs kan hij situaties en vooral personages in woorden oproepen zodat ze je als lezer glashelder voor ogen staan. Ik kan het boek maar moeilijk wegleggen en vind sommige delen zo spannend als een betere thriller. Gaandeweg kan ik me beter identificeren met de docent Stoner. De episode waarin de student Charles Walker bij Stoner gaat studeren is zo’n spannend deel, zeker voor een (ex-) onderwijsman als ik. Stoner doorziet de weliswaar grandioze bluf van Walker en waar Stoner in zijn andere relaties vaak de gebeurtenissen over zich laat komen, laat hij zich door Walker niet overbluffen en houdt zijn poot stijf. Walker zakt voor zijn tentamen. In zijn relatie tot zijn collega en latere studieleider Lomax betoont Stoner zich een sterk karakter. Zelfs als Lomax op hem op alle manieren dwars gaat zitten omdat Walker zijn protégé is (ze zijn beiden min of meer gehandicapt), blijft Stoner integer en stoïcijns zijn werk doen. Maar de houding van Lomax en die van Walker laten hem uiteraard niet onberoerd. Stoner weet dat zijn onkreukbaarheid hem niet in dank zal worden afgenomen door Lomax en als lezer zie je de bui al hangen. Iedere docent heeft denk ik wel eens een vergelijkbare situatie meegemaakt. De docent vindt dat een student moet zakken maar er wordt druk uitgeoefend om coulant te zijn, bij voorbeeld ter wille van het slagingspercentage of de naam van de school of nog andere niet relevante zaken. 

Huwelijk

In zijn huwelijk zit het Stoner niet mee. Als lezer zie je eigenlijk al vroeg aankomen dat het mis moet gaan, maar dat het op deze manier mis gaat had ik aan het begin van de relatie niet kunnen voorspellen. Het karakter van Edith wordt door Williams meedogenloos beschreven. Hij verstaat de kunst om in vrij weinig woorden deze vrouw in al haar grillen zo levensecht te schetsen dat je het idee hebt of je haar kent. Vaak was ik verbijsterd over wat Stoner allemaal met haar krijgt te stellen. Schokkend vond ik bij voorbeeld de metamorfose die zijn vrouw doormaakt als ze besluit dat ze een kind wil. Je gunt Stoner bij al deze ellende de lichtpuntjes in zijn grauwe leven. Een van die lichtpuntjes is zijn dochter Grace. Zijn relatie met haar is heel bijzonder. Ze staan elkaar heel na en des te schrijnender is het dan om te lezen hoe Edith ook dit geluk van haar man vernietigt. Met Grace loopt het trouwens heel sneu af. 

De universiteit is de plaats waarnaar Stoner kan vluchten voor het leven, voor Edith. Hij is een bij tijd en wijle bevlogen docent en gaat helemaal op in de studie en de voorbereiding van colleges. In zijn studietijd had zijn vriend David Masters het al voorspeld: Stoner zal mislukken en de universiteit is het ‘gesticht’ waar hij zich tot de definitieve mislukking zal kunnen schuilhouden. 

 “Nog steeds glimlachend en ironisch boosaardig, richtte hij (=Masters, LM) zich tot Stoner. ‘Jij ontsnapt evenmin, mijn vriend. Echt niet. Wie ben je? Een eenvoudige boerenzoon, zoals je zelf beweert? O, nee. Ook jij  behoort tot de  geestelijk zwakken – je bent de dromer, de dwaas  in de  nog dwazere wereld, onze eigen Don Quichot uit het Midwesten zonder zijn Sancho, dartelend onder de blauwe hemel. Je bent vrij slim, slimmer in elk geval dan onze vriend hier. Maar je hebt het gebrek, de oude geestelijke zwakte. Je denkt dat er íéts is, iets om te ontdekken. Nou, in de buitenwereld zou je daar snel genoeg achter komen. Ook jij bent in de wieg gelegd om te mislukken. Al had je de buitenwereld niet bestreden. Je zou je erdoor laten opvreten en uitspugen, en liggend op de grond zou je je afvragen wat eraan mankeerde. Omdat je altijd zou verwachten dat de wereld iets zou zijn wat hij niet is, iets wat hij niet wenste te zijn. De snuitkever in het katoen, de worm in de bonenstaak, de boorkever in de maïs. Je kon ze niet aanvaarden, en je kon ze niet bestrijden. Omdat je te zwak bent, en omdat je te sterk bent. En in de buitenwereld is geen plaats voor je.’”

Een ander lichtpunt in Stoners leven is zijn relatie met de veel jongere studente Katherine Driscoll. Met haar proeft Stoner voor het eerst liefdesgeluk. Ook die relatie mag echter geen stand houden. Zijn collega/ studieleider Lomax drijft het conflict over o.a. de student Walker zo op de spits dat Katherine zich gedwongen ziet uit Stoners leven te verdwijnen. Ze zien elkaar nooit weer. 

De hel, vriendschap en liefde

Tegen dat Stoner aan zijn pensioen toe is, wordt er kanker bij hem geconstateerd. Ongeneeslijk. Cynische Amerikanen plegen over het leven te zeggen: ‘You’re born, you work, life sucks and then you die.’ Deze korte samenvatting van een leven lijkt inderdaad van toepassing op het leven van Stoner. Er zijn maar weinig geluksmomenten voor hem weggelegd en als geluk zich aandient, wordt het door het lot al snel wreed vernietigd. In Sartres toneelstuk Huis Clos staat de observatie: L’ enfer, c’est les autres. De hel, dat zijn de anderen. In Stoner belichamen vooral Lomax, Walker, Edith voor Stoner inderdaad de hel. Maar er zijn ook vriendschappen en liefdes, die bovendien bestendig zijn. Zijn enige echte grote liefde Katherine zal niet trouwen met een ander; haar dissertatie draagt ze “aan W.S.” (William Stoner) op. Stoner zal dit als een blijk van trouw opvatten als hij het ziet. En Stoners vriendschap met Gordon Finch blijft ook hun leven lang stand houden. Hij beschermt Stoner in meer of mindere mate tegen de grillen van zijn kwelgeest Lomax.

Het is dus niet alles kommer en kwel, maar een vrolijk boek is Stoner bepaald niet. Ik moest tijdens het lezen denken aan onze Nederlandse schrijvers als Arthur van Schendel, en dan vooral zijn “Hollandse” romans ( bijv. Het Fregatschip Johanna Maria en Een Hollands drama)  en iemand als Marcellus Emants, een exponent van het naturalisme (Een nagelaten bekentenis). Boeken waarvan de droefgeestigheid je niet onberoerd laat. Het leven is gedoemd door noodlot of toeval, erfelijkheid of omstandigheden, menselijke zonde en andere mensen die je naar het leven staan. Filosofisch had het naturalisme vooral sombere gevolgen voor de literatuur. Pessimisme: de werkelijkheid en het leven brengen onvermijdelijk en voornamelijk ongeluk en ellende voort. Het determinisme leerde dat de mens een ondergeschikte rol speelt in zijn eigen lot, dat van buitenaf bepaald wordt en het fatalisme meende dat het noodlot onvermijdelijk is en voorbeschikt. Ook in Stoners leven slaat het levenslot onverbiddelijk toe. En hij legt zich tamelijk lethargisch neer bij de onvermijdelijkheid ervan. Zo overweegt hij geen scheiding van Edith, ondanks zijn constatering dat zij hem wel moet haten. Als lezer heb je soms bijna de neiging om Stoner als het ware advies te geven, om hem een duw in de ‘goede’ richting te geven. Als Edith hem zijn dochter Grace ‘afneemt’ of als ze zijn studeerkamer, die zijn ‘wereld’ was, annexeert, lees: afpakt, accepteert hij lijdelijk de gebeurtenissen en probeert er nog iets van te maken. In opstand komen of het lot in eigen hand nemen, komt niet bij Stoner op. 

Echte held

Maar McGahern wijst er in zijn bespreking op dat Stoner ook –en misschien wel vooral- een boek is over werk. Hij citeert uit een zeldzaam interview dat Williams op latere leeftijd gaf. Daarin zei John Williams over Stoner:

“Volgens mij is hij (Stoner, LM) een échte held. Veel mensen die de roman gelezen hebben, denken dat Stoner een triest en slecht leven had. Volgens mij had hij een bijzonder goed  leven. Zijn leven was beter dan dat van de meeste mensen – absoluut. Hij was bezig met datgene waarmee hij bezig wilde zijn, hij had enige aanleg voor wat hij deed, hij had een zekere mate van inzicht in het belang van de taak die hij vervulde. Hij was getuige van waarden die belangrijk zijn [...] Wat ik in de roman belangrijk vind, is Stoners gevoel van een vák. Doceren is voor hem een vak – een vak in de goede en eerzame zin van het woord. Zijn vak gaf hem een bepaald soort identiteit en maakte hem tot wat hij was [...] Waar het om gaat, is de liefde voor de zaak. En als je ergens van houdt, ga je het begrijpen. Het gebrek aan die liefde kenmerkt de slechte docent... Je zult nooit alle gevolgen kennen van wat je doet. Volgens mij staat het allemaal in grote lijnen beschreven in wat ik in Stoner heb geprobeerd te bereiken. Je moet erin blijven geloven. Het is belangrijk om de traditie overeind te houden, want de traditie is de beschaving.”

Zo gezien is Stoner toch ook een troostrijk boek. Ondanks het leven dat Stoner op allerlei manieren tegenzit, maakt hij er een zinvol leven van door zich onvoorwaardelijk te wijden aan zijn werk. En door zijn hele leven te teren op één grote maar kortstondige liefde. 

Misschien dat veel lezers dit, misschien onbewust, in dit boek herkennen en het daarom en masse zo’n ‘mooi’ boek vinden. In eerste instantie lijkt het namelijk een gruwelijk boek, een boek dat niet bepaald geschikt lijkt om in 2013 een hype in lezend Nederland te worden. Kennelijk herkennen veel lezers iets van hun eigen leven in dat van de hard werkende en goed bedoelende Stoner, wie bijna alles bij de handen afbreekt. Het is in ieder geval een boek dat je niet onberoerd laat. Na het lezen ervan is je leven niet meer hetzelfde als wat het voorheen was. Voorwaar een kenmerk van grote literatuur! 

Taal

De taal waarin het boek (c.q. de Nederlandse vertaling) geschreven is, is zeer verzorgd. Als Stoners liefdesrelatie met Katherine net is begonnen, staat er dit: 

“Het was donker buiten en er hing een voorjaarskoelte in de avondlucht. Hij ademde diep in en voelde in de koelte de tintelingen door zijn lichaam lopen. Achter het gekartelde silhouet van de  appartementen verlichtten de lampen van de stad de dunne mist die in de lucht hing. Op de hoek leverde de straatlantaarn zwak verzet tegen de omringende duisternis. Vanuit het donker daarachter werd de stilte plotseling doorbroken door gelach, dat aanhield en wegstierf. De geur van rook van het verbranden van afval in achtertuinen bleef hangen in de mist. En terwijl hij langzaam verder wandelde, de geuren opsnoof en op zijn tong de doordringende avondlucht proefde, leek hij aan het moment zelf genoeg te hebben en weinig andere behoeften meer te kennen.

En aldus had hij zijn liefdesverhouding.”

Je proeft bijna zelf die geuren in de avondlucht. Williams’ taal is sterk evocerend: ze roept meteen beelden bij je op. Of het nu over natuur gaat of over situaties (bijv. de vergadering waarin student Walker door meerdere docenten wordt ondervraagd), als lezer heb je meteen een beeld bij wat je leest. Dat dit mede bepaalt hoe boeiend het boek op de lezer overkomt, mag duidelijk zijn. Daarnaast is Williams’ stijl efficiënt: er staat (bij wijze van spreken) geen zin te veel in het boek. 

In de aanbevelingen op de eerste pagina’s staat dat Gijs Scholten van Aschat het boek ‘prachtig  eenvoudig geschreven’ vindt. Ik denk dat de taal verre van ‘eenvoudig’ is. Integendeel, er staan best lange zinnen in en min of meer beschouwende stukken die menigeen, lijkt mij, toch met vergrote aandacht zal moeten lezen. Bij voorbeeld dit fragment : 

“Op heel jonge leeftijd had Stoner gedacht dat liefde een absolute staat van zijn was, die men, als men geluk had, kon bereiken. Als volwassene had hij besloten dat het een schijnvertoning was, die je  moest bekijken met geamuseerd ongeloof, mild informeel dedain en een verlegen makende nostalgie. Nu, op middelbare leeftijd, begon hij te ervaren dat het noch een genadige staat was, noch een illusie. Hij beschouwde het als een menselijk wordingsproces, een staat die keer op keer, dag in dag uit opnieuw werd uitgevonden en veranderd, door het verlangen, het verstand en het hart.”

Eenvoudig is anders, maar mooi geformuleerd is het wel. Dat het grootste deel van de tekst de indruk maakt eenvoudig te zijn, lijkt mij –opnieuw- een compliment aan het vakmanschap van de auteur. 

Concluderend: Stoner is een monument voor de onbetekenende levens van al die mensen voor wie het levenslot nu eenmaal niet zo aardig is geweest; voor al die mensen die tegen de stroom in hun werk met liefde en toewijding blijven doen en daar voldoening in vinden; voor docenten voor wie doceren nog een vak is en mag zijn. Ik mag hopen dat zulke docenten er nog zijn in Nederland. 

Stellingen over “Stoner”

•Stoner is een boek dat de hernieuwde belangstelling ten volle verdient. 

 

•Stoner geeft een goed en bijna indringend beeld van het docentschap

 

•Williams is sterk in het oproepen van beelden bij de lezer; de stijl is ‘evocerend’. 

 

•De beschreven karakters van Stoner, Edith, Katherine en Grace zijn geloofwaardig en met psychologische diepgang.

 

•De lezer kan zich goed identificeren met de hoofdpersoon. 

 

• Stoner is enerzijds een triest boek maar ook een hoop- en troostgevend boek.

 

•Stoner is een vakman, een docent die terecht trots is op het vak dat hij gestudeerd heeft en nu doceert. 

 

•De stijl van Williams in dit boek is niet altijd gemakkelijk of eenvoudig, maar wel zuiver, helder en efficiënt. 

 

•Met alle onderwijsvernieuwingen van het laatste decennium dreigt de docent/ vakman uit te sterven. 

 

•Stoner is een monument voor de onbetekenende levens van al die mensen voor wie het levenslot nu eenmaal niet zo aardig is geweest; voor al die mensen die tegen de stroom in hun werk met liefde en toewijding blijven doen en daar voldoening in vinden; voor docenten voor wie doceren nog een vak is en mag zijn.

 

 

Lammert, augustus 2013

 

Gegevens:

Eerste tot en met twintigste druk, september  2012 tot  juni 2013

Oorspronkelijke titel: Stoner

Oorspronkelijk uitgegeven door:  The  New York  Review Books

© John Williams, 1965

Nawoord ©  John  McGahern, 2003

© Vertaling uit het Amerikaans: Edzard Krol

© Nederlandse uitgave: Lebowski Publishers,  Amsterdam  2012

 

naar boven